ZlERlkZEESCHË COURANT.
voor liet arronsSis»
senieat ÏAmkm.
1880. No. 93. Woensdag 24 November. 83ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
DE VRIJE UNIVERSITEIT.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,— Franco per post 1-
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA KEN MAN.
ui.
Het veld, waarop wij ous naar aanleiding
van dit onderwerp bewegen, is veel te wijd
uitgestrekt om 't in deze vluchtige opstellen
te omvatten en met de lezers te overzien. Dit
is ook voor 't doel dat we ons voorstelden niet
noodig; n.l. aan te wijzen, dat de onlangs te
Amsterdam opgerichte zoogenoemde „vrije uni
versiteit" of universiteit op „gereformeerden
grondslag", zooals de jongst verzonnen benaming
luidt, is een instelling op onzuiveren grondslag
en met een gettsurpeerden naam, een instelling,
die zoowel de wetenschap als 't begrip univer
siteit in 't aangezicht slaat.
Het is voldoende ter loops te herinneren, dat
bij ons, evenals in zoo menig land, vóór de
Reformatie, de wetenschap is voornitgescbreden,
zich heeft ontwikkeld ondanks de kerk, die op
een der wetenschap vijandig standpunt stond.
De kerk heeft moeten dulden, dat in haar eigen
kinderen de zucht naar zelfstandig onderzoek
wakker, de geest der kritiek vaardig werd.
Laat ons erkennen hoewel met niet al te
veel dank dat de kerk niet altoos al de
gestrengheid barer wereldsche tncht- en dwang
middelen tegen de wetenschappelijke mannen
in en om haar heeft aangewendzij heeft meer
domme ketters verbrand dan verlichte. Of dit
op een eventueelen oordeelsdag haar als ver
zachtende omstandigheid zou aangerekend wor
den, laten we rusten.
De Reformatie is gekomen en met haar een
geheel nieuw tijdperk voor de wetenschap, niet
alleen in de Protestantsche landen maar ook
in de Katholieke, die door de beweging dei-
Reformatie aangeraakt zijn, zooals b.v. Frankrijk.
Toch zijn bij de beweging der Reformatie de zucht
naar waarlijk vrij en zelfstandig onderzoek en
vooral de geest der wetenschappelijke kritiek
nog niet dadelijk zoo wakker geworden als
later. Alleen de stoot was gegeven, 't beginsel
ofschoon nog ietwat omhuld en met wat voor
behoud, aangenomen, 't Clericale element echter,
hoewel door de gezonde crisis der Reformatie
in beginsel uitgeworpen, werd niet vernietigd;
't beeft zoodra mogelijk een nieuwe verbinding
gezocht. Kerk en maatschappij waren er mede
behebt als met een erfsmet en deze liet zich
niet zoo op eens uitwisschen. Hoeveel en hoe
krachtig vuur ook sommige hervormers en hun
tijdgenooten bezielde, eer zij er aan dachten,
zijn de kinderen der reformateurs weder in de
schoenen .gestapt, door de vaderen in de eerste
drift van gezond en krachtig leven des geestes
weggeworpen. Tegenover de consequent vrij
zinnige Remonstranten stonden orthodoxe ketter
meesters op. 't Was of de Reformatie, verschrikt
door haar eigen werk, onder de pas gekozen
nieuwe vormen de oude zaken weder ging
terugnemen.
Doch nu de stoot eenmaal gedaan, de be
weging op beteren weg eens begonnen was, is
de ontwikkelingsgang ook niet meer te keuren
geweest, enkel maar te vertragen en tijdelijk
min of meer te belemmeren. Na de Reformatie
heeft de vrije wetenschap zich met kracht ont
wikkeld. Dit getuigen de bloeiende universiteiten,
die meerendeels aan de beweging der hervorming
hun ontstaan te danken hebben. Eu men mag
er zelfs de oudere wel bijvoegen, want ook de
niet hervormde scholen der wetenschap onder
vonden toch den invloed van de beweging. Al
wordt een steengrond niet vruchtbaar door de
zon, hij wordt er toch warmer door. Dat is de
macht der wetenschap en der ideeën.
Maar dit neemt niet weg, dat toch nu en
dan nog krachtige reactie zich openbaart. Bij
ons te lande om ons daartoe te bepalen -
is ook na de Reformatie de invloed van den
clerus, ofschoon deze sinds het laatst der
16e eeuw de zwarte toga had aangetrokken,
zeer groot en zijn burgerlijk en staatkundige
macht daaraan geëvenredigd geweest. Die macht
is slechts langzaam gezakt, versleten om zoo
te zeggen. Van clericale zijde wordt dit ver
schijnsel gekarakteriseerd als „verval van den
godsdienst", doch dit is onjuist; 't is geen
verval maar vooruitgang en 't verschijnsel is
zeer natuurlijk en gezond. Dat het den belang
hebbenden niet aanstaat, Iaat zich begrijpen,
doch dat is een ondergeschikte zaak.
