Z1ERIKZEESCHË COERANT. voor het arrondis- semen! Zierikzee. Zt 1881. No. 65. Zaterdag 20 Augustus. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. ng! Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. xr. N 5 MB Plant- r geniet stwissel 14,-. aid met gevuld SEWS iten ge- erland r bewijs OUDE, edriegen enoemde .EN", leen van ïeid zijn. ijn heeft Street ing van 'oorden TEN. I 83"1" 97 533/0 103V. 104 991/, 82"/» 86'5/,s 78 1«W„ 663/i. f73/» 66i/8 1523/j 47'/, 253/3 1331/, 5733/,. 88 Ms/s 531/3 Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post/ 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van l5 regels, mits contant betaald, 25 cl. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 31. LAKEiYMAA. ZIERIKZEE, 19 Augustus 1881. Uit Atjeh zijn weder berichten aangekomen van vrij stoute vijandelijke aanvallen van Atjehneezen op onze bezette punten. Inzonderheid verontrusten de aanvallers de nederzettingen van Chineezen en wagen zij zich daarbij tot onder het vuur vau onze sterkste posities, zooals b.v, op den 17 Juni, toen zij de sterke benting te Anagaloeug aanvielen. Men zegt dat zij ten getale van een 600 man zich genesteld hebben in een benting, die, gelegen in een bijkans ontoegankelijk oord tU9schen rotsen en bosschen, schier onneembaar is. Den 3 Juni is een troep werklieden, die aan het aanleggen van een weg bezig waren en wier ge wapende wachters niet goed uitgezien hadden, door een bende Atjehers overvallen, waarbij 7 Chineezen gedood, twee gewond en vier Maleiers en drie der Atjehneesche wachters insgelijks gewond werden. De aanvallers namen 15 trekossen mee. Den volgenden dag, door patrouilles opgespoord, maakten zij zich in ontoegankelijke streken uit de voeten met achterlating van één doode en van 13 der 15 geroofde ossen. In den nacht van Zondag op Maandag, 1920 Juni, werden twee Atjehneesche spionnen gepakt, die binnen de benting te Lambaroe gedrongen waren om die te verkennen. Een van hen ontsnapte; de andere was een weggeloopen kettingganger. De Gouv.-Gen. heeft een uitstapje van drie dagen gedaan in het Bantamsche. Naar het Bat. Mand. zegt, hadden de inlandsche hoofden gedurende dat reisje weder de oude dwaze komedie vertoond, dat zij veel volk en vee langs den weg geposteerd hadden, om zoodoende op den Gouv.-Gen. een indruk van groote welvaart te maken. Het blad vertrouwt echter dat de Gouv.-Gen. zich daardoor niet zal laten be dotten en wel uit eigen oogen zal kijken hoe de zaken staan. De adsistent-resident van Diombang, Ketting Olivier, heeft den hoofdman van de roovers, die onlangs de postkar aanrandden, tot bekentenis gebracht. Dientengevolge heeft de beer Olivier in Kediri f 10600 achterhaald. Onder het garnizoen te Bergen op Zoom heerscht het roodvonk in vrij sterke mate; zoo zelfs dat men de opgeroepen lichtingen niet huisvest in de kazernes maar in andere rijksgebouwen en gedeeltelijk onder tenten. Den 11 Augustus is te Zwolle in ruim 83—jarigen ouderdom overleden de heer Willen* Jan Schuttevaer, oud-schipper van Zwolle op Amsterdam, later stichter en voorzitter van de bloeiende en nuttige schippers vereniging Schuttevaer. Schuttevaer is zonder twijfel een man geweest, die voor de belangen der binnensch' iperij, iu verband met de belangen van den Staat, Heen meer gedaan heeft dan ooit bij ons door eenig collegie is verricht. Hij was een man met uit ervaring geputte groote kennis van zijn vak en daarbij begaafd met een helder inzicht en oordeel over de belrngen der binnen vaart, gelijk die afhankelijk zijn van