BuitenlandscE Overziclit. Buitenland. Uit het programma der letterkundige en muzikale feestviering in 't gebouw Felix Meritis te Amsterdam ter herinnering van den 300steu geboortedag van P/eter Corneliszoon Hooft, op Woensdag 16 Maart 1881, 's middags te 1 ure, blijkt dat alsdan de feestrede zal gehouden worden door dr. W. Dorenbosch; daarna zullen muzikale en dramatische voordrachten en reciet van verzen uit Hoofts werken elkander afwisselen, 't Geheel zal een eigenaardige Hooftsche kleur hebben. Mevr. Kleine Gartman, mej. Josephina de Groot, Anna Sablairolles, en Benedict?, de heeren Joseph Cramer, H. Bosnians, Jan C. de Vos, J. Rogmans, dr. Jan Ten Brink, ziedaar de namen der personen, die hun taleuten ten beste geven om de verschillende nommers van 't program te doen slagen. De optocht van Felix Meritis naar 't Hoofts huis (no. 65 Keizersgracht), waar de buste van Hooft in den gevel dan onthuld zal worden, zal een gondeltocht zijn. De toegnngkaarten voor een heer met twee dames, kosten f 10. Met belangstelling zullen velen vernemen dat Z. M. de Koning sedert eenigen tijd bijzondere blijken van belangstelling heeft gegeven aan de vereeniging //Het Nederlandsch Tooneel". Na de bezoeken door HH. MM. aan de voorstellingen der vereeniging in den schouwburg in den Haag gebracht, heeft Z. M. het koninklijk subsidie van f 15000 tot f 25000 verhoogd en 't subsidie van de Tooneelschool is weder op f 5000 gebracht. Ook heeft Z. M. beschikbaar gesteld 1 gouden, 2 zilveren en 2 bronzen medailles jaarlijks toe te kennen aan de leerlingen der tooneelschool, die met liet beste gevolg hun eind-examen hebben afgelegd. Nog heeft Z. M. zijn particulier archief betreffende tooneelzaken, ter beschikking gesteld van den Raad van Beheer der tooneelschool. De Vereeniging //Het Nederlandsch Tooneel" is uit- genoodigd in den aanstaanden zomer door haar gezelschap voorstellingen op het Loo te doen geven. Te Napels heeft Donnizetti's //Maria de Rohan" fiasco gemaakt en is Wagners //Lohengrin" met groot succes opgevoerd Duitschlancl en Griekenland liggen samen overhoop over de opgravingen te Olympia. Volgens de over eenkomst heeft Duitschland recht op alle oude kunst voorwerpen waarvan duplicaten zijn gevonden. De Duiische regeeritig eischt nu 2000 voorwerpen op, die de opgravers hebben gevonden eD waarvan de Grieken zeggen, dat geen duplicaten zijn ontdekt, 't Zal wel geen casus belli worden. Op de prijsvraag, door de //Academie voor Beel dende kunsten en Technische wetenschappen" te Rotterdam uitgeschreven, zijn 16 antwoorden inge komen. Gevraagd waseen ontwerp van een museum voor kunst-industrie, met school en bibliotheek. In het Observatorium te Parijs zal een toren gebouwd worden van 20 meter hoogte en 7 meter in middellijn bestemd voor den grooten teleskoop van Eoucault, die 15 meter lang en 2 meier in diameter is. Een groote gebeurtenis trekt voor 't oogetiblik de aandacht van de andere buitenlandsche aangelegen heden en verwikkelingen af om ze geheel te vestigen op Rusland. Daar is weder een Czaar vergaderd tot zijn vaderen en dat op de wijs als de meesten dier vaderen, door moord. Dat schijnt nl9 een noodlot vei bonden te zijn aan de waardigheid of onwaardigheid van despotisch beheerscher van 80 millioen menschen. 