Buitenlandscli Overzicht. Onze Leestafel. Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz. Tusschen Vryclng j.l. en lieden is 't schier onaf gebroken stormachtig weer geweest. Zaterdag en Zondag was liet 't hevigst. Met reden vreest men dat veel ongelukken zullen geschied zijn. Zondag morgen 11 ure is cp den Hinder bij het Bokkengat het Engelsche brikschip //Amy of Withby" met man en muis vergaan. Door de bemanning van de sleepboot //Botterdam", kapt. Klop, zijn wanhopige pogingen gedaan om het wrak te naderen en de on- gelukkigen te redden, doch vergeefs; men moest de arme raenschen voor zijn oogen zien verdrinken. Nabij Maassluis heeft het tjalkschip //Drie Gebroeders", schipper van Geijl, groot gevaar geloopen op den Noordwal aan stukken geslagen te worden, daar het van 't anker geslagen was. Door de hulp van den seeloods L. de Stolk en de loodsaanboordzetters W. en F. Boodenburg en later van de sleepboot //Valk" slaagde men er in, het schip weder in het vaarwater te brengen en te behouden. Drie betreurenswaardige ongelukken op de jacht vallen er te vermelden, tot bewijs, dat de voorzichtigheid der liefhebbers van 't jachtvermaak veel te wenschen overlaat, ofschoon de ongelukken, die elk jachtseizoen medebrengt, toch waarschuwing genoeg moesten zijn. Onder Wolfheze is een heer uit Arnhem, vader van een gezin, op de jacht bij ongeluk doodgeschoten. Op Groot-Zorgvliet bij 's Hage heeft de jachtop ziener v. d. H. zich bij het jagen twee vingers van de hand geschoten. Pater Bernard, uit het klooster der Alexianen, te Ibij Brussel, gedurende drie dagen op de jacht geweest zijnde te Nin gezelschap van drie andere priesters, was Vrijdag-avond voornemens naar zijn klooster terug te keeren. Men slapte in het rijtuig, doch eensklaps, hoe 'tkwam weet men niet, toen pater Bernard ook wilde uitstappen, ging zijn geweer af en hij ontving de geheele lading in het hoofd. De dood volgde oogenblikkelijk. Onder Limmerick (Ierland) is weder een zoogenoemde agrarische moord gepleegd. Het slachtoffer is een agent van een landeigenaar. Onder Nieuwerkerk a/d. IJsel is een bouwmans woning afgebrand. Het vee is gered en een schuur werd ook behouden. Te Nieuwenhoorn brandde een schuur op een hofstede af en bleef het huis gespaard. Te Vijlen in Limburg heeft een wildstrooper zich zeiven bij ongeluk doodgeschoten. Terwijl hg bij ge legenheid der kermis bij zijn schoonouders zat koffie te drinken, had hij zijn stroopersgeweer, een zoogenaam- den afdrnaier, onder zijn kiel bij zich. Plotseling ging door een onvoorzichtige beweging het schot af en trof hem doodelijk. Te Kolhorn is een sjouwerman bij het laden van pakken geperst stroo door een van den wagen vallend pak getroffen en gedood. Te Dordrecht is in de Kalkhaven het lijk gevonden van een der knechts van de stoomboot //Dordrecht 4", die den vorigen avond vermist was. In zijn PicJc-nick gaf de Volksvriend van Roermond j.l. Zaterdag ten aanzien der toestanden van 't oogenblik in Frankrijk een opmerking ten beste, die maar al te gegrond moet heeten. z/Geef den Keizer wat des Keizers is is altijd bijgebracht geworden om de geloovige schare de ver plichting in te prenten van gehoorzaamheid aan de wetten des lands. Verzet was ongehoorzaamheid jegens God, de bron van alle gezag. Tegenwoordig schijnt dat alles veranderd. Verzet tegen de uitvoering der Maartwetten in Frankrijk wordt verheerlijkt als de nobelste daad die denkbaar is. Plet gezag schijnt dan alleen in God zijn oorsprong te vinden, als het berust in de handen van een Koning bij de Gratie