Buitenlandsch Overzicht. Het is reeds geruime» tijd geleden, dat we in een onzer overzichten de stelling ontwikkeld hebben, dat de strijd van den modernen staat tegen de heillooze macht, die zich //de kerk" noemt, op den duur onver mijdelijk is. De ervaring van vroegere eeuwen heeft die stelling reeds als waar doen kennen, de ervaring van onzen tijd doet dit andermaal. De paradox van Cavour „de vrije kerk in den vrijen staat" wordt meer en meer als zoodanig herkend, als een niet te verwezenlijken illuzie ter zijde gezet door de dringende eischen van de werkelijkheid. We willen aannemen dat, toen Cavour de paradox uitsprak en ze als een openbaring, als een tooverfurmule van mond tot mond werd gedragen, hij bij 't begrip //kerk" gedacht heeft aan 't zedelijk lichaam dat men zich kan denken als bestaande uit de gezamenlijke oprechte naïeve geloo- vigen van alle landen. Daarvan is het rustig en vrij bestaan in den staat wel zeer goed mogelijk. Maar hetgeen zich opgeworpen heeft als „de kerk", 't orga nisme dat zich 't monopolie aanmatigt van de kerk te zijn, 't lichaam van die gezamenlijke geloovigen, daar mede is onmogelijk vrede te houden in den staat. Dat kan niet vrij bestaan in den staatdat is de concurrent, de doodvijand van den staat. De meest afgewerkte en best georganiseerde vorm nu van die zich noemende kerk, dat is het Jezuïetisme. Daarmede is vrede en goede buurschap kortweg onmoge lijk. Tegenover de utopie van Cavour zouden wij willen gesteld zien oorlog op leven en dood tegen het clericalisme, allermeest tegen de orde van Lovola als de voornaamste organisatie waarvan het clericalisme zich bedient om de wereldheerschappij te bemachtigen. Een geduchte, zeer geduchte vijand is dat, veel geduchter dan men doorgaans meent. Zijn kracht zit in zijn beginsel, dal, wat men ook zeggen moge en ofschoon het buiten twijfel valsch is, toch een beginsel is waarmede men het ver kan brengen. Het geheim van het beginsel is de zedeleer op eigen houtje, de tot het uiterste gedreven casuïstiek. Gewoonlijk wordt dit uitgedrukt in de formule //het doel heiligt de middelen", een min juiste uitdrukking en die door de behendige lui op wie zij ziet, ook als onjuist wordt uitgekreten en waarvan dan beweerd wordt, en terecht, dat zij niet in de leerboeken der Jezuïeten te vinden is. Terecht, want in die woorden is ze ook niet te vinden. Misschien zou men dichter bij een goede formule komen, door op den voorgrond te stellen dat in het Jezuïetisme het onderscheid tusschen zedelijk goed en kwaad niet bestaat en dat 't geen men doorgaans //bet geweten" noemt wegvalt. Doch wat geeft een formule? De vijand is genoeg kenbaar. Eu al formuleert men niet en al begeeft men zich niet in het dorenbosch der sophislerij en in hel slangen nest der casuïstiek, toch kan men den strijd, den kamp op leven en dood met het zwarte monster, de zich tot godheid opwerpende menschelijke verdorvenheid, niet ontgaan, zoo lang men een druppel gezond bloed in de aderen, een greintje gezond besef iu 't gemoed heeft. Geen wonder, dat ook de Fransche republiek het monster naar den schubbigen nek grijpt! 