ZÏËÏÏTkZEËSCElE COURANT. voor het arrondis- sesneiit Zierikzee. 1881. No. 22. Zaterdag 19 Maart. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F euilleton. STATEN-GENERAAL. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PEIJS DEE AD VEET ENTIEN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 16 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffnede, gelieve raeu uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEND!ART. Binnenland. ZIERIKZEE, 17 Maart 18 8 1. Te Middelburg hebben eenige belangstellenden stap pen gedaan om een comité tot stand te brengen voor 't houden van een collecte langs de huizen der inge zetenen, waarvan de opbrengst voor de Transvaal zou bestemd zijn. Men wilde iets dergelijks ook trachten te doen geschieden in al de dorpen van Walcheren. De zuivere opbrengst der verloting ten behoeve der Dorcas-Vereeniging is f 324,10. Over het voorstel van den Minister van Waterstaat, dat Rotterdam een tiende zou bijdragen in de kosten, die de Staat nog zou moeten maken voor het afwerken van den Waterweg naar zee, welke bijdrage hoog stens drie millioeu zou kunnen bedragen, hebben B. en W. van Rotterdam een gunstig advies uitge bracht. Ze stellen aan den Raad voor, die bijdrage te verleeuen, op voorwaarde dat er alleen sprake zal zijn van een open vaarwater, zooals bij de wet van 1863 is bedoeld en zooals ook nu weer door de Staatscom missie voorgesteld is geworden. Verder zouden B. en W. in de overeenkomst met het Rijk een termijn willen bepalen, tot hoe lang de gemeente tot die bijdrage gehouden zal zijn, ten einde eenerzyds de bespoediging van het werk ie bevorderen en om anderzijds in het belang der gemeente-financiën niet onbepaald onder een voortdurende schuldplichtig heid gebukt te gaan. Ook zoude volgens B. en W. een bepaling niet mogen ontbreken, dat de scheep vaart met geen Rijkslasten worde bezwaard. Het Nederlandsch eskader, bestaande uit de stoom schepen //Van Galen", //Leeuwarden" en //Marnix", onder bevel van den kapitein ter zee J. W. Binkes, kwam Vrijdagavond te 11 uren ter reede van Algiers aan. Den volgenden morgen werd het verwelkomt door den Franschen admiraal en den Nederlandschen consul, bij wien zich aangesloten had onze landgenoot mr. W. C. M. De Jonge van Ellemeet en zijn dochter, die zich tijdelijk te Algiers bevinden. Een ruiker van roode anjelieren, witte madeliefjes en blauwe viooltjes gaven, evenals de driekleur aan de vensters van hun hotel, uitdrukking aan de gevoelens, waarmede het verschijnen der Nederlandsche vlag in die wateren begroet werd. Naar men verneemt, zegt de Locomotief, is door den heer Van der Smissen bij den officier van justitie eeu aanklacht ingediend tegen den persoon van Bouman te 's Gravenhage, wegens het afleggen van valsche getuigenis. TWEEDE KAMEB. Nu eindelijk en ten langen leste de rente-wet aan de orde zou komen, of liever in behandeling, want 't ontwerp is al sinds 14 October aan de orde, nu heeft de Kamer twee dagen zoek geholpen met rede neeringen over de vraag of 'l niet beter was de rente-wet maar ter griffie te deponeeren. Het was de heer van Houten, die door zijn motie deze vraag stelde. De motie strekte volgens de toelichting tot uitstel van de behandeling der rente-wet. Wij vinden 't eigenlijk de moeite uiet waard om al 't gepraat over de motie in bijzonderheden na te gaan. Feitelijk was de motie wel niets anders dan een poging om den tegenwoordigen Minister van Financiën te ver plichten zijn finaüciëel beleid naar de Vragen des Tijds te schikken. De Miuister ging een stapje verder en verklaarde voor zich er een portefeuille-kwestie in te zien, 't geen we wel willen erkennen, dat nog zoo heel ver gezocht niet was. Hoe onvoldoenlijk echter de heer van Houten ook is, zóóver wilde hij toch niet gaan. Hij trok zijn motie in en ofschoon de heer Schimmelpenninck van der Oye haar daarop overnam en de heer van Eek een andere motie voorstelde, die al op 't zelfde neerkwam, zoo heeft de Kamer toch met 52 tegen 29 stemmen en ten aanzien der motie van Eek met 51 tegen 36 stemmen besloten, dat de rente-wet zal behandeld worden. Indirect kan men in deze stemming zoo iets als een eerste lezing der wet zien, al laat 't zich wel voorzien dat de rente-wet er niet met zooveel glans door zal gaan. 't Is waar, bijna alle sprekers hebben betuigd dat zij vóór een rente-belasting zijn, doch dat wil nog niet zeggen dat zij ook als 't er op aan komt werkelijk voor de wet zullen steramen. Een incident heeft zich bij deze gelegenheid op gedaan. De Minister Vissering gebruikte in zijn de- fiuilieve wederlegging van de moties het beeld van de //ijzeren jonkvrouw/', 't bekende marteltuig uit de kerkers der inquisitie. Als de ketter zijn zonde beleden had en deze hem vergeven was, dan mocht hij een beeld der II. Maagd omhelzen. Dit beeld was echter een helsche machine; 't was van ijzer en de arme zondaar werd in die ijzeren armen dood ge knepen. Dit gaf den lieer Schaepraan aanleiding om voor de inquisitie op te komen, 5t welk door eenige leden werd toegejuicht. Zco ziel men soms onverwachts de aap uit de mouw komen. Nu, 't is waar, de