Gods, niet van een regeering, die haar bevoegdheid ontleent aan de wetten des lauds. Moet het volk, dat dergelijk schacheren met de leer dagelijks met eigen oogen hoort en ziet, niet gaan begrijpen dat er something rotten is in de cor poratie, die het leerambt uitoefent?" Wat hier uit de feiten wordt afgeleid kan men trouwens als echte ultramontaansche leer verkondigd vinden in bladen als b.v. de Fransche Univers van Louis Veuillot. Sprekende over het schandaal door den afgevaardigde Baudry d'Asson in de vergaderzaal teweeggebracht, stelt de Univers dezen in 't gelijk en dat wel //omdat hij afgevaardigde is krachtens den wil der kiezers en niet bij (le gratie van Gnmbetta en zijn mamelukken." Dat Baudry d'Asson op wettige wijze door de Kamer zelf voor veertien dagen van de vergaderingen was uitgesloten, dat hij daarop toch in de Kamer is verschenen en het dus geheel in den regel was, dat men hem met den sterken arm de deur uitzette, dit alles komt er nu niet op aan, want Baudry d'Asson is Bonapartist en als zoodanig ultra- moiUaau, ergo, wat hij doet moet wel goed zijn. Zoo verblindt de partijwoede de oogen der raenschen, zoodat ze heden zwart noemen wat zij gisteren wit heetten en morgen Uit weer zullen omkeeren, als 't maar in hun kraam te pas komt. Dezelfde Univers immers, die nu zoo voor de souvereiniteil der kiezers opkomt, vervloekt en verwenscht gedurig de Italianen omdat zij den paus niet als wereldlijk vorst willen hebben, ofschoon zij dit toch ook door sprekende stemmingen hebben uitgemaakt en het koninkrijk Italië gevestigd is krachtens den volkswil. Het bedrijf van Baudry d'Asson, een erbarmelijk namaaksel van 't geen de obstructionisten in het Engelsche Parlemeut doen, maakt een hoogst onaaiigeuamen indruk. Er is altijd een zeker publiek dat van schandalen houdt en 't wel intressaut vindt dat de afgevaardigden zich zoo doen geldendit schaadt aan 't gezag der regeering, en zoo ooit dan raag Frankrijk tegenwoordig wel naar wat stevigheid van 't gezag wenschen. De maatregelen tegen de naamlooze vennootschappen tot verchristelij- king van het kapitaal, schuilende onder nonnenkap of monnikspij, worden door een fanatieke partij onder de geestelijkheid gelukkig niet door al de geeste lijken t behendig geëxploiteerd om 't domme gemeen op te zeiten tegen de regeering. Deze van haar kant gaat bij haar dwangmiddelen zoo gematigd te werk, dat er wel eens aan slapheid en moreele zwakheid kan gedacht worden. In zulke omstandigheden is het dubbel noodig, dat bij schandalen in de Kamer de wet wet blijft en de weerspannelingen bet niet winnen, ook niet in de opinie van de zooeven bedoelde lief hebbers van schandaal. In de gegeven omstandigheden kan de Fransche regeering maar half tevreden zijn over het votum van vertrouwen, (lat zij van de Kamer gekregen heeft tot goedmaking van het te voren geleden échec. Niet dat nu juist het wel of wee van 't land aan 't ministerie Ferry of aan een ander zou hangen; maar op dit oogenblik zou met een ander ministerie al weinig gewonnen worden, daar dit toch de figuur van Gambetta wel evenmin zou uitwisschen als dit 't tegenwoordige doen kan. De positie van Gambetta wordt ondertusschen meer en meer moeielijk, om niet te zeggen kritiek. De anti-republikeinen, niet kunnende wijzen op gruwelen als die van de commune, door de republiek gepleegd, weinig vat hebbende op de zoogenaamde kerkvervolging, waarvan het belachelijk spel meer en meer doorzien wordt, werpen al hun smaad naar 't hoofd van den ex-dictator, om hem in verdenking te brengen van de Cesar te