STATEN-GENERAAL.
Geestdriftige meetings zijn bij ons, phlegmatieke
Hollanders, iets zoo ongewoons, dat er reeds daarom
alleen wel melding mag gemaakt worden van de meeting
voor de Transvalere, die Zaterdag-avond te Amsterdam
beeft plaats gehad. De groole zaal van Artis was
schier te klein om de schare te bevatten, die trots
weer en wind, was opgekomen om een blijk te geven
van sympathie met liet heldhaftig gedrag der stam-
genoolen in Zuid-Afrika.
Ue heer F. C. Tromp, lid van den gemeenteraad
van Amsterdam, vervulde de niet gemakkelijke taak
van voorzitter. Met een kort en krachtig woord dat
daverend werd toegejuicht leidde hij de sprekers in.
De eerste van dezen was de heer Lion Cachet, de man,
die zich inderdaaad zekere populariteit bezorgt, ook
bij lien, die anders geenszins geestverwanten van hem
zijn op kerkelijk gebied. Met zijn eigenaardig droog-
comisch talent maakte hij bij wijlen schitterend effect,
als hij de Boeren en hun doen en laten, hun meeningen
en overtuigingen deed kennen. Dat is hem wel toe
vertrouwd daar hij vele jaren aan de Kaap heeft
doorgebracht en land en volk wél goed moet kennen.
Na den lieer Cachet, die een donderend applaus
tot loon voor zijn pittig en origineel woord verwierf,
terwijl zelfs zijn rede gedurig door toejuichingen onder
broken was, trad de lieer van Gorcom op, die 't
onderwerp meer uit een wetenschappelijk oogpunt
beschovwde en 't staatkundig goed recht der Boeren
bepleitte. Ook hij werd levendig toegejuicht.
Vervolgens sprak de heer Beelaerts van Blokland
van Utrecht. Hij zette uiteen 't geen door prof. Harling
en de op diens initiatief ontstane comitc's is verricht
en herinnerde aan de bespreking der zaak in onze
Kamers.
Nu stelde de voorzitter, de heer Tromp drie reso
luties voor als conclusiëu dezer meeting. Zij kwamen
neer op
1. Sympathie voor den vrijheidskrijg onzer stam-
genooten in Zuid-Afrika.
2. Beroep op de rechtschapenheid, 't gezond ver
stand en 't zedelijk gevoel van 't Engelsche volk.
3. Vertrouwen dat de Nederlandsche diplomatie
niets ongedaan zal laten wat strekken kan tot een
voor beids partijen eervollen vrede.
Als intermezzo volgde nu een ietwat onhandige,
doch vast wel gemeende uiting van den krijgshaftigen
geest, die er woont in het comité van Sloten en
Nieuwer-Amstel, vertegenwoordigd door een paar leden,
die zoo iets verlangden als een ultimatum door Neder
land aau Engeland te stellen.
Nadat nog prof. Jorissen en prof. Allard Pierson
de 3 resoluties hadden aanbevolen werden zij met
donderend applaus door de ongeveer 2000 personen,
die in de zaal waren aangenomen.
Het komt ons voor, dat deze meeting een goede
uiting van een goede gedachte moet genoemd worden
en dat zij de zaak der Transvaler3, dat is in casu
die des rechts meer goed dan kwaad zal doen, zonder
Nederland te compromitteeren.
De wetsontwerpen betreffende het drankmisbruik
en de postpakketten zijn, naar het oordeel der cora-
missiën van rapporteurs, rijp voor de openbare beraad
slaging.
Silvère smeekte haar dan zich stil te houden. Hij,
veel bedaarder van aard, kende geen grooter genoegen
dan het gezicht van zijn vriendinnetje te zien, zoo
weerkaatst met al de zuiverheid barer trekken. Maar
zij luisterde dan niet naar hem, maakte grappen,
zette een groote stem op, een stem als vau een bullebak,
die de echo clan met een soort van rauwen klank
terugkaatste.
