Buiterüandsch Overzicht. Buitenland. ADVERTENTIEN. Algemeene Collecte de binnenpolder van Hediklmizen er rechtstreeks op uitwateren. Verder heeft de Drunensche pohler mede eene uitwateringsluis in den noorderbandijk van liet Oude Maasje, wier slagdrempel op 0.08 (A. P.) gelegen is, en die eene wijdte bezit van sleets 1.15 M. Terwijl nu de gronden binnen dezen polder (zeer afwisselend in hoogte) van de oostelijke grens tot aan het Maasje een gemiddeld verval hebben van 1 Meter, kan men" begrijpen, dat het water zich hoofdzakelijk westwaarts keert. Thans slaat het water buiten de doorbraak op 460 M. -j- A. P., daarbinnen 4.54, terwijl de gronden van Heusden tot Doeveren op 1.36 tot 0.80 M. -|- A. P- gelegen zijn. Dit aanzienlijk verval zet aan liet instroomeiule water groote kracht bij. Nadat het water dus de laagste gedeelten van het Land van Heusden overstroomd en daarbij een peil verkregen heeft gelijk aan de kruinshoogte van het Piinsendijkje, noordelijk langs het Maasje loopende, vloeit het hierover henen binnen het Land van Altena. Tevens is bij de voormalige moleu een inlaatsluisje. Den 7 Januari is het stoffelijk overblijfsel van jhr. mr. M. J. L. H. A. Heldewier, Nederlands'Minister- Resident in Spanje, met militaire eer op het Eugelsche kerkhof te Madrid begraven. Een bataljon infanterie en een escadron kavalerie begeleidden den lijkstoet. De Koning van Spanje was daarbij vertegenwoordigd door zijn opperkamerheer hertog van Sesto. Bijna het geheele corps diplomatique was bij de plechtigheid tegenwoordig. Rev. Reginald Whereat, de aan de Eugelsche legatie verbonden geestelijke, verrichtte den lijkdienst. Kunst, Wetenschap en Letteren. Voor eenige dagen staken we den draak met het telegram aan den Lord-Mayor van Londen en den Prefect van de Seine, dat uit Athene aan die heeren 't heuglijke bericht bracht, dat er een prachtige Minerva van Phidias zou gevonden zijn. Wij waren niet de eenigen die aan een grap of zoo iets dachten. Van onderscheiden kanten is naar Athene geseind om iets meer te weten te komen. Nu heeft dr. Ulrich Kohier, directeur aan het Duitsche Archaeologische Instituut te Athene, een telegrafisch bericht gezonden, waaruit blijkt dat er toch wel een goede oudheidkundige vondst gedaan is, al was 't ook juist niet van de be roemde Parthenos van Phidias. Dr. Kohier zegt: z/Iiet zooeven gevonden Athene-beeld is een in alle hoofdzaken getrouwe copie van de Parthenos van Phidias (dus van het uit goud eu ivoor vervaardigd beeld op het Parthenon) en is een meter hoog. De godin leunt met de linkerhand op het schild, achter hetwelk de slang zich verheftop de rechterhand draagt zij de Niké ('t beeld der overwinning). Een zuil dient tot steun der rechterhand. Weggelaten zijn de lans en de reliefs op het schild en de basis. De indruk van het geheel is buitengemeen harmonisch, de uitvoering der détails verraadt dat het gemaakt is in den Romeinscheu tijd. De gelaatsvorm doet den geest van het oorspronkelijke vermoeden. Liet werk maakt op den beschouwer gelijken indruk, als de middelmatige vertaling vau een voortreffelijk ge dicht op den lezer. De vondst is voor de wetenschap van groote beteekenis omdat men nu voor 't eerst zich eenigszins een voorstelling kan maken van 'l mees terwerk van Phidias, en hangende vragen over détails der voorstelling en compositie definitief zijn opgelost." Het is ons niet recht duidelijk wat dr. Kohier eigenlijk op het oog heeft met 't geen hij zegt als zoo overgewichtig in dezen vondst. Immers liet beeld in kwestie is blijkbaar niet een kopie van de meer genoemde kolossale Parthenos, die een geheel anderen stand had en in de rechterhand de lans hoog opge richt hield. 't Was zeker humbug of boerenbedrog om bij 'c gevonden beeld aan een oorspronkelijk beeld van Phidias te denken. De Parthenos was ook van ivoor en goud en liet gevonden beeld is van marmer. Maar 't geheele beeld kan nog wel een mystificatie zijn en iets dat ergens te Berlijn, Weenen, Londen of Parijs gefabriekt is, om te Athene begraven, ook op een gegeven oogenblik gevonden te worden. Zoo iets is meer geschied. Wat nog 't waarschijnlijkst is zal wel dit zijn, dat het gevonden beeld een kopie is van de Atliene- Nikephoros, en dus niets met de Werken van Phidias gemeens heeft. Als 't een echt stuk is n.l., anders vervalt ook deze titel van waarde. Het spreekt van zelf, dat 't vooral de Transvaal is, die op dit oogenblik onze aandacht vraagt. De zaak neemt meer en meer voor Engeland een niet minder ernstige wending, "dan zij reeds voor de