ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- jlAs*. sement Zierikzee. 1881. No. 51. Zaterdag 2 Juli. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. EEN KNAPPE JONGEN. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avoöd, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave iu te zenden aan den uitgever H. LAkE\,HA\. Binnenland. ZIERIKZEE, 1 Juli 18 8 1. Reeds meermalen is gevraagd waarom hier toch geen geschikte zwemplaats is. Er is water genoeg en liefhebberij ook genoeg, en toch is er geen be paalde zweminrichting. Onlangs werd in ons zuster- blad de aandacht op deze zaak gevestigd, doch 't is niet van gevolg geweest voor zoover wij weten, 't Was een stem niet des roependen in de woestijn, maar zij is in 't water gevallen. Zou er toch niet een een voudige, veilige, niet te ver afgelegen zwemplaats te maken zijn? Ons duukt van ja. liet Stelletje i9 een goede plaats, zeggen de kenners, wat het water en den grond betreft, doch het is te ver af. Aan den zeedijk onder Borrendamme is 't ook goed, zeggen de leden der zwemclub, maar dat i9 ook wat ver af en voor pas beginners niet zonder gevaar. Het Dijkwater is minder geschikt om velerlei redenen. Blijft dus over de Nieuwe Haven en anders niet. Nu, men zwemt er daar lustig op aan. Klein en groot ziet men er elk naar zijn krachten het frissche zeebad genieten. Voor menigeen is er echter veel tegen dat zwemmen iti de haven. Bij het drukke stoomboot- verkeer dat er is, zal het wel niet zonder gevaar zijn voor minder goede zwemmers, dan men er wel ziet, en bijzonder kiesch is 't niet, al kunnen de zwemmers ook in 't water wegkruipen als een boot voorbij komt of als er dames op den Havendijk wandelen, 'fc geen soms gebeurt op mooie zomeravonden. Zou er niet een zwemplaats te vinden zijn in het Kaaskenswater of in de Ronde Weel? Het water is daar zuiver genoeg. Het is er ook diep en ondiep genoeg voor de behoeften der zwemmers. Het sprookje van de peillooze diepte dier beide plassen raakt meer en meer al9 sprookje uit den tijd. Het komt ons voor, dat 't denkbeeld om in een van die twee wateren een zwemplaats aan te leggen met een eenvoudig houten gebouwtje er bij, wel over weging verdient. De plaats is niet ver van de stad, hoogstens vijf minuten van de Nobelpoort of van de Havenpoorten, 't Is er vrij en er is geen noemens waardige passage; de onkosten voor afschutting zouden niet groot behoeven te zijn. De bodera schijnt op de meeste plekken linrd te zijn et) anders i9 goed zand iii de nabijheid le vinden. Dat wie 't zich als zwemmers willen aautrekken er eens over denken. De uitslag der beide herstemmingen is niet tegen gevallen. Wel is te Almeloo niet de heer van Laer maar de heer Insinger gekozen, en wel met 1176 steramen tegen 940 op den heer van Laer; maar daarentegen heeft de heer v. d. Werk te Zeveubergeu het veld behouden. Hij werd met 893 steramen tegen 838 op den heer mr. Van Rijckevorsel herkozen. Ofschoon de Protestantsche bevolking van dat district grooteu- deel9 tot de orthodoxe richting behoort, heeft zij toch blijkbaar zich niet willen Ieenen tot het imrnoreele spel van de Standaard. Kan de liberale partij derhalve ook niet zeggen dat de overwinning nu nog grooter is, zij kan tooh zeggen dat de nederlaag minder groot is dan aan vankelijk te vreezen was. Laat ze er echter maar niet op gaan rusten. De ttjd van rentenieren en van baldadig onderling krakeel is voor haar voorbij. De verhoudingen der partijen in de Tweede Kamer is thans aldus: liberalen 48, onder welke de heer Van Houten dan niet is medegerekend; conservatieven 5; anti-revolutionairen 15; katholieken 17. Een anti-liberale minderheid dus van 37. De Prov. Staten van Limburg hebben met 25 stemmen tot lid der Eerste Kamer gekozen den heer Louis Regout; jhr. Michiels van Ke9senich verkreeg 17 stemmen. Op morgen 2 Juli zal het juist 40 jaar geleden zijn, dat de Luitenant-Generaal K. v. d. Heijden als soldaat in dienst trad. De Generaal is Dinsdag namiddag te 's Hage aangekomen. Doch op zijn uit drukkelijk verlangen hebben bij die gelegenheid geen manifestation plaats gehad. Toch weerhield dit zijn vrienden niet oin hem af te halen en in een open rijtuig naar zijn woning te geleiden. Bij het passeeren van Rotterdam hadden een aantal vrienden hem daar reeds een ovatie gebracht. Een jonge dame bood hem een bouquet aande muziek der weerbnarheid speelde de volksliederen en majoor von Spengler heette den Generaal welkom uit naam der maQons en bracht in herinnering hoe v. d. Heijden, ofschoou krijgsman en geducht krijgsman in Atjeh, f daar toch door het in 't leven roepen eener loge te Oleh-Leh het werk des vredes betracht had. De hoofdcommissie zal a.9. Zondag 3 Juli het huldeblijk aan den luit.