Neen, neen, gromde zij, van daag wil ik niets
van je weten, ik trek een leelijk gezicht tegen je
kijk maar hoe leelijk
En ze had er pret in cle grillige vormen te zien
van hun gezichten, als die vergroot, verbreed en
mismaakt op 't water dansten.
Eens op een morgen was ze wezenlijk boos. Zij
vond Silvère niet op 't rendez-vous en wachtte wel
haast een kwartier lang op hem, terwijl ze de katrol
deed knarsen. Zij stond gereed geheel teleurgesteld
heen te gaan, toen hij eindelijk kwam.
Zoodra zij hem zag, liet zij een waren storm in
den put losbreken; zij schommelde met vertoornde
baud den emmer; het zwartachtige water klotste hol
en dof tegen de steenen. Het baatte niet of Silvère
haar al uitlegde dat tante Dide hem had opgehouden,
op alle verontschuldigingen antwoordde zij:
Je hebt me verdriet gedaan, ik wil je niet zien.
De arme jongen keek wanhopig vragend 't sombere
gat in, dat vol van klagelijke geluiden was en waarin
hem op andere dagen in het stille doode water zulk
een klaar visioeu verbeidde. Hij moest heengaan
zonder Miette gezien te hebben. Den volgenden dag
heel vroeg op 't rendez-vous gekomen, keek hij treurig
in den put en daar hij niets hoorde dacht hij dat
het koppige ding misschien niet zou komen, toeu het
Het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen heeft de Departementen uitgenoodigd tot
een herstemming tusschen de heeren mr. A. Kerdijk,
die 460 en P. Bruyn, die 345 van de 998 stemmen
heeft verkregen. De herstemming moet plaats hebben
voor 1 April a.s.
Het Hoofdbestuur heeft ann deze uitnoodiging toe
gevoegd een refutatie van de in de bekende Vlissingsche
circulaire uitgesproken meeuingen en de eerst gegeven
nominatie verdedigd. Het Hoofdbestuur, trouwens
geheel in den regel, bedoelde met de gemaakte rang
orde wel zeer pertinent, dat het No. 1 de voorkeur gaf
boven No. 2 en dezen boven No. 3.
Verleden Vrijdag-avond en nacht was het te Am
sterdam zulk ruw koud weer en daarbij zoo glad,
dat er onderscheidene ernstige ongelukken gebeurd zijn.
In de maand Mei aanstaande zal bij de directie
der marine te Hellevoetsluis een vergelijkend examen
plaats hebben van jongelingen, die als machinist
leerling der 2e klasse wenschen te worden aangenomen.
Het getal der als zoodanig te plaatsen jongelingen
zal zich tot twintig bepalen.
Ouders of voogden, die verlaugen dat hunne
zonen of pupillen tot voorschreven examen worden
toegelaten, dienen voor of uiterlijk op den laatsten
April aanstaande, een op zegel geschreven verzoekschrift
in aan liet Departement van Mariue, waarin zal moeten
vervat zijn de naam, voornaam, het beroep, de woon-
en geboorteplaats der ouders of voogden.
Alleen worden jongelingen toegelaten, die tusschen
15 en 20 jaren oud zijn, en dus geboren in de jaren
1862 tot 1866.
Jongelingen, die als machinist-leerling 2e kl. worden
toegelaten, verbinden zich alsdan voor 10 jaren.
Nadere bijzonderheden, ook omtrent de vereischten,
voor het examen, vindt men in de St.-Cé. no. 53.
Naar men verneemt, heeft het den Koning behaagd,
door Hoogstdeszelfs particuliereu secretaris schriftelijk
den heer mr. C. P. Henny te bedanken voor diens
kennisgeving van het overlijden van den heer W. H.
Dullert, met verklaring dat dit overlijden diep betreurd
wordt door Zijne Majesteit, als beseffende, hoe groot
ziju verlies is, niet alleen voor al degenen, die den
heer. Dullert persoonlijk hebben weten te waardeeren,
maar ook voor het belang van 's lands zaken.
