wel dankbaar zijn voor de overvloedige vervulling
onzer behoefte aan geschikte middelen van gemeenschap
met Holland. Voor de reizigers en opreisgaanden is
het een wel te waardeeren gemak, dat zij nu, behoudens
't weer, dagelijks gelegenheid zullen krijgen om van
hier rechtstreeks te vertrekken en van Rotterdam direct
hierheen kunnen komen. Maar ook voor neringdoenden,
winkeliers, handelaars is het veel waard, dat zij nu hun
goederen snel kunnen betrekken en dat ook de tarieven
spoedig de blijken zullen dragen van herziening ten
gevolge der concurrentie.
Voor de deelhebbers in de Zierikzeesche stoomboot
maatschappij, die nog niet lang geleden voor een
tweede boot hebben gestemd, moet het ook een groote
zelfvoldoening zijn, dat de daarna gevolgde afstemming
van de noodige kapitaals-vergrooting thans inderdaad
de vrucht heeft gedragen, dat niet slechts zonder
kapitaals-vergrooting een tweede boot in de vaart is
gekomen, maar nu reeds een derde. En men hoort zoo
fluisteren, dat liet einde nog niet te zien is, dat
Schouwen en Duiveland nog meer weldaden, uit den
concurreuliegeest voorvloeiende, verbeiden. Zoo hoort
men fluisteren van een nieuwe spoorboot, een lieusche
spoorboot, die zonder subsidie toch naar 'fc spoor en
van 't spoor zal varen. Zoo ziet menconcordia res
parvae crescunthet eendrachtig aanhouden in de
verzuchting van ons isolement gaat thans overvloedige
vruchten afwerpen. Eu dan nog de stoomtram
Woensdag-avond heeft de jeugdige Rederijkerskamer
"wConcordia" een uitvoering gegeven in het lokaal
van den heer de Weerd in de Poststraat. We kenden
deze jeugdige vereeniging nog niet en met verreweg
de meesten van het talrijke aanwezige publiek zal dit
wel evenzoo 't geval geweest zijnmaar volgens 't
eenstemmig getuigenis van we mogen wel zeggen
allen die deze eerste proeve van de ontluikende
dramatische talenten der jongelieden hebben bijge
woond, was de uitslag verrassend gunstig eu verwierf
het spel niet zelden luide toejuiching.
l)e beide stukjes, 't eene //Zoo gewonnen, zoo
geronnen", een omwerking van uDe lustige vagebonden",
en //Een oude rat in de val", werden met entrain
afgespeeld.
Hoe men ook elders over dergelijke liefhebberij
van jongelieden, die zich nog dagelijks met studie
moeten bezig houden, moge denken, wij vinden 't niet
af te keuren dat zij hun uitspanningsuren wijden aan
de beoefening der kunst. Wij kunnen ous ten volle
vereenigen met het woord van lof na den afloop der
uitvoering door een der leeraren van de li. B. S.
den jongen Rederijkers toegesproken. Uitspannings
uren, zoo besteed, zullen aan de studie niet schaden
en zeker de algemeene beschaving bevorderen.
De verkiezing van een nieuwen secretaris van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen schijnt hier
en daar in de departementen vrij wat voeten in de
aarde te hebben en menig hoofd warm te maken.
Zijn de jaarvergaderingen der Maatschappij doorgaans
wat de eigenlijke zaken betreft vrij onbelangrijk, zelden
had het Hoofdbestuur schooner gelegenheid gehad om
de algemeene vergadering voor een keer eens hoogst
interessant te doen zijn, dan thans, nu zulke gewichtige
punten door de departementen te beslissen waren
Het kind zou onder de geheime hoede van tante
Eulalia een vrij gelukkig leven gehad hebben, als ze
vrij had mogen blijven van de plagerijen van haar
neef, die toen zestien jaar oud was eu zijn ledigen
tijd gebruikte om haar in 't geniep te vervolgen. Hij
was nooit meer in zijn schik dan wanneer hij haar
door een of ander leugenachtig anubrengsel kon doen
beknorren. Kon hij haar op de teenen trappen of
haar een stomp geven onder voorwendsel dat hij haar
niet gezien had, dan lachte hij en genoot die geniepige
pret, welke domme lui in het leed van anderen kunnen
vinden. Dan zag Miette hem met haar groote zwarte
kinderoogen aan met een blik fonkelende van toom
en ingehouden trots, zoodat de laffe bengel er bang
van werd. In den grond van zijn hart was hij doodelijk
bang van zijn nicht.
