Buitenland. De lezers zullen hieronder opmerken, dat het N. v. d. D. ook het onderwerp heeft aangeroerd, dat in onze jongste hoofdartikelen besproken en vroeger reeds meermalen door ons behandeld is, n.l. het toe nemend gevaar, dat Nederland de prooi zal worden van 'i clericalisme. Het N. v. d. D. aarzelt niet als voorname oorzaak van het veldwinnen van 't clerica lisme de flauwheid, laxheid en losheid van beginselen der liberalen. Het doet ons genoegen dat dit in vloedrijke, althans veel gelezen blad zoo uit den hoek komt. Het onderscheidt zich daarin gunstig van de meeste andere groote liberale organen, die schier doen of zij 't gevaar niet zien of 't niet willen zien en die zelfs in een dodderig en dommelig optimisme verzonken, met doctrinaire zorgeloosheid laten geworden wat er maar gebeuren wil, en die te midden van strijdlustige, actieve tegenstanders niet anders doen dan roepenvredevrede 1 en geeu gevaar 1 Er is wel degelijk groot gevaar. We deelen echter niet de raeeuing van het N. v. d. D. aangaande het middel dat thans passend zou zijn om tot andere en betere toestanden te geraken. Het N. vd. D. redeneert aldus: de clericale strooming is niet meer te keerenmen heeft hem te lang laten begaanhet eenige wat nu nog te doen overblijft is, zich aan de bruisende golven over te geven, de toch al waggelende dijken door te steken en den clericalen 't roer in handen te spelen. Daartoe hebben de liberalen niets anders te doen dan deel te nemen aan de be weging voor het algemeen stemrecht met een verbeterd kiesstelsel, b.v. op de Belgische manier. Het denkende deel, de kern van 't Nederlatulsche volk is in merg en been anti-clericaul en zal ten slotte uil den aan vankelijk geduchten warlstroom opduiken en den toestand dan wel weer spoedig meester worden. Het komt ons voor, dat het middel kras is, al is 't mogelijk ook niet erger dan de kwaal. Er is ook iets nicolaïtisch in, te zeggenlaat ons hals over hoofd ons in het slijk dompelen dan zal de behoefte aan reiniging 0119 naar de frissche wateren terug doen gaan, die we nu zelf drabbig maken. Neen, dat is geen zuiver spel. Het is gevaarlijk ook, want men kan licht in den modderpoel stikken. Het voorbeeld van België komt ons ook niet geheel zuiver voor. Zou 't liberalisme daar zooveel sterker zijn dan bij ons? Wij twijfelen. Wel is men er meer actief; men strijdt er meer, althans met den mond; want de uitkomsten zijn niet in verhouding tot het krijg8lawaai, waarvan Autwcrpen wel een treurig voorbeeld mag heeten. Yoor 't algemeen stemrecht is 't dunkt ons nog wel wat vroeg. Al zou men nu reeds wel zoowat op de groote steden kunnen rekenen, met het platte land is dit geenszins het geval en meer nog dan thans zouden bij 't algemeen stemrecht de steden door 'fc platte land worden overvleugeld en teniet gedaan. Yoor 't oogeubik zou, d. 0., de liberale zaak beter gediend zijn met een beweging ten gunste van kieswet herziening, grondwetsherziening desnoods om niet meer uitsluitend de census van 't geld, maar ook dien van de ontwikkeling te doen dienen tot maatstaf, dus de capaciteiten 't kiesrecht schenken. Het N. v. d. Dag beweert naar aanleiding van den afloop der verkiezingen, dat er gehandeld moet worden. Een clericale stroom beukt sinds jaren den liberalen dijk en blijkbaar met gevolg. Over eenige tientallen jaren is het water den dijk de baas. Neder land gaat onloochenbaar den weg van het clericalisme op. Het helpt niets of men met boosheid spreekt van leiding van pastoors of predikanten, van slaafsche volgzaamheid van onnoozelen, - de koude feiten spotlacheu met deze en dergelijke troostgronden. Nabij zulk een gewichtig keerpunt is de groote vraag deze: Heeft de liberale partij in de laatste jaren ge handeld als een ernstige partij, waaraan het Ned. volk zich met vertrouwen kan overgeven? Heeft het land niet reoht aan de liberale partij te wijten, de partij die jaren achtereen in de meerderheid was, den onafgedanen toestand van kiesrecht, van belastingstelsel, van leger en schutterij? Het verval dier partij is dus begrijpelijk. Doch ciericaal kan Nederland op den duur niet zijn. Het zal er te eenigertijd toe geraken, maar duurzaam niet. Er is op dit oogenblik niets dringender te doen, dan den moed te hebben, datgene tot stand te brengen, wat toch geheel in de lijn der vrijzinnige denkwijze ligt: de natie in de vollen zin van het woord zich zeiven te laten be sturen. Men breide het kiesrecht tot de verst mogelijke grenzen uit. Het blad eindigt deze beschouwing met op België te wijzen, waar een goed kiesstelsel in werking is en zou een meeting in Amsterdam