Z1ERIKZEESCHE COURANT. voor het anon (lis- sement Zierikzee. 1881. No. 55. Zaterdag 16 Juli. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Jt DE ook 5L te haven i prijs- Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DEK ADVERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contantbetaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEXMAN. ZIERIKZEE, 15 Juli 18 8 1. Woensdag-middag te 12 ure was de algemeeue begraafplaats alhier 't tooneel van een treffende plechtig heid. Een algemeen geacht en bij zeer velen bemind burger werd ten grave gebracht, de heer Jacobus Lammers Sr., Zondag j.l. na een snel toegenomen verval van krachten, in den ouderdom van 65 jaar overleden. Tal van vrienden volgden zijn lijk: rondom den rouwwngen hadden zich een twintigtal leden geschaard der Loge //de Ster in het Oosten van Zierikzee77, van welke de overledene jaren lang lid en officier was; daarachter kwam een deputatie der Rederijkerskamer //Ruysch77, die in den heer Lammers zulk eon in zijn genre uitstekend lid en zulk een warm vriend verloreu heeft; daarbij 9loot zich aan een deputatie van liet bestuur der Sociteit //Tot Nut en Genoegen77, terwijl eindelijk op de begraafplaats een deputatie van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente en al de knechten van den metselaarswinkel van den overledene zich daarbij voegden, te midden van een groot getal belangstellende ingezetenen. De Broederen Vrijmetselaars droegen de baar met het lijk naar de groeve, terwijl de insignia van officier der Loge op de kist gelegd waren. Toen de kist boven het graf geplaatst was, hield ds. W. Bax een korte, welsprekende, gevoelvolle toespraak, waarin hij den ontslapene herdacht als huisvader, burger, vriend en beoefenaar der kunst, den zonen een woord van troost en den afgestorven vader en vriend een woord van afscheid toesprekende. Hierna trad een der leden van //Ruysch77 toe en legde een krans op de kist, terwijl een ander lid der kamer, de heer J. Verdoorn Az., in een schoone toespraak den gestorven vriend en kunstbroeder herdacht. Nadat de kist in de groeve was neergelaten volbrachten de Broederen Vrijmetse laren onder de leiding van den voorzittenden Meester der Loge, den heer C. Hofman, hun gebruikelijke plechtigheden. Ten slotte dankte de heer F. II. Dikschei, een der schoonzoons des overledenen, ook namens diens diep bedroefde zonen en kleinzoon, al de aanwezigen voor de eer hun waardigen vader en schoonvader bewezen, waarna allen in ernstige stemming den godsakker verlieten. Zijn assche ruste in vrede! dat woord door vriendenmonden aan zijn groeve gesproken, roepen ook wij aan Jacobus Lammers na. Hij was een goed burger en goed vriend, een naar verdienste populair en geacht man. Dezulken te zien heengaan, voor en na, kan heel een gemeente tot weemoed stemmen. In de vergadering van 't Nuts-Departement alhier, Dinsdag-avond gehouden, zijn tot afgevaardigden naar de algem. vergadering te Arasterdam benoemd de heeren J. Th. Oosterman en P. Couradi. Eergisteren viel nabij de Zoutkeet alhier een kind van de hooge schoeiing in de haven. Het verkeerde reeds in zinkenden staat, toen het door H. Beneker, die er bysprong, nog tijdig van den dood gered werd. De heer mr. G. Schot, lid der Eerste Kamer voor de Provincie Friesland, heeft te kennen gegeven aan Prov. Staten van zijn gewest, dat hij met het einde van dit zittingjaar wegens gevorderden leeftijd wenscht af te treden. De heer Schot is sinds 1865 lid der Kamer. Hoe lief 't gaat als de doüifoe orthodoxie of de orthodoxe domheid de baas wordt, blijkt weder te Naarden. Daar hielden eenige dames en heeren zich bezig met het be9tudeeren eener uitvoering van gewijde zangstukken, te geven met een liefdadig doel, zij ge bruikten daarbij natuurlijk het kerkorgel. Doch nu heeft de nieuwe president-kerkvoogd, de mandenmaker Wouda, hun dat verboden. Volgens de N. Rott. Ct. heeft de Koning der Belgen den heer Pisuisse, hoofdredacteur van de Midd. Ct., begiftigd met het ridderkruis der Leopolds orde van België. Te Diepenveen is op 71 jarigen ouderdom overleden de heer F. C. H. baron van Tuyll van Serooskerken, gepensionneerd gener.-majoor van het Ned. leger. Den 20 Juni des voormiddags zijn te Paramaribo eenige lichte schokken van aardbeving gevoeld, die bij afwisseling drie minuten duurden. Volgens Het Vadert, zal Z. M. de Koning Zondag a.s. naar het Loo terugkeeren. Voor 't eerst sinds elf jaar zijn dezer dagen te Veere weder de vroeger aldaar gebruikelijke janrlijksche volksspelen gehouden, o. n. het nationaal ringrijden, 't gaaischieten enz. Algemeen was de burgerij met de liberale vergunning van den burgemeester ingenomen er heerschte goede orde en alles liep naar wensch af. Te Bergen op Zoom is door den lieer A. Daverveldt te Wouw aan het gemeentebestuur vergunning gevraagd tot het leggen van rails in de straten der gemeente en het berijden dier straten met een te ondernemen stoomtram tusschen Bergen op Zoom en het Tho- lensche veer. Het schijnt met de Twentsche nijverheid weder goed te gaan. Onderscheidene fabrieken