ZIEU1KZEESCHË (01 RIM. voor het arrondis- seiuent Zierikzee. 1880. No. 57. Woensdag 21 Juli. 83ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTXE-BLAD F e nille t o n. Binnenland. DE BASTILLE VAN PARIJS. KOENE. TAN DIJK. OÜ\ iderlijke rente BV2 onderpand of tot de Effecten- STERDAM 21/, pOt. 6515/ 78 7/„ 10115/ 1021/,. 1031/, t> 96,/2 19i/4 509/18 977/Je 83»/,, 953/4 85"/1g 781/4 VU 615/i« 62^ 62 753/4 101/4 11 1347/s 5513/i6 871/2 907/16 73 509/16 •105I/2 NS. R. f 1,251/, - 2,47 - 2,47 a a - 9,25 - 8,50 a - 50 - 5,— 1 a - 4,75 a a a a ie week. Zierikzee, ons. 55 stuks. 15 te Zierikzee. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,F ra 11 co per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, raet Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 10 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEVJ!AA'. ZIERIKZEE, 20 Juli 1 8 8 0. Naar wij vernemen, heeft dezer dagen het Bestuur van de alhier bestaande afdeeling der Vereeniging //Eigen Hulp/' zich bezig gehouden met het voorbe reiden van voorstellen aan de leden, strekkende om dezen in de gelegenheid te stellen steenkolen in te koopen tot voordeeliger prijs dan de door de kolen- handelaars begeerde. Reeds zijn aan het Bestuur aaubiedingen gedaan tegen een prijs, die Zaterdag j.l. nog 15 ets. lager was dan de hier door de han delaars gevraagde prijs. Maandag hebben de kolenhandelaars hun prijzen 5 ets. per H. L. verlaagd. Dit schijnt alzoo reeds als een eerste resultaat der bemoeiingen van 't bestuur van //Eigen Hulp" in 't belang van de leden te be schouwen. Tevens profiteert het publiek er ook eenigs- zins van. Alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen twee per sonen, wegens het in dienst hebben van kinderen beneden de 12 jaar en tegen twee bakkers wegens het verkoopen van te licht brood. Het geval in de Kamer, dat dezer dagen velen zoozeer ontstemde, heeft wel niet in de Kamer maar toch daarbuiten vrij wat tongen en pennen in beweging gi bracht. Opmerkelijk is het dat geen blad zoozeer over het gebrek aan netheid bij de Kamerleden beeft uitgevaren, als De Tijd. Opmerkelijk niet zoozeer omdat 't juist De Tijd is, die de reputatie der Kamer wil ophouden, maar omdat dit blad zijn verontwaar diging lucht in zulk een opeenstapeling van uitgezochte gemeene en platte, walgelijke woorden, dat het den indruk geeft alsof een commissie voor de publieke reinheid de ronde ging doen, gezeten op de smerigste vuilniskar, die er te vinden was. Terecht is door de Arnhemsche Ct. opgemerkt, dat een blad, dat zelf zoo waadt in slijk en vuil en zich van de grofste platheden bedient, 't recht niet heeft aanmerking te maken op gebrek aan netheid. Voor De Tijd is dit natuurlijk boter aan de galg gesmeerd. Het uitvareu van dat blad, enkel gericht tegen die leden der Kamer, die hun verontwaardiging lucht gaven in misschien wat krasse woorden, schijnt ten doel te hebben gehad daardoor de aandacht van 't eigenlijke feit af te leiden. Het is trouwens gebaseerd op de veronderstelling, dat van De Tijd-lezers niemand een andere krant leest en dus niet weet wat er eigenlijk omgegaan is. Die lezers komen nu in den waan, dat onfatsoenlijke leden een spreker zoo maar in de rede gevallen zijn met scheldwoorden. Hoogst merkwaardig is liet, dat een der ultramon- taansche Kamerleden den moed heeft tegen den ouhebbelijken toon van De Tijd op te komen. Hel is de heer des Amorie van der Hoeven, die dat doet. De Tijd heeft in liet nommer van Zaterdag weer een lange boetpredikatie gehouden over de onwelvoegelijk- heid der Kamerleden en bet zichtbare verval der Kamer. Wat De Tijd daartoe nu weder bijzonder moveerde, was, dat terwijl bet nommer van De Tijd