zïHïk m.snm mi r yt
voor hoi arrondis-
seinen! Zierikiee.
1881, No. 10. Zaterdag 5 Februari, 84ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommevs 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. EAKENMAN.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 4 Februari 188 L.
Reeds eenigen tijd geleden zijn uit zee naar de
Neeltje-Jnnsplaat twee groote wrakstukken komen
aandrijven. Een daarvan is in den aanvang van dit
jaar gaan drijven en gelukkig zonder rampen voor de
scheepvaart, in het district Flanwers tegen den dijk
terecht gekomen, van waar het, ter voorkoming van
grootere onheilen aan de dijken, onmiddellijk door het
Waterschapsbestuur van Schouwen is verwijderd.
Het tweede wrakstuk, meer dan 50 Meters lang,
ligt nog op de plaat, dwars van Burghsluis, en blijft
daar een bedreiging voor de scheepvaart. Ging het
op nieuw drijven (zooals het daar ter plaatse
drijvende is aangekomen) dan zou zeker ieder vaartuig
waarmede het in aanvariug komt, gevaar loopen te
gronde te gaan.
De Kamer van Koophandel te Zierikzee heeft hierop
de aandacht van den Minister van Marine gevestigd
en Z.E. in overweging gegeven van Rijkswege dit
wrak te laten wegruimen, nu het nog tijd is, om
mogelijke ongelukken te voorkomen.
westschouwen 2 Febr. De Reddingsschokker
en Burghsluissche schippers zijn direct na ontvangen
bericht, naar de Zeehondenplaat vertrokken, ten einde
de buiten het vaarwater zijnde kof assistentie te
verleenen.
Na den geheelen nacht en daarop volgenden dag
aan de meergemelde plaat vertoefd te hebben, moest
men vruchteloos terugkeeren, zijnde op de aangeduide
plaats het schip niet te vinden, dat vermoedelijk
bereids vlot en vertrokken is. Geen zicht, dik mistig.
Gedurende 1880 zijn te Brouwershaven ingeklaard
481 geladen stoom- en zeilschepen, te zamen groot
1.025.060 M8., en een stoomschip in ballast, groot
5278 M8. De schepen waren 5 Amerikaansche, 2
Deensche, 276 Engelsche, 6 Fransche, 34 Italiaansche,
44 Nederlaudsche, 29 Noord-Dnitsche, 53 Noorweeg-
sche, 10 Oostenrijksche, 7 Russische, 3 Spaansche en
13 Zweedsche. De bestemmingsplaatsen waren Delfs-
haven, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen
en Zierikzee.
Uitgeklaard zijn 38 geladen schepen, groot 101,209
M3. en 9 in ballast groot 23001 M3.
Te Hansweert werden in 1880 ingeklaard 4-203
geladen schepen, groot 492,911 M3. en 2370 in ballast,
groot 106,399 M3.
Op 1 Januari 1881 bedroeg het aantal deelnemers
in de volks-spaarbank te Stavenisse 25. Dezen hadden
tezamen te goed 819,815. In 1880 werd terugbetaald
f 114,905, aan rente besomd f 10,745. De hoogste
inleg was f 450, de laagste f 2.
De schoolspaarbank aldaar telde op denzelfden datum
87 deelnemers, met een gezamenlijk tegoed van f 744,01.
Terugbetaald werd in 1880 f 197,66; aan rente bij
geschreven f 27,035. De hoogste inleg was f 44,50,
de laagste f 0,28.
Nadat voor eenigen tijd te Goes het beursuur was
vervroegd, om daardoor te beletten dat de beurs reeds
vóór 't beursuur in de koffiehuizen werd gehouden,
heeft het gemeentebestuur thans het oude beursuur
weer ingesteld. Ook te Goes zal echter de beurs
als zoodanig wel te niet loopen, gelijk zulks in vele
andere kleine plaatsen reeds sinds lang het geval was.
Blijkens bekendmaking van den Min. van Marine
kunnen dit jaar bij 't Instituut voor de Marine te
Willemsoord geplaatst worden 36 jongelieden als
adelborst.
De schrijver der //Residentie-brieven" in het Zeeuwsch
Dagllad behandelt in een brief van 30 Januari ook
de weigering van het hoofdbestuur van //het Roode
Kruis" om iels voor de Transvaalsche Boeren te doen.
