voor liet arrondis-
mm\t Zierikiec.
1880. No. 96. Zaterdag 4 December. 83ste jaargang.
NIEU WS- en ADVERTENTIE BLAD
DE VRIJE UNIVERSITEIT.
v.
/iinik/nsdai kh hwi.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,— Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEIS'MAX.
Aan de universiteit op gereformeerden grond
slag zal niet de rechtswetenschap met haar
stam: het wijsgeerig recht, en haar praetiseh
vruchtbaren hoofdtak: het positief recht, onder
wezen worden, maar een eigenaardige nieuwe
soort van recht: het anti-revolutionair recht.
Nu omvat de rechtswetenschap: 't natuurrecht,
't staatsrecht, 't privaatrecht, 't strafrecht, 't
volkenrecht of internationaal recht, 't admini
stratief recht e. a. m. Voor een goed deel zal
't wel om 't even zijn of men hier nu bij zegt
anti-revolutionair of niet. Dr. Kuyper wil wel
dat zijn volgelingen anti-revolutionair zijn tot
in hun schoenen en kousen, doch in de praktijk
komt dat meerendeels op hollen klauk uit.
Wanneer er echter gesproken wordt van anti
revolutionair staatsrecht eu anti-revolutionair
strafrecht, dan is dat wat anders, dan is er
historisch kanefas, waarop men eenigszins het
beeld kan borduren van die twee eigenaardige
rechten, 't Anti-revolutionair strafrecht kunuen we
nog laten rustenals de anti-revolutionairen de
misdadigers weer maar mogen schavotteeren, dan
is dat voorloopig in orde; trouwens de leiders
hebben te veel bloedige tafereelen uit liet Oude
Testament in het hoofd om niet een beetje trek
naar bloed overgenomen te hebben. Teksten
als b.v. I Kon. 18 40 doen zulke lui water
tanden. Het komt evenwel vooral aan op 't
anti-revolutionair staatsrecht. Wat is dat? Nu,
't zal te Amsterdam gedoceerd worden van
A tot Z. Doch 't kan geen kwaad als men het
in 't algemeen reeds vooraf zoo eenigermate kent.
De goede Groen heeft een laug en met spreken
en schrijven ijverig doorgebracht leven gebruikt
om duidelijk te maken wat het niet is; wat
het wèl is, dat is hem nooit helder geweest, de
formule is althans achter gebleven. Zijn advo-
kaat Daniel Koorders (laat ons gelooven dat
hij pro deo gepleit heeft), heeft in zijn „De
Anti-revolutionaire Staatsleer van Mr. Groen van
Prinstever," (Utrecht 1865), 't ook al niet verder
gebracht dau tot herhaling van Groens verzeke
ringen wat het niet is.
Onze hedendaagsche neo-antirevolutionairen
ziju een stapje verder gevorderd en aarzelen nu
alleen nog maar in de keuze tusscheu de theo
cratie van Jan Oalvijn en 't Puriteinisme van
Olivier Cromwell. Toen er een poos geleden
zoo geschermd werd met militaire termen, was
't haast als waarde de geest van den somberen
Olivier Cromwell rond; voor 't oogenblik is de
wind weêr meer in de richting van Genève
gedraaid. In zijn eerste academische rede heeft
prof. Fabius reeds een tipje van den sluier
opgelicht, waarachter het sphinxbeeld van 't
nieuwbakken staatsrecht nog schuilt, doch van
waar 't, als tijd en gelegenheid dienen mochten,
gaarne uit den hoek zou schieten. In dat
staatsrecht is namelijk zoowel de monarchie als
de republiek veroordeeld. De monarchie, want
niet de koning maar God zelf moet souverein
zijn, of anders koniug Jezus (dit heeft de
professor in 't midden gelaten) maar ook de
republiek, want de volks-souvereiniteit is een
gruwel, dat is een zonde waaraan men slechts
doet, opdat de genade te meerder worde. Der
halve moet er iets anders zijn en dat is altoos
de soevereiniteit Gods. Dat is de spil van het
anti-revolutionair staatsrechtalles onderworpen
aan God of aau koning Jezus. Zoo totaal on
wetenschappelijk en phylisterachtig is echter de
professor uiet, of hij voelt wel dat dit slechts
ombestemde zegswijzen ziju eu dat om de
zaak nu maar eens te noemen gelijk ze toch
bedoeld wordt een abdicatie van Z. M. Koning
Willem III ten behoeve van God of van koning
Jezus een onzinnigheid zou zijn. Toch wordt
dit teêre punt, zij 't ook eenigszins verholen,
aangeroerd als er, gelijk boven reeds aangestipt
is, zoo ter loops gezegd wordt, dat de anti
revolutie noch de monarchie noch de republiek
wil. Wat zij dau wèl wil? Dat is de theocratie
zooals zij die begrijpt ea zou pogen toe te passen.
Zie hier de leer: God regeert uiet persoonlijk
maar laat dit andereu doen, die dan ziju werk
tuigen dienen te zijn, en nu zit 't fijne
van het anti-revolutionaire staatsrecht hieriu,
dat die de leer zal aanwijzen wie dat uu eigenlijk
ziju, die namens God regeereu moeten.
Men ziet wel in, dat dit niets anders is dau
een vorm van 't zoogeuuemde goddelijke recht,
't droit divin gelijk dit door de clericalen van
alle tijden, landen, volken en kerken geëxploi
teerd is en nog dagelijks geëxploiteerd wordt
in hun privé.
