met de petten en kan du9 gevoegelijk met de laarzen besluiten. Deze week werd te Balk een hardrijderij op schaatsen gehouden door mannen, om prijzen van f 70 en f 20, die respectivelijk behaald werden door de heereu 1). de Jager van Hommert9 en IJ. Bottema van Snerk. De rijderij werd opgeluisterd door schutterij-muziek uit Leeuwarden en begunstigd door 't prachtigste winterweder. Men schrijft uit den Bosch d.d. 25 Januari: Tot secretaris-penningmeester bij het bestuur van het waterschap der rivier de Dommel c. a. te Boxtel i9 benoemd ile heer J. M. F. Servais, leeraar aan de Bijks Hoogere Burgerschool te 's lleitogeiiboc«ch. Aan het beheer van eveugemelil waterschap zijn zeer vele reizen en weikzaamhedeu verbonden, waarom men algemeen betwijfeld of door liooger gezag, met het oog op de belangen van het onderwijs, aan den heer Servais tot het bekleeden (lier nevenbediening wel vergunning zal worden verleend. Die twijfel moet noodwendig versterken, wanneer men bedenkt, dat nog onlangs de heer F. A. B. Woltering, directeur van de Burgeravondschool voor middelbaar onderwijs alhier, door den minister van binnenlandsche zaken, tot spijt van de geheele gemeente, is genoodzaakt geworden zijne neven betrekking van directeur der gemeentelijke ambacht school alhier neder te leggen. Uit Batavia meldt men van 23 December: Voor de eerste maal is door een der mailbooten van de maatschappij //Nederland", bij het vertrek van hier, gebruik gemaakt van de nieuwe haven van Tandjong-Priok. l)e boot kon nog niet in de binnen haven komen; maar, indien het slecht weer ware geweest, zou, ook zonder dat, het meerder gemak van de stille builenhaveitkom boven de woelige zee van Batavia duidelijk zijn uitgekomen. De flinke wijze, zegt het Alg. Daghlwaarop de aanleg der haven werken gedreven wordt door den hoofdingenieur De Gelder, wordt hier zeer gewaardeerd; met groote be kwaamheid, beleid en onvermoeide energie en werk zaamheid heeft hij op het werk de nieuwste uitvindingen in toepassing gebracht en weet hij uit weinig per soneel veel werk te krijgen, en ook de inlanders, zelfs de dwangarbeiders, door hen op stuk te laten werken, tol Hinken arbeid te bewegen. De tegenwoordige ma chines tot het vervaardigen van beton op groote schaal, dat langs de hoofden gestort wordt, worden zeer be wonderd. De inrichting van het te bouwen entrepot moet uitmuntend zijn, met het dak rustende op ijzeren pilaren, welke tevens walerleidingspijpen zijn, van braudkranen voorzien. Het vertrek der //Koningin der Nederlanden" uit de nieuwe haven, hoewel nog geen opening van deze, was toch eenigsziii9 feestelijk en werd door een vrij talrijk publiek bijgewoond. Alles hier in den vroegen morgen, te zeveu lire. Benoemingen, Besluiten, enz. De heer 1). Ouwehand, thans hulpsluisineester, is benoemd tot sluismeesler bij liet kanaal door Walcheren te Vlissingen. De heer 1. Mulder Drenth, gewezen scheepskapitein, is benoemd tot huipsluismeesler te Vlissingen. kwetsen, te dooden. Zij knelde ons in haar reuzen armen, en onze stokken werden in onze handen wapenen, die wij haar woedend in de borst slieten. Zij brulde, zij spuwde ons haar zwadder in 't gelaat, zij kronkelde zich ouder onze slagen. Met op elkaar geklemde tanden boden we nog weerstand wij wilden niet overwonnen worden, 'l Dolle denkbeeld viel ons in, het monster dood te slaan, 't met onze vuisten te temmen. l)och we dreven meer en meer naar 't midden. B»:ed9 waren wij bij het begin van de eikenlaan. De zwarte takken slaken uit het water en maakten daar als 't ware scheuren in onder klagelijk geraas. Mogelijk wachtte ons daar de dood in een schok. Ik riep Jacob toe op de laan aan te houden en die te volgen langs de takken. Op deze wijze ging ik voor de laatste maal door die eikenlaan wfiar ik gewandeld had in mijn jeugd en op mijn rijperen leefiijd. In dien vree9elijkeu nacht boven den loeienden afgrond, dacht ik aan oom Lazarus en 't was mij of de schooue uren van mijn leven mij droevig toelachten. Toen wij de laan ten einde waren, zegepraalde de Durance. Onze slokken kregen geer. grond meer. Tuk op zijn overwinning sleurde liet water ons mede. Thans kou het met ons doen wat het wilde. Wij gaven 't op. Vreeselijk snel dreven wij met den stroom mede. Aan den hemel dreven groote wolken als vuile gescheurde lompen en toen de maan daardoor bedekt was, werd bet pikdonker. Toen wentelden wij in den chaos. Groote inktzwarte golven, op ruggen van visschen gelijkende, sleepten ons al dwarlenil mede. Ik zag Babet en de kinderen niet meer. Ik was reeds als dood. Hoe lang die tocht naar den dood duurde, weet ik niet. Flotseling brak de maan door de wolken en Benoemd tot voorzitter van den militieraad in Zeeland jhr, mr. J. J. Poinpe van Meenlervooit tot zijn plaatsvervanger W. A. Graaf van Lijnden; tot lid van dien raad mr. N. C. Lambrechtseu vanBiuhem; tot plaatsvervangend lid mr. A. J. van Eckelen. Door den Gouv.