Buitenland. Wat is er gebeurd toen Burgers naar Nederland was geweest om oude banden te herknoopen en nieuwe te leggen, en van welke reis hij met pakken vol sympathie-betuigingen en de borst met kruisen getooid is teruggekomen in zijn land? Diezelfde Boers, die nu zoo razen, hebben zijn gezag omvergeworpen, omdat hij verdacht was van liberale denkbeelden te koesteren en te hebben medegebracht. Ze zetten hem aan kant, weigerden belasting en schiepen den staat van anarchie, waarop de handige en nltoo9 begeerige Engelschman zich terstond beriep. Wat zullen wij ons daarin steken? Laat ons toch door den klank der woorden niet misleid worden. Als de Transvaalsche Boer in zijn voor ons haast onverstaanbaar Engelsch-Hollandsch van //die vrijheid van die land" zingt, dan meent hij daar geheel iets anders mede dan de Nederlanders van 1881; ook iets anders dan de vaderen van 1581, die de vaderen waren van hen en on9. Bij on9 schreeuwen Standaard HerautWageningsch WeekbladTijd, Maasbode e. tl. q. altegader nog harder en nog drukker over vrijheid, vrijheid. Zal het Nederlandsche volk als geheel zich dit aantrekken? God beware ons er voor! Men moet o. i. 't maar heel zachtjes aan doen met het adres aan 't Engelsche volk. Laat 't toch asjeblieft geen soort van volks-petitionnement wordener komt toch nihil op 't rekwest. Laat ons de dingen noemen zooab ze heetentoen Burgers nog President was, hebben de Boeren den Heidelbergscheti Catechismus en hun bekrompen ortho doxe domine's hooger geschat dan hun geheele vader land dat is de groote fout; daardoor hebben zijden Eugelschen vat gegeven, wier doel en politiek zij toch zeer goed behoorden te kennen. Doch toen heette hetliever Engelseh dan liberaal, en gingen ze naar huis in plaats van de handvol Engelsche indringers, die op annexatie werkten, op te knoopen of 't land uit te jagen. Toen had de strijd raison d'etre, nu niet meer. En nu is 't getij geheel verloopen bovendien. Er zit nu niets anders op dan bnigeu of //trekken", dat is verder Noordwaarts opschuiven gelijk hun vaderen reeds meermalen gedaan hebben. Door den heer P. J. Visser Pz. te Kruiningen is voor f 1192 aangenomen het van Delft uit de Rijks magazijnen afhalen van 19 kanonnen en het plaatsen van die stukken als meerpaleu langs het kanaal van Zuid-Beveland. Door de heeren W. van Uije en Zonen te Middelburg is voor f 1569 aangenomen het eenjarig onderhoud en het doen van herstellingen aan de gebouwen der Rijks-kweekschool te Middelburg. Uit Madrid is per telegram gemeld, dat de ver tegenwoordiger van Nederland aldaar dood in zijn bed is gevonden. Dit zal dan betrekking hebben op Jhr. Mr. M. J. L. Ii. A. Heldewier, die onze Minister resident in Spanje is. Met 36 stemmen tegen één heeft de gemeenteraad van Rotterdam zich verklaard tegen het voorstel der Handelsvereeniging en zich dus in deze zaak met het prae-advies van 't dagelijksch bestuur vereenigd. Jantje. //Grootpa, doe uw oogen eens toe." Grootpa. //Waarom?" Jantje. //Ja, Mama heeft gisteren gezegd, als grootpa zijn oogen sluit, komen we allen in zijn huis wonen. Landbouw. Over het artikel Meekrap was het jongste bericht in de N. RottCé. uitvoeriger dan anders. Na een terugblik op de vroegere belangrijkheid der meekrap- cultuur, haar tegenwoordig verval wegens de concur rentie der surrogaten, bespreekt de steller, die niet de gewone berichtgever van anders is, de kan9en op herstel in eere van de krapverf, vooreerst door de meer en meer waarschijnlijk wordende vervanging der gasverlichting in de groote stedeu door electrisch licht, waardoor de grondstof voor de aniline-verven veel duurder in prijs zouden komen; immers tot nog toe leveren de gasfabrieken die grondstof, en ten andere door de nog steeds bestaande gebreken der analine- kleuren, die namel. meestal spoedig verschieten, ja zelfs verdwijnen. Hij wijst er op, dat Amerika, Engeland en Duilschland, hoewel in mindere mate, nog steeds meekrap blijven vragen. In betrekking tot den landbouw merkt hij op, dat de suikerbiet, die op dit oogenblik de meekrap heeft vervangen als handelsgewas voor den landbouwer, minder aanbeveling verdient dan de meekrap. Verder zegt hij: De oogst van dit jaar (1880) hoewel klein, is van een zeer goede qualiteit, verfrijk en mooi op liet oog. De voorraad van alle andere soorten is mede niet groot en berust in vaste handen, die wel willen verkoopen, doch ongenegen zijn, lager dan de tegenwoordige noteeringen af te geven, en hiertoe is wel reden. Voor het najaar van 1882 is geen nieuwe meekrap in eenige hoeveelheid te wachten, de voorhanden voorraad moet dus tot zoolang voorzien in de meerdere of mindere behoeften, en komt, hetzij vroeg of laat, een ernstige vraag voor Amerika (waar op dit oogenbli-k nog ruime voorraad is), dan is het wel te voorzien dat de prijzen nog iets zullen vooruitgaan. Men noteert op heden (30 Dec. 580) 1880. 