-gen. K. van der Heijden aanbieden. Tevens zal op dien dag in het //Hotel des Indes" het groote diner plaats hebben door vrienden, ver eerders en wapenbroeders van den generaal, den held van Atjeh aan te bieden. Het feestmaal zal uit ruim 200 couverts bestaan. Te Vlissingen heeft de jaarlijksche algeraeene ver gadering der Maatschappij tot Exploitatie van gronden plaats gehad. Er werd besloten, evenals in het vorig jaar, het saldo der winst- en verliesrekening op nieuwe rekening over te brengen. Volgens rooster moest als commissaris aftreden de heer mr. H. W 's Jacob van Rotterdam, die als zoo danig herkozen werd, terwijl in de plaats van den heer J. Urban, die zijn ontslag had genomen, als commissaris werd benoemd de heer Lijster, directeur der //Rheinische Baugesellschaft" te Keulen. We zullen onze schetsen uit Zola's werken voor een poosje afbreken om onze lezers kennis te doen maken met een stuk van een onzer vroegere stadgenooten, die dit ter plaatsing in de Zz. Courant heeft afgestaan. Het is eigenlijk een nutslezingdoch nutslezingen verdienen wel eens nagelezen te worden. Behalve de //geachte hoorders en hoorderessen" kunnen dan ook de niet minder geachte lezers en lezeressen er kennis mede maken. DOOR H. J. VOOREN. (In den trant van H. de Veer's //Mijn vriend Salomo".) I. Hoe zalig als de jongenskiel Nog om de schouders glijdt! Dan is het leven in de ziel, En alles even blijd. Een hout geweer een blikken zwaard Verrukken 's knapen borst, Een hoepel en een hobbelpaard, Dat draagt hem als een vorst. roor u de geur van 't rozenbed En Filomeles zang! speelt ka9tie, dat 's andere pret! Aet rosen op de wang. Niets, niets ter wereld doet hem aan Of baart hem ongemak, Dan stuiters, die te water gaan, Of ballen over 't dak. Frisch op maar, jongens, vroeg en spa, Den lieven langen dag Loop over 't veld kapellen na, Zoolang het duren mag. Haa9t zult gij wreed gekortwiekt zijn, Die vreugd loopt spoedig af; Dan krijgt gij boeken tot uw pijn, En Meesters tot uw straf. Gegroet, gegroet, gij vroolijke en gezonde, lustige en stevige knapengegroet, gegroet, gij speelsche en blozende hoop des vaderlands. Mijn hart gaat open, als ik u zie, in uwe vreugde, in uw spel, in uw uit gelatenheid, in uw eenvoud, in uw vermetelen moed. Mijn hart krimpt toe, al9 het bedenkt, wat er van u worden moet. Of zult gij, die daar beurtelings een frisschen beet uit een zelfden appel doet, in later jaren nooit gewaar worden dat het noodig is, den appel in een hoek te nemen, en alleen op te eten, ja de schillen weg te stoppen, en de pitten te zaaien voor uwe na komelingschap? En gij, die daar geduldig uw sterker rug leent aan uw vluggen vriend, die zich op uwe schouders verheft om in den boom het spreeuweunest te zoeken, dat heel hoog is: zal de oudervinding u de verdrietige wijsheid onthouden, dat het beter is zelf een ladder te krijgen en zelf het nest uit te halen, dan een goeden dienst te doen en af te wachten of, en hoe men u zal beloonen? Dat i9 de wereld. Maar ook in u zeiven zijn de zaden aanwezig van veel oubeils en veel verclriets. Uwe voortvarende drift, uwe onschuldige teederlieid, tot opvliegendheid, eerzucht en wellustigheid gerijpt; uwe levendigheid en uw onafhankelijk gevoel, tot wereldszin en ongeloof verhard O, als gij in later jaren op uwe kindsheid terugziet, dat, dat zal de vreugde wezen, die gij het meest benijdt, en toch nu het minste geniet, dat gij zooveel minder boos waart, dat gij zooveel onschuldiger waart, tot zelfs in het kwaaddoen toe. De goede hemel zegene u, goede jongens, die ik ken, en rondom mij zie, en liefheben doe u lang en vroolijk spelen, en als de ernst de9 levens komt, zoo geve hij u ook een ernstig harte daartoe. Maar hij late u tot aan uw laat9ten snik nog veel kinderlijks en jeugdigs behouden. Hij spare u in hunne volle frischheid, eenige dier kinderlijke gevoelens, die den jongeling helpen in het zuiverhouden van zijn pad en den man versieren, opdat gij, mannen wordende in het verstand, kinderen blijft in de boosheid". 't Zal u wellicht verwonderen dat ik, die u over een knappen jongen wensch te spreken, begin met een aanhaling uit Hildebrands Camera Obscura, die bonte mengeling van grepen uit het leveu, die nooit genoeg kan wordeu gelezen, van welke men meer gaat houden, naarmate de kennismaking intiemer wordt. En wezenlijk, Hildebrand heeft ons alles wiilen teekenen in zijn //Jongens" behalve den knappen, d. w. z. niet zulk een, die met een enkelen lonk ineer harten verovert, dan een ander door een lange reeks van daden, die toonen dat hij van jongeling man wenscht te wordenmaar een knappen in deu zin van geleerd, wij9, vreeselijk wijs. 't Katt evenwel misschien nooit kwaad, in herinnering te brengen hoe een onzer beste en geleerdste schrijvers voor een 40 jaren dacht over de spe9 patriae, tot wie hij zelf toen behoorde, die hij zoo goed kende, zoo

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1