Z1ERIKZEESCHE COURANT.
voor let arrondis-
seiient Zierikzee.
1881. No. 19. Woensdag 9 Maart. 84ste jaargang.
NIEUWS- en ADVEKTENTIE-BLAD
B i a a e a 1 a b d.
Algemeen belang, Plaatselijk belang,
Handelsbelang en Particulier belang.
Millet o ii»
Schetsen uit de werken van Emile Zola.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VEIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,— Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 6 cent, met Bijblad 10 cent.
PEIJS DEE ADVEETENTIEN:
Per gewonen regel 10 eeut. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1B regels, mits contantbetaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffnede, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave In te zenden aan den uitgever II. EAKENMAN.
in.
(Slot.)
Wij hebben tot slot van 't door ons geschre
vene daar eigenlijk niet veel bij te voegen.
Het zij ons alleen vergund te wijzen op
één groot gevaar dat kleine plaatsen en de
vele daar aanwezige kleine belangen kunnen
loopen, wanneer ondernemingen van den aard
als de besprokene door een of andere oorzaak
ontaarden en niet meer zijn wat zij weten moeten.
Zulke ondernemingen zijn tocb immers in
de eerste en voornaamste plaats économische
zaken, zuiver économische. Zij vervullen een
dienst ten behoeve van 't publiek en 't publiek
betaalt dien dienst, of zij vervullen dien niet
of niet voldoende of niet naar behooren en er
moet verandering en verbetering komen. Anders
hebben zij wezenlijk geeu reden van bestaan.
Laat een dergelijke onderneming voor enkele
deelnemers een liefhebberijzaak zijn, dat kan
niet schaden, ja zelfs wel goed doen en mo-
reelen steun gevenlaat zij voor enkelen een
zaak van meer direct persoonlijk belang zijn,
omdat die nauwbetrokkenen door hun speciale
diensten er aan verbonden zijn, ook dit heeft
niets tegen en veel vóór zich, want de zaak
moet ziel en leven hebben en geen beter prikkel
hiervoor dan 't eigenbelang.
Maar als op de eene of andere manier, steeds
te kwader ure, een op zichzelf zuiver écono
mische zaak een partijzaak gaat worden, dat
is zeer bedenkelijk. Allereerst zullen daar de
économische belangen van alle betrokkenen bij
lijden, en hoeveel andere kleine en groote be
langen niet nog meer! Het is nu eenmaal zoo,
dat in zulk een kleine wereld een eenvoudige
bescheiden onderneming als een publiek middel
van vervoer geen partijwerktuig kan worden
of 't kwetst allen die er mee omgaan en be
dreigt zelfs de omstanders.
Maar bovendien loopt zulk een zaak nog
een ander gevaar, namel. van zich door in
wendige verdeeldheid op een gegeven oogenblik
totaal ontwapend te zien tegenover de opkomende
concurrentie.
Dat zrju altemaal de betreurenswaardige ge
volgen als een onderneming hoe dan ook,
dit doet er niet toe afwijkt van haar zuiver
économisch karakter om eeu soort vau politiek
of partij- of coterie-pak aan te krijgen, dat
toch onmogelijk op den duur kan passen en
dat ongetwijfeld hen 't eerst zal gaan knellen,
die 't te kwader uur hebben aangetrokken.
Voor de communicatie van onze eilanden
met 't vaste land hopen we ondertusschen dat
uit de tegenwoordige crisis iets blijvend goeds
mag voortkomen. Dau zal die crisis blijken
nog zoo slecht niet geweest te zijn.
ZIERIKZEE, 8 Maart 18 8 1.
Zaterdag-avond heeft de jeugdige rederijkerskamer
//Concordia" een voorstelling gegeven voor de leden
der vereenigiug //Volksbelang", die haar met groot
genoegen bijwoonden en zeer voldaan huiswaarts
keerden.
De stoomboot //Zierikzee" heeft de vaart weder
hervat.
Maandag-namiddag vijf ure, na eenige uren Yan
ongewoon zoel om niet te zeggen warm weer, kwam
plotseling een zwaar onweder met geweldige stortregens
en hagelbuien uit het W.Z.W. opzetten. Gedurende
een kwartier had de wind al het geweld van een
vliegenden storm, zoodat boomen en gebouwen't hard
te verantwoorden kregen. Daarna volgde een langdurige
zware stortregen en lieerschte er den volgenden nacht
een doorgaande storm.
De schade heeft zich, voor zoover wij vernamen,
bepaald tot eenige afgeworpen pannen.
De stoomboot //Zeeland", die tijdens de bui op de
Schelde was, heeft het weer flink doorstaan en kwam
met glans naar binnen.
Vrijdag is het eerste stoomschip van den nieuwen
Amsterdamschen stoomvaartdienst op New-York, de
//Pollux", in zee gegaan met 216 landverhuizers.
Verleden week is gemeld dat iemand in een trein
tusschen Apeldoorn en Zutfen op een medereiziger
eeu revolver schol zou gelost hebben. Deze zaak is
opgehelderd; 't was een ongeluk veroorzaakt door de
onvoorzichtigheid van den heer B. ontvanger te Apel
doorn. Deze is gewoon een revolver in den zak te
hebben als hij naar Zutfen gaat om te storten; doch
had er ditmaal een van zijn zoon medegenomen, niet
wetende dat het ding geladen wa9. Hij was onvoor
zichtig genoeg in de coupé met 't wapen te gaan
spelen, waardoor 't afging en een kogel een mede
reiziger langs 't hoofd vloog.
