Binnenland. geven van ook eens wat cijfers te groepeeren, omdat zoo ergens dan kier, de cijfers niet zoo zeer spreken als wel bedriegen: maar we con- stateeren alleen ket enorme verschil in resul taat, al naar 't opgemaakt is door de groene of door de zwarte elericale cijferknutselaars. Waar de anti-revolutionairen alleen stonden, brachten zij volgens de Tijd slechts 3048 stemmen uit. De stemmen van 't monster verbond, die niet te schiften zijn, bedroegen 24297. Waarop wil de Standaard zich dan toch verhoovaardigenZij scbame zich veel liever en bedekke de cijfers dezer verkiezing met een tractaatje, waarop b.v. de volgende cijfers te lezen zijn: Luc. 23 34; Hand. 19: 2340 en dergel. De groote slotsom, die de Standaard uit haar cijfers trekt, is, dat nu „èn het liberalisme èn de schoolwet" veroordeeld zijn. Die conclusie is gauschelijk valsch. Terecht merkt het Vadert. op, dat de Standaard in haar berekeningen één voornaam ding over het hoofd ziet, n.l. dat in de katholieke districten de groote helft der kiezers op katholieken stemt en de anderen in het besef dat tegenweer toch niet helpt, thuis blijven. Ook in verscheidene andere districten bleven velen weg. Zoolang men niet weet op wie de thuis gebleven kiezers zouden gestemd hebben, is het alleen mogelijk een resultaat te trekken uit hetgeen in elk distriet de meerderheid heeft gedecreteerd, zonder het aantal stemmen daarbij in aanmerking te nemen. Wie verzekert den clericalen, dat de 48000 thuis gebleven kiezers niet als het er op aankwam partij zouden trekken tegen een clerieale tirannie, die op godsdienststrijd zou uitloopen? Uit het feit dat de clericalen met al hnn macht, die 48000 nu nog onverschilligen niet aan de stembus heeft kunnen doen op rukken, zou men eer het gevolg kunnen trekken dat de thuis gebleveuen niet, dan dat zij w e 1 met de cleriealen en hun heilloozen strijd instemmen. Het komt ons voor, dat deze redeneering juist is. Wij meenen, dat, wil men een alge- meene conclusie trekken uit het thans gebeurde, deze ongeveer zal zijnhet Nederlandsche volk laat zich door elericale leuzen lichter op zetten dan door politieke overtuiging; tegen over de vrij groote volgzaamheid der twee groote elericale kudden staat nog een groote mate van optimisme en politieke eerlijkheid bij de anti-clericalenmaar het gaat nu nog geenszins aan, te zeggen wat er wel gebeuren zou als ook bij de anti-eleriealen eenmaal de plaat wartu wordt, zoodat de strijd geheel en al wordt: cleriaal of anti-elericaal. Verder kan men voor het oogenblik niet gaan. Nn willen wij niet beweren, dat niet een volgenden keer door de consequentie van het 't Was als een veld vol gegons. De groote krielen der dragers zweefden log boven de hoofden uit. De uitverkoopstersgroenteventers en fruithandelaars kochten en haastten zich. Rond de hergen kool zag men korporaals en troepen nonnen, terwijl koks van kostscholen rondsnuffelden om goede koopjes te doen. Het afladen hield nog steeds aan karren stortten hun ladingen op den grond als een voer keisteenen, en voegden zoo weder een golf bij de andere golven, die nu al tegen het trottoir van de overzijde kwamen. En heel achter uit de straat van den Pont-Neuf kwamen maar altoos door rijen van wagens aan. Dat is toch maar kranig mooi, mompelde Claude in verrukking. Elorent was verdrietig, hij waande zich 't slacht offer van een bovenmenschelijke verzoeking. Hij wilde niets meer zien; hij keek naar de St. Eustatiuskerk, die zich nu van terzijde gezien voordeed als een teekening in sepia op het blauw des hemels, met haar rosetten, haar breede boogramen, haar klokkentoren en leiendaken. Toen bleef zijn blik rusten op den donkeren ingang van de straat Montorgueil, met ten deele zichtbare hardgekleurde uithangborden en een stuk van de straat Montmartre met baar vail gouden letters blinkende balcons. Toen zijn blik weer naar de kruisstraat terug kwam, trokken andere uithangborden zijn aandacht: Apotheker en Drogist, Meel en gedroogde groenten, dat met groote roode of zwarte hoofdletters op verschoten grond stond te lezen. De hoekhuizen met hun smalle vensters