van Dinsdag 13 Juli met dat schelden tegen de liberalen der Kamer in de leeszaal der Tweede Kamer op tafel lag, iemand onder dat artikel had geschreven Manoeuvre contra Schaepman, waaronder initialen, die wel van een Kamerlid konden zijn. De Tijd stelde het nu voor als hndde niet de met die initialen aan geduide maar een ander persoon die woorden geschreven. //Maar wat zegt men er wel van, dat, tot dit einde en op deze wijze, misbruik gemaakt werd van den naam van een Katholiek lid? Kan men 11a zulke voorvallen, de leeszaal der Tweede Kamer nog voor een plaats aanzien, waar de .regels gelden, die tot dusverre in fatsoenlijke gezelschappen in zwang ziju gebleven?" aldus weeklaagt de nette Tijd. Maar daar komt in de N. Rott. Ct. de heer des Amorie van der Hoeven opheldering geven. Ik ben de man, die onder het artikel //Laf en laag hartig" heb geschreven //Manoeuvre contra candidatuur Schaepmp.u, (1. A. v. d. H." en ik houd die woorden vol. //Ik mag niet aannemen", gaat de heer v. d. Hoeven voort, //dat de Redactie van De Tijd zulk een onzin nig- ruw, in de grofste scheld-lyriek gesteld artikel in haar kolommen zon hebben opgenomen, indien zij niet de bedoeling bad aan de kandidatuur van dr. Schaepman te schaden. De Redactie, die zulk een artikel kon goedkeuren, thans over gemis van //deftigheid, beschaafdheid, keurigheid, kieschheid, wel gemanierdheid" enz., bij anderen te hooren klagen dit bewijst een mate van zelfverblinding, waarmede een verstandig man slechts mededoogen hebben kan." "Wanrlijk deze daad van den heer v. d. Hoeven ziet er uit als een daad van moed. Dr. Schaepman zal er wel spoedig in slagen den wind onder de ultrnraontaansche schapen te krijgen, anders was 't te vreezen, dat gelijk Wintgens Venfant terrible der conservatieven is, de heer v. d. Hoeven dit zou worden van de ultramoutanen. Nu zal 't wel losloopen. Bij de eindstemming over de wet op de schoolwet was de heer Verheyen niet in de Kamer tegenwoordig. Door den heer C. J. Sickesz, lid der Tweede Kamer, is in een ingezonden stuk in Het Vaderland verklaard dat door hem wel degelijk is gezien dat de heer Wintgens bij zijn uitval'zich naar den heer Moens omwendde en dezen met de hand aanwees. De heer Sickesz zegt, dat ook de het ren Veiling Meinesz, Dijckmeester, Bergstna en Schagen van Leeuwen hem hebben verzekerd, dat ook zij dat gebaar hebben gezien. De heer Schaepman is met 45 tegen 27 stemmen als lid der Tweede Kamer toegelaten. Wij hadden van de Kamer-meerderheid deze beslissing gewacht en vereenigsn ons er volkomen mede, zotuier daarmede vóór of tegen den persoon van dr. Schaepman iets te willen zeggen. Het gebeurde is een bijdrage tot de noodzakelijkheid van een Grondwetsherziening, waarbij o. a. aan art. 91 wordt gedacht, want dat dit artikel niet bepaald, niet duidelijk genoeg is, blijkt weder uit de vraag, die thans door de Kamer is afgedaan. Men heeft thans in de Kamer moderne predikanten, een orthodox predikant en een Roomsch priester; vroeger had men er ook reeds predikanten van onder scheiden lichtingen in en toch zegt art. 91 der Grond wet: ffDe leden der Staten-Generaal kunuen niet te gelijk zijn leden of procureur-generaal van den Hoogen Raad, noch leden van de rekenkamer, noch Commissaris des Konings in de provinciën, noch geeste lijken, noch bedienaren van den gods die 11 s t". l)nt hier iets haperl of in de uitdrukking der wet of in haar uitlegging i9 duidelijk, 't Is of de Grondwetgever 't odium theologicum uit de Kamers heelt willen weren, den weg heeft willen afsluiten waarlangs kerkelijke partijen haar woordvoerders of voorvechters bij uitnemendheid naar de Kamers zouden kunnen zenden. Maar dan hebben thans de