Binnen kort zullen de 5e kompagnieën der bataljons
infanterie worden opgeheven en bij de overige in
gesmolten.
Bij kennisgeving in de Staats-Ct. van den Minister
van Binnenlandsche Zaken zijn de pokken te Ameide
//epidemisch verbreid" verklaard.
DE ROTTGON-MACQTJARTS,
natuurlijke en sociale historie eener familie onder
het tweede Keizerrijk.
i/D e Fortuin der Roug on sJ'
(Ie werk van de reeks.)
V.
Van dien dag af misten de jongelui geen enkel
maal zich op 't rendez-vous te bevinden. Het stille
water, die blanke spiegels waarin zij hun beeltenis
aanschouwden, gaven aan hun ontmoetingen een groote
bekoorlijkheid, die lang hun kinderlijk speelsche
verbeelding bevredigde. Zij begeerden volstrekt niet
elkaar van aangezicht tot aanzicht te zien, het scheen
hun veel prettiger een put voor spiegel te nemen en
hun ochtendgroet aan zijn weergalm toe te vertrouwen.
Weldra was die put hun als een oud vriend. Gaarne
bogen zij zich voorover boven 't logge en onbewege
lijke watervlak, dat wel op gesmolten zilver geleek.
Beneden in een geheimzinnig halfduister, liepen groene
glansen, die dat vochtige gat schenen te verauderen
in een verborgen schuilhoekje midden in 't kreupel
hout. Zoo zagen zij elkaar in een soort van groen
achtig nestje, dat met mos behangen was en te midden
van de frischheid van water en gebladerte. En al
het onbekende van die diepe bron, van dieu hollen
toren waarover zij zich heenbogen, als 't ware onder
lichte huiveriugen aangetrokken, maakte dat zij zonder
't te willen weten zelfs ietwat angstig waren als zij
elkaar toelachten. Het dwaze idee kwam hun in 't
hoofd in den put af te klimmen en op een rand van
groote steenen te gaan zitten, die eenige duimen
boven het watervlak uitstak; dan zouden hun voeten
in 't water hangen, ze zouden uren lang praten zonder
dat men ooit op de gedachte zou komen hen daar
te komen zoeken. Maar als ze dan elkaar afvroegen
wat er wel daar omlaag zou zijn, dan werden ze weêr
half bang en ze dachten dat het al genoeg was, dat
ze hun beeltenis er in lieten zakken, zoo heel diep
op den bodem, in die groene glansen, die aan de
steenen een geheel vreemden weerschijn bijzetten, en
in die zonderlinge geluiden, die uit de donkere hoeken
opstegen. Die geluiden vooral, zoo uit 't onzichtbare
gekomen verontrustten henvaak was 't hun alsof
stemmen op de hunne antwoorddendan zwegen ze
en ze hoorden als duizend zachte weeklachten, die zij
niet konden verklaren en die 't gevolg wareu van
den stillen arbeid der vochtigheid, zuchten der lucht,
druppels water die langs de steenen gleden en die
nedervallende klonken als snikken. Dan knikten ze
elkaar minzaam toe als om elkaar gerust te stellen,
't Aantrekkelijke dat hen aan den rand geboeid hield
had gelijk elke scherpe bekoorlijkheid ook iets geheim
zinnig schrikwekkends. Maar toch bleet de put hun
oude vriend. Hij was toch zulk een uitnemend
voorwendsel voor hun ontmoeting! Nooit had Justin,
die eiken voetstap van Miette bespiedde, eenig vermoeden,
waarom zij zoo ijverig was om 's morgens water te
putten. Dikwijls zag hij haar van verre als zij zich
voorover boog en bleef dralen.
//O! die luilak! gromde hij dan, die heeft er nu
pleizier in kringetjes in 't water te maken I" Hoe
kon hij vermoeden dat er aan den anderen kant van
den muur een vrijer was, die in 't water naar den
glimlach van 't jonge meisje keek, en die juist tot
haar zeide: //Als die roode ezel vau een Justin je
kwaad doet, zeg 't me maar, dan zal hij met mij te
doeu hebbeu 1"
Meer dan een maand lang duurde dat spel. Het
was Juli; 't was 5s morgens heel warm en zonnig en
dan vonden ze het eeu lust daar in dien vochtigen
hoek. De koele adem van den put deed hun goed;
op een drafje kwam Miette dan aanloopen dwars over
de ledig geplukte akkers met in de warme lucht
fladderende hareu en zoo spoedig zij maar kon boog
ze zich over den put en schaterde 't uit van lachen.
Silvcre, die bijua altoos de eerste was op 't rendez-
vous, als hij haar beeld in 't water zag verschijnen
zoo dol jolig lachend, dan was 't hem of ze hem van
om een hoekje zoo op eens in de armen kwam vallen.
Rondom hen zong de verrukkelijk schoone morgen
ouder een vloed van warm licht, die onder 't gegons
der insecten den ouden muur blakerde en de schoren
en den kruin.
Maar zij hadden geeu oog meer voor deu schoon
lichtenden morgen, zij hoorden de duizenden geluiden
niet meer, die van den grond opstegen: hun wereld
was daar in dat groene schuilhoekje onder de aarde,
in dat geheimzinnige half vrees aanjagende gat en in
die frischheid en dat half donker waren ze gelukkig,
Miette, wier temperament zich niet schikken kon
in lange beschouwingen, was op sommige ochtenden
ondeugend en plaagziek; dan schudde zij het touw,
deed met opzet druppels water naar beneden vallen
om 't water rimpelig en de beeltenissen wanstallig
te maken.