Hij stelt dat bestuur in het gelijk, ofschoon ook hij
veel sympathie betuigt voor de Boeren. Nu, die sym
pathie kost niets, niet eens wat zwachtels of zalf.
Maar de schrijver verdedigt het bestuur vooral daarom,
dat //het Roode Kruis" niet is een philanthropische
instelling, die de ongelukkigen helpt omdat ze menschen
zijn, maar een soort van onderdeel van het ministerie
van oorlog. Hij zegt dit nu wel niet met dezelfde
woorden, maar 't volgt toch uit zijn opmerking, dat
z/het Roode Kruis" een //betrekkelijk officieuse instelling"
zou zijn, die //niet maar goedgekeurd, doch ingesteld is
bij Koninklijk Besluit".
Wij erkennen, dat we dit zoo precies niet wisten,
al moesten we 't ook haast afleiden uit de houding
die 't hoofdcomité heeft aangenomen, gelijk we dit
ook in een vroeger artikeltje reeds hebben opgemerkt
en afgekeurd, want we meenen, dat op die wijs
het gronddenkbeeld van A Roode Kruis", een manifest
der humaniteit tegen deu oorlog, wordt omgezet iu
een handleeoing bij 't voeren van oorlog, dus iu een
oorlogswapen.
't Is wel jammer, dat de menschen, die de huma-
niteitsbegiuselen trachten te verbreiden, niet slimmer
zijn, dat zij niet meer de machten in aanmerking nemen
waarmede zij te doen krijgen bij de uitoefening van
hun menschlievende taak. Ongetwijfeld is A Roode
Kruis" in beginsel een protest tegen het oorlogvoeren
geweest. Van de later nog meer verzonnen kruisen,
als blauwe, groene, witte, 't is al een gansch bouquet
van kruisen, spreken we nu niet. A Roode Kruis"
had in zijn aard ten doel een krachtig protest tegen
het oorlogvoeren. Als zoodanig konden zijn dienaren
en dragers eenigszins aangemerkt worden als een
zedelijke macht, die op den duur niet zonder invloed
zou blijven op de openbare meening en deze er toe
brengen, den diplomaten liever met pen en inkt, dan
met zwaard eu bloed hun denkbeelden te doen door
drijven.
Maar door van A Roode Kruis" iets half officieels,
d. i. iets officieels te maken, is de grootste kracht er
van geneutraliseerd, vastgelegd in de diplomatieke
boeien en aan de ketenen der ijdelheid. Sinds de dragers
van A Roode Kruis" ridders geworden zijn, die op
't fiere strijdros in den stoet van den met bloed bespatten
overwinnaar over 't slagveld draafden, 't roodekruis-
werk aan gehuurde knechts en meiden overlatende,
sinds dien tijd dat was al in Augustus '70
is A Roode Kruis" 't spoor bijster gedragen. Laat
het nu een extra-ministerie van oorlog zijn, enfin.
Maar wel is 't te bejammeren, dat onder den invloed
van 't compromis met de oorlogvoerende gouverne
menten, bepaaldelijk ons Nederlandsch hoofdcomitó
vau A Roode Kruis" nu al zoo ijverig is geworden
in officiëelen vorradienst, dat het de gouvernementen
zelf vooruit is gedraafd op de fiere roodekruisrossen.
//Alles, zoo zegt de briefschrijver, lost zich op in de
vraag: vormen de strijdende Boeren een oorlogvoerende
partij?" Wij laten daar wat dat iseen oorlogvoerende
partij; 't schijnt iets op zegel en geregistreerds te moeten
wezen. Wat we zouden zeggen met ons eenvoudig
verstand is dit: als de Boereu, die geen Engelschen
noch Engelsche onderdanen zijn en dit niet willen zijn
ook, de Engelschen doodschieten die hen toch willen
dwingen 't te zijn en hen daarvoor 't lood iu 't lijf
jagen, dan zijn dat lnï die oorlog voeren, oorlogvoeren
met al deu nadruk dien dit woord hebben kan, gelijk
de dooden van den Lang Nek-pas nu weer kunnen
bewijzen. Of ze door een comité van Europeesche
diplomaten als oorlogvoerende partij gebreveteerd zijn
en 't bewijs daarvan behoorlijk gezegeld, geregistreerd,
en gelegaliseerd iu den zak hebben, doet dit iets ter
zake? Of is er voortaan slechts offioiëele oorlog door
de diplomaten gemaakt en liggen de volken zelf, evenals
in de tijden van 't feodalisme, als domme dieren in
't slijk te wentelen, tot de ure dat hun eigenaars zeggen
rijst op beesten en schiet elkaar eens dood
Wat echter een eigenaardig treurig licht werpt over
de voorbarigheid van 't hoofdcomitè is de thans bekend
geworden officiëele verklaring van het Engelsche kabinet
bij monde van den minister Childers//De Boeren zullen
geheel naar de regelen van beschaafde oorlogvoerende
partijen behandeld worden, ook wat betreft liet weder-
zijdsch uiileveren van gevaugenen".