heer Vissering had kunnen zeggen de //ijzeren jonkvrouw" en de H. Maagd er buiten kunnen laten. Zoo was 't zwakke gemoed van eenige leden minder gehinderd. Wij voor ons vinden niet dat de historische aanhaling als rethorisch hulpmiddel in dit geval ongepast was, en wie zulke //ijzeren jonkvrouwen" ridderlijk wil verdedigen, moet dat weten. Benoemingen, Besluiten, enz. Benoemd tot inspect, der registr. en domeinen te Groningen de heer J. v. d. Laan, thans inspect, in 't distr. Zierikzee; tot inspect, in het dist. Zierikzee de heer J. S. Kaempff, thans ontvanger te Kampen tot ontvanger der registr. en dom. te Culenburg de heer A. M. De Kruijff te Tholen. Kunst, Wetenschap en Letteren. Paul Alexis, de vriend en bewonderaar van Emil Zola, zegt dat van de romans, die Zola nog van plan is te schrijven tot voltooiing zijner serie der //Rougon- Macquarts", één het volksleven zal beschrijven; één zal een militaire roman zijn, waarin de val van het tweede Keizerrijk zal worden beschreven. Verder zal één van de reeks gewijd zijn aan het leven der boeren, één aan de kunst, één aan de groote magazijnen als de z/Louvre" of de //Bon Marché", één aan de spoorwegen en één aan de wetenschap. DE EOTIGON-MACaUAETS, natuurlijke en sociale historie eener familie onder het tweede Keizerrijk. uDe Fortuin der Hou gons (Ie werk van de reeks.) VIII. Zoo was hun eerste ontmoeting in dien verloren hoek, waar zij zulke gelukkige uren zouden doorbrengen. Van dien avond af zagen zij elkaar daar bijna eiken avond. Den put gebruikten zij voortaan enkel om elkan der te waarschuwen als er onvoorziene verhinderingen kwamen, of als zij andere uren moesten afspreken eti voor al die nietige doch in hun oog gewichtige berichten, die geen uitstel konden lijden; hij die dan wat mede te deelen had behoefde slechts de katrol in beweging te brengen, want het scherpe geluid daarvan kon men ver hooren. Maar ofschoon zij soms elkaar twee of drie maal op die wijze riepen om nesterijen van groot gewicht te vertellen, smaakteii zij hun wezenlijke vreugd alleeu des avonds in die stille gang. Miette was schier altoos juist op den tijd present. Gelukkigsliep zij boven de keukeu, in eeu kamer waar voor haar komst in 't huis de winterprovisie geborgen werd en waartoe eeu afzouderlijk trapje toegang gaf. Zij kon altoos uitgaan zonder dat baas Rebufat of Justin 't zagen. Trouwens, voor het geval dat deze laatste haar ooit mocht zien thuis komen, rekende "zij er op hem een praatje te vertellen en hem aau te kijken met dat zure gezicht, waar hij niet tegen kon. Nu ving voor de beide kinderen een meer intieme kennismaking aan, die ruim twee jaar duurde, doch die steeds volkomeu rein en onschuldig bleef. Allengs geraak ten zij zoover op hun gemak, dat zij wel eens's avonds laat soms 't veld van St.-Mittre verlieten en dan verre wandelingen gingen doen, waarmede een deel van den nacht omging. Wij zullen deze lange geschiedenis hier niet volgen en enkel nog in 't kort de treurige ontknooping van deze schoone idylle raededeelen. Men weet, dat in 't begin van dit feuilleton Silvère is opgevoerd, en verhaald hoe hij op dien helderen Decem beravond met een geweer bij zich, uit 't huis van zijn grootmoeder 't veld St.-Mittre overging en in de bekende gang sloop tusschen de stapels planken eii den muur. Hij wachtte daar Miette af en 't was ook de laatste maal, dat hij met haar daar een onderhoud had. Die beide jonge levens, ofschoon pas aan 't ont luiken, liepen reeds ten einde. 't Was toen in de Decemberdagen na den coup d'état van Louis Napoleon. Men weet, dat die verraderlijke streek, ondanks 't groot aantal medeplichtigen en ge dienstige werktuigen, toch hier en daar heftigeu tegen stand heeft uitgelokt. Vooral in 't zuiden was de volksklasse niet gezind lijdelijk toe te zien, dat de Republiek zoo door één enkel man, geholpen door andere enkelen, geworgd werd om plaats te maken voor een onzekere toekomst. Maar tegenover den vrijheidszin van de menigte der geringe menschen in de steden en op 't platte land, was ondertusschen de eerzucht opgekomen van eenigen uit de burgerklasse. De geschiedenis van Miette en Silvère is eigenlijk slechts eeu episode uit de geschiedenis, die in 't boek La Fortune des Rougon verhaald wordt. De hoofdzaak is 't ontwikkelings-proces van geld- en eerzuchtigen, die zich naar boven werkten door behendig te speculeeren op de tijdsomstandigheden en die door in den kleinen kring van 't stadje Plassans de belangen van Louis Napoleon te dienen, voor zichzelven den weg baanden tot rijkdom en aanzien, ja voor eenigen barer leden tot de hoogste positiëa in 't nieuwe Keizerrijk. De schets die Zola daarvan geeft is zeer onderhoudend en kan vermoedelijk wel voor type doorgaan van 't geen in verreweg de meeste gemeenten van Frankrijk destijds is omgegaan. Bekend is 't, dat een der ergernissen tegen zijn geschriften juist daarin bestaat, dat sommige familiën als met den vinger worden aangewezenzoo zelfs dat men bepaalde namen heeft genoemd, die men slechts voor de namen uit den roman had in de plaats

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1