Buitenland. daar staan, dan kunnen we niet .anders daaruit op maken dan dit: de Transvaal heeft het proces verloren en haar totale onderwerping en versnippering, gepaard met totaal isolement der Boeren naar 'l platte land, ver van de zoogenaamde steden, is slechts een kwestie van weinig tijds. Wij zien er niet veel belangwekkends in, de tien punten stuk voor stuk en in onderling verband, hier te gaan napluizen. Slechts enkele opmerkingenDe eerste drie vormen, een van die politieke problema's waarvan tal van oplossingen mogelijk zijn, doch o. i. zal nimmer de zelfstandigheid der Transvaal, //volledig zelfbewind", ééne daarvan zijn. De mogelijkheid dat de Boeren zich door relaties met andere mogend heden, b.v. Duitschland of N.-Amerika, een zedelijken steun tegeuover de Eugelsche politiek verzekeren, is daardoor voor goed afgesneden.. De drie volgende punten wijzen den krijgsraad aan, die 't vonnis zal vellen twee generaals, waarvan een met een reputatie als Haynau, en de andere niet onbemind, en daarbij een auditeur militair in den heer de Yilliers, een man met een half Engelsch half Hollandsch gezicht. Van den kant der Boeren wordt in de commissie niemand genoemd. Denkelijk zullen eenigen van hen er als bijzitters in worden toegelaten. De taak van den krijgsraad is de orga nisatie der inboorlingen politiek a V Anglaisecl. i. als wapen tegen de niet-Engelsche Zuid-Afrikaanders en als oogenverblinding voor Europa, alsmede de afronding der Transvaal, waarvan men nu de helft die naar de zee gericht is met de Drakenbergen wel zal afsnijden. Punten 8, 9 eti 10 willen wel niet zeggen dat de Boeren de wapens neerleggen voor de Engelschen; maar toch dat zij ze thuis aan den spijker moeten gaan hangen, tot tijd en wijle de Engelscben goed vinden ze te komen ophalen. De Engelschen blijven onder de wapenen, generaal Roberts aan den voet van de passen over de Drakenbergen, dus met den sleutel van 't land in de hand en 't geweer bij den voet, terwijl de Boeren naar huis gaan en dus even tueel onmogelijk hun stellingen weer kunnen gaan innemen. Overigens is die belofte van Wood in punt 10 een Engelsche belofte, en men weet hoeveel die waard zijn op politiek gebied. 't Telegram uit Londen, dat meldde hoe Gladstone deze preliminairen in 't Lagerhuis mededeelde, zegt er bij, dat zij door de radicalen met toejuiching werden ontvangen. Door de radicalen, dat is zulk een raar woord. Ons dunkt, dat al de Engelschen ze wel mogen toejuichen het doel wordt nu bereikt zonder dat er nog meer. Engelsche soldaten door die Boeren worden doodgeschoten. Wanneer echter onze opvatting van de zaak, zooals die voor 't oogenblik is, allesbehalve gunstig mag heelen, dit belet niet dat we 't van harte zullen toejuicheu, zoodra later blijken mocht, dat de verdere ouderhandelingen eerlijk geschieden en men van deze preliminairen niet al 't misbruik gaat maken dat er van te maken is. Wij wenschen den dapperen Traus- valers den vrede gaarne toe. Alleen zou 't ons spijten als 't later mocht blijken, dat zij zich met een doode musch hebben laten vroolijk maken, dat al hun op offeringen van tijd, geld en bloed toch ten slotte niet zullen beletten dat zij worden overvleugeld en onder 't juk gebracht. Eu dan zonder genade onder dat juk plat genepen, daar kan men op rekenen. Wat de Engelschen niet in een fair fight hebben kunnen klaar krijgen, zullen ze dan doen met den hak van de laars. Onder de bijzonderheden, door de Engelsche dagblad correspondenten over den staat van zaken op 't oor- logstooneel medegedeeld, valt o. a. op te merken, dat de Boeren bij den slag op den Spitskop niet 5 maar 50 man zouden verloren hebben. Die nul hebben de correspondenten zeker te Durban of New-Castle gevonden. De beide correspondenten, die ooggetuigen geweest zijn, hebben de nul niet gezien, wel de 5. De nul-correspondenten zeggen ook, dat er schrik kelijk veel ziekten en koortsen onder de Boeren in 't kamp heerschten, maar ten slotte zeggen ze er bij, dat de Boeren flink, vol moed en strijdvaardig waren. Hoe dat zich saraenrijmt, moeten die correspondenten of hun Engelsche lezers maar weten. Geen wonder, dat de thans in princiep gesloten vrede drukke bespreking en zeer verschillende beoor deeling uitlokt. Het is niet gemakkelijk na te gaan hoeveel of hoeweiuig gewicht er te hechten zij aan 't geen de Engelsche organen in Zuid-Afrika, de En gelsche dagblad-correspondenten aldaar en de Engelsche Yango-pers, vooral de Times, zeggen. In Zuid-Afrika, heet het, is het nu gedaan met