(Arnh. Cé.)
Door particuliere berichten van Atjeh vernemen
wij, dat een invloedrijk Atjeher, Toekoe Sheicli
Marabahan, hoofdpanghoeloe der 3 Sagi, aan generaal
Van der Heijden zijn onderwerping heeft aangeboden.
Marabahan wil een bedevaart naar Mekka doen, doch
verlangde voor zijn vertrek den vrede met het Neder-
laudsch Gouvernement te sluiten. In Atjeh ziet men
in deze onderwerping een nieuwen stap naar het
groote, door generaal Van der Pleijden beoogde doel,
onderwerping der sultansfamilie.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van Vrijdag heeft mr. C. J, E.
Mirandolle, door Z. M. voor den nog overigen duur
van het zittingjaar tot voorzitter benoemd, zijn
kind, dat reeds aan den anderen kant wa9, waar zij
ondeugend op zijn komst loerde, eensklaps voorover
boog en schaterde van lachen. Alles was vergeten.
Zoo was de put de medeplichtige in drama's en
comedies. Dat gelukkige gat, met ziju blanke spiegels
en ziju muzikale echo, deed hun genegenheid snel
toenemen. Zij vervulden hem dermate met hun ont
luikende liefde, dat lang daarna, toen zij niet meer
op den rand kwamen leunen, Silvère eiken morgen
als hij water putte, uog meende het lachende gelaat
van Miette te zieu in dat halfdonker nog trillend en
bewogen van al de vreugd, die zij daar hadden ge
noten.
Die maand van speelsche teederheid verzette al het
stille verdriet van Miette. Zij voelde haar kinderlijke
genegenheden en gelukkige zorgeloosheid herleven,
zoolang onderdrukt door de hatelijke eenzaamheid
waarin zij leefde. De zekerheid dat iemand haar lief
had, dat zij niet meer alleen op de wereld was, deden
haar de vervolgingen van Justin en van de kwajongens
uit de voorstad verdragen. Haar hart zong thans en
daardoor hoorde zij het uitjouwen niet meer. Aan
haar vader dacht zij met teeder medelijden en zij gaf
zich niet meer zoo vaak over aan droomerijen van
onverzoenlijken haat. Haar ontluikende liefde was als
een frissche dageraad, die haar kwade koortsen deed
bedaren. En tevens kreeg zij die fijne geslepenheid
van een verliefd meisje. Zij dacht bij zichzelve: nu
moet ik mij stilzwijgend en weerbarstig blijven houden,
als ik wil dat Justin niets zal merken. Maar ondanks
hare inspauning, bleven haar oogen toch zachtaardig
staan, als die knaap haar griefdezij kon dien donkeren
en stuggen blik van vroeger niet meer vatten, 's Mor
gens bij 't ontbijt hoorde hij haar neuriën.
waardigheid aanvaard met eeu rede, waarin hij een
beroep deed op den steun en de medewerking der
leden, die, aldus drukte hij zich uit, hoe ook verdeeld
door opvattingen en inzichten aangaande 't hoe van
de behartiging der belangen van 't vaderland, toch
in één punt overstemmen, n.l. dat zij allen 't zelfde
doel beoogen, 't heil van 't vaderland.
Het belangrijkste feit van den dag was echter de
behaudeling der vraag van den heer Lenting om
verlof tot 't interpelleereu der Regeering met betrekking
tot de Transvaal. De Voorzitter stelde voor 't gevraagde
verlof te verleenen. De heer Sandberg was er tegen
op groud dat men reeds voldoende was ingelieht door
't antwoord der Regeering op de interpellatie in de
andere kamer. De heer de Casembroot was wel voor
't verleenen van 't verlof doch wilde de interpellatie
met gesloten deuren doen plaats hebben. Dit was
in Portugal ook geschied en zoo waren interpellant
en Regeering meer vrij.