precedenten reeds genoegzaam bewezen, dat deze illuzie niet te verwezenlijken is geweest. Al heeft de Grondwet geestelijken liever niet in de Kamers gezien, feitelijk heeft men hen toegelaten; thans zal er, zonder Grond wetsherziening, niets tegen in te brengen zijn als de ultramonlaansche pari ij in plaats van de thans nog fungeerende wereldlijke personen niets clan priesters tei* Kamer afvaardigt en even weinig zal er tegen te doen zijn, als van andere partijen de zielenherders ook belast worden met de verzorging der politieke belangen van de kudde. Men zou kunnen wenschen dat het anders ware, doch wat helpt dit Prinses Hendrik is van 's Gravenhage naar Bnarn vertrokken om het lustslot Soestdijk te betrekken. II. De //lettres de cachet" zijn meermalen door ontaarde familiebetrekkingen gebruikt om familieleden, die men wilde doen verdwijnen of op wie men een of ander veete wilde koelen, te doen opsluiten, soms vuor jaren lang, of wel tot de dood een einde aan de ellende maakte. De minister Br teuil bepaalde wel dat zulke personen hoogstens voor 2 jaar mochten opgesloten worden, doch wraakzucht, boosheid en hebzucht, door intrige en geld geholpen, wisten deze bepaling wel krachteloos te maken. Niet enkel de lichamen werden in de Bastille aan de wereld onttrokken, maar ook de geest, 11.1. in de gedaante van de werken, die de vruchten des geestes zijn. Er is in een der vertrekken een verzameling geweest van bladen, brochures en boeken van allerlei aard, die om een of andere reden de regeering en de heerscbende kasten adel en geestelijkheid onaan genaam waren. Uit de registers der Bastille blijkt, dat vele personen daar 20 of 30 jaar hebben doorgebracht. Zekere Isaac Armet de la Motte heeft 54 jaar 5 maanden en 6 dagen in een cachot van de Bastille gezeten en vervolgens nog eenigen tijd in het krankzinnigenhuis te Chnrenton, dat ook al voor gevangenis diende. Het aantal gevangenen wisselde sterk af. Söms bedroeg het 10 a 20, nu en dan klom het tot 40 a 50, in 1771 en 1775 was het 70. Onder Lodevvijk XIV verminderde het getal en toen de bestorming plaats had znten er slechts 7 gevangenen, n.l. Tavernier, Pnjade, la Roche, de Solage, Whyte, la Canrege en Bechnde. I)e eerste, Tavernier, had toen 30 jaren gevangen gezeten en wel wegeii9 onbepaalde beschul digingen, zoodat niemand meer wist waarvoor hij eigenlijk zat; Whyte wa9 krankzinnig geworden en werd na de be9tur.ning naar Charenton gebracht, evenals Tavernier. De meer dan tachtigjarige graaf de Solage, die meer clan 40 jaren iu zijn cel had door gebracht, overleefde zijn bevrijding slechts kort. Hij was er ingekomen wegens manslag in drift gepleegd op een landbouwer. De overige vier zaten gevangen wegens wissel ver valsching. Het jaar vóór den val der Bastille zaten er 12 edellieden uit Bretagne opgesloten omdat zij het ge waagd hadden eenige bedenkingen van den Bretanschen adel tegen de drukkende maatregelen der regeering in te brengen. Als verlossing van veel verdrukte onschuld had de bestorming op 't oogeuhlik dat zij plaats had, weinig te beduiden. Vier der zeven gevangenen waren mis dadigers, twee verhuisden uit de Bastille naar het weinig betere gekkenhuis en de kindsche grijsaard, dien men met veel vertoon de straten langs voerde, was met zijn eigen verlossing verlegen. De bestorming kostte bovendien aan een kleine 100 personen bet leven, doch dit neemt weg dat deze gebeurtenis van veel invloed is geweest op liet verdere verloop der gebeurtinissen en daarom hier wel kortelijk verhaald mag worden. In het merkwaardige jaar 1789 liepen de groote gebeurtenissen, jaren vooraf als 't ware voorbereid

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 1