Zll lllkZKFMlE (Ml4\T. voor liet arrondis- >«èrx sement Zierikzee. 1881. No. 72. Woensdag 14 September. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Schetsen uit de werken van Ernile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 2 5 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever ïi. LAïiEMAI*. Binnenland. Zierikzee, 10 Sept. Heden morgen was er volgens telegram van den vuurtoren te Westschoinven op de hoogte der Zeehondenpiaat gezonken het Zweedsch stoomschip //Gustaf", kapt. J. E. Löfgrin, van Go thenburg geladen met haver en bestemd naar Antwerpen. Te 11 ure in den morgen arriveerde alhier de reddingskotter //Willem van Houten", gezagvoerder W. A. Bowbyes, welke geslaagd was de geheele equipage, bestaande uit 12 mannen en 2 vrouwen, te redden en alhier behouden aan te brengen. Ook de reddingsschokker vertrok onmiddellijk der waarts om zoo mogelijk nog iets van schip of lading te redden, terwijl ook nog twee andere vaartuigen daarheen vertrokken. Zierikzee, 13 Sept. Pleden werd alhier eenige inventaris van het stoomschip //Gustaf" aangebracht, doch zit het schip thans geheel onder water en is gebroken. Men wil echter trachten met behulp van duikertoestellen nog iets van de machinerieën of an dere goederen boven te brengen. DE KERMIS. Men zegt wel dat de kermissen in den trant zooals men ze in Nederland ziet, iets natiouaals zijn, iets met een eigenaardigen Hollandscheu stempel. En om dat toe te lichten wijst men dan doorgaans in de Europeesche musea op een der daar te vinden ietwat dubieus-koddige zoogenoemde Hol- landsche kermissen. Die mogen naar de natuur ge penseeld zijn, de tegenwoordige kermissen zijn met evenveel grond cosinopolitisch als nationaal te noemen. Babylonisch zou men ze nog eerder kunnen betitelen dan nationaal. Enfin, dat doet er ook weinig toe. Maar wie, van de nog overige kermisdagen gebruik makende, bij den heer deu Toom een bezoek gaat brengen, zal daar dat cosmopolitische kunnen zien en zich daarbij ook ongetwijfeld wel amuseeren. Daar ziet en hoort men de Amerikaansche dansen en onge looflijke toeren op schaatsen van miss Szeriana en mrs. Hayes en Mayo, de Engelsche dansen en zangen van de drie dames Robina, de Duitscbe komieke scènes van herr Schmitt en frl. Gortinger, de flink gezongen Fran8che coupletten van rulle. Héloïse en last not leastmen kan er hartelijk lachen om den zeer goeden Hollandschen komiek mijnheer Kievits, een en ander begeleid en opgeluisterd door goede kamermuziek. Inderdaad, de concertzaal verdient een druk bezoek en het cosmopolitisch karakter van het geheel doet geen kwaad aan den indruk. Ware 't in de wereld maar zooals in dit geïmproviseerde café- chantant! Hier ziet men Duitschers en Franschen kanstbroederlijk samenwerken met Engelschen en Amerikanen, die elkaar niet haten, en de Hollander is niet de uitbijter van allen, gelijk iu 't wereld- café-concert zoo vaak ons kan ergeren. Het paardenspel van de heeren Blanus en Cohen valt zeer in den smaak van 't publiek en trekt dagelijks zeer veel bezoekers, die de tent hoogst voldaan ver laten over al wat ze er van dressuur en vlugheid vau menschén en dieren gezien hebben. De kleine kapitein Eourrai heeft mede een druk bezoek en niet minder de kleine prinses Johanna. Het is aardig, dat men of heel groot of heel klein moet zijn om in 't oog te vallen; ordinaire menschen kan men dagelijks bij duizenden zien en men geeft er geen cent voor, om zulke twee kleine menschjes te zien geeft men gaarne wat uit. De schouwburg van mevr. Bakker wordt vrij druk bezocht en schenkt velen genoegen. Daar het zulk allertreurigst weer is deze kermis, komt het goed van pas dat het niet aan gelegenheden ontbreekt om ouder dak te wezen en zich tevens te amuseeren. De gewone sociteitszalen, thans voor 't publiek open, vinden dan ook druk bezoek. Bij den heer Franken kan men ook zang en muziek en goeden komiek vinden. Den kramers, die met zooveel fraais of lekkers de kermis opvroolijken, wenschen we van harte beter weer toe. Alleen het weer is niet kermisachtig, 't is soms of 't naar St. Nicolaas gaat. Als vervolg op het in ons vorig nommer gegeven korte bericht van het overlijden van Z. K. H. Prins Frederik laten we hier nog een kort levensbericht volgen. Prins Frederik werd den 28 Februari 1797 te Berlijn geboren, waar zich toen de Erfprins met diens gemalin ophield. Hij ontving zijn opvoeding dus aanvanhelijk in het buitenland. Op zeer jeugdigen leeftijd was hij reeds in dienst en nam als officier in het Pruisische leger deel aan de veldslagen bij Lützeu, Bautzen en Leipzig. In December 1813 kwam hij bij zijn vader, den Souvereineu vorst Willem I, te 's Plage aan en werd bij besluit van 26 Dec. van dat jaar aangesteld tot kolonel bij de infanterie en vervolgens tot grootmeester der artillerie, het lieveiingswapen van den Prins en waarvan hij altoos zijn bijzondere studie gemaakt heeft. In 1815 was hij als luit.