-Gener. van Indië is gesteld ter beschikking van den Landraad te Blitnr (Kediri) mr. J. H. Tobia9, rechterlijk ambtenaar, ten einde belast te worden met griffiers-werkzaamheden. Kunst, Wetenschap en Letteren. Bij het Indisch Aardrijkskundig Genootschap bestaat het plan een expeditie tot ouderzoek van het binnenland van Nieuw-Guiuen, een zoogennamden pionnier-tocht, te doen plaats hebben, zoo de daarvoor noodige middelen bij elkaar te krijgen zijn. Men bedoelt dat de expeditie zal bestaan uit twee, hoogstens drie Europeanen, met een geleide van 50 Auiboineezeii gewapend met Beauinout-geweren en voorzien van stoombnrkas, sloepen enz. De kosten worden berekend op f 19050 met een speling van 5950, dus op 25000 in 't geheel, De Indische Begeering beeft haar geldelijkeu steun beloofd. De stedelijke verzameling van oudheden te Middelburg, die vroeger geplaatst was in voor een dergelijke be stemming vrij ongeschikte bovenlokalen en gangen van liet stadhuis, en waar zij een veertigtal jaren geborgen is geweest, beeft thans een alleszins geschikte plaatsing gekregen in eenige beneden vertrekken van 't stadhuis, die vroeger door rechterlijke collegies gebruikt zijn. De verzameling wa9 't eerst gerangschikt en gecatalogiseerd in 1855 door jhr. Bellman Macaré, en telde toen 80 nomm< rs thans telt zij 500 nommers. De eer der rangschikking en catalogiseering, alsmede van de inrichting der tegenwoordige lokalen, komt toe aan mr. de Stoppelaar, gemeente-secretaris van Middelburg. Zooals het stedelijk museum van schilderijen, oud heden, teekeningen enz. thans is opgesteld, ver diende hel wel de eer eener min of meer plechtige inwijding. Dit is geschied den 26 dezer door den burgemeester mr. C. J. Pickc, in tegenwoordigheid der andere leden van 't dagelijksch bestuur en den gemeenteraad. De heer Pickfc sprak bij die gelegenheid een koite doch sierlijke en zinrijke rede uit, waarin hij de geschiedenis der collectie aanstipte en vooral hulde bracht aan den ijver en de zaakkennis en kunstliefde van mr. G. N. de Stoppelaar, Middelburgs secretaris. J. Maandag a.s. zou het museum ook voor het publiek opengesteld worden. Beclitszaken. Het Gerechtshof te 's llage behandelde Woensdag het hooger beroep, ingesteld door den heer H. te Yerseke tegen een vonnis der Middelburgsche rechtbank. Het belruf het curieuse geval, dat volgens den heer J. M. H. te Middelburg 750000 panoesters bij ver gissing waren uitgezaaid op een verkeerd perceel van (Ie banken, en die de beer J. M. H. nu terug wilde hebben. Om verschillende redenen is deze zaak voor heeren juristen geen onbelangrijke. de horizon werd licht. Eu bij dat licht bemerkte ik voor ons uit een zwarte massa, die den weg versperde en waarop wij met al liet geweld van den stroom aanliepen. Wij waren verloren en zouden daar ver pletterd worden. Babet was rechtop gaan staan. Zij stak mij Marielje toe. Neem het kind, riep zij mij toeLaat mij maar vergaan I Jacob had Babet reeds in den arm gegrepen en riep nu t luider stem Vader, red de kleineIk zal mijn moeder redden. De zwarte massa was voor ons. Ik geloof dat liet een boom was. De seliok was verschrikkelijk en liet stroo en de balkeu van bet in tweeën gespleten vlot werden in den waterkolk medegevoerd. Ik viel, terwijl ik Marietje vastklemde. Het ijskoude water gaf mij mijn moed weder terug. Weder boven gekomen, hield ik het kind vn^t, half op mijn hals steunende, en zoo begon ik zoo goed mogeiijk te zwemmen. Als de kleine niet bewusteloos geweest was of gesparteld had, waren wij beiden op den bodem des afgronds gebleven. Maar terwijl ik zwom, neep mij een vreeselijke angst de keel toe. Ik riep Jacob; ik zcclit hem in de verte, maar ik hoorde slechts het gebrul en ik zag niets dan liet bleeke vlak der Durance. Jacob en Babet waren verdronken. Zij had zich zeker in doodsangst aan hem vastgeklemd en in een iloodelijke