1879. 1877/78. Krappen, prima f 35-36 f 34-35 f 33-34 goede 34-35 32-33 31-32 ordinaire 32-33 n 30-31 29-30 Onberoofde, prima 28-29 28-29 23-26 goede 26-27 25-27 21-22 ordinaire 24-25 22-24 Wortels21-23 O vergemalen, onber. v. Amerika geschikt 23-24 Garancine prima qual. 70 Mindere30 a 35 Tot zoover dit bericht. De opmerking is zeer juist, dat de markt, ook die voor werkelijk verbruik, lót nu toe nog teert op den ouden voorraad. Daar dit nu al eenige jaren zoo voort is gegaan, moet de overproductie van 't artikel ver bazend groot zijn geweest. Dit heeft zeker ook niet weinig de prijzen gedrukt, toen daarbij nog de mede dinging vau het surrogaat is gekomen. Aan dien enormen ouden voorraad, misschien aanvankelijk meer dan 30,000 vaten groot, moet toch eindelijk wel een eind komen. Komt hierbij dan de ervaring, door de fabrikanten opgedaan, dat voor solide stoffen de krapver ven nog niet door de analineverf kunnen vervangen worden, al doet ook de scheikunde haar best, dan mag er o. i. nog aan een bescheiden toekomst van de meekrapcultuur gewacht worden. Wij zeggen //beschei den"; want al is de tegenwoordige prijs ongetwijfeld reeds loonend te noemen, zoo zich de ambitie van den landbouwer weer met kracht op de meekrap gaat vestigen, zal de productie aldra de in alle geval zeer per 100 kilo. verminderde vraag weer te boven gaan en dan gaat de markt weer achteruit. Dat de speculatie in land haar toppunt nog niet heeft bereikt kan blijken uit liet resultaat der verleden week te Amsterdam gehouden verkoopiug van 50 hectaren kleigronden, gelegen in de IJpolder tusschen het zijkanaal naar Nieuvvendam en den afsluitdijk in de onmiddellijke nabijheid van Amslerdam. De c.a. 50 hectaren hebben met de wegen 5000) gezamenlijk f 165,307 opgebracht; het land alleen f 160,307, dus gemiddeld ruim f 3200 per hectare, of 1323 per geraet. De ligging zoo dicht bij Amsterdam zal wel van grooten invloed geweest zijn op deze verkooping. In het N. v. d. I). van Vrijdag j.l. kwam een niet onbelangrijk artikel voor, over den tarwehandel in de Vereenigde Staten, hetwelk geschreven was door een Nederlander, die in Amerika gevestigd is en vrij goed op de hoogte der zaken schijnt te zijn. Twee zaken blijken uit dit artikeldat de enorme productie van tarwe door N. Amerika in stpat is in de behoeften aldaar ruimschoots en in die van Europa voor een groot gedeelte te voorzien en dat het raadsel, waarom Lij die groote productie de prijzen in Amerika sinds den jongsteti oogst zoo hoog zijn gebleven, geheel wordt opgelost door het feit van een thans reeds nagenoeg geheel o in verge va Hen combinatie van specu lanten in granen. De dezer dagen voorgevallen faillis sementen van eenige groote huizen hebben het bewijs geleverd van de juistheid der door den schrijver reeds in 't begin vau December j.l. gernnaktempmerkingen. Kunst, Wetenschap en Letteren. Het stoffelijk overschot van //George Eliot" Mrs. Cross is in allen eenvoud op het kerkhof van Highaie te Londen begraven. Tal van aanzienlijke personen woonden de plechtigheid bij. De predikant dr. Sadler hield alleen een korte rede om de verdiensten van Engelauds beroemde schrijfster nogmaals in het licht te stellen. Onlangs werd aan den lieer mr. L. Serrurier, con servator bij 's Rijks ethnografisch museum te Leiden, opgedragen om, in verband met een wetenschappelijke rangschikking en beschrijving dier verzameling, een onderzoek in te stellen naar de rijke ethnografische collectiën, te Londen aanwezig. Hij heeft daaromtrent verslag aan den Minister van Bïnneul. Zaken uitgebracht, hetwelk in de Staats-Courant is opgenomen. JEngeland. Transvaal. Het blijkt meer en meer, dat de beweging onder de Transvalers ernstig gemeend is. De ofïiciëele berichten komen nchtervolgens in en bevestigen over 't algemeen de geruchten, dat de Boereu onderscheidene punten hebben afgeloopen, andere bezet houden en besloten schijnen ernstigen tegenstand te bieden. Zij hebben Potchefstroom ingenomen en aldaar nog