zoo weinig talrijke Transvaalsche Boeren genomen had. Men gaat meer en meer inzien, dat er toch wel iets haperen moet aan de machine, die volgens de rap porten van de lieden, die thans in Eugelsche bladen zelf //avonturiers van Natal" genoemd worden, zoo glad en neijes liep. Naarmate men hieromtrent in Engeland meer licht vraagt, gaan die Natabclie avon turiers niet meer woede voort met te schelden op de Boeren, de opstandelingen, zooals ze heeten. Aan de Kaap zelf gaat de meerderheid hen reeds verdedigen met mond en pen en protesteert men tegen die benaming opstandelingen. Doch de woorden en namen doen er weinig toe. Van meer belang is het, dat met den dag de verdedigers der Tranvaalsche zaak in de Eugelsche pers toenemen in getal. Sommigen het zijn niet slechts de dagblad-redacties, maar particuliere personen van naam, die 't in de bladen schrijven zijn vrij logisch en zeggen ronduit waar 't op staat. Zoo schrijft de lieer H. Richard, lid van 't Parlement, in liet blad de Nonconformistdat hij met leedwezen moet constateeren, dat liet tegenwoordige gouvernement z/iiiet den moed heeft geliad in Zuid-Afrika te doen wat het in Afghanistan heeft gedaan, n.l. de politiek van zijn voorganger te verloochenen. Het klinkt zeer fraai te spreken van (ie noodwendigheid van continuï teit in onze politiek, maar van erkende dwaasheid en slechtheid behoort er geen continuïteit te zijn. Niemand twijfelt er aan, dat wij de Boeren van Transvaal ten onder kunnen brengen, maar welk voordeel of roem is daarvan te wachten? Waarom zouden wij die lieden van hun onafhankelijkheid berooveu? Het is onmogelijk, dat mannen als Gladstone en Bright met zulk een politiek eenig sympathie kunnen hebben. Laat de openbare ineening zich slechts duidelijk doen hooren dan mogen wij hopen, dat naar Zuid-Afrika in structies gezonden zullen worden, die een einde zullen maken aan verder bloedvergieten, door de een of andere schikking, waarbij feitelijk aan de Boeren hun land en hun onafhankelijkheid wordt teruggegeven." Een ander man van naam, de lieer Bradlaugh, dezer dagen in de Hall of Science te Londen een redevoering over de groote kwestie houdende, zeide o. a.//Vijf en twintig jaren geleden erkenden wij plechtig bij een tractaat een Hollaudsche republiek in Zuid-Afrika, en drie jaren geleden hebben wij die republiek afgeschaft. Wij hadden, moreel of wettig, evenmin recht, dit te doen, als door een besluit van het Lager- of Hoogerliuis, eenig ander gouvernement af te schaffen. Hij hoopte, dat de volgende zitting van het Parlement aan de Boeren de republiek zou teruggeven, die hun onrechtvaardig is ontnomen. liet was bijna om zich te schamen dat men een Engelscliman was, dat de Hollanders een petitie teeltenden om ons te verzoeken, eerlijk te zijn, als waren wij niet anders dan landdieven. Eerlijk gezegd, geloof ik dat wij 't zijn." Zulke stemmen verheffen zich. Maar wie weet niet welk een groot verschil er is, zelfs in het parlementaire Engeland, tusschen de stemmen uit het volk, of zelfs de stem des volks en den wil der Regeering, van een Regeering, die sinds jaren enkel geheerschl heeft door 't fait accompli en, 't zij dan dat de eer er zich 't gelaat over bedekkeu moest of niet, steeds is toegejuicht. Men hoort nu eenige cijfers noemen van de macht der Boeren. De Engelschen spreken van 10,000 man ruiters. Trouwens te voet gaan de Transvaalsche Boeren, evenmin als de andere Kapenaars, niet te velde. Kaap de Goede Hoop. Zoodra, toen de tijding van de onlusten in Transvaal in de Kaapkolonie was ontvangen, werd te Paarl een openbare meeting belegd. De talrijke aanwezigen gaven eenparig hun sympathie voor de Boeren te kennen en besloten, het Eugelsche gouvernement te verzoeken een oorlog af te wenden en eene koninklijke commissie te benoemen om een regeling tot stand te brengen. De sprekers zeiden, dat zij de Hollanders van de Kaap, van hetzelfde vleesch en bloed waren als de Transvaalsche Boeren; dat een Transvaalsche oorlog de verbittering tusschen Eugelsche en Hollaudsche kolonisten zou doen herleven en ieder plan van confederatie verijdelen zou. Een deputatie, op de meeting benoemd, begaf zich naar den waarnemenden gouverneur om hem den wensch mede te deelen, dat de kwestie der annexatie opnieuw onderzocht en overwogen zou worden. //Wij zijn nauw met Transvaal verwant en daarom nemen wij zijn partij op," zeide de spreker. De gouverneur keurde het af, dat zij als voorsprekers van rebellen optraden, maar de de putatie ontkende, dat de Transvalers rebellen waren en drong aan op