't Is of de machtige man op wiens wenken duizenden en tienduizenden naar alle oorden uitgaan om dood en vernieling en slavernij te brengen, de man, in wiens naam duizenden anderen en daaronder die tot edelsten van ons geslacht behooren, als vee in ketenen geklonken worden weggevoerd uit de samenleving om in de Siberische mijnen slavenarbeid te verrichten't is zeggen we of die man op zijn beurt door nog sterker despoot is aangegrepen en als een verminkt lijk neergesmakt op de straatkeien zijner hoofdstad 1 «St. Petersburg, Zondag 13 (1) Maart. Toen lieden te 21/3 uur de Keizer in een gesloten rijtuig van de parade bij de Ingenieurskazerne terug keerde, en langs het Calharina-kanaal reed, werd een bom geworpen onder zijn rijtuig, dat. verbrijzeld werd. De Keizer stapte er ongedeerd uit, toen een tweede bom werd geworpen, die hem de beenen bij liet onderlijf wegnam. Z. M. werd naar het Winterpaleis vervoerd. Toen hij daar te half 5 ure aankwam was hij reeds overleden. Er zijn meer dan 20 personen gewond." Ziedaar 't vreeselijke bericht, zoo onbarmhartig hard, kort eu prozaïsch als de ware telegrammen doorgaans zijn. l)e onware zijn of heel mooi of heel dwaas, dit akelige telegram is zeer eenvoudig en onopgesmukt Trouwens 't spreekt uit zichzelf al genoeg. Onwillekeurig denken we terug aan den nawinter van 1855 toen na den piotselingen dood van Keizer Nicolaas, Alexander II als Czaar optrad. Hij was toen een man in de kracht van 't leven, 37 jaar oud; naar men zeide vol illuziën, vol goeden wil en op wien als op alle jonge Czaren vóór hem aller oogen, millioenen oogen gevestigd waren als op een heiland van wien men 't goede, alles goeds mocht wachten. En thans! Daar ligt de verminkte romp neder in 't in rouw gedompelde paleis. Eu daar buiten klinkt 't op 't officieel commando, ondersteund door den schorren donder der kanonnen: leve de Keizer! leve Czaar Alexander III, Alexandrowitsch Zou ook deze zijn. illuziën hebben! Men mag wel vragen zou de nieuwe Czaar hij is ook een man van 37 jaar wel tijd hebben om mensch te zijn, nu hij op zijn beurt Czaar is, en den persendén last te torschen krijgt van den looden schepter, waaronder'80 millioen natunrgenooten moeten bukken 1 Nu, laat dit zijn zooals 't wil. Wie Czaar aller Russen wezen wil en door zijn geboorte wezen moet, drage er ook maar den last van. Gelukkig dat niet ieder verplicht is die treurige rol te spelen. Het spreekt van zelf, dat dit feit zijn oorzaken heeft en ook zijn gevolgen wel hebben zal. Reeds meermalen hebben we 't geschreven, dat we van de middeleu die de hervormingspartij gebruikt, gruwen doch de loop der feiten is niet onnatuurlijk. Wij twijfelen echter of keizerinoord nu juist het rechte middel wel is om de komst van beter dagen te verhaasten. Wij voor ons houden Alexander II niet voor den meest schuldigen in een staat van zaken, waaraan zulk een zwerm van in gond beslagen mis dadigers, veel grooter aandeel heeft dau hij. Maar 't is 't lot van despoten, dat zij ook in hoogste instantie verantwoordelijk geacht worden voor alles dat zij die had zij nooit dien muur doorboord, dan zou Silvère daar niet in dien verloren hoek staan bij een meisje, om zich te bedwelmen met een geluk, dat den dood vertoornt en jaloersch maakt. Na een oogenblik van stilzwijgen kwam zij, zonder een woord te zeggen, den knaap bij de band nemen. Mogelijk had zij hen daar wel aan den voet van den muur laten babbelen, zoo zij zich niet als medeplichtige gevoeld had aan die doodelijke zoetheden. Terwijl zij met Silvère wegging, keek zij om op 't