Toen tante Eulalia zoo plotseling stierf was het
jonge meisje bijna elf jaar oud. Van dien dag af
ging alles in huis anders; van lieverlede behandelde
Rébufat Miette als een boerenmeid. Hij beulde haar
af met zwaar werk en gebruikte haar als een lastdier.
Zij klaagde zelfs niet en meende dat zij nog dankbaar
wezen moest. Als ze 's avonds van vermoeienis neer
viel, schreide zij vaak om haar tante, die vreeselijke
vrouw, maar van wie ze thans pas recht besefte boe
goed die toch in stille voor haar was geweest. Het
werken, zelfs de zure arbeid, mishaagde haar anders
niet; zij wilde gaarne sterk zijn en was grootsch op
haar dikke armen en ferme schouders. Wat haar
't meeste verdriet aandeed was het wantrouwige toe
zicht van haar oom, zijn aanhoudende berispingen,
als van een boozen meester. Zij was nu een vreemde
in het huis; een vreemde zou zelfs niet zoo mishandeld
zijn als zij. Rébufat misbruikte zonder schroom die
't pensioen ad f 3000 voor den heer van Hees en de
j benoeming van een nieuwen secretaris. Het Hoofdbestuur
i heeft echter gemeend dit niet te moeten doen en,
gebruik makende van een paar kneedbare artikelen
I der algemeene wet, de departementen als 't ware
overvallen met 't feit der pensionneeriug en dat wel
tot een bedrag, gelijkstaande met dat van het tractement
en tegelijk met de nominatie voor de bovengenoemde
benoeming.
Van twee zulke gewichtige punten verdwijnt 't eene
allicht in 't andere. Dat komt in dit geval den heer
van Hees vermoedelijk zeer ten goede want in de
drukte van het gekibbel over de benoeming van een
nieuwen secretaris, glijden de meeste departementen
vrij waarschijnlijk gemakkelijk heen over 't zeer royale
pensioen, waarvan 't bedrag anders misschien wel
bedenkingen zou uitgelokt hebben.
Van meer belang voor de Maatschappij is zeker de
benoeming van een nieuwen secretaris. Het is daarom
o. i. te betreuren, dat liet Hoofdbestuur ook in zulk
een gewichtige zaak de taart zoo geheel gebakken
heeft aangeboden.
Gewis zou geen enkel departement liet Hoofdbestuur
va2i gebrek aan diligentie beschuldigd hebben, wanneer
dit art. 63 der Wet, zoo eenvoudig had toegepast als
't eenvoudig luidt, n.l.:
//I)e algemeene secretaris der Maatschappij wordt
gekozen door de departementen uit een drietal, door
het Hoofdbestuur daartoe voorgedragen.
Zijne werkzaamheden worden geregeld door het
Hoofdbestuur, aan welks vergaderingen en beraadsla
gingen hij met raadgevende stem deelneemt.
liet honorarium, aan zijn betrekking verbonden, wordt
bij besluit der Algemeene Vergadering bepaald. Bij
lijdelijk beletsel of bij het onvenoaeht openvallen zijner
betrekking, voorziet het Hoofdbestuur voorloopig in de
waarneming
Wij hebben een paar regels onderstreept om in
't oog te doen vallen, dal al wordt nu ook tusschentijds
een secretaris benoemd, 't geen niet onwettig is (zie
alin. I van 't aangeh. artikel), toch diens tractement
pas later moet bepaald worden door do Algemeene
Vergadering.