werden geopend en brachten midden in de breede nieuwe straat van den Pont-Neuf, oog enkele mooie oude gele gevels van 't oude Parijs in herinnering. Op den hoek van de straat Rambuteau waren netge- monsterverbond de liberalen er onder kunnen gebracht en de kamermeerderheid alzoo verplaatst kan worden. Integendeel, wij vreezen dat het daarop zal nitloopen. Doch gelijk 't bij deze verkiezing een soort van Pyrrhus-overwinning is voor de liberalen, zoo zal het dan, doch met vrij wat treuriger gevolgen, een Pyrrhus-overwinning wezen voor de cleriealen. Wij houden er ons van verzekerd, dat op den dag als de Standaard en de Tijd het dis harmonische duo zullen kraaien: wij hebben overwonnen, 't land is ons! ook onmiddellijk de tijdelijk verduisterde liberale zon weder aan een nieuwen dagboog zal gaan beginnen, 't Is wel pijnlijk dat het met het liberalisme altoos moet per aspera ad astra, i) doch laat dit zoo zijn: dat zachte meesters stinkende wonden maken, ondervindt men toch ook dagelijks. Hebben de heirschaven der groenen en zwarten eens de overwinning behaald op de tijdelijk verslapte, slaperige, verlamde liberalen, „dan zullen we verder zien", zegt het W. W. Zeer juist, dan zullen we verder zien. Dan komen de zwarte clericalen om hun deel van den buit, dan zullen zij erkenning eischen voor de thans nog van de groene bondgenooten te verduwen versmading. Maar dan zullen de groenen den bnit voor zich alleen begeeren, niet alleen, maar dan zal de nieuwe leus wordeu: „nu met GodOranje—bijbel de Koom- sehen er onder! Nu terug naar den tijd vóór 1618!" Maar dat zal de burgeroorlog wezen Nog zoo spoedig niet, meenen wij. Immers de anti-clericalen zullen dan niet vernietigd zijnzij zullen, door schade en schande geleerd, weer wat wijzer geworden wezen en 't zal andermaal aan 't licht komen, evenals ten tijde van 't beruchte volkspetitionnement, dat de grondtoon van 't Nederlandsche volk liberaal is en niet clericaal, als 't volk maar wakker is; terwijl tevens in de elericale kampen, die dan vinnig tegenover elkaar zullen staan, ook wel velen zullen gevonden worden, die den bitteren smaak al beet hebben van 't grondsop uit den clericalen brouwketel en die zullen zeggen, dat ze er van walgen en dat ze snakken naar 't frissche water uit de bronnen van gezond verstand en humaniteit in plaats van 't bedwelmende drabbige sap der elericale onheilbrouwers. Zal deze profetie vervuld worden? We zullen zieu. Door lijden tot heerlijkheid. kleede winkelbedienden in hun vest en sluitende broek en huil hagelwitte breede handboorden in de ledige winkelkasten bezig met het schikken der uitstalling. Verderop pronkte het huis Guillout, dat er zoo deftig uitzag als een kazerne, achter de groote spiegelruiten met een voorraad van goudgele pakken beschuit en glazen vol gebak. Thans waren al de winkels open. Werklieden in witte kielen, met hun gereedschappen onder den arm, staken haastig de straat over. Claude stond nog altoos op de bank. Hij rekte zich uit om de straten ten einde toe af te zien. Daar bemerkte hij plotseling onder de menigte die hij nu overzag een blonden kop met weelderig haar en daar achter een klein zwart kopje met verwilderde krullen. Marjolln 1 Cadine 1 riep hij. En daar zijn stem onder al het geraas verloren ging, sprong hij van de bank af en zette het op een loopeti. Toen bedacht hij echter dat hij Elorent vergat, hij kwam snel terug en zei driftig: Nu, gij weet het, achter in de blinde steeg van de Bourdonnais. Mijn naam staat met krijt op de deur, Claude LantierZult gij mijn ets van de straat Pirouette komen kijken? Weg was hij. Hij wist Elorents naam niets eens; hij verliet hem zooals hij hem had aangeklampt op den rand van een trottoir, nadat hij hem zijn lief hebberijen als artist had uitgelegd. Nu was Elorent alleen. Aanvankelijk deed hem die l) Deze Claude Lantier is dezelfde, die als een der voorkinderen van Gervaise in »L' Assommoir» genoemd wordt; de broeder van Etienne en da half broeder van Nana. ZIERIKZEE, 21 Juni 18 81. Naar men verneemt zullen door de met 1 Juli a.3. in te voeren reorganisatie der Rijks-Normaallessen, die