T Buitonlandsch Overzicht. Onze Leestafel. Volksvlijt te ruim f 72 nz. bouwen. 3 materiëele n het leger behartigd, zwaar heeft de straat- ïingen van sdenking is Binnenland- age kenbaar dienst zijn// angenomen, van Oorlog eed, geacht vetsvoorstel de Tweede Vad. Amsterdam r dan I32 trumenten, noeigereed- dagen uit en bevatte: en viooltje Quincey's Iter Scott's klokje van lisvrouw rsteiiingeu, ven als moede der hooge der vele loe weinig naïve luï December onschade- kabinetje verraad sr Lebigre die zich n tabaks een heel politieke en alleen denkbeeld ^listen em 3l schraal i, terwijl >p 9arcas- 't tydvat Florent Quenu, Met ingang van 1 Sept. zijn 20 adelborsten le kl. benoemd tot luit. ter zee 2e kl. Overgeplaatst van Hansweert naar Zalt-Bommel de controleur der dir. belastingen vnn Beusekom. Kunst, Wetenschap en Letteren. Men heeft te Berlijn twee dikke banden met hand schriften van de familie Mendelssohn gevondenhet eerste is een boek met excerpten van Mozes Mendels sohn het tweede deel bevat opstellen over wijsbegeerte van denzelfde. Een Duitscli letterkundige zal wat daarvan nog niet bekend is, voor den druk gereed maken. De familie van Gretry heeft een stuk gevonden van diens parlituur-manuscript „Le Baron Otrante», waarvan Voltaire den tekst te Ferney schreef voor Gretry, die toen te Genève was. Dickens' dramatische en poëtische werken zullen thans voor het eerst gezamenlijk in druk verschijnen, met een verhandeling over Dickens als dramatisch auteur en acteur. De tooneelstukken zijn 5 in getal een daarvan „Is She his Wife, or Something Singular" schijnt Forster onbekend te zijn geweest. In onderscheidene afdeelingen van de groote poli tieke brouwerij is in de laatste paar weken vrij wat leven geweest. Waar men den blik heen slaat: naar Oost of Noord of Zuid in Europa, overal was 't een of ander belangrijks op te merkeu. De groote wiel- treders schijnen op hun respect, badplaatseu allen in zoover op bun gemak te zijn gekomen dat zij de intriges weer hebben opgevat, die zij voor de reis hadden gestaakt, of de groote plannen weder aange- grepeu met welker uitvoering zij thuis al bezig waren. Zij kunnen ook vrij gerust zijn dat de mannen van den tweeden en derden rang, die zij tijdelijk aan de zaken gelaten hebben, 't niet aan 't noodige leven en de beweging in de verlangde richting zullen laten ontbreken. Soms evenwel loopen de dienstpaarden te hard van stal, zoodat de mee ster hen wat moet intoomen. Dit was o. a. het geval met de gedienstige geesten, die in Duitschland de beweging tegen de Joden gaande gemaakt hebben en haar onderhouden. Zij meenden natuurlijk Bismarck daarmede pleizier te doen, niet zoozeer om hem persoonlijk te believen, maar uit berekening, om voor hun eigen partijbelangen of voor hun persoon den Rijkskanselier gunstig te stemmen. En daar was wel grond voor de raeening dat de ijzeren prins met welgevallen naar het hep! hep! der quasi-vrome protestanten luisterde; want hij kon immers denkeu: als de domme vlegels achter de Joden loopen schreeuwen, dan hebben zij het te druk om te klagen over het tegenvallen mijner nieuwe handels-en nijver- heidswetten; zij zullen daar dan niet eens over denken. Maar tamelijk ongewacht heeft de kanselier doen merken dat men wel wat al te veel hep! hep! schreeuwt en dat hij daarmede toch eigenlijk niet bijzonder in genomen is. Nu verandert het eeuigszins en onder scheidene leiders en porders, die eerst op de Semieten lostrokken, komen daar nu van terug. Zelfs de ultra- montaansche organen, die sinds eenige maanden Bis marck honig om den mond smeerden wegens zijn ware of vermeende zwenkiug naar den kant van