Niet onder alle richtingen openbaart zich de
geest van reactie even sterk. Het sterkst
vertoont hij zich bij ons in die betrekkelijk
jonge partij, die zich de anti-revolntionaire
noemt en die een huwelijk op huwelijksche
voorwaarden heeft aangegaan met de recht
zinnige partij in de Ned. Hervormde kerk,
terwijl ze nog bovendien concubinage pleegt
met de ultramontaansche en bij wijlen geflik
flooid wordt door de aristocratie.
In weinig woorden samengevat, wat anders
een breed historisch vertoog zou behoevende
anti-revolutionaire partij is een vrucht der reactie,
die na de restauratie van 18131815 bij ons
en in Duitschland begonnen is, in Dnitsehland
nog sterker dan bij ons. Zij is de ongezonde,
onnatuurlijke, de monstervrncht van de onmoge
lijke vereeniging der gezegende gevolgen van
de groote revolutie van 1789 met de clericale
pretenties van vroeger en met het voor altoos
gevallen droit divin zoo op staatkundig als
maatschappelijk en kerkelijk gebied.
Den zegen van 't beginsel der volks-souve-
reiniteit zou die partij willen smaken tegelijk
met de buitenkansjes en faveurtjes van de be
dienaars van het goddelijke recht en 't abso
lutisme op geestelijk gebied. Dat gaat niet,
maar 't is beproefd en men heeft de proef zelfs
nog niet opgegeven, verre van daar. In
Pruisen was 't Stalil, die voor profeet met twee
aangezichten gespeeld heeft; bij ons heeft de
eerljjke Groen zieh aan die taak gewaagd,
doch haar nooit consequent trachten te vol
brengen. Zijn navolgers zijn minder schroomvallig
wij beweren minder eerlijk ook zij durven
de consequentie wel aan, al moeten zij er den
weg der demagogie voor op en al moeten ook
de straatsteeneu van den weg van het gezond
verstand tegen hen opspringen.
Het verschijnsel is voor't overige niet nieuw.
Calvijn te Genève en Cromwell te Londen
hebben reeds 't voorbeeld gegeven, hoe men de
wanhopige poging kan wagen nieuwen wijn
in oude zakken of ouden wijn in nieuwe zakken
te houden. Meermalen is 't gezien en nog dage
lijks wordt hel vertoond, hoe wen vrijheid en
despotisme, vrij onderzoek en blind autoriteits
geloof heeft willen vereenigen hoe men schermde
met mooie woorden voor heel leelijke zaken;
hoe men den paus van Rome heeft verworpen
om zich een pans van papier te gaan maken
hoe men de beelden uit de kerk heeft wegge-
gedaan, ende naakte muren is gaan
aanbidden; hoe men den witten priestermantel,
die ontzag gaf, heeft vervangen door een zwarten
priesterrok, die ook ontzag moet geven kortom,
hoe men, zich vrij noemende en met het woord
vrijheid schermende, allerminst vrij, ja in gevaar
gekomen is, van in hatelijker boeien te geraken
dan die welke door de Reformatie verbroken zijn.
Wee land en volkals de gereformeerde
rondkoppen der 19e eeuw de baas worden
Wee ook de wetenschap en de vrije universiteit
als die lui de maclit ia handen krijgen
Doch neen, men kan gerust zijn. Wij voor
ons zijn voor de crisis niet ongerust, wel wetende
dat het goddelijke licht, eenmaal ontstoken,
nimmer te dooven is, al mochten sommigen het
ook tijdelijk weder onder een korenmaat schijnen
gezet te krijgen.
't Yerselijjusel is echter, hoewel hoogst merk
waardig, ook wel zeer ernstig, zoo natuurlijk
als 't is.
Groen heeft 't vast niet gedroomd, dat zijn
geestverwanten zich zoo spoedig na zijn dood
zoozeer door geestelijke en wereldlijke ijdelheid
zonden laten verleiden, dat zij gaan streven
naar een eigen streng afgeheind gebied op het
absoluut vrije terrein der wetenschap, naar een
staat in den staat, naar een maatschappij in
de maatschappij, naar de stichting van een
vatikaan in het Protestantisme 1
Merkwaardig, hoe die ijdelheid overal door
schijnt! Men is niet tevreden vóór de caricatuur
kompleet is; men moet er d. o. achter de
schermen van de „deure der hope" zelf om
lachen.
(Wordt vervolgd.)
Z I E R I IC Z E E2 3 Nov. 1 8 8 0.
Ook de gemeenteraad van Breskens heeft besloten
aan de heeren Henri Boers te Utrecht en E. Lebaique
te Brussel een jaarlijksche subsidie toe te staau van
f 400, gedurende tien achtereenvolgende jaren, voor
een door die heeren aan te leggen stooratrarawny van
Breskens naar Makleghem. De gemeente Aardenburg
heeft f 1000 per jaar toegezegd en de gemeenteraad
van Eede heeft in beginsel vastgesteld dat Eede ook
subsidie zal geveu.
De directeuren van het paardenspel Blanus en
Dassie, die te Bergen op Zoom de verloting van een
paard hadden aangekondigd en later weigerden het
paard aan den winner af te staan, zijn met mede
neming van het verlote paard, naar elder9 vertrokken,
daar de justitie geen termen heeft kunnen vinden
om hen tot de afgifte te dwingen.