ZIERIKZEESCME COURANT. voor liet irroidis- semenf Zierikzre. 1881. No. 25. Woensdag 30 Maart. 84ste jaargang NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F eu ill e t o i. Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1, Afzonderlijke noraraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1—5 regels, mits contant betaald, 25 cl. Alle stukken, «le redactie betreffende, gelieve inen uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAIvENJIAl*. Zierikzee, 29 Maart. Woensdag 23 dezer had in de Concertzaal de uitvoering plaats van het derde of laatste winter-concert door de Kapel van den Heer N. A. Bouwman. Het doet ons genoegen, den goeden afloop van dit concert te herdenken.. Werden over het algemeen al de Nos. vaii het program zeer goed afgespeeld, toch mogen we, op de waarlijk uitstekende wijze waarop vooral No. 3 werd ten gehoore gebracht, wel bijzonder de aandacht vestigen. Het moet gezegd worden, dat we dezen winter te Zierikzee in de gelegenheid zijn gesteld, muziek te hooren en compositiën te leeren waardeeren, waartoe misschien hier nooit de gelegenheid meer zal bestaan. Ontegenzeggelijk verdienen de Heeren, die het initiatief hebben genomen, ons dergelijke genotvolle avonden te verschaffen, in velerlei opzicht een woord van dank voor hunne bemoeiingen, voor hetgeen ze deden in 't belang der kunst en ten genoege der burgerij, en gelooven we niet te veel te zeggen, wanneer we den wensch uitspreken, dat deze concerten in den volgenden winter zullen kunnen worden herhaald. Liet over het algemeen, hoewel de entrée-prijzen zeer matig gesteld waren, de deelneming nog al wat te wenschen over (immers de Kunst kan niet alleen leven van sympathie in woorden, maar moet ook financieel worden gesteund) zoo vertrouwen we, dat de goede roep, die gedurende dezen winter op nieuw van de Kapel van den Heer Bouwman is uitgegaan, alle liefhebbers van de muziek zal aanmoedigen, bij een volgenden keer geen enkel concert te verzuimen. Zaterdag is alhier in de benedenzaal der sociteit in Bellevue" de drieraaandelijksche vergadering gehou den der onderwijzersvereeniging van 't arrondissement onder voorzitterschap van den arrond.-9choolopziéner deu héér mr. j. W. A. Schneiders van Greijffenswerth. Zij werd bijgewoond door een 2 5tal onderwijzers, terwijl ook een lid der Plaatselijke Schoolcommissie haar met zijn tegenwoordigheid vereerde. De vergadering was grootendeels bestemd voor 't afdoen van de huishoudelijke zaken der vereeniging verslagen, rekeningen enz. Hierdoor bleef er niet veel tijd over voor andere werkzaamheden. Toch werden nog een paar vraagpunten behandeld. De heer W. Schoo Hz. van Ouwerkerk leidde de vraag in: Zullen de syste matische benamingen der maten en gewichten ooit ingang vinden bij het vclk? Spr. ontwikkelde de be zwaren die tegen die namen bestaan en achtte die zoo groot, dat bij twijfelde of het volk ze ooit zou aannemen iu het practisch leven. De ervaring bewijst trouwens genoeg, dat het volk er niet aan wil. Gedurende de pauze vergastte 't onderwijzers-zangkoor, onder leiding vun deu heer Letzer, de vergadering op eenige uitmuntend uitgevoerde zangstukken. Daarna leverde de heer II. J. Bastmeijer een ver klaring van don regenboog, die door duidelijkheid en nieuwheid van gezichtspunten en redeneering uitmuntte. Aan de vergadering werd medegedeeld, dat in 't ge zelschap Duivelend tot lid van 't bestuur van de vereeniging is gekozen de heer W. Schoo Hz., hoofd der school te Ouwerkerk. De volgende vergadering weril vastgesteld op 24 September a.s. Het schijnt, dat sommigen hier ter stede van meening zijn, dat als er sprake is van restauratie van den grooten toren alhier, daarmede bedoeld wordt een restauratie vau 't gebouw als bouwkunstig werk. Wij begrijpen niet hoe men daar aan komt. Dat kan de bedoeling niet zijn. Restauratie zal in dit geval wel niets anders beteekeneu dan reparatie voor zoover dat noodig is om 't gevaarte niet binnen weinige jaren tot een zeer gevaarlijke ruïne te doen worden, dos eenvoudig beteugeling van het afbrokkelen der buiten- bekleeding, gelijk bikken der afgebrokkelde contreforteu enz. Dergelijke voorzieningen schijnen dringend noodig en of het geld zal kosten of niet, 't zal moeten ge schieden. Ieder zal erkennen, dat we den toren be9t kunnen missen en dat zijn beteekeni9 al9 merk of baken niet overwegend kan zijnmaar wie er evenijes over nadenkt zal ook moeten erkennen, dat het afbreken en opruimen van 't gevaarte vrij wat meer zou kosten dan een reparatie, waardoor het nog weer een goed getal jaren, zonder gevaar voor instorten, zal kunuen blijven staan. In het N. v. d. D. zijn eenige welsprekende cyfers gegeven betrekkelijk het draukgebruik in Nederland. Daaruit blijkt, dat nagenoeg van elke 100 zielen één gepatenteerd drankverkooper is. Er zijn namel. in oti3 land 3906 slijters, 35090 lappers, 4962 kroeghouders en 1027 kofïiehuishouders en onder deze allen slechts 169, die enkel patent hebben als bierslijter. In 1850'51 bedroeg het totaal getal drankver- koopers 33663, in 1860'61 wa9 't 35909 en thans is het 45154, dus