ZIERIKZEESCHE OI KAM
1880, No. 65. Woensdag 18 Augustus. 83ste jaargang.
'NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor 1st irrondix- a&za. semen! Zierikzee.
F e uilleton.
Binnenland.
Toch nog altoos de Schoolkwestie.
I
51V»
993/s
981/»
83%
951/»
871
78i3/iB
6111/18
62'/,E
62i3/ib
62%
75
9'/u
971/»
Hl/8
90%
721/»
501/,,
H29/is
2,48
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke noramers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE NTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. H.u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald. 25 ct.
Alle stukken» de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever LA li EK 51 AN.
ZIE RIK ZEE, 17 Aug. 1 8 8 0.
Op het voorbeeld van mr. A. Kerdijk, hebben
ook de overige Nederlandsche leden van het bestuur
van het onderwijs-oongres te Brussel zich daaraan
onttrokken.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen het wets
ontwerp tot gemeentelijke indeeling der Zeeuwsche
stroomen van en in de Ooster-Schelde. Het ontwerp
berust op dezelfde beginselen als de gemeentelijke
indeeling der wateren van de Wester-Schelde, door
de wet van 23 April 1880 geregeld.
Onze Belgische buren krijgen hoe langer hoe meer
lust in uitstapjes, in groot gezelschap, over de grenzen
om Zeeland te bezoeken. Zaterdag arriveerde te
Vlissingen het groote. stoomschip „Wilford ID met
een aanzienlijk getal plêizierreizigers van Brussel,
Temsche en Antwerpen. Het doel van den tocht
was Vlissingen, Middelburg, Ostende en Blanken-
berghe.
Voor Vlissingers en Middelburgers was gelegenheid
de reis naar Ostende en terug mede te doen. Maandag
tegen den middag kwam de boot weder te Vlis
singen aan.
Bij den gemeenteraad van Rotterdam is het plan
voor de overdekte vischmarkt ingediend. De kosten
worden begroot op f 287,000, f 44,000 meer dan de
oorspronkelijke raming. Daaronder is echter ook begrepen
het verbreeden van de Soetenbrug en het veranderen
van de Keizersbrug, een oude ophaalbrug over de
Blaak, in een stevige draaibrug, die lasten van 5000
kilo kan dragen. De overdekte markt zelve zal èu
wat hare inrichting èn wat hare ligging aan het water
betreft, veel overeenkomst hebben met de te Amsterdam
bestaande.
Te Sint Kruis is tot lid van den Gemeenteraad
gekozen de heer J. B. van den Hemel.
Te Amsterdam is op 71jarigen leeftijd overleden
jhr. D. Bicker, jarenlang kol.-komm. der Amster-
damsche schutterij, adjud. van Z. M. den Koning in
buitengevvoncn dienst, ridder der orde van den Ned.
Leeuw en kommandeur der orde van de Eikekroon.
Van welken aard de bedriegelijke handelingen zijn,
waardoor gewetenlooze wervers in België en Duitsch-
land manschappen trachten te vinden voor ons ko
loniale leger, leert ons de Köln. Volkszeittmg. Volgens
dit blad hebben de gezamenlijke wervers te Luik een
schrijver in hun dienst, Wicdeman genaamd. Deze
bezoekt des avonds de herbergen, waar vreemdelingen
verblijf houden, knoopt met laatstgenoemden een gesprek
aan en laat zicli hun adressen opgeven, onder voor
wendsel dat hij hun werk zal verschaffen. Daarna
wenden de wervers zich tot de plaatselijke autoriteiten
om zoogenaamde Auswanderungs-papieren op naam
der betrokken personen. Op die manier zijn reeds
voor honderden Duilschers dergelijke attesten uit
gereikt, zonder dat de personen zelf er van bewust
waren, dat zij hun nation al itèïi'sr echt hadden verloren.