inrichtingen wat dit district betreft (Goes, Zierikzee, Tholen) niet een uitbreidingen verbetering ondergaan, gelijk aanvankelijk was gemeend en ook ontworpen, maar zullen zij worden ingekrompen. Wel zal het aantal lesuren eenigszins, schijnbaar althans, worden vermeerderd, maar 't aantal vakken waarin onderwijs zal worden gegeven zal worden verminderd met vier, n.l. wiskunde, teekenen, Fransch en gymnastiek. Yoor de vele ouders, die van de pas voor eenige maanden opgerichte normaalscholen voor de opleiding hunner zoons of dochters voor 't onderwijzers-examen schoone verwachtingen hebben gevormd, zal dit wel een teleur stelling zijn. Zaterdag-nacht is de voerman J. I)., alhier woon achtig, op noodlottige wijze om het leven gekomen. Op de terugreis van Brouwershaven is hij onder Kerkwerve met wagen en paarden in het water ge raakt en verdronken. Hij schynt in slaap gevallen te zijn en vervolgens schynen de paarden door het onklaar raken der leidsels van deu weg gedrongen te wezen. Het ongeluk moet het eerst opgemerkt zijn tusschen 12 en 1 ure door een voorbijkomenden postbode. De paarden zijn toen nog levend uit het water geholpen, doch bij D. waren de levensgeesten niet meer op te wekken. Bij dit geval kwam ook weer de domme volks- meening voor, dat men een drenkeling niet uit het water raag halen vóór de politie er bij is. Dit was nu wel niet van iuvloed, maar dat had ook wel eens anders kunnen zijn. Wanneer zal het volk toch gaan weten, dat men een drenkeling niet alleen mag uit het water halen, maar ook verplicht is dit te doen! Naar men verneemt is tot directeur der stoomtram wegen in Zeeland benoemd de heer H. A. Bogaert, vroeger directeur der gasfabriek te Middelburg. Met 30 tegen 3 stemmen heeft de Eerste Kamer het wetsontwerp tot regeling van den dienst der post pakketten aangenomen. Zaterdag-avond heeft Prins Alexander een bezoek gebracht aan het graf van wijlen Koningin Sofia, wier jaardag het was, en een krans op het graf gelegd. Ter herinnering aan den slag van Waterloo is Zaterdag als naar gewoonte een fraaie krans neder- gelegd bij het standbeeld van Koning Willem II op het Buitenhof te 's Ilage. Te Voorburg is op het buitenverblijf van H. K. H. Prinses Marianne aangekomen Prinses Alexandrine, dochter van H. K. H. en gemalin van den hertog Wilhelm vau Mecklenburg-Schwerin. Z. K. H. Prins Frederik, grootmeester-nationaal der Vrijmetselaarsloge, heeft de voorbereidende vergadering van het Groot-Oosten bijgewoond. eenzaamheid genoegen. Sinds madam Francois hem had opgeraapt in de aveuue van Neuilly, liep hij slaperig daar rond en zonder wegens zijn kommer zich de zaken om hem heen aan te trekken. Nu was hij dan toch vrij man en poogde dien droom van al dat voedsel, die hem bezig hield, van zich af te zetten. Maar hij bleef suf en heimelijk bang. Het werd meer en meer dag, men kon hem nu zien en hij keek naar zijn poovere broek en jas. Hij knoopte zijn jas toe, stofte zijn broek wat af en knapte zich zooveel mogelijk op, als vreesde hij, dat zijn armoedige zwarte plunje luide zou verklappen waar hij vandaan kwam. Hij zat daar op die bank naast arme drommels, zwervelingen, die daar beland waren en de zon afwachtten. Voor de vagebonden zijn de nachten der Halles zoo kwaad niet. Twee politie-agenten, nog in nachttenue met kapot en pet, liepen samen heen en weer op het trottoir; telkens als zij voorbij de bank kwamen keken zij schuins naar het wild waar zij op loerden. Florent verbeeldde zich, dat zij hem herkenden, dat zij overlegden hoe zij hem inrukken zouden. Toen overmande hem de angst. Gaarne had hij willen opstaan en het op een loopen willen zetten, maar hij durfde niet en wist niet hoe hij weg zou komen. Dat telkens kijken der agenten, dat koele en langzame onderzoek der politie pijnigde hem. Eindelijk verliet hij de bank, hield zich in om niet met zijn lange beenen aan den haal te gaan en ging stapvoets weg, de schouders ingetrokken en als 't ware de ruwe hauden der politie-agenten al voelende, die hem van achteren bij den kraag zouden pakken. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 2