zïëmkzeesche courant. voor liet arrondis- sement Zierikzee. 1881. No. 3. Woensdag1 12 Januari. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F e u i 11 e t o n. Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSD/VG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PKIJS DEK ADVEKTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stük'ten, de reductie betreffende, gelieve sneu uiterlijk een dag voor de uitgave iu te zenden aan den uitgever II. I,AKF,MIAA. ZIE RIK ZEE, 11 Januari 18 8 1. Gelijk uit de gedane aankondiging blijkt, heeft zich hier ter stede een commissie van jonge dames gevormd, zich voorstellende de organisatie eener loterij ten behoeve van de noodlijdenden door den watersnood in N.-Bralmnt en Gelderland. Wij twijfelen niet of deze lieve liefdadige commissie zal van de ingezetenen in ruime mate die stoffelijke blijken van sympathie voor haar edel streven ontvangen, waardoor dal streven rijke vruchten kan dragen voor de arme noodlijdenden. Evenals ten vorige jare bij gelegenheid van den watersnood in N.-Brabant, heeft zich ook nn hier ter stede onder de leiding van den heer Mr. J. Maurilsz Ganderheijden, Burgemeester van Zierikzee, een Com missie gevormd om werkzaam te zijn voor de nood lijdenden door den watersnood, die thans voor de tweede maal in één jaar een groot deel van Noord- Brabant teistert. De Commissie, bestaande uit de heeren Mr. J. Mauritsz Ganderheijden als voorzitter, Mr. A. Heems kerk als secretaris-penningmeester en een zestal andere ingezetenen, is voornemens op Vrijdag a.s. eeu collecte aan de huizen der ingezetenen te houden, terwijl tevens aan hen, die zulks mochten verlangen, gelegenheid za! gegeven worden om op lijsten voor de door hen te schenken, giften in te teekenen. :t Is maar al tc waar, dat er ook in eigen kring vrij wat nood te lenigen valt., maar dit mag toch niet weerhouden van weldadigheids-oefening aan hen die toch ook in grooten nood zitten en waar voor zoovelen hulp noodig is. De plaatselijke noodlijdenden behoeven 't daar niet minder om te hebben. Voor extra-rampen is ook buitengewone hulp noodig. Niettemin blijft het wensoheiijk, ja een dringende eisch des tijds, dat toch eens wezenlijk de hand aan 't werk geslagen wordt om de telkens en gedurig in heviger graad terugkeereude waterrampen iu 't Noord- Brabantsche zoo niet voor goed af te wenden dan tocli zooveel mogelijk effectief te bestrijden. Deze bedenking mag echter de liefdadige hand niet terug doen houden. Men neme vooral in aanmerking dat zij die 't meest lijden er meerendeels 't minste schuld aan hebben, dat er niets wezenlijks tot ver betering van den toestand gedaan wordt. Vrijdag j.l. is alhier op 65jarigen leeftijd overleden de heer J. M. Bouvin, sinds vele jaren alhier, vroeger te Oostevland nis notaris gevestigd. De overledene, genoot om zijn minzaamheid en gematigdheid de algemeene achting. Zaterdag-namiddag had op het Zijpe nabij Bruinisse een droevig ongeval plaats. De knecht van schipper J. van Dijk, een oppassend man, J. Candel geheeten en hier woonachtig, had het4 ongeluk, overboord te vallen en te verdrinken, ondanks alle mogelijke pogingen van den schipper om hem te redden. De. noodlottig omgekomene laat eeue bedroefde weduwe ua niet vier kinderen, terwijl zij pas de vorige week van het vierde kind bevallen was. In den storm van Woensdag op Donderdag j.l. geraakte het zware Rijnschip //Avontuur", schipper Van Oijen, van Hochfeld met steenkolen naar Geut, nabij de Vondelingen aan den grond. Door het stooleu sprong het schip lek en besloot de schipper de noodvlag te hijsehen. Met. veel inspanning gelukte het aan de schippers J. de Paepe en Jacob de Waardt, beiden van Zierikzee, het schip te bereiken en met behulp van nog andere manschappen, behouden te Zierikzee binnen te brengen. Het vreemde feit van het optreden van maréchaussees in den Haag bij gelegenheid der behandeling van de strafzaak contra deJongh, heeft aanleiding gegeven tot het gerucht dat een geheeie wijziging van de rijks politie op til zou zijn, dat het corps maréchaussees zoo zon uitgebreid worden, dat het het geheeie corps der rijksveldwacht zou kunnen vervangen; dat het kader van het ingesmolten le regiment huzaren grootendeels bij de maréchaussées zou overgaan enz. In verband hiermede wordt door het Dagbl. opgemerkt, dat bij de Regeering wel het denkbeeld in overweging is om het corps uit te breiden, maar dat er weinig kans op verwezenlijking daarvan bestaat. Naar men verneemt zou als aanstaand opvolger van den heer van IIee9 in het secretariaat van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen te Amsterdam algemeen genoemd worden mr. A. Kerdijk, thans directeur der Rijks-postspaarbank, 't Zou de vraag alleen zijn of de lieer Kerdijk de laatstgenoemde be trekking zou willen laten varen voor die bij de Maatschappij. Aan hel Goesche Sas heeft een afschuiving plaats gehad, tengevolge waarvan een gedeelte der glooiing verdwenen en eenige schade aan den oever toegebracht is. De kosten voor de gemeente zullen echter niet aanzienlijk zijn. in. Hij zweeg en scheen te droomen. Ik had