Binnenland. STATEN-GENERAAL. ZIE EI IC ZEE, 29 April 18 8 1. In een correspondentie uit Zierikzee in de Midd. Ck. wordt het feit gereleveerd, dat bij de jongste be noeming van een notaris in dit Arrondissement, met voorbijgang van vijf sollicitanten uit liet district zelf, waaronder dén die slechts verplaatsing vroeg, tot notaris is benoemd een geheel onbekend persoon uit een verwijderde streek van het land. De corres pondent merkt op, dat die uitkomst hier een hoogst onaangename» indruk heeft gemaakt. Tot Voorzitter van het bestuur van den Grooten IJpolder is door stemgerechtigde ingelanden herkozen de heer mr. J. de Clercq van Weel te Haarlem. De bemanning van de //Willem Barentz", die binnenkort voor de vierde maal zal uitgaan om in de IJszee te varen en onderzoekingen te doen, bestaat uitden luit. ter zee le kl. II. van Broekhuizen, kominandant; de luit. ter zee 2e kl. C. Hoffman, L. A. H. Lamie en C. J. G. de Booy]; den zoöloog tevens geneeskundige dr. Max Weber; den timmerman H. J. Latjens; de matrozen S. Backer, N. Maarleveld, Th. Smit, A. Annaart, G. van Neuzen, G. Westerning en Dirk Snip, en den kok T. J. Neite. Van deze equipage hebben Latjes en Westerning reeds twee vorige reizen meegedaan en Maarleveld en Smit een. Maandag beeft te Bergen op Zoom de verpachting plaats gehad van 21 perceelen visscherij op de Ooster Schelde (in de Zandkreek en bij Westen-Schouwen). De perceelen hebben opgebracht 3137; het laagste perceel f 2, en het hoogste f 920. Door een Volendammer visscher is weder een klacht ingediend wegens ondervonden molest in zee, van de zijde van Engelsche visschers ondergaan. Het feit geschiedde den 23 April op de vischplaats de Lek, ongeveer een paar uren uit den wal in de Noordzee, door de bemanning van een Engelsche kotter, die met de boot van boord ging en de vischlijnen stuk sneed, brails meenam enz. Blijkens meegedeelde opgave in de Standaard heeft de heer Lion Cachet in 't geheel f 5000 ontvangen aan giften voor de weduwen en weezen van gesneuvelde Transvalers. Het Ned. Indische Gouvernement heeft het onlangs vermelde besluit betreffende den petroleum-invoer, waardoor de petroleum feitelijk uit Indië zou worden geweerd, ingetrokken, 't welk zeer ten genoegen van 't publiek is geweest. De Haagsche correspondent van de Zaanl. Cl. schrijft //Indien de heer van Lansberge niet in den adel stand verheven en niet te avond of morgen lot gezant tc Parijs benoemd wordt, dan is dit alleen daaraan te wijlen, dat bet geheim zijner vrienden verklapt is, en de //tour" mislukt, doordien men zich te vroeg in de kaarten heeft laten zien. Toch is het nog ver van uitgemaakt, of er geen nieuwe verrassingen op til zijn, die als staart van de Aljeh—historie kunnen worden beschouwd". meer vertoon; wel, dat was immers geen schande, in tegendeel er was menige dame, die haar er in 't voorbij gaan op aankeek en die ook wel zoo had willen zijn. Men was nu de straat van Cléry ingegaan; toen nam men de Maliestraat. Op de place des Yictoires was eenig oponthoud. De veler van den linkerschoen van de bruid was losgeraakt, en terwijl zij dien weder vastmaakte, aan den voet van 't standbeeld van Lode- wijk XIV, drongen de paren dicht achter haar open al wachtende gaf men aardigheden ten beste, dat zij een beetje van baar kuilen konden zien. Eindelijk de straat Croix-des-Petis-Champs door zijnde, kwam men aan 't Louwe. Heel beleefd vroeg meneer Mndinier nu om vooruit te gaan. Het was daar heel groot, men kon verdwaald raken; en hij kende bovendien de mooie plekken, omdat hij er dikwijls geweest was met een artist, een wakkeren jongen, van wien een groot huis in doozen teekeningen kocht, om op die doozen te plakken. Toen de bruiloft beneden in 't Assyrische museum was, huiverde ze een beetje. Sakkerloot, daar was't niet warm J wat zou dat een fameuse kelder wezen, die zaal. Langzaam stapten de gasten door, de kin omhoog en knipoogende, tusschen de steenen kolossen, de stomme zwartmarmeren goden in hun hiera'ische stijfheid, de monsterachtige beesten, half kat en half vrouw, met gezichten als lijken, spichtige neuzen en gezwollen lippen. Zij vonden dat alles maar een gemeen zoodje. Tegen woordig kou men den steen vrij wat beter bewerken. Verslagen stonden ze voor