hooren van den lichten tretl van Miette, die haastig haar kruik had opgenomen en dwars over 't veld vluchtte. Zij liep als eeu zotinne, blij dat zij er zoo goedkoop afgekomen was. Onwillekeurig glimlachte tante Dide, toen zij haar daar 't veld zoo zag over huppelen als een weggeloopen geitje. Zij is nog heel jong, mompelde zij. Zij heeft den tijd nog. Ongetwijfeld meende zij, dat Miette den tijd nog had om te lijden en te schreien. Vervolgens de oogen weder op Silvère slaande, die mr-t verrukking den loop vau 't kind in de heldere zon gevolgd had, voegde zij er enkel bij Pas op mijn jongen, daar gaat men dood van. Dat waren de eeuige woorden, die zij bij dat avontuur sprak, dat al de smarten weer had opgewekt, die in haar binnenste sluimerden, 't Stilzwijgen was haar tot een soort van godsdienst geworden. Toen Silvère in huis wa9, draaide zij het slot van de deur af en wierp den sleutel in den put. Zoo was zij zeker, dat de deur haar nimmer weer medeplichtig zou maken. Een oogenblik kwam zij nog terug om haar te bekijken en gevoelde zich gelukkig, dat zij weer haar somber en onbewegelijk aanzien herkregen had. Het graf was weer gesloten, de lichte opening voor altoos gestopt, door die weinige planken, zwart van de vochtigheid, groen van 5t mos en waarop de slakken als zilveren tranen hadden geschreid. Er verliepen twee dagen eer de jongelieden elkaar weder zagen. Toen Miette weer aan den put durfde komen, beloofden zij elkaar, dat uitstapje van twee dagen te voren niet meer te zullen herhalen. Ondertusschen had hun ontmoeting, die zoo plotseling verstoord was, hun een levendige begeerte ingeboezemd om weder zoo eens samen te zijn, ergens op een goed eenzaam plekje. Het vermaak moede dat de put hun opleverde, en tante Dide geen verdriet willende aandoen, met Miette aan gene zijde van den muur op te zoeken, smeekte Silvère 't kind ergens auder3 bij hem te komen. Hij behoefde haar dit trouwens niet zoo dringend te vragen. Zij lachte 't denkbeeld met voldoening toe als een kleine deern, die nog niet aan 't kwade denkt; wat zij 't grappigst vond was, dat zij op die manier dien spion van een Justin te slim af zou wezen. Toen zij 't hierover eens waren, bepraatten zij lang en breed de keus van een ontmoetingsplaats. Silvère stelde onmogelijke schuilhoeken voor; hij dacht aan wezenlijke reizen, of wel, hij wilde bij 't meisje komen te midder nacht in de schuren van 't Jas-Meiffren. Miette, die als goden willen troonen boven de volken, ook kunnen verwachten vroeg of laat door de afvallige of ontnuch terde aanbidders van het voetstuk worden geworpen, omdat ze toch niet wezenlijk almachtige goden waren. Alexander II heeft ongetwijfeld zijn periode van goeden wil gehad. Hij heeft den moed gehad door de emancipatie der boeren een stap te doen, die hem, gelijk bij ervaring is gebleken, de boereu niet heeft doen winnen, noch hen gelukkiger gemankt dan zij waren, terwijl hij hem een overgroot deel des adels tot vijanden*heeft verwekt. Beter zou 't geweest zijn nis hij voor geleidelijke ontwikkeling krachtig gearbeid had, nis hij wat millioe nen minder voor veroverings-oorlogen in Europa en in Azië had besteed en wat meer voor volksonderwijs, voor eerlijk recht voor eerlijke politiemaar om dat te kunnen doen had hij machtiger nog dan een Czaar zijn kan moeten wezen. We gelooven trouwens niet, dat Rusland, vóór't een soort van groote politieke en sociale liquidatie heeft ondergaan, ooit de regeeringen eener geregelde gezonde ontwikkeling deelachtig zal worden. Daartoe is 't kwaad te groot, te diep geworteld, te ver ingekankerd. 