vaarwater, havens, sluizen, tollen enz. Zoowel persoonlijk als door zijn rereeniging heeft hij veel nut gedaan. De militaire attachés van de Eransche Republiek bij de hoven te Brussel en te 's Hage, de luitenant kolonel Borelli de Serres en de k*?j itein der cavalerie baron de Neukircheu de Nijveulieim, vergezeiu van den kapitein De Swarte-Vandamme van het 3e regi ment infanterie van linie van het Fraiische leger, zullen, naar de Arrih. Ct. verneemt, deelnemen aan de binnenkort in Overijsel en Gelderland te houden groote manoeuvres van de 2e divisie infanterie en tot dat einde bij den staf der divisie worden ingedeeld. Maandag had de eerste uitlevering door N.-Araerika van een Nederlandschen misdadiger plaats. De schul dige is een brandstichter uit St. Oedenrode (Noord- Brabant) en werd te Amsterdam per stoomboot uit New-York aangebracht. Te Ruinen (Drente) is dezer dagen het volgende geschied. Bij een landbouwer W. werd des nachts het raam ingeslagen en een dief 9pringt naar binnen. W., wakker wordende, vraagt ,/wat mot dat?/' en werpt zich op den indringer. Een worsteling ontstaat en het zoontje van W., die hoort dat zijn vader met iemand vecht, grijpt een stoel en slaat daarmede op de worstelenden. Daar hij op zijn vraag: //is vader boven of onder?" geen antwoord krijgt, slaat hij er maar flink op toe. De inbreker, merkende dat hij het te kwaad kreeg, wilde het raam wel weer uit, maar daar was de boerin bezig, om met de beddeplank eeu tweeden dief, die naar binnen wilde, buiten te houden. Zij had al een pistoolschot in den arm, maar sloeg er met haar plank maar op in en hield den tweede buiten. Ook de eerste inbreker wist te ontkomen. Daarop werd den volgenden dag door 200 bewoners van Ruinen, geholpen door de politie, eeu drijfjacht gehouden en een kwartier buiten het dorp een oude boef, zekere Jan Pouwels, in een soort hol gevonden en gevangen genomen. Bij het hol werden taliooze eierdoppen en afgekloven beentjes gevonden. Zwaar geboeid werd de dief Assen binnengebracht. Ct. Zaterdag zal er te Amsterdam geen beurs zijn. In eeu buitengewone algemeens verg. van leden der ver- eeniging voor den effectenhandel werd het besluit om wegens de wedrennen te Bussuin Zaterdag a.s. niet fe beschouwen als een Beursdag, met 127 tegen 24 stemmen aangenomen. Mitsdien zal op Zaterdag 20 Augustus op de. effectenkantoren niet geleverd en ontvangen, de officieele noteering niet opgemaakt en de prijscourant niet uitgegeven worden en liet Ver- eenigingslokaal gesloten zijn. De tribune, die bij de renbaan te Bnssum is op gericht, is dit jaar in drie deelen verdeeldlinks en rechts zijn de zitplaatsen voor de toeschouwers, terwijl het sterk vooruitspringend middengedeelte bestemd is voor H.H. M.M. den Koning en de Koningin. Dit gedeelte wordt fraai gedecoreerd. Volgens de Midd. Cthoudt zich hier le lande sedert eenige weken een Amerikaan op, die, naar men zegt, ijverig in de weer is om propaganda te maken FLOBENT DE BANNELING. Uit i/le Ventre de Paris" Zola is een meester in het beschrijven van deu ontwikkelingsgang van de hartstochten, in het uit werken van de karakters zijner personen. Zeer belang wekkend is 't, hoe hij 't leven van dat volkje der Halles en van den onmiddellijken omtrek teekent. Afgunst, naijver, lage onderkruiping, minnenijd en jaloezie, niets ontziende winzucht, vuig eigenbelang met een glimp van fatsoeulijkheid en netheid overtogen, ziedaar 't tafreel. Dat is weinig sympathiek inderdaad maar Zola weet alles zoo eigenaardig, nu humoristisch, dan sarcastisch, dau roerend