Het geval is thans mogelijk, dat een nieuwe secretaris
benoemd wordt volgens de Wet en dat de Algemeene
Vergadering op de gevallen beslissing terugkomt door
't traktement te weigeren of 't bedrag daarvan zoo
laag te stellen, dat de betrekking onaannemelijk wordt
voor den eventueel benoemde. Dit geval is wel niet
zeer waarschijnlijk en voor de Maatschappij zeker niet
wenschelijk maar de agitatie, die in vele departementen
naar aanleiding dezer zaak blijkbaar aanwezig is, kon
toch tot zulk een uitkomst aanleiding geven.
Waar duivel verkleedt zich de politiek toch al niet
in Ook al in een booze geest, die in den boezem
der Maatschappij den partijstrijd zou kunnen brengen,
die de natie toch al op zoovelerlei gebied verscheurt
en verdeelt en de nationale kracht verlamt.
Wat in het Amsterdamsche departement dezer dagen
is voorgevallen, heeft zeker velen onaangenaam getroffen.
Het heeft ook reeds mr. Metelerkarup doen besluiten
zijn ontslag te nemen als voorzitter van dat departement.
Het Dep. Amsterdam vau 't Nut heeft niet mr.
Kerdijk, maar den heer Bruyn gekozen als zijn kan-
arme kleine bloedverwante, die hij uit een eigenaardig
begrepen barmhartigheid bij zich hield. Zij betaalde
die harde gastvrijheid tienvoudig met haar arbeid en
toch ging er geen dag voorbij, dat hij haar niet de
bete broods verweet, die zij in den mond stak. Justin
vooral kon haar pijnlijk treffen. Sinds zijn moeders
dood het kind daar zonder bescherming ziende, scherpte
hij zijn boozen geest er op om 't haar in huis on
dragelijk te maken. De ergste kwelling die hij verzon
was tot Mielte over haar vader te spreken. Het arme
kind, dat nooit onder de menschen geweest was en
onder de bescherming van haar tante had geleefd,
die niet duldde dat men in haar bijzijn over het
bagno of over galeiboeven sprak, begreep maar half
wat die woorden beteekenen. Justin legde haar dat
uit, terwijl hij baar op zijn manier den moord van
den gendarme en de veroordeeling van Chantegreil
vertelde. Hij was onuitputtelijk in afschuwelijke bij
zonderheden; de galeiboeven hadden een kogel aan
het been, zij werkten vijftien uren per dagzij stierven
alien onder de straf; het bagno was een akelige
plaats, waarvan hij al de narigheden uitvoerig beschreef.
Miette hoorde hem ontzet en met betraande oogen
aan. Vaak greep eeu bui van drift haar aan en dan
sprong Justin wel achteruit om uit 't bereik van haar
gebalde vuisten te blijven. Het was een genot voor
hem haar in die dingen in te wijden. Als zijn vader
om 't minste verzuim in drift ontstak legen 't kind,
dan stak hij er ook den mond in, blijde dat hij haar
nu vrij beleedigen kon. En als ze zich wilde verdedigen,
dan zij hij:
Ga weg, 't appeltje valt niet ver van den stam,
je komt ook in T bagno terecht, evenals je vader.
didaat. De departementen Krabbendijke, Domburg,
I Marrum en Holvverd kozen mr, Kerdijk.
Volgens het N. v. d. D. stond de verkiezingszaak
van een nlgem. secretaris van bet Nut vóór een paar
dagen aldus Er zijn 334 departementen, die gezamenlijk
913 stemmen kunnen uitbrengen. Ruim 160 dep.
hadden gestemd. De heer Kerdijk had ongeveer 260,
de heer Bruyn 200 en de heer van Gorkom 111
stemmen. Er waren dus nog veel dralende departe
menten. Zouden die gewacht hebben op Amsterdam?
Met 1 Maart is de verkiezing gesloten.
De dezer dagen plaats gehad hebbende benoeming
van een burgemeester voor de gemeente IJzendijke eu
Biervliet tegelijk, heeft aanleiding gegeven tot zekere
agitatie. Te Biervliet heeft men wel niets tegen den
nieuwen titularis persoonlijk, integendeel, maar men
wilde liever een eigen burgemeester hebben en niet
een man, die zijn krachten over meer gemeenten ver-
deelen moet. Men denkt dat de Raad in massa ont
slag zal nemen en er is een rekest aan den Koning
gezoudeu.