zoo goed als Vioo der geheele bevolking. Ougewoon levendig is dit voorjaar de trek van landverhuizers naar Amerika, zoo uit ons land als uit Duitschland. Uit ons land gaan ze vooral uit de Noordelijke provinciën O iuniugeii, Drente en Overysei. Ook van Dreischor i9 onlangs een geheel gezelschap vertrokken. Uit Leermens in Groningen gaat meer dan een achtste deel der bevolking heen. Nu wordt algemeen voor waar gehouden, dat wij nog best een paar honderdduizend menschen zoudeii kunnen missen; doch 't is jammer dat zij, die men zou kunnen missen en gaarne wilde kwijt zijn, niet heengaanvlijtige, energieke en eenig9zins vermogende menschen zijn het, die heengaau. Daardoor neemt het pauperisme der overblijvenden toe en verarmt het volk, over 'c geheel genomen. Breda is aangewezen als standplaats voor de met 1 April op te richten 3 komp. hospitaal-soldaten de werving voor die kompngnie is geopend. DE EOÜGON-MACOTARTS, natuurlijke en sociale historie eener familie onder het tweede Keizerrijk. u De Fortuin der Rou g ons." (Ie werk van de reeks. XI. Zie toch een9, zeide hij, zij is gewond, daar, onder den boezem O. Wat i9 dat goed van u, dat gij gekomen zijt; gij zult haar wel redden. Op dit oogenblik kreeg de stervende een lichte stuiptrekking. Een schaduw van 9mart ging over haar gelaat en aan haar snamgenepen lippen ontsnapte een zacht ademtochtje. Haar wijd openstaande oogen bleven op Silvère staren. Pascal had zich neergebogen, doch richtte zich nu weder op, eu zeide half luid Zij is dood. Dooddat woord deed Silvère wankelen. Hij was weder op de knieën gaan zittendoch zakte ineen als had de Ïaat9te ademtocht van Miette hem neergeveld. Dooddood 1 herhaalde hijdat is niet waar, zij kijkt me aan Gij ziet wel dat ze mij aankijkt. Hij greep den geneesheer bij de kleederen en bezwoer hem niet heen te gaan; hij verzekerde hem, dat hij 't mi9 had, dat zij niet dood was, dnt hij haar kon redden ai9 hij maar wilde. Pascal maakte zich met zacht geweld los en zei met zijn vriendelijke stem Ik kan er niets aan doen, anderen wachten mijLaat me gaan, mijn arm kind, zij is wezenlijk dood, kijk maar. Hij liet los en viel weder neer. Dood dooddat woord klonk als een doodsgelui in zijn versuft hoofd. Toen hij alleen was, kroop hij naar het lijk toe. Miette keek hem maar altoos aan. Toen wierp hij zich op haar en besproeide haar met zijn tranen. Als dol kuste hij 't lijk als om 't weder in 't leven terug te roepen, maar 't kind werd koud onder zijn liefkoozingen. De schrik beving hem, met onthutst gelaat en hangende armen bleef hij als stompzinnig zitten en herhaalde telkens: Zij is dood, maar zij kijkt me toch aanzij sluit de oogen niet, zij ziet me toch. Dat denkbeeld maakte zijn gemoed week. Hij bleef stil zitten en lang zag hij Miette aan. Silvère en Miette keken elkaar aan. De jongeling was over de doode heeugebogeu blijven zitten, te midden van 't geweervuur en 't gebrul der stervenden, zonder zelfs 't hoofd te verdraaien. Alleen bemerkte hij menschen om zich heen, en als uit een soort van schaamte, dekte hij den biooten hals van Miette toe met de plooien der roode vlag. Toen keken ze elkaar weer aan. Maar de worsteling was geëindigd. Er liepen raaunen rond over de esplanade om geen enkelen insurgent te laten ontsnappen. Een gendarme, die Silvère opmerkte onder de boomen, schoot toe en ziende dat hij met een kiud te doen had Wat doet gij daar. lummel? vroeg hij. Silvère steeds naar Miette ziende, antwoordde niet. O. Dia bandiet, zijn handen zijn zwart van kruit, riep de man uit, zich neerbukkende. Komaan, sta op canaille! Je bent er bij! En daar Silvère, half waanzinnig glimlachend, zich niet verroerde, bemerkte de man, dat het lijk dat daar in die vlag lag, 't lijk eener vrouw was. Een mooie meid, dat 's jammerZeker je beminde, he, kinkel Toen, glimlachende als een gendarme, voegde hij erbij Komaan, sta maar op, nu ze dood is heb je er toch niets meer aan. Met geweld trok hij Silvère op en sleurde hem mede, zooals men een hond aan een poot meetrekt. Silvère liet zich meetrekken, zonder een woord te spreken, als een kind. Hij wendde zich om en zag weer naar Miette. Hij was wanhopig, dat hij haar daar zoo alleen moest laten onder de boomen. Voor 't laatst zag hij haar nog uit de verte, zooals ze daar lag, kuisch, in de roode vlag, 't hoofd een weioig op zijde, met haar groote zwarte oogen in de lucht starende. Inmiddels werd de overwinning der dienaren van den man van 2 December volkomenaan enkele republikeinen gelukte het slechts te ontkomen, honder den waren in 't gevecht en 't daarop gevolgde bloedbad gevallen; velen werdeu na de overwinning door de troepen uit lautere baldadigheid vermoord. Een groote schare gevangenen werd te Plassans opgebracht. Men liet hen halt houden en hun lot afwachten op het open plein St.-Mittre, bij dia stapels balken en planken. Daar lagen de arme drommels, als vee. twee aan twee gebonden; zoo belooude de rijzende zon vau 't Keizerrijk de eenvoudige landlieden, die voor de vrijheid gevoch ten hadden. msBSÊÊÊ

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1