ZIEMKZEESCHE COURANT. 1881. No. 71. Zaterdag1 10 September. 84ste jaargang. Feuilleton. Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. gkunde .arin hij id, om Tatuur- )ldigint j! akt enH den, te iie van derwijs gunstig kennen jaar- I orkomt oorstel m was. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Na een korte ongesteldheid is gisterenavond te elf ure overleden de algemeen geachte en beminde oom des KoningsZ. K. H. Prins Willem FREDERIK Ka rel der Nederlanden, Veldmaarschalk van het Ned. leger, Grootmeester Na tionaal der Ned. Vrijmetselaren enz. enz. Prins Frederik was geboren den 28 Februari 1797, en de tweede zoon van Koning Willem I en Wilhelmina van Pruisen. Den 21 Mei 1825 was de Prins gehuwd met Prinses Louise Augusta Wil- j kelmina Amalia van Pruisen, die den 6 December 1870 is over leden. De Prins heeft uit dit 1 huwelijk twee dochters gehad: Prinses Wilhelminageboren 5 Augustus 1828, gehuwd 19 Juni 1850 met Karei XV, Koning van Zweden (beiden overleden), en Prinses Maria, geboren 5 Juli 1841, gehuwd 18 Juli 1871 met Wilhelm Adolf Maximiliaan Karei Prins zu Wied. ZIERIKZEE, 9 September 18 8 1. DE KERMIS. Wij hooren algemeen zeggen dat it dit jaar een volle kermis is. Inzonderheid is dit opinie van de knapen en meisjes, die zoo graag i$nge rijen vau kramen en spellen zien, alsmede am bulante vertooningen. Nu, zoo iets is er inderdaad dit jaar vrij wat meer dan verleden jaar. Ook veel meer dan vóór twee jaar, zegt een kleine knaap, doch zoo diep kunnen wij 't niet ophalen. Er is veel te zien en veel te koop. Twee schouwburgen: die van Mevr. de wed. Bakker, onder leiding van den Heer 1. J. Stoete, den van jaren her gunstig bekenden komiek van den Araster- dam9chen Stads-Schouwburg, en die van den heer H. W. Nieuwenhuis. De eerste geeft Zaterdag de eerste voorstelling. De laatste laat zich echter op dit oogenblik nog wachten, doch zou volgens annonce Maandag openen. Aan de Balie vindt men het circus of paardenspel van de heeren H. Blanus en N. Cohen met volgens 't voorloopig bericht 48 twee- en viervoetige artisten. Bij den heer C. den Toom zal ook vrij wat te hooren en te zien wezen en velen zien daar zeker al met nieuwsgierigheid naar uit. Aan fraaie kramen ontbreekt het niet en evenmin aan alleilei kleine tenten met en zonder belangwek kende vertooningen binnen en buiten. Sommige zijn werkelijk reeds curieus door hun uitwendig voorkomen en zoo daar geen Zoeloe's in te kijk zijn, ze konden er toch zeker een passenden inhoud van uitmaken. Van de kramen vermelden we met genoegen die van den heer Lauwers, die jaar aan jaar in overvloed en rijkdom van fraaie optische voorwerpen en luxe artikelen toeneemt. Wij moeten eenigszins iutrekken wat wij in ons vorig nommer zeiden over 't uitsterven van de kermis. Ja, dat zal wel gebeuren doch we hebben op deze kermis weder, na eenige jaren, absentie, de poppen kast van Jan Klaassen gezien, en zoolang Jan IClnassen in zijn poppenkast nog leeft, leeft de kermis ook nog. Die alleraardigste gedresseerde napjes heeft zeker ieder al gezien. VVe vroegen aan een kleinen jongen: zou je die kunstjes ook kunnen 't antwoord was heel naïef: //Ja, kunnen wel, maar zoo goed niet." O, Darwin Bij de op 8 September 1881 door het Dagelijksch Bestuur van 't Waterschap Schouwen gehouden aan besteding van het verbeteren van de westzijde en van de doorgraving in den EglnmmersW.it, liggende tusschen de le en 2e inlaag van Flauwers, volgens bestek No. 82, is de minste inschrijver, J. den Boer Lz. te Eikerzee, voor f 798 aannemer geworden. Te Middelburg is tot wethouder benoemd de heer