een inscriptie in phenicische De Tielsche brandverzekering-maatschappij heeft in hare algemeëne vergadering het dividend bepaald op 20 pCt. In 1880 is het verzekerd kapitaal met 9 millioen gulden toegenomen en bedraagt nu 240 millioen. Aan brandschade is uitbetaald ruim f 261,000. De //Kon. Ned. Grofsmederij" te Leiden deelt over 1880 aan aandeelhouders uit 141/3% en f 29 per aandeel in het renteloos voorschot. In de te Amsterdam gehouden vergadering van de Veree- niging het Rundvee-Stamboek bleek, dat zij bloeit. Tot hoofdbestuurders werden gekozen de heeren 11. J. E. Gerlacli, van Middelburg Huisman, van Slechtere» en Brandjes van Purraerend. De financiën verkeerden in goeden staat. Aan den oud-burgemeester van Rotterdam, den heer Van Volleuhoven, is namens de brandweer aldaar als huldeblijk aangeboden een gouden gedenkpenning met calligratisch album. De tinproductie van Banka bedroeg in 1880 ruim 72,684 picols tegen 77,615 picols in 1879. De minder gunstige opbrengst in eerstgenoemd jaar moet voornamel. worden toegeschreven aan de aanhoudende zware regens in de maanden November en December van dat jaar gevallen, waardoor in schier alle groote mijnen de werkzaamheden belemmerd werden. Gedurende de eerste twee maanden van dit jaar werd op Java en Madura aan in- en uitvoerrechten en accijnzen ontvangen f 1.126,068, of f 94,171 minder dan over hetzelfde tijdperk in liet jaar 1880. Gedurende de maand Januari werd op de buiten bezittingen aan in- en uitvoerrechten en accijnzen ontvangen f 85,465, of f 19,203 meer dan iii Ja nuari 1880. TWEEDE KAMER. Dinsdag-namiddag is de Tweede Kamer weder vergaderd, om na het Pnasch-recès het vergaderen te hervatten. Deze hervatting zou anders vermoedelijk pas in 't begin van Mei hebben plaats gehad, doch is geprovoceerd door zes leden, de heerenvan der Linden, Wybenga, Grataraa, Patiju, Goeman Borgesius en Gleichman, die zich per brief tot den Voorzitter hadden gewend om hem over te halen de Kamer tegen 26 April op te roepen. Hierover is vrij wat gepraat en geredetwist. Het gaat tegen de verkiezingen, en nu zou men evengoed kunnen zeggen, dat de Kamer volijverig nog woekeren wil met de weinige weken levens, die haar nog resten, als veronderstellen dat hst, na zooveel tijd die verpraat i9 zonder resultaat, er weinig op aan komt of de Kamer een week vroeger of later de Paasch-vacantie besluit. Wij voor ons meenen het laatste. Wat er nu weder met een zoo belangrijk onderwerp als de ren te wet is geschied, doet ons vreezen, dat het resultaat der nog overige weken samenzijns in omgekeerde verhouding zal staan tot dat bewijs Van blakende» ijver om te werken, dat in die ver vroegde samenkomst ligt opgesloten. Aanstaanden Maandag komen een aantal interpel laties aan de orde, o.a. een van den heer de Jonge, betreffende de uitvoering der onderwijswet, een van den lieer Gratama over de bestraffing van eenige schrijvers op 's Lauds werf te Amsterdam enz. karakters. Dat was niet mogelijk, neen, niemand had dat gekrabbel ooit kunnen ontcijferen. Maar meneer Madinier was al op den eersten overloop met madam Lorilleux en riep hen, zoodat het klonk onder de gewelven Komt toch mee! Dat 's niemendal, dienesten. Je moet boven wezen al9 je wat zien wilt. De strenge naaktheid van de trap stemde hen tot ernst. Een mooie deurwachter in een rood vest en met goud gegalonneerde livrei, verdubbelde hun aandoening. Met eerbied en zoo zacht mogelijk loopeude, traden zij de Eransche galerij binnen. Zonder stil te slaan, de oogeu verblind door't goud van de lijsten, liepen zij nu de reeks van de kleine salons door, terwijl de prenten hen voorbijgingen, veel te veel om ze goed te zien. Zij hadden wel een uur voor elk noodig gehad, als zij ze hadden willen begrijpen. Wat een schilderijen, jongens! jongensI daar kwam geen eind aan. Daar moest toch wel voor een duitje wezen. Doch nu hield meneer Mndinier hen opeens tegen, heel aan 't eind voor 't //Vlot van de Medusa" l»'j legde hun het onderwerp uit. Allen stonden onbe wegelijk, aangedaan, zwijgend. Toen men weer op raarsch ging, gaf Boche uitdrukking aan 't algemeen gevoelen, door te zeggendat was getroffen In de Appollo-zaal was 't vooral de vloer, die de verbazing van het gezelschap gaande maakte, een