't Pleit voor de levenskracht die er in het hedendaagsche Frankrijk nog werkzaam is, en voor de zelfbewustheid der mannen die Frankrijk op dit oogenblik regeeren. Wat in ouden tijd reed9 waar was, gaat nu ook nog op: de staat kan bestaan onder het juk van 't cleri calisme, du9 met de zich noemende kerk boven, of tegeuover 't clericalisme en dus strijdende als met een misschien onsterfelijk geducht monster. In vrede daarmede te zamen rustende onder den liefelijken vijgeboom dat is onmogelijk, dat is kwijning, verrotting, dood. Men moet intusschen de zaken niet overschatten. De Fransche republiek heeft de hand uitgestoken, 't Gallische zwaard steekt het monster van over de bergen naar den strot, doch 't zou al te dwaas zijn nu van een aanstaande overwinning te gaan droomen. Wat tot nu toe gezien wordt is eerder te beschouwen als een protest de vita, door den staat uitgeschreeuwd onder den drang der omstandigheden, dan als een zegekreet wegens de nederlaag van 't monster. Helaas, men weet wel beter. Hoe weinig hebben de veldtochten van dezen eeuwigen oorlog gebaat! Wat heeft Duitsch- land er bij gewonnen dat Bismarck zijn protest van non-acceptatie der uitnoodiging naar Oanos9a heeft doen klinken op alle wijzen? Laat ons erkennen dat hij eer grond verloren dan gewonnen heeft. Wat zal 't België baten of het de diplomatieke betrekkingen afbreekt met een macht, waarmede op eerlijken voet niet te redeneeren isin de bisschoppen herleeft immers een geheele bende van represeutanten der macht van over de bergen? Wat zal 't Frankrijk baten of het de Jezuïeten uitwerpt. En het werpt hen niet eens uit, het verschuift hen alleen maar wat. Wie zal //de doode hand" grijpen en daaraan de macht van 't geaccapa- reerde kapitaal ontwringen, als 't land vol siroopoppen zit met doode handen Tot de overwinning zal de huidige strijd niet voeren. Daarvoor zou wat meer noodig zijn, daarvoor zou de halve wereld in vuur en vlam gezet moeten worden, daarvoor zou bloed moeten vloeien in stroomen zoo breed als zelfs de eerste republiek niet heeft gezien en d<.' inquisitie niet heeft (lurven doen ontspringen. 't Zal hoogstwaarschijnlijk weldra blijken dat deze strijd slechts een onvermijdelijk maar volstrekt niet beslissend incident is van den strijd om 't bestaan, door den modernen staat gevoerd. Dan volgt er weer een inzakking, waarvan de nimmer rustende vijand dadelijk gebruik zal maken om 't verloren terrein, met nog wat daarbij, te her winnen. In de geschiedenis van 't Jezuïetisme, als meest uitgewerkte organisatie van het clericalisme, dat is van de menscheu vergoding met het doel om de mensch- heid te overlie* rachen, onder den schijn der theocratie, zijn vooral twee tijdvakkeu herkenbaar: het eerste toen de vorstelijke mach ten in 't algemeen 't idee van een door God verordineerde overheid nog zoo veel ontzag bij de menigte had, dat nl9 men die macht maar tot zijn werktuig had, men alles vermocht, wat noodig geoordeeld werd om het doelde on derwerping der meuschheid aan een zeker getal leeg- loopers, te bereiken dit was de tijd van de inquisitie, van de kerkers, brandstapels, vervolgingen, verbeurd verklaringen van goederen, koningsmoord, pausenmoord enz. enz., de tijd dat het clericalisme heerschte, ofschoon niet zonder tegenstand, door brutaal gewelden het tweede, waariu de macht van 't geld voornamelijk gebruikt wordt om het doel te bereiken, terwijl de invloed op de opvoeding en de macht der wetenschap daarbij worden te baat genomen als ondergeschikte middelen, en in dit tijdvak bevinden we ons thans. Het menschdom doen siddereu voor een banbliksem gaat niet meer, hoogstens beven daarvoor nog de vrouwen en kinderen en eenige idioten; maar wie buigt niet voor de vreeseiijke macht van den Mammon Enwie heeft geen respect voor de wetenschap al wordt deze dan ook op eenigszins