A. Dronkcrs. Naar de Goesche Courant verneemt is door de Neder- landsche maatschappij tot bevordering der oestercultuur besloten tot het oprichten van een „oesterbeurs". Deze maatregel is van groot gewicht voor de oestercultnur. Het op bepaalde tijden samenkomen van verkoopers en koopers kan grooten invloed uit oefenen op de uitbreiding van dezen tak van nijverheid, waarbij een groot gedeelte van Zuid-Beveland zoo groot belang heeft. De eerste beurs zal worden gehouden 7 October a.s. te IJerseke, welke gemeente, liggende in het centrum der cultuur, daartoe voorloopig is aangewezen. Andermaal heeft te ?s Gravenhage de liberale partij een overwinuiug behaald. Haar kandidaat, de heer H. M. de Vries, agent der Nederl. Bank, is gekozen tot lid der Prov. Staten van Zuid-Holland. Hij verkreeg 577 van de uitgebrachte 1028 geldige steramen. Mr. Th. Borret, notaris, kandidaat der conservatieven, anti-revolutionairen en ultramontanen, verkreeg 451 stemmen. In de //Residentie-brieven" van het Zeeuwsch Dagll. wordt o. a. gesproken over de aanstaande verkiezing van een voorzitter der Tweede Kamer in de plaats van den heer Mirandolle. De corr. meent teweten, dat van liberale zijde gedacht wordt aan den heer Gleichman of den heer van Reesdat de anti-liberalen, als zij een kandidaat stelden, vermoedelijk aan den heer Corver Hooft zouden denken en dat ook de heeren Roëll en Bastert kans hebben om gekozen te wordeu. Zelfs zouden de katholieken zich desnoods metéén dezer beide laa9tgenoemde heeren willen tevreden stellen. De heer mr. P. M. G. van Hees, onlangs op eervolle wijs afgetreden als algemeenen secretaris der Maat schappij tot Nut vaa T Algemeen, heeft niet lang de hem toegekende rust mogen smaken. Hij is na een onge steldheid van weinige uren op hot buitengoed aan den Schoolerweg, waar hij zich gevestigd had, overleden. Kunst, Wetenschap en Letteren. Uit Gent werd te Amsterdam een telegram ont vangen, meldende: dat bij den Zondag aldaar gehouden internationalen zangwedstrijd, de le prijs, een zilver vergulde medaille met 2000 frs. behaald is door //Oefening baart Kunst", directeur de heer Brandts Buys, en de 2e prijs door //Zanglust", beide van Amsterdam. De zangvereeniging //Ida's Maunenkoor" vanHendrik- Ido-Arabacht, directeur de heer C. v. d. Linden te Dordrecht, heeft den derden prijs behaald. Twee van de vijf stemmen der jury waren er voor haar den 2e prijs toe te kennen. Buitenland. Engelands jongst© oorlog-en. In Engeland bestaat een gewoonte, die, zooals meer zaken die men in dat land aantreft, vrij origineel is. De Engelsche staatslieden, ofschoon onderdanige die naars der Koningin en veivmtwoordelijke ministers tegenover het Parlement, gaan in 't groote zoowel als in 't kleine doorgaans hun gang als absolute potentaten. Men laat hen ook meestal huil gang gaan. Slechts van tijd tot tijd treden er andere heeren op om de titels te dragendoch de titeldragende» gaau altoos hun gang als hun voorgangers. Mag de natie dan „LA CONüUÊTE DE PLASSANS». (jDe verovering van P I a s s a n s.) I. //Quels gredins que les honnêtes gens!" Dit is de slotzin van //le Ventre de Paris". Het i9 een harde uitspraak, een paradox, die 't gevoel onaangenaam aandoet. Uitingen als deze en dergelijke er komen er veel voor in zijn boeken hebben Zola een kwaden naam bezorgd. Zij ademen wrevel tegen de heden- daagsche maatschappij en dat kan deze niet velen. En waarlijk, als men zulke scherpe uitingen iu verband brengt met de vele tafereelen in zijn werken, die voornamelijk gewijd schijnen aan de vereeuwiging van bet lage, geraeene, vuile, dierlijke, dan