ZlllUkZII.SIIÏ! COURANT.
voor het arrondis- sement Zierikaee.
1881. No. 20. Zaterdag 12 Maart. 84ste jaargang
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
F e uille t o n.
Schetsen uit de werken van Emile Zola
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,— Franco per post ƒ1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1B regels, mitscontantbetaald, 25 ct.
Alle stukken, tie redactie betreffnede, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I.AKEM1 A\.
Zierikzee, 9 Maart. Bij de plaats gehad hebbende
herstemming voor een lid van den Gemeenteraad zijn
uitgebragt 244 stemmen, waarvan 8 in bl.env. onvv.
Gekozen is de heer S. J. Ochtman Johz. met 119
stemmen, terwijl Jhr. Mr. van Kinschot 117 stemmen
verkreeg.
Uitslag der verkiezing voor 1 gemachtigde in het
kiescollegie, bij herstemming tusschen de heeren J. J.
Keiler en mr. J. P N. Ermerins.
Ingeleverd zijn 248 stembiljetten, waarvan 2 in blanco
en 1 van onwaarde, op den heer J. J. Keiler ver-
eenigden zich 139 stemmen en op deu heer mr.
J. P. N. Erraerius 106. Zoodat alzoo de eerstgenoemde
is gekozen.
Uitslag der door het Dag. Best. van het Waterschap
Schouwen op 10 Maart 1881 gehouden aanbesteding
van het leveren en verwerken aan den oever van het
Waterschap Schouwen van 3050 scheepston stortsteen
aan de Districten Zuidhoek, Borrendamme, Plaauwers
en Langendijk, volgens bestek No. 78, bij inschrijving
en opbod. Laagste inschrijver Marinus Adriaanse te
Sliedrecht voor f 8964,
Bij opbod niet gemijnd is de genoemde laagste
inschrijver aannemer geworden.
Het leveren van 1135 M3 grint voor het onder
houd der rijbanen over de kruinen en binnenbermen
der zee- en inlaagdijken van het Waterschap Schouwen
aan de opgegeven losplaatsen, volgens bestek No. 79,
bij enkele inschrijving. Laagste inschrijver Gebroeders
Peters te Nijmegen voor f 2,18 per M3, die aannemers
zijn geworden.
Uitslag der door de commissie voor de grintwegen
in Schouwen op 10 Maart 1881 gehouden aanbe
steding van het leveren van 815 M3. grint voor het
onderhoud der grintwegen te leveren aan de opgegeven
losplaatsen volgens bestek No. 79 bij enkele inschrijving.
Laagste inschrijver L. Dorst te Brouwershaven voor
f 1,80 per M3., die aannemer is geworden.
Onlangs heeft in Noord-Holland de fiscus de
boekdrukkers voor hun snelpersen aangeslagen als
molenaars. De belanghebbenden hebben zich daar
tegen verzet bij Gedep. Staten der provincie en zijn
terstond in 't gelijk gesteld en als molenaars weder
afgedankt. In Zuid-Holland hebben de boekdrukkers
molenaars er handen met geld voor uitgegeven om
ook van de molenbelasting ontslagen te raken, doch
zonder eenig gevolg.
Hoe zou dat toch zoo zitten, dat 't geen recht is
in de eene provincie dit niet is in een andere?
Volgens gerucht zou het Rotterdamsche feestgebouw
van zijn tegenwoordige standplaats worden overgebracht
naar den Binnenweg onder de gemeente Delfshaven.
Het panorama te Arasterdam is sedert de opening
bezocht door 16500 personeu. Ondertusschen raakt
't niewlje er af en verlangt 't kijklustige publiek
naar iets anders.
De pastoor van 't Heike, zuidwaarts van Roosendaal,
heeft een vijftigtal noodlijdenden door den watersnood
gedurende twee maanden gevoed en verpleegd en
elke geldelijke subsidiëu, hem door de watersnood
commissie aangeboden, afgeslagen. Eere dien waardigen
herder
De Groningsche fancy-fair heeft f 6000 schoon
opgebracht, die bestremd zijn voor verschillende lief
dadige doeleinden.