naïef te vertellen, dat men zich over de vischmarkt en 't verdere onaange name heenzet en dan wezenlijk den draad van 't ideale, die er onmiskenbaar doorloopt, kan vasthouden. Forenfc wordt het slachtoffer zijner staatkundige hersenschimmendoch de werktuigen om hem ten tweedemale ongelukkig te maken, zijn de vrouwen. Nieuwsgierige, babbelachtige oude wijven weten door 't uithooren van Paulientje eindelijk achter zijn geheim te komen; zinnelijke jonge vrouwen krijgt hij tot vijandinnen, omdat hij niets met hen wil te doen hebben, zijn eigen schoonzuster, de mooie Lisa, die eigenlijk 't leelijkste karakter is van alle die in 't werk voorkomen, wordt zijn verklikster, eerst bij de geeste lijkheid, later zelfs bij de politie. Wel beschouwd is de figuur van Florent, hoe sym pathiek ook bij wijlen, geheel misplaatst in een omgeving als die waarin hij zich daar beweegt, een zoo naïef en onergdenkend idealist moest al zeer spoedig bet slachtoffer worden van zijn vette omgeving. Maar 't is Zola te doen om een kijkje te geven in den toestand van .een belangrijk deel der volksklasse tijdens het tweede keizerrijk, en dat gelukt hem uitnemend. Nadat Florent een poosje in functie is, ondervindt hij de eigenaardige bezwaren zijner betrekking. Onder de vischvrouwen met wie hij dagelijks in aanraking komt, omdat hij ze moet surveilleeren, zijn er drie tusschen welke hij in de klem geraakt: moeder Méhudin, haar oudste dochter Louise, doorgaans wde mooie Norman dische// genoemd, en de jongste dochter Clara. De mooie Normandische is een flinke groote bruin lokkige jonge vrouw; zij heeft een onecht kind, den kleinen Muche. Nadat zij aanvankelijk tegen Florent was geweest, omdat zij met Lisa overhoop lag, waarbij nog komt, dat zij eens 't gezag van Florent als inspec teur vrij gevoelig moest ondervinden, ging ze later geheel anders over hem denken, toen zij zijn innerlijke goedheid waarnam en toen hij in zijn vrije uren den kleinen Muche ging lesgeven. Zij wordt nu zelfs op hem verliefd eu tracht op allerlei manieren zijn hart te veroveren maar Florent heeft volstrekt geen idéé op vrouwen en hij is te bedeesd en te onhandig om zich maar flink uit de nesten te houden. Clara is een klein vinnig maar heel mooi blond dingzij doet in riviervisch en haar zuster in zeevisch, maar in sterke zinnelijkheid geeft zij deze niets toe, ja zij is zelfs nog erger dan de mooie Normandische. Ook Clara wordt verliefd op Florent en tracht zijn hart te veroveren. Doch daar hij er niet naar luistert, ja 't zelfs niet eens schijnt te n erken, zoo ontstaat er tusschen de zusters een hevige jaloezie, die zich op ruwe wijze openbaart en Zola schetsjes oplevert zoo echt plastisch en uit het leren gegrepen, dat het is of men zich geheel onder de handelende personen verplaatst ziet, als men ze leest. Wij moeten die tafereeltjes echter voor onze lezers maar onder 't doekje laten. Men is bij ons niet gewoon zulke platte zaken te schrijven, al zijn ze ook aan de werkelijkheid ontleend. Men moet daar een Zola voor wezen, en ook hem is dat genoeg kwalijk genomen. Moeder Méhudin is een kwaadaardig vnlsch wijf, die Florent haat eu met haar eigen dochters niet over weg kan. Zeer levendig schildert Zola deze familie: De Méhudins waren van Rounan afkomstig. De moeder vertelde nog gaarne hoe zij 't eerst te Parijs was gekomen met een mand paling. Zij had sedert dien tijd de vischmarkt niet meer verlaten. Zij trouwde met een ambtenaar bij de belastingen, die echter spoedig

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1