't Laat zich voorzien, dat de reactionairen van alle landen, vooral waar 't cesarisme nog tiert en daar waar 't misschien op zijn laatste beenen loopt, munt zal slaan uit 't geduchte feit. Dat is ook een vooraf te weinig berekende gevolgen van zulk een geweldige daad. Een gruweldaad op zichzelf, geeft zij nog weer meer voet nan hen, die met den voet op den nek der volken staan, zij 't ook ongegronde aanleiding, dien voet nog wat vaster neer te drukken. Transvaal. Het doet ons inderdaad leed, ook om den wil onzer arme Boeren, dat die leelijke bommen daar te Petersburg gesprongen zijn. Als de Engelsche Tories nu slim zijn en dat zijn ze! dan wenden zij de plublieke aandacht naar Windsor, gaan wat luisteren over Eónian9, Ieren dynamiet enz. als ware een Engelsche parlementaire koningin weinig beter dan een Russisch alleenheerscher, en lokken zoo de attentie van de Zuid Afrikaansche zaken af. 't Zou ons innig spijten, daar werkelijk de publieke meening in Engeland meer en meer een gedaante gaat aannemen, die doet verwachten dat Gladstone en zijn vrienden, zonder zich te storen aan 't'gejank der gango's, nu eens recht en gerechtigheid zou gaan bedrijven en geen roof en geweld. Tot op Zaterdag hield men zich te Londen en in 't Parlement nog maar alleen op bij de vraag of Wood 't eerst van een wapenstilstand gesproken had dan wel Joubert. De regeering zei leukjes dat zij 't niet precies wist, ofschoon zij 't, dunkt ons, wel weten moest. Enkele stemmen zeiden dat Brand de Vrijstater 't geweest was. De Britsclie trots zou graag gewild hebben dat 't Piet Joubert was geweest. Waar een ijdel volk al niet aan hangen kan Wij voor ons meenen dat Wood 't zelf geweest is, die eerst van wapenstilstand heeft gepraat, doch altoos op grond der onderhandelingen die reeds bij Colley's leven waren begraven. Of 't nu Wood ernst was dan wel eeu streek om tijd te winnen, dit moeten we daar laten. Zeker is 't dat de wapenstilstand als tijdvak geheel meer praetisch was, trok de schouders op en verklaarde, dat zij ook eens verziunen zou. Den volgenden dag bleef zij niet langer dan een minuut aan den put, om even Silvère toe te lachen en hem te zeggen, dat hij zich 's avonds tegen 10 ure achter op het veld St.-Mittre zou bevinden. Men.kon denken dat hij er op tijd wasDen beelen dag had hij zijn geest gespitst op die keus van Miette. Zijn nieuwsgierigheid nam nog toe, toen hij in die nauwe gang gekomen wa9, tusschen de hoopen planken en deu muur. //Van dien kant zal zij komen", zei hij bij zichzelven, den kant uitziende van den weg naar Nice, toen hij op een9 een gerucht in de takken hoorde achter den muur en boven den kruin een lachend, blozend kopje zag verschijnen, dat hem vroolijk toeriep Ik ben 't En 't was werkelijk Miette, als een jongen in den mosrbezieboomen geklommen, die thans nog daar langs de omheining van 't Jas staan. In twee sprongen bereikte zij den grafsteen, die daar bij den hoek vau den muur half in den grond gezakt stond, achter in de gang. Silvère zag haar met verwondering en ver rukking naar beneden klimmen en dacht er zelfs niet aan haar te helpen. Hij greep haar beide handen en zei: Wat ben je vlugje klautert beter dau ik. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 2