een 25 man Engelsche soldaten gevangen genomen, terwijl ze de bezetting van het fort uit 200 volgens een ander bericht slechts 120 - man bestaande, daarin geblokkeerd houden. Utrecht schijnt weder door hen verlaten te zijn. Daarentegen zouden ze nu ook de hoofdplaats Pretoria bezet hebben. Ook aldaar hebbeu de Eugelschen zich in het fort teruggetrokken. geniepige femelaars, die wanen, dat 't al wel is als de buitenkant van den drinkbeker maar gereinigd is, doch die men bij avond en ontijd kan betrappen zich vermeiende in de geheimnissen van Salomo's //Hoog lied" of in de //Versuchtinge van verloore sielen". Daarom is 't niet gewaagd te achten eens te snuffelen in de zoo druk besproken werken van Zola. Dat zal iu dit feuilleton gedaan worden, met voorbehoud alleen van nu en dan wat over te slaan. In een schilderijen- kabinet hangt men ook niet alle tafereelen zonder onderscheidt vlak bij de deur of op de meest in 't oog vallende plaatsen, gelijk we ook meenen dat in een dierentuin de apenkooi niet zoo als piece de milieu behoeft te pronken. Wat nu volgt zijn fragmenten uit Nouveaux Contes d Ninon, en wel in de eerste plaats De vier dagen, bij ons zou men zeggen Re vier jaargetijden van Jan Gourdon. I. Lente. Dien dag, tegen vijf lire in den morgen, kwam de zon met blijde onstuimigheid het kleine kamertje binnen, waar ik verblijf hield, bij mijn oom Lazarus, den pastoor van het gehucht Doürgues. Een breede gele straal viel op mijn gesloten oogleden en ik werd wakker van het licht. Met zijn gewitte muren en zijn gladhouten meubelen was mijti kamertje de vroolijkheid zelf. Ik ging aan het raam staan en keek naar de Durance, die daar voortvloeide, zoo breed als ze was, te midden van 't donkere groen van 'tdal. Frissche koeltjes liefkoosden mijti aangezicht en het gemurmel der rivier en van de hoornen scheen mij te roepen. Zachtjes deed ik de deur open. Om buiten te komen moest ik door ooms kamer. Ik liep op de teenen uit vrees dat het kraken van mijn plompe schoenen den waardigen man zouden wakker maken, want hij lag nog te slapen met een glimlach op 't gelaat. En ik was ook bang dat ik de kerkklok 't Angelus zou hooren luien. Sinds eenige dagen liep oom Lazarus mij overal na en keek hij treurig en boos. Hij zou mij misschien belet hebben, ginds henen te gaan naar den oever der rivier en daar weg te kruipen onder de wilgen van den waterkant, om Babefc te begluren als zij voorbij kwam, dat groote bruine meisje, die als 't ware met de nieuwe lente voor mij geboren was. Maar mijn oom lag nog in diepen slaap. Ik had haast spijt dat ik hem fopte en zoo wegsloop. Een oogenblik bleef ik staan om naar zijn kalm ge laat te zien, dat er in de rust nog zachter uitzag; met aandoening dacht ik aan dien dag, toen hij mij was komen halen uit het kille en ledige huis, waar pas de lijkstoet vati mijn moeder was uitgegaan. Wat al teederheid, welk een toewijding, hoeveel wijze woorden had hij sinds dien dag voor mij ten beste gehad Hij had mij zijn wetenschap en zijn goedheid, ai zijn verstand en geheel zijn hart geschonken. Een oogenblik kwam ik in de verzoeking hem toe te roepen. Sta op, oom Lazarus! laat ons samen een eindje gaan wandelen in die laan aan den oever der Durance, waar ge zoo gaarne zijt. De frisse he lucht en de jonge zou zulleu u opvroolijkeu. Ge zult eens zien, als we weer thuis zijn, welk een eetlust dat geeft. Maar Babet moest naar de rivier komen en ik zou haar dan niet kunnen zien, raet haar heldere ochtend-rokken aanDan zou mijn oom er bij wezen en ik zou de oogen moeten neerslaan. En 't moest toch zoo goed wezen daar onder de wilgen zoo plat in 't fijne gras te liggen! Ik voelde hoe 't verlangen mij binnensloop, en langzaam, met kleine schreden, den adem inhoudende, bereikte ik de deur. Ik ging den trap af en zette 't op een loopen als een gek in dc koele lucht van den vroolijken Mei- morgen. Aan den horizon was de hemel heelennl wit met allerkeurigste blauwe en rooskleurige tinten. De bleeke zon geleek een groote zilveren lamp, welker stralen als een stortbui van licht in de Durance regenden. En de breede, mollige rivier, lui op 't roode zand uitgestrekt, ging van 't eene eind van 't dal naar 't andere, gelijkende op een stroom van gesmolten metaal. In het Westen teekende een reeks lage en uitgetande heuvelen zich als lichtvioletkleurige vlekken tegen den bleeken hemel af. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 3