verwonderd de oogen opgeslagen en haalde vrijer adem. Oom hield geen preek. Het is een schoone morgenstond, hernam hij, een morgen van jeugd. Wat leeft gij er goed van op uw achttien jaren te midden van dit groen, dat hoogstens slechts achttien dagen oud is. Alles is heerlijkheid en geur, nietwaar? Het groote dal schijnt u een plaats vol bekoorlijkheden en genotdaar hel) je de rivier om u haar frischheid te schenken, de boomen om u hun schaduw te leenen, het geheeie veld om u vau teederheid te spreken, den hemel zelf om als een vuur te doen ontbranden aan dien horizon, dien gij vorschend doorzoekt, vol hoop en verlangen. De Leute hoort toe aan de kwajongens van uwe jaren. Zij is 't, die nati de knapen leert hoe zij de jonge meisjes moeten laten drinken Ik hoog op nieuw het hoofd. Nu was 't toch zeker, dat ooin Lazarus me gezien had. Een oude sukkel van een man als ik, ging hij voort, weet ongelukkig wat ik denken moet over de bevalligheden der Lente. Ik, mijn arme Jan, ik houd van de Durance, omdat zij deze weiden besproeit en liet geheeie dal doet levenik houd van dat jonge gebladerte, omdat het mij de vruchten van Zomer en Herfst aankondigt; ik heb dien hemel lief omdat hij goed voor ons is en zijn gloed de vruchtbaarheid der narde verhaast. Ik zou je dat toch den oenen of den anderen dag moeten zeggen en doe het liever van daag in dit morgenuur, liet is de Lente zelve, die u de les geeft. De narde is een uitgestrekte werkplaats waar men nooit verlet. Zie die bloem aan, daar aan onzen voet; voor u is zij een balsemgeur; voor mij is zij een arbeidster, die haar taak vervult als zij haar deel van 't leven voortbrengt, een klein zwart zaadje, dat op zijn beurt in de volgende Leute arbeiden zal. En zie nu eens rond aan dezen wijden horizon. Al die blijheid is enkel voortbrenging. Als het veld een lachend gelaat toont, dan is 't omdat het weder aan den eeuwigen arbeid gaat. Hoort gij 't nu- wel ademen, krachtig, werkzaam en haastig? De bladen zuchten, de bloemen haasten zich, het koren schiet op zonder verpoozing; al fte planten en kruiden honden een wedstrijd, wie 't vlugst zal groot wezen; en 't levende water, de rivier komt aan den gemeenschappelijken arbeid helpen, de jeugdige zon, die opklimt aan den hemel, heeft tot taak den eeuwigdurenden arbeid der arbeiders te vervroolijken. Op dit oogenblik wilde oom dat ik hem vlak in 't gelaat zou zien. Hij eindigde in deze bewoordingen - Gij hoort nu, Jan! wat mv vriendin de Leute tot u zegt. Zij is de jeugd, maar zij bereidt den rijperen leeftijd voor; haar klare glimlach is niet9 anders dan de vrooliikheid van den arbeid. Het zal een krachtige Zomer en een vruchtbare Herfst zijn, want de Leute zingt in deze ure, terwijl zij wakker haar taak vervult. Ik keek leelijk op mijn neus. Ik begreep oom Lazarus geheel en al't was toch een sermoen, wat hij mij gaf, en daarin vertelde hij mij, dat ik een luiwammes was en de tijd om te werken voor mij aankwam. Mijn oom scheen even verlegen nis ik. Na een oogenblik geaarzeld te hebben, zeide hij eenigszins haperende Jan, 't wa9 niet goed van je, datje me niet alles zijt. komen vertellendaar je toch houdt van Babet en Babet van u Heeft Babet me lief! riep ik uit. Mijn oom maakte een gebaar alsof hij boos zou worden. Laat me uitspreken. Ik heb niet alweer eeu bekentenis noodigZij heeft 't me zelf bekend! Heeft ze u dat bekend Heeft ze u dat bekend En ik vloog op eens oom Lazarus om den hals. O! Dnt's goed, zei ikIk had haar nooit iets gezegd, zoo waar Dat heeft ze u gebiecht, niet waar? Ik had haar nimmer durven vragen of ze mij liefhad, ik zou er nimmer iets van geweten hebben. O, hoe dank ik u! Oom Lazarus bloosde. Ilij gevoelde dat hij onhandig geweest was. Hij had gedacht dat het wel de eerste ontmoeting niet zou geweest zijn met liet jonge meisje, en daar gaf hij mij uu al zekerheid toen ik nog niet eens durfde hopen. Nu zweeg hij; maar ik praatte des te drukker. Nu begrijp ik alles, ging ik voort. U heeft gelijk: ik moet werken om Babet te verdienen. Maar gij zult eens zien hoe moedig ik zal wezen. O wat zijt ge toch goed, oom Lazarus, en wat spreekt gij schoon! Ik versla nu wat de Lente zegt; ik wil nu ook een krachtigen zomer, een vruchtbaren herfst hebben. Wat is 't hier gced, men ziet het ga n sell e dal; ik ben ook jong, ik voel de jeugd in mij eischen dat ik haar taak vervullen zal Mijn oom suste mij. Zoo is 't goed, Jan, zei hij. Lang heb ik gehoopt dat ik een priester van u zou kunnen maken. Met dit doel had ik u mijn kennis medegedeeld. Maar wat ik dezen morgen aan den oever van 't water heb gezien, dwingt mij om voor goed mijn liefs»en droom te laten varen.. De Hemel beschikt over ons. Gij zult God op een andere wijs liefhebbenMaar gij kunt nu niet op dit dorp blijven, waar ik wil dat ge pas zult terugkeeren, gerijpt door de jaren en den arbeid. Ik heb voor u 't vak vau drukker gekozen; daarin zal hetgeen gij geleerd hebt u van dienst wezen. Een mijner vrienden, een drukker te Grenoble, wacht u tegen aanstaanden Maandag. Ik werd een weinig ongerust.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1