de benoeming van eene koninklijke commissie. Hiervan wilde echter de eerste minister der kolonie, de heer Sprigg, niet weten. Gemengd Buitenlandsch Nieuws. Vermoedelijk wegens de overstrooming die nog zoo kort geleden in een groot deel van België zooveel ernstige zorgen gebaard heeft, is het huwelijk van Prinses Stéfauie met Aartshertog Rudolf van Oostenrijk tot later uitgesteld. De vorige week Maandag zou de Koningin vnn Belgic met een vierspan, door haar zelve gemend, de spoorbaan te Laeken overrijden, toen de wachter in de grootste onrust haar toeriep//Haast u, haast u!" In den waan, dat er een trein naderde, zette H. M., niet meer kunnende terugkeeren, de paarden aan. Toen zij echter rechts en links ziende, geen trein bespeurde, wendde zij het hoofd om en zag zij een geheel onbestuurd rijtuig in hollende vaart recht op zich afkomen. Zij had nog slechts even den tij:l om uit te wijken, waarop bedoeld rijtuig voorbij stoof zonder haar te deren en de Koningin kalm haren weg vervolgde. Kapt. Ferguson van de //Ripple", een stoomboot, handel drijvende tusschen de Zuidzee-eilanden, is jammerlijk vermoord. Hij was 34 jaar en sinds 10 jaar in die streken, waar hij met vele vijandige inboorlingen de eerste handels—relatiën had aangeknoopt. Hij was super-in teilden t van de reeders-firma Cowlishow Brothers. Op raad van een collega, was hij bij Bougain ville-eiland handel gaan drijven en had een massa bijlen en Amerikaansche messen verkocht, toen op een oogenblik, dat het dek vol was met inlanders, deze op eens de pasgekochte wapens tegen de bemanning keerden. De kapt. kwam uit zijn hut en werd met één slag geveld. Twintig minuten duurde het gevecht, eerst op het dek, waar een Japansch stuurman en een Japansche machinist zich met revolvers zoo goed weerden, dat de inlanders het schip verlieten, doch daarna uit hun booten beschoten met lansen en pijlen, beantwoord met geweervuur, daar het schip veel geweren aan boord had, afkomstig van de eerste verongelukte expeditie van den markies Rays. Van het scheepsvolk sneuvelden er zes en werden er zes verwond, van welke twee hopeloos. Schoolnieu w s. Te Vlissingen heeft de lieer J. Frenks, eerste on derwijzer aan de school voor on- en minvermogenden aldaar, verleden Donderdag zijn 40jarige ambtsver vulling gevierd en bij die gelegenheid vele blijken van waardeering van zijn persoon en zijn diensten ondervonden. Benoemd tot onderwijzeres aan de openbare school voor meeruitgebreid lager onderwijs voor meisjes te Vlissingen mej. Vermeulen te Colijusplaat. Twee of drie teercapsules van Guyot, genomen on middellijk vóór het eten, brengen spoedig verlichting teweeg en zijn meestal voldoende om de hardnekkigste verkoudheid en bronchitis te genezen. Men ziet zelfs, dat het gebruik de reeds eenigszins gevorderde tering geneest. In dat geval belet de teer de decompositie van de tuberkels, en met medewerking der natuur is de genezing dikwijls sneller dan men had durven hopen. Men kan dit reeds zoo populaire geneesmiddel niet genoeg aanbevelen, zoowel vanwege zijn uitstekende uitwerking als om zijn goedkoopen prijs. Daar iedere flacon 60 capsules bevat, kost de geheele behandeling dus slechts vijf a zeven en een halve cent per dag en ontslaat van het gebruik van afkooksels, patés en siropen. Met zekerheid hebben wij vernomen, dat aan ver scheiden personen, die aan verkoudheid, bronchitis of longtering leden en in zekere apotheken teercapsules vroegen, niet. uit onze fabriek afkomstige capsules zijn verkocht. Wij meenen den patiënten daarom in her innering te moeten brengen, dat alle teer op verre na niet op dezelfde wijze is samengesteld en de uit werking ervan dus ook niet hetzelfde kan zijn. Geen verantwoordelijkheid op ons willende laden, welke niet op ons rust, verklaren wij bij deze, dat wij alleen kunnen instaan voor de kwaliteit en bijgevolg de geneeskrachtige eigenschappen van de echte teer capsules van Guyot, die op het etiquet van onze in 3 kleuren gedrukte handteekening voorzien zijn. De SUB-COMMLSSIE te Zierikzee tot ondersteuning van noodlijdenden door den WATERSNOOD maakt bekend, dat zij "Vrijclag" 14 «Januari a.s. eene aan de huizen der ingezetenen zal houden, waarvan de opbrengst zal worden overgemaakt aan de Algemeene Commissie te Amsterdam. Moge ieder bedenken, dat evenals verleden jaar de nood groot is. Namens de Sub-Commissie, Mr. J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN Voorzitter. Mr. A. HEEMSKERK, Secretaris-Penningmeester.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 3