Canossa, en die ook dapper mee gehept hebben, stemmen nu de snaren wat zachter en doen een goed woordje voor de Joden. Akeliger, naarder kwestie dan de anti-Semietische is er in langen tijd niet voorgekomen. Heeft men dan waarlijk niets beters te doen, dan te tornen aan de natuurlijke voorrechten der kinderen Israels En is het vrome, rechtzinnige protestantendom zoo dom, dat het niet erkennen kan, dat al het liepliep toch niet zal baten en dat toch de Joden in vele opzichten de uitverkorenen des Heeren blijveu zullenDe grieven die men tegen de Joden heeft: dat zij ons de baas zijn in de finantiën, in de rechten, in de kunst, ook in matigheid en zedelijkheid, wat zijn 't anders dan feiten, die met geen hep! liep! zijn omver te werpen? In de kerkelijke kwestie van Duitschland zullen we ons nu niet verdiepen. Wij vertrouwen Bismarcks- politiek op dat stuk geen zier, doch het komt ons voor, dat hij te oud is om het verlicht Europa in dit opzicht veel kwaad te kunuen doen. En als zijn zonen en zijn leerlingen zoo blindelings en driest blijven doorgaan als zij begonnen zijn, dan zullen zij zich wel over den kop gewerkt hebben vóór zij de hoogte van den vader of den meester zullen hebben bereikt. Groote mannen, op welk gebied ook, worden zelden door groote zonen opgevolgd. Met Rusland blijft het ellendig gesteld. Telkens komt de officieuse pers de Russen en Europa paaien met de verzekering dat de liberale aera aanstaande is, dat men ernstig zint op hervormingen, en 't eerste wat daarvan dan te zien komt is telkeus weer een nieuwe daad van willekeur, waarvan de gevolgen meer kwaad dan goed doen. Zoo althans beschouwen wij de schorsing van het blad de Golos. Zulke middelen balen niet; reeds nu zijn er een paar nieuwe bladen voor bel geschorste in de plaats. Dat is een strijd tegen de vliegen. In Italië lieeft men weder eens beproefd wat het uitwerken zou op de geloovige schare buiten Italië als men 't gerucht uitstrooide dat de Paus Rome wil verlaten en zijn stoel op 't eiland Maltha zetten. Ernstig gemeend kan dat niet zijn; 't zou een te groote domheid zijn van den kant van de curie. Voor 't overige is 't idee niet onaardig dat de Paus zich zou stellen onder de protectie van Engeland. Er ont brak nog maar aan dat men uitstrooide dat hij naar Ierland zou gaan. Daar zou de Paus op dit oogenblik misschien nog wonderen kunnen doen. Indertijd moet hij in antwoord op een aanspraak van een deputatie van Engelsche geloovigeti hebben gezegd, dat hij veel reden had om te hopen dat Eugelands Koningin met haar volk nog eenmaal in den schoot der kerk zou terugkeeren, dat er gunstige voorteekens daarvan werden gezien enz. Welnu, hij trekke naar Ierland, dan komt misschien voor dat ongelukkige land de zon van welvaart en geluk, van rust en vrede weder op, die daar sinds eenige eeuwen is ondergegaan. De Paus zal echter zijn veilig Vatikaan niet verlaten. Men kan daaromtrent gerust zijn. Hij heeft het daar veel te goed. Het vertrek uit Rome zou de geheele taktiek van de nieuwe vatiknansche berekenaars omver werpen. We spraken daar van Engeland en Ierland. Hoeveel moeite liet kabinet Gladstone zich ook geeft, het wil met de bevrediging van Ierland maar niet vlotten. Dat is niet onnatuurlijk. Er is in de voorgestelde Jandwetlen wezenlijk veel wat Ierlandweldadig zou kunnen zijn. Doch de groote Engelsche nabobs, die in Ierland hun goederen hebben en teren op 't bloed van de Iersche landbouwers en arbeiders, willen den toestand daar niet veranderen om hem te verbeteren; dat zou hun zóóveel of zóóveel pond 's jaars kosten en dat hebben zij er niet voor over. Wel willen zij dat de Engelsche