Zeer verklaarbaar, dat men aarzelt tussehen
Oalvijn en Cromweil. Als men wat duidelijk
uitsprak, wat men logisch gedrongen moet ziju
te erkenneu, dau stiet men tegeu de hoeksteenen
van onze ooustitutioneele mouarchie, en al stiet
men dat gebouw niet zoo dadelijk omver, men
zou zichzelven allicht kwetsen eu in moeite
brengen. Ofschoon volbloed-revolutionair in be
ginsel, ziet men op tegen openlijken opstand.
Men danst als 't wave om 't gevaarlijke vuur.
Br is een poos geleden door de partij een
periode doorleefd, dat het waarlijk er naar
uitzag als verkeerde de partij in barensnood
van een nieuwen Cromwellmen bewoog zich
dag aan dag in militaire termen, 't was of
een technisch krijgskundig woordenboek op de
schrijftafel lag van de redactie van het bekende
roerige blad. 't Was militarisme van A tot Z.
't Was als walmde er reeds kruitdamp door de
lucht. Die dreigende bui is overgedreven of
heeft zich opgelost in 't volks-petitionuement,
treuriger gedachtenis! Trouwens die 300,000
neepjeskapjes en luiphoeden vertegenwoordigden
nu juist niet de grondstof om een krijgshaftige
armée uit te werven. Thans is de silhouet vau
Jan Oalvijn weder meer naar voren geschoven
en verwacht men met uitgestreken halze een
smid, die de wapenen des rechts zoo zal smeden
dat zij het ezelskinnebakken gelijk worden
waarmede Simson de Philistijnen van zijn dagen
doodsloeg. Nu, op dit terrein kan wel iets
gedaan worden, getuige de eigenaardige kracht
van ultramontaausehe juristen.
Was de anti-revolutionaire partij in Groen's
verdacht van de contra-revolutie te drijven,
sinds eenige jaren heeft ze veeleer revolutionaire
mimes gemaakt, 't welk niet vreemd iswant
't telkens herhaalde beroep op de groote menigte
leidt als van zelf tot vleien der democratie
alleen door een democratischen glimp aan het
drijven te geven, kan 't ook kans van slagen
hebben 't volk zoover meê te nemen,dat het
er toekomt sommige bepaalde mannen te
erkennen als speciaal Gods zaakbezorgers. Het
anti-revolutionair staatsrecht zweeft op 't randje
der demagogie eu het komt ous voor, dat als
de lessen, die de aanstaande anti-revolutionaire
juristen zullen krijgen, niet uitsluitend in op-
ververij zullen bestaan, of iu gemoedelijk doch
te eeuemale onwetenschappelijk gewauwel over
staatsrecht en politiek en catechismus en Dordsche
leerregels en nalezingen op Leviticus eu Deute-
ronomium, de aap eindelijk toch wel uit de
mouw zal moeten komen.
Het zij verre van ons, alle leiders der anti
revolutionaire partij en der zich noemende echte
Gereformeerden van oneerlijke bedoelingen, of
van baatzucht, onzuivere eerzucht, heerschzucht
en dergel. te verdenken. Wij vertrouwen dat onder
hen wel eerlijke mannen schuilen naast de fortuin
zoekers. Maar die beide categorieën leeraren
toch dit: God moet in alles heerscheu en wij
zullen zeggen hoe God het hebben wil. Daarin
zit o. i. juist het staatsgevaarlijke van du neo-
antirevolutionaire staatsleer; want de mensch
is niet gevaarlijker en minder te vertrouwen,
dan wanneer hij (oprecht of geveinsd, dat is
in de praktijk 't zelfde) optreedt als orgaan
Gods; immers dan is hij feitelijk dweper, een
eerlijke of oneerlijke, maar in beide vormen
schier even gevaarlijk.
Arme wetenschap vau 't recht, waar zult gij
dan blijven Wat blijft er dau over voor uw deel I
(Slot volgt.)
Binnenland.
Zierikzee, 1 Dec. Het Departement der Maat
schappij tot bevordering van Nijverheid hield heden
zijne gewone raaandelijksche vergadering.
Nadat eenige huishoudelijke zaken waren afgedaan,
hield de Voorzitter, Dr. J. K. de Bruijne, eene rede
over //de huizen der Ouden", waarin de spreker eene
merkwaardige tegenstelling leverde van de heden
daagsche groote steden (Londen en Parijs) tegenover
de nog uitgestrektere uit de oudheid (Babylon on
Ninivé) en de inrichting beschreef' van de laatst
genoemde steden, hare straten en in het bijzonder
van de huizen, vooral uit hygiënisch oogpunt beschouwd.
Een eigenaardig klokje werd ter vergadering geëx
poseerd door den heer Joh. Enzlin. Het is bestemd
om als //verklikker" te dienen, die in een vrij ruime
omgeving waarschuwt, zoodra slechts eenige beweging
gemaakt wordt om de deur, waarbij het geplaatst is,
te openen. Deze inventie zal zeker niet geheel vreemd
zijn aan de behoefte, die thans aan dergelijke veilig
heidsmiddelen te Amsterdam bestaat.
Zierikzee, 3 Dec. Volgens ontvangen telegram
van gisteren is de reddingskotter weder een scheeps
lengte vooruit gekomen.
Heden is de //Sliedrecht II" daarheen vertrokken
om het schip af te sleepen en in vlot water te brengen.