Op de Zuiderzee en op sommige wateren in
Friesland zwalkten de laatste dagen nog steeds groote
massas ijs rond, die door wind en stroom her- en
derwaarts gedreven, dan op 't eene dan op 't andere
punt de vaart stremden en zelfs onderscheidene
schepen in gevaar brachten.
Te Arnhem is door de Arnhemsche Kiezersvereeniging
en eenige invloedrijke kiezers van buiten voorloopig
tot candidaat voor 't lidmaatschap van de Tweede
Kamer gekozen, voor de vacature Dullert, mr. W.
Thorbecke.
Naar men verneemt zal met 1 Mei a.s. in den
Haag een brigade van 35 man maréchaussee en een
officier van dat wapen voor goed gevestigd worden.
De buiten gebruik gekomen koninklijke stallen op
het //Valkenhof" zullen waarschijnlijk voorloopig als
kazerne voor die brigade worden aangewezen.
Als men 't zoo memen wil, is 't weinig eer voor
de Residentie dat men daar ondanks het sterke gar
nizoen, de talrijke politie, de rijkspolitie en allerlei
gerechtsdienaren, nog een corps van geweldigen bij
uitnemendheid noodig heeft, of noodig acht.
Het on weder met storm, regen en hagel, dat
Maandag namiddag zoo op eens kwam opzetten heeft
over een groot deel van het land gewoed en op
onderscheidene plaatsen vrij wat schade gedaaner
zijn ook menschen bij omgekomen, zoo zijn o.a. een
schippersvrouw en twee kinderen verdronken, van een
zinkend vaartuig, op de hoogte van Ouderkerk
a/d. IJsel.
De heer mr. A. F. H. Luijbeu heeft zijn benoeming
tot lid van den Raad van State niet aangenomen.
N. R. Ct.
Het schijnt dat de Ultramontanen in de Tweede
Kamer zelf verrast zijn door 't feit dat juist zij
verreweg 't grootst aantal stemmen hebben geleverd
die tegen het verlof voor de interpellatie waren.
Zoo beschouwen we althans het op die stemming terug
koraeu bij de interpellatie zelf door de heeren Reij-
denrijck en Vermeulen. De heeren hebben zich bij
die gelegenheid beiden verontschuldigd en beluigd
dat ook zij Transvalers-vrienden willen geacht worden.
De heer Heijdenrijck vond zelfs dat er kwade trouw
onder schuilen moest als iemand uit die stemming
afleidde dat de Ultramontanen nu juist niet zoo bij
zonder veel sympathie hebben voor de orthodoxe
Boeren. Na 't excuus van die heeren zal nu wel
niemand meer twijfeleu hoe zij 't meenden toen ze
met hun stem tegen Lentiug zeidenoch zwijg toch
van die Boereu 1
De volgende heerenTak van Poortvliet, Van
Wassenaer van Catwijck, Schiraraelpenninck van der
Oije, De Bruiju Kops, van der Linden, Heijdenrijck,
DE ROUGON-HACOTARTS,
natuurlijke en sociale historie eener familie onder
het tweede Keizerrijk.
f/De Fortuin der RougonsJ
(Ie werk van de reeks.)
VI.
Als hij 's avonds in het vertrekje waar hij sliep
zich opgesloten had, na zijn lampje aan 't hoofdeind
van zijn stroobed gehangen te hebben, dan vond hij
Miette terug op elke bladzijde van 't oude bestovene
boekdeel, dat hij zoo voor de hand had weggegrepen van
een plank boven zijn hoofd en waarin hij zich aan
dachtig verdiepte. Er kon in zijn lectuur geen sprake zijn
van een jong meisje, van een mooi en goed schepseltje,
of hij zette daar terstond zijn vrijstertje voor in de
plaats. En dan voerde hij zichzelven ook teu tooneele.