Engelands prestige. Hoogstwaarschijnlijk welen de lui, die dat zeggen, op geen andere wijze lucht te geven aan hun gevoel van teleurstelling, dat die verwenschte Hollanders niet vernietigd zijn. Men zegt, dat de militairen ook niet tevreden zijn met den uitslag. Nu, dat is die treurige militaire eer, die de Engelsche soldaten en officieren tot dusver niet bij machte geweest zijn te handhaven. Dit alles is echter vrij ondergeschikt. Van meer belang is het, zoo mogelijk uit te visschen hoe de Engelsche regeering eigenlijk over de zaak denkt en wat 'fc Parlement er van denkt. Bij de mededeeling in 't Lagerhuis zeide Gladstone punt 3 eenigszins anders dan 't hierboven is aangegeven. In 't telegram, dat de regcering had ontvangen, was gezegd, //dat de controle op de builenlandsche aangelegenheden bleef voorbe houden". Gladstone meende, dat dit wilde zeggen wat in punt 3 dan ook door hem i9 aangegeven//dat het opzicht over de buitenlandsche aangelegenheden der Transvaal aan Engeland bleef". Ook over 't woord //suzereiniteit" werd nog nadere inlichting gevraagd, waarop Gladstone natuurlijk niets anders kon zeggen dan dat ieder toch dit woord wel verstaat. Veel ophelderingen wilde de premier echter niet geven. Men moest maar wachten op 't boek, dat de stukken zou mededeelen. Wij herhalen nog eens, dat wij de preliminairen niet vertrouwen en meenen dat ze er evengoed op berekend zijn om nu de Boeren door chicanes te over winnen, als dat de mogelijkheid eener eerlijke uitvoering blijft bestaan. In ieder geval zal de onafhankelijkheid der Transvaal maar een naam zijn en niets meer. Gemengd Buitenlandsch Nieuws. Hoe druk er ter beurze van Parijs tegenwoordig ook al gespeeld wordt, laat zich opmaken uit wat men ziet gebeuren met de stichters-aandeelen Panama- kanaal. Deze stonden kort vóór liet openen der gewone inschrijving voor de leening 9000 frs. per aandeel. Zij klommen na het slagen der leening allengs tot 45000 frs., doch liepen weder tot 25000 frs. terug. Sedert zijn de stichters-aandeelen gesplitst in tiende gedeelten. Veertien dagen geleden stonden deze tiendedeelen op 3100 frs., Zaterdag op 4600 frs. en Maandag 5600 frs. geïnterpelleerd over de zaken in Atjeh. Hij heeft dit echter ietwat onhandig gedaan, waardoor de interpellatie zoo ongeveer in 't water is gevallen. Later heeft de heer van Rees den ontglipten draad weder gegrepen en op zijn beurt verlof gevraagd om den Minister te interpelleeren, nu bepaaldelijk ter zake het ontslag van generaal van der Heyden. Deze interpellatie zal op een later te bepalen dag plaats hebben. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft eervol ontslag verleend als le luit. bij het 4e bat. rustende schutterij in Zeeland, aan A. de' Vlieger, wegens verandering van woonplaats. Naar men verneemt, zal de hoofd-ingenieur G. van Diesen van Middelburg naar den Haag verplaatst worden en vervangen door den hoofd-ingenieur Brevet te Leeuwarden. Benoemd tot dijkgraaf van den Emmanuel-polder J. Oudshoorn. - j— Kunst, Wetenschap en Letteren. Naar men verneemt zal in de maand Juni te Goe9 een tentoonstelling van schilderijen van levende meesters gehouden worden. T i* a nsvaal. Woensdag. Toen we heden 't bericht lazen, dab de preliminairen geteekend zijn en de strijd dus voor- loopig geschorst is, of als geëindigd te beschouwen, we erkennen 't, maakte 't op ons geen indruk van voldoening; ja, de indruk was veleer pijnlijk eti 't was ons eer een onaangename tijding dan een liefelijke bode des vredes. Waarom 't te verhelen, dat de voorwaarden ons meer toeschijnen als een grondslag voor de aanstaande wet der tien geboden voor de overwonnen eu onderworpen Transvaal, dan een grondslag voor een eerlijke overeenkomst tussohen vrije partijen. De 10 punten luiden aldus: 1°. De suzereiniteit van de Koningin over de Transvaal wordt erkend; 2°. Aan de Boeren wordt volledig zelfbewind verzekerd 3°. Het opzicht over de buitenlandsche aange legenheden van de Transvaal blijft aan Engeland 4°. In de toekomstige hoofdplaats van de Transvaal wordt een Engelsch resident aangesteld; 5°. De Koninklijke commissie bestaat uit Sir Hercules Robinson, Sir Evelyn Wood en Sir Henry de Villiers, opperrechter te Kaapstad 6°. Deze commissie zal bepalingen opmaken tot bescherming van de belangen der inboorlingen, en schikkingen betreffende de grensaaiigelegenheden 7°. De commissie zal overwegen of wellicht eenig gedeelte, en welk, binnen een zekere grenslijn oostelijk van de Transvaal zal worden afgescheiden 8°. De Boeren