De wervers gebruiken alsdan deze papieren, om er
voor grof geld deserteurs, voortvluchtige misdadigers
enz. mee te dekken en ze een plaats te verschaffen
bij liet koloniaal werfdepot te Harderwijk. Somwijlen
gelukt het den wervers zelfs duplicaten te verkrijgen,
waarmee ze natuurlijk een dubbelen slag slaan. Valt
een persoon met goede papieren in hunne handen,
dan heeten deze stukken onvoldoende; op behendige
manier worden ze met valsche verwisseld en de
schelmen zijn al weer een stel echte documenten
rijker. De stedelijke regeering van Aken geeft reeds
sedert lang geen Au&wanderungs-papieren naar België
meer uit. Gelijk wij reeds gemeld hebben, zal echter
nu de Duitsche regeering, in overleg met België en
Nederland, maatregelen beramen, om aan deze zvven-
delarij voor goed een einde te maken.
Vrijdag-avond te 7 ure arriveerde te Grave met
een tweeriems-giek, //Ca et La" geheeten, de hèeren
Henri Dutrem, Jules Cavroy en Charles Ramet, stu
denten in do rechtsgeleerdheid te Douai in Frankrijk.
Nadat zij Donderdag den 5 Augustus langs la Sentée
bij Valenciennes in de Sambro waren gekomen, voeren
zij deze rivier tot Namen af. Aldaar kwamen zij in
de Maas en roeiden langs Luik, Maastricht en Venio
naar Grave. Zij willen hier een dag rust honden om
vervolgeus de M.aas af te gaan tot Gorinchem, van
waar zij over Utrecht Amsterdam hopen te bereiken.
Het plan is dan IJmuiden en Nieuwediep te bezoeken,
om over's Gravenhage, Rotterdam, Antwerpen, Gent,
Brugge, Ostende, Duinkerken en Rijssel naar Douai
terug le kecreu. Van de fraaiste punten op de rivieren
worden door hen schetsen genomen.
De Ameriknansche spoorwegkoning Van der Bilt
heeft een paar dagen in Amsterdam vertoefd. Hij
vertoefde met zijn familie in het Amstel-hötel en
besteedde op zijn rij toertjes door de stad duizenden
guldens bij handelaren in antiquiteiten en porseleinen.
Bij een bekend liefhebber, bij wien de millionair
de groeten kwam brengen van een Amerikaanschen
vriend, ging de aankoop van een verzameling Delflsch
en Japanscli porselein als 't ware bij overrompeling.
//Hoeveel zou dat heele boeltje nu wel waard zijn?
Ik wil 't wel koopen."
z/Wel," luidde 't antwoord, //precies weet ik 't niet,
want ik heb dat nooit zoo juist berekend, maar ik
denk een duizend of En nu werd een prijs van
eenige duizenden guldens genoemd.
z/Ik neem het voor dien prijs".
De koop was gesloten. Eerst daarna liet de heer
v. d. Bilt zich vertellen wat hij zooal had gekocht,
waarbij voorwerpen voor den clag kwamen, waarvan
hij niet wist dal ze er bij behoorden.
Een kwartier later was do wijze van verzending
en verpakking geregeld en de koopsom met kosten
voor cmballeering enz. betaald in een cheque op
het Atnerikaansche huis Drexel te Parijs.
ui.
Stelling 9. //Het oprichten en instandhouden van
christelijke scholen is de roeping en het werk van
ouders en voogden, van gelijkgezinden."
Volkomen juist. Wie een bijzondere liefhebberij
wil, die betale ze. Het is bijna of deze stelling niet
is van den heer B. Zij maakt eeu vreemd figuur in
de reeks. Ziet men daarbij echter de onmiddellijk
volgende met de daarbij gevoegde toelichting, dan
komt het aapje alweer uit de mouw.
Stelling 10. «De Slaat heeft bij goede scholen
groot belang; daarop houdt hij toezicht en verleent
ze (hun) zijn steun."
z/De christelijke scholen konden dalen beneden peil;
daarom houdt de Staat toezicht. Bovendien geve de
Staat subsidie, omdat men niet overal bij machte is
de school te onderhouden. Tevens kan de Staat alle
jaar examen laten afnemen om geschikte onderwijzers
te krijgen."