Men zou hierop kunnen aanmerken dat men dan
maar liever geen interpellatie moest houden, dan een
met gesloten deuren, 't Voorname doel zal toch wel
zijn dat de natie nog eens hoore of de Regeering
niet iets meer kan mededeelen dan in de Eerste
Kamer kon medegedeeld worden. Immers de feiten
gaan hun gang en 't diplomatiek verkeer ook. Mogelijk
was er ietwat meer licht te geven, 't geen zeker door
de natie met groote belangstelling zou worden
waargenomen.
De heer Gratama was tegen 't verleenen van
't verlof, uit vrees voor de gevoeligheid van Engeland.
Do heer Heijdenrijck was van de meeniDg van den
heer Sandberg.
De heer van der Kaay was van meening dat er
in de interpellatie geen gevaar stak en dat de stem
des volks in deze zaak niet behoeft te worden gesmoord.
En interpellatie zou toch wel altoos een geest ademen
van belangstelling in beide partijen.
Met 52 tegen 16 stemmen werd alsnu aan den
heer Lenting het gevraagde verlof verleend.
De tegenstemmers waren schier uitsluitend ultra-
montanen.
Het tijdstip der interpellatie werd gesteld op
Maandag te 1 uur.
Het nieuwe lid voor Amsterdam de heer Dirks
heeft zitting genomen.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Bülow i9 van plan ziju Meininger orchest te oefenen
in het uit het hoofd spelenals hij ver genoeg daarmede
gevorderd is, zal hij te Leipzig concerten komen geven.
Aan de kunst zal men dus de kunstenmakerij toevoegen.
Te Luik zal een conservatoire worden opgericht
van de kosten, die op 809,000 frs. worden geschat,
zal de regeering 500,000, de provincie 150,000 en de
stad 150,000 frs. geven.
Den 14 dezer zal in den Vlaamschen schouwburg
te Brussel de eerste opvoering plaats hebben van een
//drama lyrique", getiteld //Stella/', met muziek van
Waelput.
Wel wat ben je vroolijk, Chautegreiizeide hy
wantrouwig terwijl hij haar schuins aankeek. Ik wed dat
je weer een of anderen kwaden streek uitgehaald hebt.
Zij haalde de schouders op, maar inwendig beefde
zijen zij haastte zich om haar rol van weerbarstige
martelares te spelen. Voor 't overige, ofschoon Justin
de lucht kreeg van de stille vreugde vau zijn slacht
offer, moest hij toch lang zoeken om er achter te
komen op welke een wijze zij aan zijn handen ontglipte.
Silvère, van zijn kant gevoelde zich innig gelukkig.
Zijn dagelijksche ontmoetingen met Miette waren
voldoende om de ledige uren aan te vullen, die hij
thuis doorbracht. Zijn eenzame leven, zijn langdurig
stilzwijgend samenzijn met tante Dide, gebruikte hij
om een voor een de herinneringen van 's morgens
nog eens te overdenken en die te genieten tot in de
kleinste bijzonderheden. Dan kreeg hij zoo volkomen
genoeg van zijn eigen aandoeningen, dat hij zich nog
meer terugtrok in het opgesloten leven, waaraan hij
zich bij zijn grootmoeder gewend had. Yan nature
hield hij van verborgen hoekjes, van de eenzaamheid
waar hij op zijn gemak met zijn gedachteu leven kon.
Op dat tijdstip las hij reeds gretig al de oneffen oude
boeken, die hij kon machtig worden bij de uitdragers
in de voorstad en die hem tot een vreemdsoortigen
gemoedelijk socialisti9chen dweper maakten. Dat slecht
verteerde, niet op hechten grondslag rustende onder
richt deed hem over de wereld, vooral over de vrouwen
beschouwingen erlangen vol ijdelheid en vurigen lust,
die vast zijn verstand in de war gebracht zouden
hebben, als zijn hart geen verzadiging had gevonden.
Toen kwam Miette, eerst was zij hem een speelmakker,
later de vreugd en de eerznehfc van zijn leven.
Wordt vervolgd.