Las hij een romaneske historie, dan was de ontknooping,
dat hij met Miette trouwde, of met haar stierf. La9
hij echter een of ander staatkundig vlugschrift, of de
een of andere zware verhandeling over de staathuis
houdkunde, aan welke hij de voorkeur gaf boven
romaus, 't welk voortvloeide uit de zonderlinge liefde
der halve geleerden voor zware lectuur, dan wist hij
er raad op, haar in te weven in die doodelijk ver
velende zaken, die hij zelf niet kon begrijpen 't was
hem dan als moest hij leeren, hoe hij goed en lief
hebbend voor haar zou wezen als zij getrouwd zouden
zijn. Zoo mengde hij haar in zijn ijlste droomerijen.
Door die reine teederheid beschut tegen de vuilheden
van sommige vertellingen uit de achttiende eeuw, die
hem in handen vielen, hield hij er inzonderheid van
zich met haar op te sluiten in die humanitaire droome
rijen, in onze dagen gekoesterd door groote geesten,
die door de hersenschim van 't algemeen geluk aan
't dolen gemaakt zijn. In zijn gedachten was Miette
een nookzakelijkheid voor de afschaffing van het pau
perisme en de besliste zegepraal der revolutie. Wat
al nachten bracht hij door in koortsachtige leeswoede,
terwijl zyn ingespannen geest zich niet kon losrukken
van 't boek en hij dit twintigmaal neerlegde en weer
opnamnachten ondertusschen vol van zekere wellustige
weekelijkheid, die hij nog genoot tot den dag toe als
een heimelijke dronkenschap, terwijl hij daar lag weg
gedoken tusschen de enge wanden van zijn kamertje,
zijn oogen schemerende van 't gele en valsche licht van de
lamp, zich naar hartelust overgevende aan de afmatting
der slapeloQsheid en luchtkasteelen bouwende, plannen
van een nieuwe maatschappij, die belachelijk waren
van edelmoedigheid en waarin de vrouw, altoos onder
de trekken van Miette werd aangebeden door de in
't etof geknielde volken. Hij was als voorbestemd tot
de liefde voor de utopie door zekere erfelijke invloeden
bij hem leidden de verstoringen van 't zenuwgestel
van zijn grootmoeder tot een chronisch enthousiasme,
tot een drift voor al wat grootsch en onmogelijk was.
Zijn eenzaam kinderleven, 't gebrekkig onderwijs dat
hij had gehad, hadden de neigingen van zijn natuur
zonderling doen ontwikkelen. Maar hij was nog niet
op den leeftijd, dat 't idee fixe zich in de hersens
van een man kan wortelen. Als hij 's morgens zijn
hoofd had opgefrischt in een emmer water, dacht hij
bijna niet meer aan de spoken van 's avonds, slechts
een soort van onstuimigheid vol naïef geloof en onuit
sprekelijke teederheid bleef hem uit zijn mijmeringen bij.
Dan werd hij weder kind. Hij liep naar den put enkel
en alleen om den glimlach van zijn vriendinnetje op te
vangen en zich te verblijden in den schoonen morgen.
En wanneer des daags hem soms gedachten aan de
toekomst in mijmering deden verzinken en soms ook
zoo op eens al9 gehoor gevende aan een inval, dan
omhelsde hij tante Dide en kuste haar op beide wangen.
Dan keek ze hem in de oogen, als 't ware ongerust
dat die oogen zoo helder en zoo diep stonden, blinkende
van een vreugd die zij meende te herkennen.
Ondertusschen ging het Miette en Silvère een weinig
vervelen, dat zij slechts eikaars schim zagen. Hun
speelgoed was versleten, zij streefden nu naar levendiger
vermaak, dat de put hun niet kon geven. In dien
trek naar realiteit, die zich van hen meester maakte,
zouden ze elkaar van aangezicht tot aangezicht hebben