ZIEBIKZEESCHE (M RTYT: voor het arrondis- jokt*. seisient Zierikzee. 1881. No. 70. Woensdag 7 September. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleto n. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijfit DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en .Do o d beri c h t e n van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA KEK MAN. Binnenland. Zierikzee 6 Sept. In de heden gehouden Raads vergadering is de heer H. G. Mulock Houwer herbe noemd tot Wethouder, met 7 van de 8 stemmen. Een briefje was in blanco. Door den heer J. v. d. Linden alhier is voor ƒ3178 aangenomen het maken van den put met houten fou- deering voor de nieuwe gaskuip aan de KERMIS. Gisteren is de kermis weer ingeluid nadat de jonge jeugd zich al een paar dagen vooruit in het uitzicht op dat heugelijke feit had verheugd en zich opgewonden tot zingens toe, zoodat zij zelfs tot ketelmuziek de toevlucht nam om aan die onvoldoende vocale uiting van vroolljklieid wegens het blij vooruit zicht tegemoet te komen. Een vreemd iets, dat het raar toch zoo van die kermis sen afgaatHier is wel 't raar er nog niet geheel af, maar op andere plaatsen wel, en zelfs hier kan men van menigen ouden kermislief hebber de verzuchting hooren dat het met de kermissen toch erg achteruit gaat, en dat ze eerlang hun eigen dood wel zullen sterven. //Schaf dan de kermis maar af", hooren we een puritein opmerken. Waartoe dient nog langer zulk een onbesuisde redelooze volkspretNeen, zouden wij zeggen juist omdat de kermissen meer en meer hun eigen natuurlijken dood sterven zal het veel beter zijn ze maar niet af te schaffen, vooral niet in plaatsen waar men toch niet kan zeggen dat de kermis zulk een beestenboel is, onder welke plaatsen wij zonder vleierij onze goede stad Zierikzee wel kunnen rekenen. Hier is de afschaffing waarlijk niet noodig. Laat hier de kermis 't maar houden, zoolang 't nog gaan wil. Nu ja, de jongelui, beiderlei kunne, gaan dan eens van den vloer, vermaken zich wat luidruchtiger dan anders de kleine jeugd komt oogen te kort om al 't vreemde te zien en kost aan de ouders wat meer zakcenten dan anders, maar daar staat tegenover dat zeer velen uit de omliggende plaatsen van den kermis tijd gebruik maken om in de stad het een en ander te komen koopen, waardoor neringdoenden en winke liers een paar goede dagen hebben. Was 't maar niet zulk een slechte tijdZat er maar meer geld in den zak van den kleinen man, zoo die van binnen als die van buiten Hel is eeu kwade tijd en we vreezen dat dit ook wel op de kermis van invloed zal wezen. Niet om de kermis hebben we daarmede te doen, maar wel om de goede raenschen zelf, die waarlijk er geen zomer naar gehad hebben om zich veel uitgaven te kunnen veroorloven, al zijn ze ook nog zoo nuttig gedaan, Ondertusschen de kermis is er. Op oud-vader- landsche manier wenschen we dan ook allen, mede burgers boeren en buitenlieden mitsgaders alle winkeliers en neringdoenden een pleizierige kermis. Voor eenigen tijd is in het Engelsche blad Daily Telegraph een roerend verhaal gedaan van een matroos, die indertijd op een Hollandsehe brik, uit Indië met koffie naar Nederland komende, het volgende zou hebben Ondervonden. Het schip was van Tjilatjap met ongepelde koffie naar Nederland onder zeil gegaan doch al spoedig was de geheele bemanning ziek ge worden ten gevolge van giftige uitwaseming der koffie, (koffievergiftigingen daaraan was de geheele bemanning overleden, uitgenomen die Engelsche matroos, die nu het jaromerverhaal heeft gedaan, en welk verhaal nu wordt gebruikt als een middel ora zoo mogelijk het verschepen van koffie in de hooroschil te doen verbieden. Men heeft terstond hier zijn herinnering geraad pleegd of de feiten waar konden zijn; doch het blijkt, dat het verhaal van dien zoogenoemden Engelschen matroos als zoodanig onwaar is. Wel is er een paar jaar geleden een schip geweest dat een ongelukkige reis heeft gemaakt en veel ziekte aan boord gehad heeft, die eerst aan koffievergifting is toegeschreven, dóch later heeft men de verklaring kunnen lezen, dat de zie.kte malaria geweest is. Dat schip had ook geen ongepelde maar gewone of zoogenaamde gouvernements- koffie geladen. Het schijnt dat men hier te doen heeft met een nieuwe en origineele wijze van concur rentie in den koffiehandel, gelijk Multatuli ze op de Lauriergracht vast niet zou gewacht hebben. Men ver moedt nl, dat het er om te doen is om de Javaansche koffie in hoornschil, die sinds eenigen tijd met gunstig ge volg concurreert tegen de Ceylon-koffie, van de Euro- peesche markt te weren. Als dit zoo is, zal men zich aan de alarmkreten en treurtooneelen van Daily Tele- toch wel niet storen. Dit is althans te hopen. Volgens het Vaderland zal de internationale com missie voor de beraming van maatregelen van zeepolitie, met het oog op de onaangenaamheden onder de vis- schers op de Noordzee, den 15 dezer te 's Gravenhage geopend worden. Bij het agentschap der Ned. Bank te Leeuwarden is dezer dagen ontvangen een valsch bankbiljet vau ƒ100. Het detachement huzaren uit Amsterdam, dat op den dag der Bussumsehe wedrennen wel den ganschen dag dienst, doch geen eten of drinken gehad heeft, heeft thans voor de toen bewezen dienst van het bestuur