Door velen in den lande werd dezer dagen met
leedwezen 't bericht vernomen, dat Mr. W. H. Dullert,
voorzitter van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal,
plotseling door een hoogst ernstige ziekte wa3 aangetast,
die zulke snelle vorderingen maakte, dat al spoedig
de toestand van den lijder hopeloos was en men ieder
oogen blik zijn verscheiden verwachtte.
Reeds lang schijnt de heer Dullert aan een onge
neeslijke kwaal, de zoogenoemde suikerziekte, geleden
te hebben. Hierbij is nog gekomen een hartsaandoening
en tengevolge van onvoldoenden bloedsomloop een
ontsteking in liet linkerbeen, waarin zich het koudvuur
heeft geopenbaard.
Volgens later bericht vernemen wij, dat Mr. Willem
Hendrik Dullert gisteren-morgen te Arnhem in den
ouderdom van 64 jaar is overleden.
In de vergadering der Rotterdamsche afdeeling van
het //Roode Kruis" i9 menig hartig woordje gesproken
over de houding van liet Hoofdbestuur ten aanzien
van 't al of niet hulp verleenen aan onze stamgenooten
in Transvaal. De voorzitter der afdeeling, de heer
E. L. Jacobson Lz., heeft zich zeer aan het Hoofd
bestuur verplicht, de leden van het Collegie zelf zullen
't hem niet verbeterenhij is opgetreden als politiek
advokaat en heeft aangetoond dat wat ons Ned.
//Roode Kruis" betreft, tout est pour le mieux dans le
meïlleur des mondes possibles. Zooveel kon 't Hoofd
bestuur onmogelijk verwacht hebben. Maar die zooveel
wil bewijzen, bewijst soms niets. Dat er te Rotterdam
zijn, die er ook zoo over dachten, bleek voldoende uit
de krasse moties die er gemotiveerd werden en die
't Hoofdbestuur te slikken heeft gekregen al werden
ze ook door de vergadering niet in de vormen aan
genomen.
De heer Gleichmau stelde eerst de motie, dat het
bij eventueelen nieuwen oorlog wenschelijk zou zijn
een nieuw Hoofdbestuur aan het bewind te zien. Later
verzachtte hij deze tot de formule //dat het Hoofd
bestuur dan een andere houding mocht aannemen",
De heer dr. Jorissen stelde voor, eeu adres aan den
Dan snikte Miette, iu 't hart gegriefd, van schaamte
verplet en machteloos.
Miette was lichamelijk sterk ontwikkeld voor haar
jaren en weerstond de marteling met een ongewone
energie. Zij werd zelden driftig, enkel als haar aange
boren trots 't niet langer kon uithouden onder de beleedi-
gingen van haar neef. Weldra leei'de zij de onophoudelijke
grieven verkroppen van dat laffe schepsel, die op haar
lette onder 't spreken uit vrees, dat ze hem misschien
zou aanvliegen. Zij leerde ook hem te doen zwijgen
door hem scherp aan te kijken. Meermalen kwam het
haar in den zin uit Jas-Meiffren weg te loopen.
Maar zij deed het niet om niet den schijn te geven
als erkende zij zich overwonnen door de vervolgingen,
die zij had uit te staan. Alles wel beschouwd, ver
diende ze toch haar brood, zij genoot de gastvrijheid
der Rébufats niet voor niets; de bewustheid hiervan
was genoeg om haar fierheid tevreden te stellen. Zoo
bleef ze om te strijden, terwijl haar gemoed zich
verstaalde onder den invloed van dat rusteloos zinnen
op tegenstand. Zij volgde dus deze gedragslijn stil
haar werk doen en zich over de kwade woorden, die
zij hooien moest, wreken door een stomme verachting.
Zij wist wel dat haar oom te veel dienst van haar
trok, om gemakkelijk gehoor te geven aan de kwade
praatjes van Justin, die haar wel graag de deur uit
bad willen zien jagen. Van haar kant was 't ook een
soort van uitdaging, dat zij niet uit eigen beweging
heen ging.
Wordt vervolgd.