regeering hun uitgemergelde slaveu in toom en onder liet juk zal houden. Wij gelooven dat, als Gladstone 50,000 man vroeg om Ierland te bevredigen te vuur en te zwaard, hij die lichter zou krijgen dan zijn Iersche landwet. Gambetta heeft zich voor zijn kiezers in Belleville doen hooren. Zoo men weet zit hij als kamerlid voor dien woeligsten aller woelige hoeken van Parijs. Het prestige van Gambetta moet wel groot en zijn aanzien diep geworteld zijn, dat zulk een heel ordinair opstel van gemeenplaatsen in staat is om de pers als uit eenen mond te doen roepenziet gij wel, Gambetta ia de man van den daglaat hij den sprong maar wagen en het zal hem gelukken. Wat moet hem gelukken? Weder ingekozen te worden? Dat zal wel de vraag niet zijn. Aan't hoofd van het kabinet te komen Maar het is zeer de vraag of hij dat zoekt. Ous dunkt dat hij daar spoedig machteloos zou ineenzakken. Een persoonlijkheid als hij kan dat niet begeeren. Wel heeft hij in Belleville gezegd, dat hij het dictatorschap niet zoekt, maar iets zoekt hij toch dat hem niet van zelf zal toevallen. Herkozen te worden, daarvoor behoeft hij waarlijk geen reclame te maken. Wij kunnen niet anders zien, dan dat Gambetta als vanzelf gedreven zal worden naar de candidatuur voor het presidentschap. Eminente mannen in Frankrijk kunnen niet halverwege blijven staan; allerminst rustig gaan zitten onder de schaduw van den vastgewortelden althans aangestampten vrijheids boom. Zij moeten voort, voort, immer voort, zoover als hun gesternte schijnen en hen leiden wil. Buitenland. Engeland. In het Iioogerhuis zeide lord Kiraberley aangaande de nieuwe grenzen van Transvaal, dat hij den vo 11e- digen tekst der conventie niet bezat, omdat het niet de moeite waard geacht werd 3 pagina's met bepalingen te laten lelegrafeeren. Omtrent de grens echter was hem het volgende getelegrafeerd, nog voordat de con ventie was onderteekeud. De zuidelijke grens blijft dezelfde. Ten Z.-O. zal de Transvaal grenzen aan het Zoeloeland en bet Swaziland volgens de grens scheiding, onlangs door H. M. regeering bepaald. Ten oosten de thans erkende grensscheiding van Lijdeuburg en Zoutpansberg. Ten N. de Limpopo- rivier. Ten N.-W. en W. de grens, in 1880 door de regeering bepaald. Ten Z.-W. de grens vau het Keate-gebied, die door de regeering was aangeraden. Deze nieuwe grens loopt van Ramathlabama in zui delijke richting, totdat zij de Hart-rivier bereikt; dan langs die rivier tot Manusa en van daar door Koppie Inkel tot aan de grens van Griqualand-West, hal verwege tusscheu de Vaal en de Hart. Alle pacht hoeven der Boeren, op gedeelten van 2 na, blijven tot de Transvaal behooren; 75 niet bezette pachthoeven worden daarvan uitgesloten. De eigenaars daarvan zullen schadevergoeding krijgen, die door den Volks raad zal worden bepaald. Buiten de Transvaal blijven de Barolong-hoofden Montsioa en Moshete, het Ko- ranna-hoofd Meesoum en de Batlafin-hoofden, Man- karoane, Mathlabani en lui voormalig hoofd Gasibone. Lord Kimberley beloofde zoodra mogelijk een kaart over te biggen. Gemengd Buitenlaiidscli Nieuws. Andermaal is een groote schouwburg den weg van alle schouwburgen gegaan, n.l. verbrand. Het is bet nieuwe nationale Czeehische theater te Praag, dat Vrijdag-avond in brand geraakte en tot op de fon- deering door het vuur verteerd werd. De brand was ontstaan door de onvoorzichtigheid van eeu werkman, die op het dak bezig was. Te Konstantinopel, zegt men, dat de sultan de wegeii9 den moord op Abdoel-Aziz veroordeelde en naar Arabië gezonden groote heeren weder naar Konstantinopel zal terug laten komen. Do komedie zal dus uit zijn. Bou Anema, die