omhelzing waren ze te gronde gegaan. Welk een wreede doodstrijd! ik zou hebben willen sterven; ik zonk al en zou lien in liet zwarte water dan terug vinden. Doch zoodrn het water 't gelaat van Marietje bereikte, worstelde ik op nieuw met woeste kracht om dichter bij den oever te komen. Te 's Gravenhage is de instructie aangevangen in zake Bonman, verdacht van het afleggen van vnlsche getuigenis in de strafzaak tegen W. M. De Jongh. In de zaak van den tot levenslange tuchthuisstraf veroordeelden Willem Marinnus de Jongh, die den 7 Februari aanstaande in cassatie voor den Iloogen Baad zal dienen, zal als raadsheer-rapporteur optreden de raadsheer mr. J. A. Jolles. Het openbaar ministerie zal worden waargenomen door den advokaat-generaal mr. C. G. Th. van Maanen. De Hooge Baad heeft het arrest van het Hof te 's Hertogenbosch, waarbij de notaris J. S. J. te Veen wegens misbruik van vertrouwen is veroordeeld, ver nietigd en de zaak vei wezen naar liet bof te Arnhem. Ongelukken, Bampen, Misdaden, enz. Te Berlijn heeft een kantoorbediende zich op een handige manier van 800 mark van zijn patroon meester gemaakt. Hij ontving van den kassier acht bankbiljetten om die in een couvert te sluiten en dan anngeteekend per po9t te verzenden. Dit werd ook door hem gedaan en na eenige oogenblikken kwam hij met liet bewijs terug, toonde liet tl en patroon en slak het toen aan de daarvoor bestemde pen. Na kantoortijd, toen hij nog maar alleen op het kantoor was, nam hij het regu weder van de pen en vervopgde zich daarmede aan de post, met verzoek tegen inwisseling van dit bewijs den brief terug te mogen ontvangen. De post beambte, die zag dat het schrift van den bediende overeenkwam met dat van den brief, maakte geen bezwaar en gaf het gevraagde. Met die 800 mark vertrok de bediende nu uit Birlijn en tot dusverre heeft de politie hem niet kunnen ontdekken. In Engeland zijn gedurende den jongsten sneeuw storm negen personen van hun weg afgedwaald en op jammerlijke wijze om het leven gekomen. Een jongentje van 8 jaar, zoontje van een brood jager te Dokkum, had met twee kamerandje9 van deiizeifden leeftijd Maandag-middag den kruithoorn van zijn vader, terwijl zijne moeder even de kamer had verlaten, machtig weten te worden. Willende zien hoe kruit brandt, wierpen zij den kruithoorn in de kachel, met liet ongelukkig gevolg, dat de kachel barstte en het vuur over den vloer verspreid werd. Het eene jongentje werd ernstig aan beide handjes, de andereu werden in het aangezicht verwond. Door spoedige hulp der buren is brand voorkomen. Woensdag-nacht is om 12.30 ongeveer, brand ont slaan in de stallen van Lnngeveldt op liet Droogbak te Amsterdam. Men zegt dat er negen paarden in de vlammen omgekomen zijn. Men was den brand spoedig meester, ofschoon er Donderdag-morgen om 7 uur nog door de stoomspuiten gewerkt werd. Aldus verliet ik Babet en Jacob, wanhopig dat ik niet kon sterven als zij, hen voortdurend met schorre keel roepende. De rivier wierp mij op de keien van den oever, als een van die bossen gras, die zij in haar loop achterliet. Toen ik tot mijzelven kwam, knelde ik mijn duchterje in de armen, die de oogeu opende. Het begon dag te worden. Mijn winternacht was voorbij, die vreeselijke nacht, die medeplichtig was geweest aan den moord van mijn vrouwen mijn zoon. En thans, na jaren van verdriet, rest mij een laatste troost. Ik ga mede met den killen winter, docli in mij voel ik do naderende lente trillen. Oom Lazarus heeft het gezegd, wij 9terven nimmer. Ik heb de vier jaargetijden gehad en zie, nu kom ik weer tot de lente terug; zie, nu beginnen voor mijn Marie de eeuwige vreugde en de eeuwige smart. Er moet een enkel woord aan deze afdeeling der schetsen toegevoegd worden. Dat teekenen, haast mag men zeggen photografeeren der realiteit, noemt Zola zijn naturalisme, 't 13 slechts ten deele realisme, want hier en daar maakt de kunstenaar nog bijwerk en idealiseert bij. Hij waagt de wanhopige poging om zelfs de wreedste werkelijkheid te idealiseeren. Dat schaadt aan de schoonheid. Dit geldt o. n. van dat te veel uitgewerkte beeld van dien strijd tegen den woedenden stroom. Juist omdat de schrijver hier subjectief optreedt en zelf spreekt voor Jan Gourdon, is die bespiegeling niet natuurlijk en niet vrij van valscheu smaak. Voorzeker, de werkelijkheid was al hard genoeg.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 2