-generaal bevelhebber der le divisie van het Nederlandsche leger te St. Truyeu en na het verwouden van zijn broeder, den Prins van Oranje, nam hij het opperbevel over al de Neder landsche troepen, waarmede hij deel nam aan de be zetting vau liet noorden van Frankrijk. Op den 15 Juni 1826 benoemde koning Willem I hem tot generaal der artillerie en van 1 Juli 1826 tot 15 Juli 1839 was hij als commissaris-generaal zooveel als minister van oorlog. Iu December 1829 werd hij ook benoemd tot admiraal vau de vloot, en verkreeg hij den titel van kolonel-generaal der ver schillende wapens van de landmacht. In 1830 en 1831 deed de Prins zich vooral kennen door zijn flinkheid en zijn talent van organisatie. Vrij algemeen is men van raeening dat als Prins Frederik destijds de handen vrij had gehad, hij door zijn fermi- teit en het krachtig doorzetten der aanvaukelijk reeds met goed succes bekroonde operaties, den opstand van België zou meester geworden zijn. De liendaagsche veldtocht is door hem voorbereid en het succes door het leger onder zijn broeder, den Prins van Oranje behaald, is voor een groot deel aan zijn uitstekende maatregelen te danken hij was daar de von Moltke voor den Prins van Oranje. In 1839 en '40 nam de Prins ontslag als hoofd van het minis terie vau oorlog en als kolonel-generaal der verschil lende wapens; doch Koning willem II bekleedde liera den 28 November 1840 met de waardigheid van veldmaarschalk van het Nederlandsche leger, welke waardigheid hij pas in 1868 heeft neergelegd. Prins Frederik voerde ook de titels van kolonel- „LA CONQUETE DE PLASSANS". (Be verovering van JP lass an 8.) II. Désirée klapte in de handen. Dat was een kind van veertien jaar, zij was groot voor haar jaren, doch lachte evenals een meisje van vijf jaar. Mama, mama! riep ze, kijk mijn pop eens! Zij had een lap uit moeders lappenmand genomen en werkte al een kwartier lang om daar een pop van te maken. Zij rolde de lap op en wrong en wurgde 't eene eind met behulp van een draad. Martha sloeg de oogen op van de kous, die zij bezig was te stoppen met een nauwkeurigheid of het borduurwerk was. Zij lachte Désirée toe. Is dat nu een pop! Daar, maak nu een pop. Je weet toch wel dat ze een rok aan moet hebben, als een dame. Zij gaf haar een reepje katoen, dat zij in haar werktafel vond en ging toen weer zorgvuldig aan 't kousenstoppen. Beiden zaten aan het eene eind van het 9malle terras, de dochter op een tabouret aan moeders voeten. De ondergaande Septemberzon scheen nog warm en overgoot hen met een rustig licht; terwijl voor hen uit de tuin reeds in een grijze schemering scheen te slapen. Geen gerucht van buiten drong tot dit stille hoekje van de stad door. Inmiddels werkten zij zoo een groote tien minuten heel stil voort. Désirée deed alle mogelijke moeite om voor haar pop een rok te maken. Bij wijlen hief Martha het hoofd op en sloeg het kind met ietwat treurige teetlerheid gade. Toen zij zag dat zij 't niet klaren kon, zei ze: Wacht, ik zal de armen wel maken. Zij nam de pop, toen twee groote jongens van zeventien en achttien jaar de stoep afkwamen. Zij kwamen Martha omhelzen. Knor maar niet op ons, mama, zei Octave vroolijk, ik heb Serge meegenomen naar de muziek Wat was er veel volk op de Sauvaire-baan Ik dacht dat gij nog op 't college waart, zei ile moeder zacht, anders zou ik erg ongerust geweest zijn. Maar Désirée, niet meer om haar pop denkende, wa9 Sarge om deu hals gevlogen en riep: Er is een vogel van me weggevlogen, de blauwe, die, welke ik van jou gekregen had. Zij schreide bijkans. Het hielp niet of haar moeder, die dacht dat zij haar verdriet al vergelen had, haar de pop liet zien. Zij hield haar broeder bij den arm vast en hem meetrekkende naar deu tuin, herhaalde zij Kom maar kijken. Serge, zachtaardig en meegaande, ging met haar en zocht haar te troosten. Zij bracht hem bij een kleine serre, voor welke een kooi op een voetstuk stond. Daar legde ze hem uit hoe de vogel ontsnapt was op het oogenblik dat zij het deurtje had opengedaan om hem te beletten met een anderen vogel te vechten. Wat drommel! dat 's geen wonder, riep Octave, die op de leuning van het terras was gaan zitten; zij moet ze ook altoos aanraken, zij kijkt hoe ze in elkaar zitten en wat ze iu de keel hebben om mee te zingen. Laatst heeft zij ze een geheelen namiddag in haar zak meegedragen om ze goed warm te houden. Octave!... zei Martha op een toon vau be risping: plaag ze niet, 't arme kind. Désirée had het niet gehoord. Zij vertelde aan Serge met veel omhaal hoe de vogel was weggevlogen. Zie jo, zoo is hij er uitgesnapt, toen is hij daarnaast in den grooten pereboom van mijnheer Rastoil gaan zitten. Vandaar is hij op den pruimeboora ge sprongen, achterin. Toen is hij weer over mijn hoofd gegaan en naar de groote boomen van de sous-prefectuur, waar ik hem niet meer gezien heb, neen in 't geheel niet meer. De tranen kwamen haar in de oogen. Mogelijk komt hij nog terug, waagde Serge le zeggen. Zou je denkeu? Ik zou de anderen wel in een doos willen doen en de kooi dan open laten slaan, den heelen nacht. Octave kon zich niet weerhouden te lachen; maar Martha riep nu Désirée terug; Kom nu eens hier, kom nu eens kijken En zij bood haar de pop aan. Nu was de pop rnooi zij had een stijven rok aan, een kop gemaakt van een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1