trekken zich terug van den Langnek en keeren naar hunne haardsteden 9°. De Britsche garnizoenen blijven in de Transvaal, tot na afloop der definitieve regeling; 10°. Daar de Boeren zich verbinden tot uiteengaan, belooft Wood dat iiij noch avanceeren zal, noch oorlogs- voorraad zenden naar de garnizoenen. Wanneer we deze preliminairen overzien gelijk ze niet op, de schoten gingen ongeregeld af en maakten plotselinge vlammen in den rook. Een ruwe stem herhaalde, dat men daar moest sterven. Maar de uit zinnige stem, de stem vati den schrik riep nog harder i/Sauve quipeutsauve quipeatEenige mannen namen de vlucht, hun wapenen wegwerpende, over de dooden heen3pritigende. De anderen sloten de' gelederen weer aan. Er bleef slechts een tiental insurgenten over. Nog twee vluchttenen van de acht overigen werden er drie tegelijk gedood. Werktuigelijk waren de twee kinderen blijven staan zonder goed te vatten wat er omging. Naarmate het bataljou gedund werd, hief Miette de vlag iles te hooger opzij hield ze als een groote waskaars, met snamgeknepen vuisten recht voor zich. De vaan was doorboord van kogels. Toen Silvère geen patronen meer in den zak had, hield hij op met schieten en keek zijn karabijn met een onnoozel gezicht aan. Op dat oogenblik was 't, dat er een schaduw langs zijn gelaat ging, alsof een monsterachtig groote vogel met een zijner vlerken langs zijn voorhoofd streek. En de oogen opheffende zag hij de vlag Miette uit de handen vallen. Beide vuisten tegen de borst gedrukt, 't hoofd achterover met een akelige uitdrukking van smart op 't gelaat, wankelde het kind als in de rondte draaiende; zij slaakte geen enkelen kreet en zakte achterover op de roode vlag. Sta op, kom spoedig mee, zei Silvère, terwijl hij haar de hand toestak en alles voor zijn oogen draaide. Maar zij bleef liggen, de oogen wijd open, zonder een woord te spreken. Nu begreep hij 't en wierp zich op de knieën. Ben je gewond? Zeg, waar ben je gewond? Maar ze zei niets, zij stikte; zij keek hem aan met haar opgespalkte oogen, terwijl zij lichtelijk huiverde. Toen deed hij haar handen weg. Daar is 't, niet waar? daar! Eu hij scheurde haar keurslijf los, maakte haar borst bloot en zocht, doch hij zag niets. Zijn oogen schoten vol tranen. Toen echter bemerkte hij onder de linkerborst een klein rooskleurig gaatje; een enkele druppel bloed besmeurde de wond. Dat zal niets te beduiden hebben, stamelde hij ik zal Pascal gaan opzoeken, die zal u wel helpen. Als je maar op kon staanKun je niet opstaan De soldaten schoten niet meer; zij waren links af getrokken op de contingenten los, van den man met de sabel. Er was niemand meer op de leege esplanade dan Silvère, geknield bij 't lichaam van Miette. Met de stijfhoofdigheid der wanhoop had hij haar in zijn armen genomenhij wilde haar oprichtenmaar nu kreeg het kind zulk een schok van de pijn, dat hij haar weder nederlegde. Nu smeekte hij haar: Spreek dan toch tegen me, bid ik je. Waarom zeg je me niets Zij kon niet. Zij bewoog de handen zacht en langzaam, alsof ze zeggen wilde, dat zij 't niet helpen kon. Reeds werden haar saamgenepen lippen dunner onder den vinger des doods. Met losgerukte haren, 't hoofd in de roode plooien van de vlag gerold, lag ze daar, en er was niets meer aan haar dat leefde dan haar oogen, die zwarte oogen, die blonken in haar bleek gelaat. Silvère snikte. De blik van die groote smartelijk starende oogen deed hem zeer't Was of Miette tot hem zeide, dat zij alleen weggingZijn tranen bevochtigden ziju gelaat. Hij kuste het doodsbleeke vel van 't kind. 'fc Was of die kussen een laatste vreugdevonk in Miette's oogen deden sprankelen. Zij hadden elkaar zoo lief en hun, idylle vond nu de ontknooping in den dood. Maar hij kon niet gelooven, dat zij sterven ging. Hij sprak Neen, je zult zien, 'fc is niemendalSpreek maar niet als je pijn hebtWacht, ik zal je hoofd wat opbeurendan zal ik je warm maken, je handen zijn ijskoud. Het geweervuur begon weder links in de olijftuinen. Men kon den galop der paarden hooren in de vlakte der Nores. En nu en dan hoorde men luid geschreeuw van menschen, die gekeeld werden. Dikke wolken rook kwamen op en dreven onder de olmen van de esplanade door. Maar Silvère hoorde niets meer en zag niet9 meer. Daar kwam Pascal aanloopen; hij bemerkte hem naar den grond gebukt zittende en schoot toe, daar hij meende dat hij gewond was. Zoodra de jongeling hem herkende, klemde hij zich aan hem vast en wees hem naar Miette. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 2