zijn, die naar den imperatorskraus streeft, 't Is de vraag of zulk een ambitie in Gambetta schuilt, en zoo ja, dan is het nog een tweede vraag of de tijd nog wel rijp is om de daartoe strekkende stappen te wagen. Zoo wordt de stelling van Gambetta als van zelf eenigszius kritiek en is wijsheid en voor zichtigheid plicht voor hem, zoowel voor hem zelf als voor zijn land, waarmede hij het waarschijnlijk wel eerlijk meent. De gewezen bisschop van Mons, de heer Dumont, gaat steeds voort met zijn onthullingen. Zoo helder en logisch ontmaskert hij de dubbelzinnige politiek van Leo XIII en de valsche stelling van 't Belgische episcopaat, dat men driedubbel gek moet zijn, om dezen man, hoe terrible hij ook voor zijn vroegere medestanders mag wezen, krankzinnig te noemen, gelijk zijn vijanden dit hebben gedaan en vast nil nog bij wijlen doen, als zij met domme menschen te maken hebben. Met de Engelsche zaken aan de Kaap gaat het nog maar niet voordeelig. Britsche staatslieden zijn niet gewoon te blozen; anders konden zij dit wel eens doen wegens de gruwelen, die hun politiek ten aan zien der zwarten aan de Kaap heeft uitgelokt. Ergerlijk in één woord is die politiek, zoo ten aanzien der arme zwarten als van de niet zuiver-Engelsche be volking van Zuid-Afrika. Toeu de Transvalers en Oranje-vrijscaters elk voor zich het noodige deden om zich de woeste of half woeste Kaffers van 't lijf te houden, die ondertusschen door Engelsche zende lingen werden opgestookt, toen kwamen de Engelsche staatslui daartusscheu, geboden den Oranje-vrijstaat zichzelven te ontwapenen en zijdelings onder Britsche bescherming te begeven en zij verrieden en annexeerden de Transvaal. Doch terstond daarop keerden zij de wapenen tegen de zwarten en begonnen zij met een uitersten maatregel door te drijven, als weleer 't trotsche Bome aan 't overwonnen Karthago heeft opgelegd: het uitleveren van alle wapenen. Wij prijzen het in de arme Kaffers, dat zij er dan liever eerst nog eens mede willen vechten voor zij ze zich uit de verslijfde vingers laten wringen. Al zal ook de perfidie van de Britsche staatkunde 't wel winnen, eer zullen de mannen, die hun land zoo dienen, daarmede wel niet inleggen. De Oostersche kwestie blijft nog steeds haugeudc. 't Iieeft er nu veel van of Dulciguo tezoek is en niemand eigenlijk weet wie 't heeft in den zak ge moffeld. Montenegro wil, dat de mogendheden 't kruit en bloed geven zullen, die 't nest moet kosten, de mogendheden willen dat Montenegro zal toebijten, opdat zij de dure kogels van de vloot en 't bloed der matrozen en soldaten kunnen sparen. Er is maar weinig meer noodig, dan zal de Sultan zelf zich nog met geweld van zijn eigen Dulcigno moeten ontdoen. Als wij in zijn plaats stonden, zouden we vast nog menig dierbaar woord zeggen voor we daartoe over- gingen. De Noordelijke grens van Perzië heeft sedert eenige weken geducht veel overlast gehad van de woeste stammen der Koerden. Deze halve wilden kwamen stoute roof- en moordtochten doen en dreigden zelfs voor Perzië een wezenlijk gevaar te worden. Thans zijn de Perzische geregelde troepen er in geslaagd den Koerden bij de stad Sovybulagh een groote neder laag toe te brengen. Boudom die stad lagen, blijkens een bericht uit Teheran van den 13 dezer, 2000 lijken onbegraven. Daaronder zijn vast ook wel veel Perzen. De Koerden zijn echter tot staan gebracht en in hun voortrukkende beweging bloedig gestuit. Men zegt dat de zoon van hun opperhoofd in het gevecht doodelijk gewond is. Dit opperhoofd zelf, Obeibullah, ligt verschanst op twaalf