der wedrennen een fooitje van 50 ets. per man ge kregen. Ondanks al de drukte, die over de wedrennen gemaakt is, kan men toch niet zeggen, dat zij in dit opzicht nog de Engelsche royaalheid evenaren. Het passagiersverkeer op de lijn Vlissingen QueenboroLonden neemt steeds toe. Van 27 Aug. tot 2 Sept. zijn van Vlissingen met de mailbooten vertrokken 1105 en aangekomen 826 passagiers. FLORENT DE BANNELING. Uit ,fle Ventre de Paris' XVI. Twee maanden later was Florent opnieuw tot depor tatie veroordeeld. De zaak baarde veel opzien. De dagbladen aasden op de kleinste bijzonderheden, gaven portretten van de beschuldigden, teekeniiigen van de vlaggetjes en sjerpen, plans van de plaatsen waar de bende samenkwam. Veertien dagen lang sprak men in Parijs over niets anders dan over het complot der Halles. De politie verspreidde telkens al meer onrust barende berichten eindelijk heette het, dat de geheele wijk Montmartre ondermijnd was. In het Wetgevend Lichaam was de ontroering zoo groot, dat het centrum en de rechterzijde die ongelukkige dotatiewet vergaten, die hen een oogenblik verdeeld had en dat zij zich verzoenden en met een verpletterende meerderheid het impopulaire ontwerp van belasting aannamen, waar over zelfs de voorsteden niet meer durfden klagen, onder de paniek die over de stad woei. Het proces duurde een geheele week. Florent stond zeer verbaasd te kijken over het groote aantal medeplichtigen, dat men hem gaf. Hij kende er nauwelijks zes of zeven van de twintig en meer, die op de bank der beklaagden zaten. Na de lezing van het vonnis, meende hij den hoed en den onschuldigen rug van Robine te bespeuren, die zachtjes wegging uit de menigte. Lag re werd vrij gesproken, evenals Lacaille. Alexandre kreeg twee jaren gevangenisstraf omdat hij nog minderjarig was. Wat Gavard aangaat, hij werd evenals Florent tot deportatie veroordeeld. Dat was een verpletterende slag voor hem in zijn laatste genietingen, tot slot van de lange debatten, waarin hij zich zeer in het oog had doen vallen. Hij moest zijn oppositie-ijver als Parijsch winkelier duur betalen. Twee dikke tranen liepen over zijn verslagen gezicht, een gelaat als van een straatjongen met grijze haren. En op een morgen in Augustus, te midden van het ontwaken der Halles, kwam Claude Lantier, die als naar gewoonte liep te kijken naar het aankomen van de groenten, met de roode ceintuur om 't lijf, even madam Francois groeten aan de punt St. Eustache. Daar zat zij met haar groote treurige gezicht op haar knollen en peen. De schilder bleef somber ondanks de heldere zon, die reeds het grof groenen fluweel der bergen van kool verzachtte. Nu, 't is uit, zeide hij. Zij sturen hem weg Ik geloof dat zij reeds naar Brest gebracht zijn. De tuinvrouw maakte een gebaar van stomme smart. Langzaam strekte zij de hand rondom zich uit en murmelde met doffe stem Dat 's Parijs, dat 's dat slechte Parijs. Neen, ik weet wiens schuld het is, het zijn ellendelingen, hernam Claude met gebalde vuisten. Verbeeld u, madam Frangois, dal ze allerlei stommi teiten gezegd hebben op 't gerechtshof. Zijn ze niet zoover gegaan, dat zij de schoolschriften van een kind hebben doorsnuffeldDie groote stommerik van een procureur heeft daarover uitgeweid: eerbied voor de kindsheid hier, demagogische opvoeding daar! Ik ben er ziek van. Hij kreeg een zenuwachtige rilling en ging voort, de schouders dieper in zijn groeuachtigen paletot duikende: Een jongen zoo zacht als een muisje, dien ik schier van zichzelven heb zien gaan toen hij naar het slachten van duiven keekIk heb gelachen van meelijden toen ik hem tusschen twee gendarmen zag. Nu, we zullen hem niet meer terug zien, ditmaal zal hij daar wel blijven. Hij had naar mij moeten luisterenzei de tuinvrouw na een oogenblik zwijgens; hij had naar Nanterre moeten komen en danr moeten leven onder mijn kippen en konijnenIk hield veel van hem, ziet gij, omdat ik had begrepen dat hij een goed menscli was. Wij hadden gelukkig kunnen zijn 't Is een groot verdrietMaar gij zult u troosten, niet waar meneer ClaudeIk wacht u eens een dangje om een pannekoekje te komen eten. De tranen stonden haar in de oogen. Zij stond op als een wakkere vrouw, die flink haar leed weet te dragen. Kijk, hernam ze, daar heb je moeder Chaute- messe, die rapen van me komt koopen. Altoos vrooJijk, die dikke moeder Chantemesse Claude ging door om rond te zwerven over de straat. Iti witte bundels was het daglicht opgestegen achter uit de straat Rambuteau. Langs de daken strijkend wierp de zon reeds rooskleurige stralen en als gewaden van licht die tot op de straat nederhingen. Eu Claude voelde als 't ware de vroolijkheid ontwaken in de groote galmende Halles, die wijk, vol van op gehoopt voedsel. Het was als een vreugde der genezing, een luid gestommel van lieden, die eindelijk verlost zijn van een pak dat hun op de maag heeft gelegen. Hij zag la Sarriette met een goudeu horlogie, zingende tusschen haar pruimen en aardbeien, terwijl ze men heer Jules met zijn fluweelen buisje aan zijn snorretjes trok. Hij bemerkte madam Lecoeur en juffrouw Saget, die onder een overdekte straat voorbij gingen en er miuder geel uitzagen, de wangen bijkans blozend, als

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1