zou men allicht meegaan met lien, die Zola veroordeelen. Toch zou men dan overhaast en onbillijk handelen. Begrijpelijk is het, dat niet weinigen uit den kring der fatsoenlijke luï, der //nette menschen", aanstoot hebben gevonden in de werken van den zich noemenden naturalist, dien wij liever zouden uitduiden als letterkundige photograaf-idealist, zoo dergelijke karakteriseering er !door kon en niet wat veel woorden kostte tot nadere opheldering en rechtvaardiging. Het komt ons voor, dat Zola, als liera in een ver trouwelijk gesprek de ernstige bedenking gemaakt werd, dat hij verdacht kan worden van stuitend cynisme, zon antwoorden Leest ge dan wel goed al wat ik geschreven heb? Ziet ge dan niet dat ik van destelling uitga, ja van liet feit, dat er zijn //tiette menschen" en //nette menschen" en dat die twee klassen geenszins gelijk zijn? Nu, als men het bovengenoemde boek //La Conquête de Plassans", wel gelezen heeft, zal men begrijpen welk soort van fatsoenlijke lui Zola op het oog heeft om zich met walging er van af te wenden en hen te versmaden met zijn Ah! quels gredins! Welke ploerten Een der voornaamste punten van de acte van be schuldiging, die hij in zijn cyclus //Le9 Rougon-Mac- quart" tegeu liet tweede keizerrijk heeft opgemaakt, i9 dat dit regime de heerschappij, de macht, het aan zien, het geld, ja ook de reputatie van vroomheid en zedelijkheid, heeft in handen gespeeld van het ploer tendom. Nu blijven ploerten ploerten, of ze op een troon zitten, daaromheen zich legeren, in weelde en aanzien zetelen, het vette der aarde genieten, dan of ze rondwriemelen in 't vuil der Halles en 't slijk der straten. Er is hoog gemeen en laag gemeen, zegt hij ergens anders, maar canaille is canaille, 't zij 't hoog troont of laag kruipt; en zoo is 't. Hoe het tweede keizerrijk is tot stand gekomen, dat behoort than9, na een groote dertig jaar, tot de geschiedenis; dat zijn nu bekende zaken. Men weet hoe uit de weinige nog overgeblevene bouwvallen en veteranen van liet eerste keizerrijk, in vereeniging of samenspanning met een nieuw broed van pas opge doken fortuinzoekers, de bonapartisten van het tweede keizerrijk zijn ontstaan; hoe uit dat mengelmoes een geheel nieuw soort van aristocratie is gegroeid, een aristocratie van nog vrij wat minder allooi dan de door Napoleon I geschapen militaire adel, en hoe deze aldra door de polypen van liet ultramontanisme, waarvan Eugénie 't voornaamste werktuig was, zijn omstrengeld, verstrikt en beheersoht, waardoor op 't laatst geheel Frankrijk in de boeien geraakt is van dat ploertendom, van die fortuinzoekers in gala-rok of in deftig zwarte soutane, totdat het spel te grof liep, alles op ééne kaart gezet werd, en Sedan een ontnuchtering bracht zooals Frankrijk er in zijn geschiedenis nog geen had geboekt, doch die onvermijdelijk was omdat het nog zoo ziek niet geweest was, als toen in 't tijdvak van '52 tot '70. Met zou niet billijk zijn dit alles op dejpersoonlijke rekening van Napoleon III te stellen. De man van 2 December heeft trouwens aan dien bloedigen datum al ruim genoeg. Maar een geheele klasse van lieden was met hem medeplichtig eu elk in zijn kring niet minder misdadig dan hij. Die klasse van lui heeft hem geholpen om zichzelve de9 te beter te helpen. Gelijk hij te Parijs zijn „coup d' état" volbracht, zoo werkten die lieden, die in meegaan met de nieuwe zon hun fortuin zagen, in de groote en kleine 9teden of op het platte land, om op kleine schaal dezelfde slagen le slaan en de heerschende partij te wórden, al was

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1