mijlen van Urumiah. Voor 't oogenblik zullen de Perzeu hem daar nog wel niet hebben opgezocht, daar hun generaal Ilislemet Dowlah aan ziekte is overleden. Zijn op volger Sapahsaiar is op weg naar 't leger. Uit Afghanistan geen nieuws; ook niet uit Zuid- Amerika. In de Vereenigde Staten gaat de drukte der traps gewijze presidents-verkiezing steeds haar gang op echt Amerikaansche wijze. Opmerkelijk is 't daarbij, dat de vraag: wie van de twee partijen, democraten of republikeinen, daar 't pleit zal beslechten, hier in Europa eigenlijk niemand een haar scheler, kan. Die partijnamen hebben dan ook voor onze Europeesche ooren hoegenaamd geen zin. In Amerika schijnt 't alleen te doen te wezeu om uit te maken welke partij tijdelijk de baas zal zijn om de winstgevende posten te verdeelen en zich van voordeelige concessies meester te maken. Over de verhouding tusschen Duitschland en Busland leest men in de Köln. Ztg.: „Onze betrekking tot Busland laat thans veel te wenschen over. Het ligt voor de hand, dat Duitschland zich niet met Oostenrijk heeft verbonden, om Buslands lieveling9wensch, de verovering van Konstantinopel, zoo spoedig mogelijk te vervullen; wij kunnen derhalve van Busland geen hartelijke vriendschap meer verwachten. Het is ver- staudig genoeg zijn ontevredenheid niet openlijk te toonen, doch zij verraadt zich in kleinigheden. Zoo klaagt Busland er over, dat thans, nu een oorlog tusschen China en Busland dreigt uit te breken, Duitsche kooplieden de Chineezen met wapenen en andere oorlogsbehoeften voorzien. Het is waar, dat de Duitsche kooplieden in de Chineesche havens reeds sedert 20 of 30 jaar een aanzienlijken en winstgevenden handel met wapenen voeren. Door de vele opstanden, onlusten en oorlogen is de vraag naar Europeesche wapenen in China zeergroot. Maar wat kan de Duitsche regeering tegen dien handel doen De Duitsche koop lieden in China behoeven hunne wapenen niet uitsluitend van Krupp te koopen; zij kannen die ook uit Engeland, Amerika enz. laten komen." Godsdienstige Opvoeding, door F. W.N. Hugenhoitz, Predikant te Saudpoort, (overgedrukt uit „de Hervorming"), te Amsterdam, J. F. "V. Behrns, 1880. Prijs 40 ct. Voor hen, die het voorrecht hadden den gemoedelijken evangeliedienaar, die dit werkje opstelde, te hooren toen hij zijn voordvacht hield over dit onderwerp, of die geregeld „de Hervorming" lezen, behelst de bovenstaande titel een aangename herinnering, en onder hen zullen zeer velen zijn, die 't voorbijgaande woord tot een blijvend willen maken, door het boekje te koopen en 't nog eens op hun gemak over te lezen. Allen echter, die noch de voordracht van den heer Hugenhoitz hoorden noch //de Hervorming" lezen, raden we sterk aan met dit degelijke opstel over zulk een belangrijk onderwerp kennis te maken. Het verwijt dat er bij de modernen geen plaats meer overblijft voor den godsdienst in het leven, dus wel in de eerste plaats in het huisgezin, bij de opvoeding der kinderen, is reeds zoo vaak gedaan, dat oppervlakkigen het als wel gegrond aanmerken. Toch is dat verwijt zoo onrechtvaardig mogelijk. Integendeel, het zou een overvloedige stof tot twist geding opleveren, daartegenover de vraag te stellen wat zal meer invloed ten goede op den geest van het huisgezin en (le opvoeding der kinderen oefenen, de strenge leerdienst, de orthodoxie, dan wel de moderne levens- en godsdienstbeschouwing? Wij voor ons aarzelen niet de schaal te laten overgaan naar de laatste. Mits zij ernstig zij, 't welk trouwens van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 2