Het blijkt dus dat de heer B. bedoelt, dat de
Staat geen scholen zal hebben. De ouders en voogden,
n.l. gelijkgezinden, richten de scholen op en doen er
zooveel of zoo weinig aan om ze te onderhouden,
als zij willen of kunnen. De groote beurs opent zich
dan om hetgeen er tekortkomt bij te passen.
Daarvoor mag de Staat dan toezicht houden en de
onderwijzers examen laten doen. 't Is nog al schikkelijk.
Hoe weinig vertrouwen hebben eehter die volbloed
Christenen op de kracht van lain leer. //De christelijke
scholen konden dalen beneden peil." Hoe is dat
mogelijk? 5t Is toch het groene hout; 't heeft het
ééne noodige, hoe kan 't dan ooit verdorren? Hoe
kan 't dalen heneden peil? Het schijnt door dat toch
de ware leer geenszins waarborgt tegen ergerlijk ver
val van de instellingen, die op de ware leer berusten.
In plaats dat dan de belanghebbenden, de oprichters
der scholen, de ouders en voogden, allemaal gelijk
gezinden, ook de hand aan 't roer en 't ocg in 't zeil
houden, moet de Staat dit doen. Men wil dus wel
de stoeterijen desgeloofs oprichten, maar de administratie
en de kosten voor rekening van de groote beurs laten.
Dit gaat niet aan.
Nog iels: wie zijn toch al die gelijkgezinden en
waar zijn zij? Wat men in 't groote kamp der zich.
noemende ware geloovigen zoo dagelijks ziet, doet
weinig denken aan gelijkgezindheid. Tijdelijk, zoolang
er wat te agiteeren is, openbaart zich zekere gelijk
gezindheid in de negatie van 't staatsrecht in zake
volksopvoeding en onderwijs. Doch in positieven zin
is er van gelijkgezindheid weinig te zien, maar bijt
en vreet men zich onder elkander, elkander vermoor
dende met teksten en exagesen.
Dit blijkt al. dadelijk uit de toelichting op de
volgende stelling, zijnde de 11e.
z/De Staat mag zelf geen schoolmeester zijn, aller
minst ten onzent. Waar echter het particulier initiatief
tekortschiet, treed hij handelend op."
Plierbij komt deze toelichting:
z/Men zegt, dat de tegenwoordige ministers Six en
v. Lijnden anders denken en toch wel orthodox zijn.
Neen, noch Six noch v. Lijnden is streng orthodox
waren zij liet, ze zouden de schoolwet bestrijden.
Doch ze hebben ook geen macht. Willen zij ministers
blijven, dan mogen ze in de schoolkwestie niet anders
handelen dan naar het oordeel der moderne kamer
meerderheid."
Eerst een woord over de toelichting. Men ziet het,
Six en van Lijnden worden heel familiaar gebannen
uit den kluit van gelijkgezinden. De heer B. bedoelt
blijkbaar met zijn gelijkgezinden, de bestrijders der
schoolwet. Hier althans; op een andereu tijd zal hij
weer eeu ander criterium stellen, en dat is zeer
natuurlijk, want voor dergelijke drijvers blijft ten
slotte geen enkele zuivere geestverwant over dan hun
eigen schim.
Voor 't overige is deze toelichting niets anders
dan een aardig staalije van politieke tinnegieterij,
waarin ook het aapje uit den mouw komt. //Zij hebben
ook geen macht." De ministers moesten //macht"
hébben om, als 't zoo te pas kwam in de kraam der
vromen, de wetten van 't land teniet te doen.
Nu de stelling. Het eerste gedeelte daarvan is een
welbekende machtspreuk, waarvan 't bewijs wegblijft.
De machtspreuk //de Staat mag zelf geen schoolmeester
zijn" wordt en dat is te betreuren door vele
andersdenkenden dan de heer B. zoo maar nagebauwd.
Ja, men maakt er wel eens een axioma van, om
volgende beweringen te bewijzen.
Men merke hier ook op, dat de heer B. en anderen
met hem, zegt //geen schoolmeester", en niet //geen
onderwijzer". Zoo gaal de valsche uitspraak er gemak
kelijker door, schijnt men te denken. //Schoolmeester"
is een woord van ongunstige» zin hoe zou de Staat
dan schoolmeester mogen zijn?