worden aan merkelijk vergroot en uitgebreid. Als een bijzonderheid wordt geweld, dat op een der Yerseker oesterbanken een kreeft is gevangen, waarop een oesterbroedje gevestigd was van verleden jaar. De proeven, te Beverwijk genomen om aardbeziën naar Engeland en Duitschland te verzenden, zijn tot heden niet naar wensch geslaagd; de vrucht schijnt tegen eene veelvuldige verpakking of overlading, ge voegd bij een langdurige reis, niet bestand te zijn. Niettemin werden van Rotterdam groote ladingen aard beziën, uit Breda en omstreken aangevoerd, uitmuntend bewaard naar Engeland overgevoerd. Wellicht komt dit door betere verpakking, niet onwaarschijnlijk echter ook door kortere spoorreis naar Rotterdam. De Utrechfcsche //Handelssociteit77 heeft bij de Eerste Kamer op aanneming van het wetsontwerp tot ver betering der Keulsclie vaart aangedrongen. FLOKENT DE BANNELING. Hit i/le Ventre de Paris". I. Het verwondert ons niet, dnt de lezers der reeds geleverde schetsen gaarne zonden willen weten wie die Florent was en wat er verder van hem geworden is. Florent was een kind uit het volk, zooals allen, wij ook en al onze lezers mede. Laat een Engelsche nobele Lord, een trotsche Duitsche genadige heer, een erkend lid der corporatie van den Nederlandschen adel, of wie ook, die schijnt niet meer tot het volk te behooren of daar boven te staan, dit vrij doen en zich in de illuzie gelukkig achtenals ze een oogenblik nadenken zullen ze toegeven, dat zij of hun voorouders uil het volk zijn opgedoken en misschien zonden niet allen even gaarne zoo heel precies willen uitgeplozen zien hoe dat opduiken eigenlijk in zijn werk gegaan is. Florent was een kind uit het volk, zoo goed als Napoleon III. Hij was uit het Zuiden afkomstig en de zoon eener weduwe, wier naam niet wordt genoemd, doch die hertrouwde met zekeren Quenu uit Normandië. De spekslager Quenu, bij wien Florent op dien in het voorgaande gedeelte beschreven morgen aanlandde, was du9 een halfbroeder van Florent. Florents moeder werd ten tweedemale weduwe en daar zij, ofschoon zeer beperkt van middelen, hem te Parijs op studie had gedaan, was haar dood, die voorviel vóór hij zijn studiën in de rechten voltooid had, een zware slag voor hem. Florent kwam thuis en vond zijn moeder reeds over leden. Zij had haar ziekte voor hem verborgen gehouden, om te beletten dat hij thuis kwam en dan tevens zou ontdekken welke groote ontberingen zij zich getroostte om hem te laten studceren, ontberingen, die haar gestel ondermijnden en die tevens oorzaak waren dat de opvoeding van zijn jongeren broeder verwaarloosd was. Nu zag hij hoe de zaken stonden. Hij vond zijn moeder dood; zijn twaalfjarige broeder zat in de keuken op een tafel te schreien. Zijn moeder had een garen- en bandwinkeltje gedaan, doch dit had weinig opgeleverd en hij kon dat zaakje toch ook niet voortzetten. Van een buurman, die een meubelwinkel had, vernam hij hoe 't met zijn moeder gegaan was. Zij had zich letterlijk uitgeput om toch maar haar zoon advokaat te zien worden. Zoo deed zij meer dan zij kon, onthield zicli- zelve het noodige en deed haar jongeren zoon ook tekort om den wille van Florent. Zoo liep de kleine Quenu met gaten in de broek en met een versleten kiel, terwijl hij maar weinig te eten kreeg en zijn moeder ook gebrek leed. Deze geschiedenis maakte een diepen indruk op het karakter van Florent. Hij smolt weg in tranen; by nam zijn broertje in de armen, drukte hem stijf aan 't hart en kuste hem als om hem de genegenheid te vergoeden die hij had moeten missen, om zijnentwille. En hij bekeek de versleten schoenen van 't knaapje, hij zag hoe hem de elle bogen door de kiel staken; hoe vuil zijn handen waren, kortom, al de ellende van 't verwaarloosde kind. Bij her haling beloofde hij dat hij hem mee zou nemen, en dat hij 't goed bij hem zou hebben. Toen hij den volgenden dag zijn positie weloverdacht had, vreesde hij dat hij zelfs 't noodige geld voor den terugkeer naar Parijs niet zou kunnen afzonderen. Te Vigan blijven wilde hij tot geen prijs. Hij slaagde er gelukkig in, het win keltje van zijn moeder over te doen en daaruit kon hij de schulden voldoen, die zijn moeder, hoe streng op 't punt van geldzaken, wel had moeten maken om haar zaakje gaande te houden. Daar hij nu niets over hield, bood de buurman uit den meubelwinkel hem 500 francs voor den inboedel en 't linnengoed van de overledene. Hij maakte daar een goed zaakje mede, die buurman. Toch dankte de jongeling hem met tranen iu de oogen. Hij stak zijn broertje in een nieuw pak en nam hem nog dienzclfden avond mede. Te Parijs teruggekomen, kon hij er niet meer aan denken zijn studiën in de rechten voort te zetten. Florent stelde zijn eerzucht uit tot later. Hij zocht en vond eenige lessen te geven als huisonderwijzer, installeerde zich met Quenu op een groote kamer van 't hoekhuis van de straat Royer-Collard en de straat St. Jaques. De kamer meubeleerde hij met twee ijzeren ledikanten, een kast, een tafel en vier stoelen. Van toen af be-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1