willen, om op indrukwekkende wijze de wenschen der liberale partij kenbaar te maken. De Arnli. Ct. betoogt, dat de constitutioneele partij in den lande, recht heeft van de meerderheid der Tweede Kamer te verwachten, dat zij, thans wijzer geworden dan zij zich na de verkiezingen van 1879 getoond heeft, zich den tijd ten nutte zal maken om in te halen wat zij zoolang verzuimd, en om te herstellen wal zij vroeger, bedorven heeft. Indien zij ook in dit tijdperk zich niet in de openbare meening des lands weet te rehabiliteeren, indien zij in Juni 1883 weder voor de kiezers verschijnt als een oneenige, alles omverhalende en niets opbou wende meerderheid, wat kan zij dan anders verwach ten, en wat heeft zij anders verdiend, dan dat het doodvonnis over haar uitgesproken en aan haar voltrokken wordt? Vooral van 1877, van Kappeijne's leiderschap en premierschap af, is de liberale partij in Nederland in aanzien, invloed en macht ontzaglijk achteruitgegaan. De A. Ct. herinnert, dat zij (lit van den aanvang af voorspeld heeft; sedert 1877 heeft zij de meeuing verdedigd, dat Kappeijne's optreden niet zou zijn ecu wedergeboorte der liberale partij en der liberale zaak, maar integendeel een groot gevaar, dat in de toekomst den ondergang der constitutioneele en parlementaire regeering zou kunnen 11a zich sloepen. De oorzaken van het discrediet, waarin de liberale partij geraakt is, ligt in de vele en groote politieke fouten, die zij heeft begaan en die het vertrouwen hebben geschokt, dat de natie haar zoo lang geschonken heeft. Twee jaren echter resten haar nog, waariu zij trachten moet hare fouten te doen vergeven en, na zoo lang in slecht gezelschap verkeerd te hebben, tot het vaderlijke huis met zijne vette kalveren terug te keeren. De A. Ct. hoopt, dat zij dien tijd niet ongebruikt moge laten. Naar wij vernemen zal Z. K. H. de kroonprins van het Duitsche rijk, Maandag 4 Juli van Berlijn naar Londen reizen en bij die gelegenheid gebruik maken van de sedert 15 Mei bestaande directe snel treinverbinding tusschen Berlijn en Londen via Ober- hausenWeselBoxtel en Vlissingen. Zulks mag als een bewijs gelden hoe spoedig deze nieuwe ver binding in Duitschland een welverdienden naam heeft verworven. Het N. v. d. Dag meldt, dat de directie der stoombootmaatschappij Nederlaud plan heeft nog vier nieuwe stoomsohepen te doen bouwen voor den dienst op N,-Indië, zoodat dan voortaan, in plaats van om de 14, om de 10 dagen een mailboot van Amsterdam vertrekken zal. Het behoud van het huis van Maarten Van Kossem te Bommel moet niet het minst te danken zijn aan den eigenaar, die wel het huis, dat hem niet paste, onmogelijk zelf kon behouden, maar die toch gaarne een geldelijk nadeel had om het geschied- en bouw kundig monument voor slooping te vrijwaren. Wij vernemen met genoegen, dat zich te Arasterdam een comité gevormd heeft, om ook de Noord-Neder- landsche letterkundigen en kunstenaars op te wekken en voor hen de gelegenheid te openen tot deelneming aan de hulde, die in den loop der volgende maand den beroemden ^laamschen schrijver Hendrik Conscience bij de verschijning van zijn 100e boekdeel zal worden gebracht. De beperkte tijd is oorzaak, dat dit comité het gewaagd heeft in dezen zichzelf te vormen en wel zonder andere vrienden en vereerders van Conscience op te roepen om zich bij hen aan te sluiten. Ook is het plan reeds in hoofdzaak vastgesteld. Men zal namelijk trachten in een album de handschriften onzer Noord-Nederlandsche letterkundigen en kunstenaars met toepasselijke bijschriften of teekeningen te ver zamelen terwijl boveudien, voor wie verlangen mochten een of ander werk van hunne hand met opdracht aan Conscience den feestvierenden stam- en landgenoot aan te bieden, de tusschenkomst van liet comité gaarne wordt verleend. Het comité bestaat uit de heerenprof. J. A. Alberdingk Tbym, IJ. Binger, Ch. Boissevain, Adriaan Bom, A. J. de Bull, E. C. E. Colinet, W. J. Hofdijk, E. Philippeau, prof. dr. A. Pierson, H. J. Schimmel, H. de Veer, J. L. Wertheim. Aan onderscheidene letterkundigen en kunstenaars worden bladen voor het bedoelde album dezer dagen toegezonden; terwijl de heer Adriaan Bom, Kalverstraat 17, Amsterdam, die als secretaris werkzaam is, zonder twijfel bereid zal zijn om op aanvrage hetzelfde te doen aan hen die toevallig geen rechtstreeksche uitnoodiging mochten ontvangen. Het doel toch is de deelneming zoo algemeen mogelijk te doen zijn, daar het een schrijver betreft, die ook in Noord-Neder land met volle recht een volksvriend mag worden genoemd. Rott. Nil. Gedurende de maand Mei zijn in de Rijks-post spaarbank ingebracht en terugbetaald de volgende bedragen 't Bedrag der inleggingen f 120,237,83, terug betalingen f 7,570,26. Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald gedurende de maand Mei f 112,703,57V2* Ultimo April was, ten uameder verschilleude inleggers, ingeschreven f lll,870,521/2. Zoodat de som der inleggingen tot ultimo Mei bedraagt 224,574,10. Hieronder is Amsterdam met 18,666711/^ aan in- leggingen en f 8067,10 ann terugbetalingen. Het getal der in omloop zijnde boekjes op ultimo Mei bedroeg 8728. In de jaarlijksche vergadering van het Groot- Oosten der orde van vrijmetselaren in Nederland, den 19 dezer te 's Huge gehouden, onder voorzitting van den Grootmeester-Nationaal, Z. K. IJ. prins Erederik is, naar liet WeeJcil. voor Isr. meldt, eene motie aangenomen, voorgesteld door de loge Leprèjugé vaincu, te Deventer, waarbij de wenschelijkheid wordt uitgesproken, dat de joden in sommige loges van Duitschland en Zweden niet meer worden uitgesloten en het een betreurenswaardig feit wordt genoemd, dat de vrijmetselarij in. Duitschland niet9 godaan heeft om de voortdurende verderfelijke pogingen der anti-Semieten te stuiten. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft benoemd tot gezw. van den Zuid- Kraaiertpolder B. Op 't Hof; tot id. van den Zonne- mairepolder E. van den Bout Adrz.tot id. van den Elisabethpolder A. de Groote tot id. van het Waterschap van Kruiuiiigen S. Verlore; tot gezw. van den Onrust polder J. Karelse; tot id. van den Moggershilpolder M. Elenbaas. Duitsohand. Graaf Wilhelm Bismarck heeft een vaste aanstelling bij de rijkskanselarij gekregen. De Rijksdag had voor deze betrekking 6000 M. salaris en 900 M. voor de woningskosten toegestaan. Deze post was door de regeering aldu9 toegelicht: //De voortgaande vermeer dering van werk aan de rijkskanselarij en de nood zakelijkheid, dat den geheelen dag ten minste een hoog ambtenaar aauwezig is, maken het noodig, dat nog een vaste medewerker benoemd wordt. Om hiervoor iemand van talent en ervaring te krijgen, dient het hoogst mogelijke traktement toegestaan te worden." In graaf Wilhelm Bismarck (geb. in Aug. 1852 en sedert een paar jaar assessor) heeft men dien man van talent eu ervaring gevonden T u rk ij e. De Politiscke Correspondenz ontving uit Konstan- tinopel de volgende mededeelingen z/De Spaansche Regeering heeft besloten, aan alle Joden, die uit Rusland of eenig ander land verdreven worden, in Spanje gastvrijheid aan te bieden. Te dien einde zal eene bijzondere sloombootdienst worden ingesteld tusschen Odessa, Konstnnstinopel en Salo nika en eene Spaansche haven in de Middellandsche Zee, die joodsche gezinnen kosteloos zal overbrengen naar joodsche koloniën, die in twee provinciëu van Spanje gevestigd zullen worden. Verder zullen te Konstantiiiopel en te Salonika op kosten van de Spaansche Regeering scholen geopend worden, waarin Spaansche taal en letterkunde en de verdere noodige vakken onderwezen zullen worden. Naar aanleiding van die berichten heeft zich een joodsche deputatie bij graaf Rascon, den nieuwen Spaanschen gezant te Konstautinopel, aangemeld, om te vernemen, in hoever een en ander juist was. Graaf Rascon, een zeer verlicht en bekwaam staatsman, die kort te voren nog gezant te Berlijn was, heeft aan de deputatie ongeveer het volgende geantwoord. Hij had den koning van Spanje voorgesteld, het onrecht goed te maken, dat Spanje den Joden oudtijds had aangedaan, en hen met open armen te ontvangen, omdat zij door hun ondernemingsgeest overal een gnnstigen invloed op de algeraeene welvaart hebben uitgeoefend. De koning had hem den 16en dezer een depeche gezonden, waarin graaf Rascons plannen volledig werden goed gekeurd. De Sultan had onlangs twee kweekelingen van een lyceum le Konstautinopel bij zich laten komen, die bekroond waren. De eene was een wees, Rechid-Bey genaamd, en werd door den Sultan on middellijk tot ziju eersten secretaris benoemd. De andere heette Asman-effendi en werd door den Sultan in bel departement van financiën geplaatst als adjunct van den lieer Wettendorf, den bekenden Duitschen ambtenaar. Asman-effendi is Israëliet en koestert groote plannen ter opbeuring van zijne stam- en geloofsgenooten, die hij den Sultan heeft medegedeeld. Hij heeft onderhandelingen met den Spaanschen gezant aangeknoopt, om de opleiding van Turksche Joden in Spaansche scholen te bevorderen". Gemeugd Buiteulandsch Nieuws. Het groote stoomschip //City of Rome", door de Barrow Ship iidlding-Company gebouwd voor de Inmanlijn, is dezer dagen van 9tapel geloopen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 3