blinkende vloer, zoo glad als een spiegel, waarin de pooten der banken zich afspiegelden. Juffrouw Remanjou sloot de oogeu, omdat ze meende over water te loopeu. Kunst, Wetenschap en Letteren. Heden en morgen (29 en 30 April) viert het Collegium Musicum ültrajectinumhet Utrechtsche Stadsconcert zijn 250jarig bestaan. Na het Arn- hemsche is dit collegie het oudste van alle Nederlandsche muziekgezelschappen. Het waardigste monument van dit herinneringsfeest is ongetwijfeld het werk, dat jhr. mr. J. C. M. van Riemsdijk voor deze gelegenheid heeft opgesteld en dat niet slechts als gedenkboek van het C. M. Ultr., maar ook in 't algemeen voor de Nederlandsche muziekgeschiedenis van zeer veel belang is. Het werk, bij J. L. Beijers te Utrecht uitgegeven, is getiteld Het Stads Muziekcollege te Utrecht (Col legium Musicum Ültrajectinum1631-1881, een bijdrage tot de geschiedenis der toonkunst in Nederland. Het boek is rijk aan wetenswaardigheden en voor de beoefenaars der muziekgeschiedenis van groot belang. De studenten van de Harvard-universiteit zullen de //Oedipus" van Sophocles den 17 Mei in het Grieksch spelen in den schouwburg te Cambridge (Massachussetts). Coppée schrijft den tekst van een opéra-comique, waarvoor Widor de muziek zal componeereu. Van Félicien David is gevonden een opera in één acte (in manuscript) wLe Bon fcrmier de Franconville" voor 3 personen; de maker van den tekst is niet opgegeven. Gemengd Buitenlandscli IVieuws. De Figaro verzekert, dat Ferry besloten heeft Andrieux als prefect van politie te handhaven. Een der Ministers merkte op, dat de République Frangaise Andrieux over boord had geworpenwaarop Ferry uitriep: //Suis je done aux gages de la République Frangaise Het huis Lateulère te Arcachon is failliet; het passief bedraagt 1 millioen, maar bovendien zijn voor ongeveer 200,000 frs. aan valsche wissels aangeboden. In de vorige week had de volkstelling in Engeland plaats. Elk hoofd van een gezin moest het census—biljet invullen en onderteekenen. Gladstone vergat dit laatste en hij ontving diensvolgens liet biljet terug met de opmerking dat ook de //premier" de plichten •van een gewoon burger moet nakomen. Keizer Alexander III moet een zeer huiselijk leven leiden. Hij staat 's morgens vroeg op en gaat dan dadelijk een flinke wandeling doen. Daarna ontbijt hij met zijn familie. Het overig gedeelte van den dag wijdt hij aan de zaken van zijn Rijk; maar na den middag houdt hij zich weder met zijn kinderen bezig en speelt geregeld een paar uren met hen. Men zegt, dat op het graf der terechtgestelde misdadigers te Petersburg een zwarte vlag is gevonden met het opschrift //Mest" (Wraak). Op een afstand van U/g paal van de plaats, waar onlangs de beruchte berooving van de postkar van Modjokerto is geschied, is thans weder een postkar door twee inlanders aangevallen. De koetsier verweerde zich echter goed, verwondde den eenen aanvaller met een kapmes aan de hand en joeg den anderen op de vlucht. Men riep madam Gaudron toe, (lat zij toch de voeten goed plat neer zou zetten wegens hanr positie. Meneer Madinier wilde hun het verguldsel en 't schilderwerk van de zoldering wijzen maar daarvoor rekten zij zich den hals uit 't lid en onderscheidden toch niets. Voor zij toen de vierkante zaal binnengingen, wees hij hun een venster aan en zei Dat 's nu 't balcon vanwaar Karei IX op het volk heeft geschoten. Ondertusschen hield hij 't oog over den stoet. Met een wenk gebood hij een halt midden in de vierkante zaal. Binnensmonds, alsof hij in de kerk was, fluisterde hij hun toe, dat daar nu enkel meesterstukken waren. Men ging de zaal rond. Bij de //Bruiloft te Ca na" vroeg Gervaise wat (lat stuk voorstelde; 't was dom, dat er niet op de lijsten stond wat de afbeeldingen beteekende». Coupeau bleef slaan voor de //Joconde" en vond dat die nog al geleek op een tante van hem. Boche en Bibi-la-Grillade wezen elkaar al giebelende en met de oogen pinkende, de naakte vrouwen, inzon derheid deden de dijen van de //Antiope" hen erg aan. Heel aan 't eind stond de familie Gaudron, de man met open mond, de vrouw inet de handen op den buik, vol stomme verbazing en aandoening voor de //H. Maagd" van Murillo. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1