Zou 't Engelsche Gouvernement tot deze intrekking
van 't vroeger tegen de Boeren als rebellen uitgeslingerde
banvonnis gebracht zijn door de gevoelige slagen, die
de Engelsche troepen van de geminachte Boeren krijgen
Of zou 't rechtsgevoel toch te elfder ure nog gezegevierd
hebben, over 't eerst luide geuite boosaardig versmaden
van elke pretentie der Transvaler? Dit doet er weinig
toe; maar 't is klaar dat ons //Roode Kruis" nu wel
ietwat meer anglomaan is dan de Engelschen zelf.
De Boeren voeren trouwens den strijd mannelijk en
eerlijk voor zoover dit bestaanbaar is. //Generaal Colley
telegrafeert dat de Boeren de gewonden humaan en
vriendschappelijk behandelen". Meer en meer wordt
het duidelijk, dat het Engelsche Gouvernement verlegen
zit met de nesten, waarin het door een handvol eer
zuchtige en geldzuchtige schurken gebracht is en vlijtig
gehouden wordt; want aan de gefabriekte telegrammen
en brieven uit Durban om de Boeren te lasteren komt
nog geen eind, al is ook de thans door Childers gegeven
officiëele mededeeling van Colley's telegram een goed
démenti tegen die lasterlijke aantijgingen.
Ondertusschen houdt bij ons de drukte over de
Transvaal aan. Er is een beweging aau den gang om
onze Regeering to nopen bij de Engelsche stappen tot
bemiddeling te doen. Hetzelfde heeft in Portugal plaats.
Na het niet te ontkennen succes der Boeren zouden
deze dingen wel eens meer zin kunnen krijgen, dan
ze eerst wel hadden. Daar komt uog meer hij. Wat
daar om en bij liet Drakengebergte geschiedt gaat
meer en meer de algeraeene aandacht trekken in Europa.
In Duitschland neemt de verontwaardiging toe naar
mate het publiek de moeite neemt om op de hoogte
der zaken te komen. In Frankrijk wordt men wakker.
Zoo zou 't geen daar in Zuid-Afrika in den naam
van Koningin Victoria zoo al ongerechtigs bedreven
is, wel eens de Achilleskiel voor de Engelsche diplo
matiek en politiek kunnen worden. Nu werpt men
Duitschland, als 't een woord wil zeggen, wel zijn
eigen annexatie voor de voeten; maar de gevallen
staan toch niet geheel gelijk.
Wat in deze zaak veel te beteekenen kan hebben
ia de publieke meening, de volksovertuiging. Zelden
kwam sinds 't begin dezer eeuw een schooner gelegenheid
om de volken wakker te schudden, hun een eigen
meening te doen krijgen, opdat ze niet langer de
speelbal blijven van eenige weinige gewetenlooze poli
tiekers, die op lage hartstochten speculeerende, de
volken tegen elkander ophitsen soms, maar doorgaaus
elk op zich zelf de zweepslagen niet doen voelen, die
zij hun toedienen. Och, wanneer zal men in dien zin
eens met donderend geweld gaan trommelen op 't klavier
der volks-conscienlieLaat 't bloed van Boereu eu
Gentlemen dan den grond voor betere volksovertui
gingen bemesten
Juist nadat de erkenning van de Transvalere als
oorlogvoerende partij door het Engelsche Gouvernement
in deu Haag was bekend geworden, had daar de
vergadering plaats, geleid door de heereii Gramberg
en Crévecoeur, waarin de nieuwe vereeniging //het
Oranjekruis" zou geconstitueerd worden. Ware de
Engelsche tijding een dag later gekomen, we zouden
een kruis rijker geworden zijn; thans zal daar niets
van komen. Begrijpen we 't goed, dan waren in de