de Franschen zoo plaagt, heet eigenlijk Kaddoura Benhamsa; li ij is de Koning van een stam, die in de woestijn woont, dien der Sidicheiks, vroeger met Frankrijk bevriend. Sedert echter twee vrieudeu van den stam, te Algiers genoodigd door de Regeering, aldaar stierven (de Sidicheiks vermoedden door vergif) verkeerde de vriendschap in haat. Tijdens den opstand van 1871 leverde een JWabisch deserteur Benhamsa's tweejarigen zoon aan de Franschen uit het kind werd op kosten van Frankrijk opgevoed. Uit vrees dat het leven van zijn zoon thans gevaar zou loopen, nam Benhamsa een valschen naam aan. Dr. Henrici heeft zijn reis tot opwekking der anti semieten aangevangen. Hij is nu in den omtrek van Göslin bezig den burgeroorlog aan te wakkeren. Van wege de politie is bij voorbaat de strafwet op het stuk van oproer in herinnering gebracht. De beruchte vroegere Christelijk—sociale aposlel, kleermaker Grüneberg te Berlijn, is dezer dagen wegens het indienen eener valsche beschuldiging tot vier maanden gevangenisstraf en ontzetting van zijn burger schapsrechten gedurende een jaar veroordeeld. De man had uitjaloerschheid een kaartlegster, vrouw Schramm, aangeklaagd van verregaande aanranding der eerbaar heid en vergiftiging van haar anderhalfjarig zoontje, met medeplichtigheid van zekeren dr. Pitti. De geheele beschuldiging bleek vnlsch te zijn en de vrome socialist kwam er dan ook ten slotte rond voor uit, dat hij het verhaal had verzonnen om zijn door de liefde verteerd gemoed te bekoelen. Een ooggetuige vertelde onlangs een aardige anecdote van den bekenden goochelaar Bellachini. Hij was eens op een zomer te Kissingen, at dagelijks aan de table d'hote en bad zich door zijn aangename, gezellige manieren algemeen bemind weten te maken. Onder de gasten bevond zich een heer, die de vervelende gewoonte had, achtereenvolgens al de broodjes uit het korfje, dat op tafel stond, alleen op te eten, zoodat er voor de anderen niets over bleef. Die gulzigheid werd algemeen gelaakt en Bellachini sprak met een paar vrienden af, om den ongemanierden slokop eens een gevoelige les te geven. Argeloos had deze op zekeren middag het ouder zijn bereik staande korfje weer geledigd, toen volgens afspraak eerst een, toen een tweede en een derde onder de aanzittenden zijn verwondering te kennen gaf, dat er geen broodjes op tafel waren. //O, heeren,'/ zei Bellachini, //dat komt omdat deze heer volgens gewoonte weer al de broodjes weggenomen beeft.// En zich tot den man wendend vervolgde hijwzoudt gij voor dezen enkelen keer niet zoo vriendelijk willen zijn om de broodjes terug te geven? Zij behooren toch eigenlijk in het korfje en niet in uw zakken De aangesprokene is eerst stom van verbazing en dan barst hij los: //Mijnheer! wat durft gij te zeggen? //Met uw verlof,'/ valt de goochelaar hem in de rede: //Gij kunt toch niet ontkennen, dat gij uw zakken vol kadetjes hebt Eu eer de verblufie man er iets tegen doen kan, haalt Bellachini uit al de zakken van zijn jas kadetjes, het eene voor, het andere na, en legt ze lachend op de tafel. De gulzige broo.lverslinder verliet onder luid gelach de eetzaal en werd er niet meer gezien. Anist Wij hebben heden twee werken aan te kondigen, die geen eigenlijke lectuur zijn, al vonden wij ze ook op onze leestafel, maar die niettemin de aandacht verdienen. Het eerste is de 2e afd. van het //Plypothekair-, Kadastraal- en Scheepsvvetboek//, samengesteld door den heer J. Franse, uitgave van A. M. E. van Dishoeck te Zierikzee. Deze afdeeling bevat het //kadastraal wetboek" en is blijkbaar met groote zorg

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 3