eigenaardige wijze in den arm genomen Zoodat we, resumeerende wat thans onder onze oogen in Frankrijk en België geschiedt, daarin wel teekeii9 van leven zien waar zou 't ook met de wereld heen als alles wezenlijk dood wa9 maar we ons geenszins vleien met een tijd van rustige rust, die aanstaande zou ziju. Integendeel. Gemengd Buiteiilandscli Nieuws. Over het geheel schijnen de Jezuïeten in Frankrijk de maatregelen, waaraan zij blootstaau, niet zeer hard op te nemen. Zij hebben hun eigendommen bij regel matige verkoopakten overgedaan aan derden. Zij zijn van plan zich in burgerkleeding te steken en stellen zich voor, dat het getal hunner leerlingen over een jaar verdubbeld zal ziju. Wat bij de geheele uitvoering der besluiten het meest treft, is de volslagen onverschilligheid der groote menigte ten opzichte van de onaangenaamheden, die aan de Jezuïeten te beurt vallen. Tegen den nacht van 29 Juni was er eenig gejoel voor het huis der Paters, daar men wellicht meende, dat klokkeslag twaalf de politie zich zou laten zien. Dit geschiedde echter eerst 's morgeus te 4 ure. Het is thaus minstens de vierde maal, dat het burgerlijk gezag iu Frankrijk zich genoopt ziet maat regelen te nemen tegen de Jezuïeten. Zij zijn lastig gevallen in 1762 door een koninklijk besluit dat kort daarop (21 Juli 1773) gevolgd werd door een pauselijke breve, waarbij de Jezuïeten-orde werd opgeheven. De eerste republiek (3 Messidor, jaar XII) nam op haar beurt maatregelen tegen de Jezuïeten. Tijdens de regeering van Karei X in 1828, onder het minsterie Martignac, werden onderscheidene Jezuïeten-inrichtin gen gesloten, en thans dringt de derde republiek opnieuw de orde van Loyola terug uit de stellingen, die zij weder langzaam maar zeker veroverd heeft. De Jezuïeten zijn niét teu onrechte vergeleken bij het fluweeleu huisdier, dat, als het uit een venster geworpen wordt, steeds op zijn vier pooten te recht komt. Te vergeefs schreef Pascal zijn vermaard werk tegen hen, te vergeefs schreef d'Alembert een groote verhandeling tegen hen, te vergeefs gedacht Béranger de Jezuïeten in een liedje, dat jaren lang klonk uit den mond der werklieden, te vergeefs hebben vele van de grootste rechtsgeleerden, Dupin, Portalis, Montlosier, Pasquier, tegen hen gepleit, tocli hebbeu zij telkens weder in Frankrijk vasten voet gekregen. Eu wat opmerking verdient, in weerwil van het vruchtbare veld, waarop zij steeds aldaar geoogst hebben, is er nooit zoolang de orde bestaat een Franschman tot hoofd der Jezuïeten benoemd. Tot nu toe zijn er sedert Loyola, die begon in 1541, vier en twintig generaals der orde geweest, en do tegenwoordige generaal, Pater Beckx, benoemd in 1853, is een Belg. De wereldbekende lucifersfabriek te Jönköping in Zweden heeft in 1879 voor niet minder dan 2.806,700 kronen aan lucifers naar alle werelddeelen uitgevoerd. Zoo ergens dan wordt daar de macht van het kleine practiseli bewezen. De fabriek houdt 1468 arbeiders in haar lokalen bezig en nog 900 die thuis werken of in afzonderlijke werkplaatsen. Aan arbeidsloonen werd 856,825 kronen bitanld. De zaak werpt groote winsten af. Op liet gestorte actiën-kapitaal van 400,000 kronen, werd in 1879 617,241 kronen zuivere winst gemaakt, of 155 nagenoeg. (1 kroon ongeveer 70 cents Nederlandscb.) Met belangstelling is het bericht vernomen dat de dames van den harem van den ex-khedive van Egypte eindelijk van haar zwerftochten op zee mogen uitrusten, daar zij van den Sultan verlof bekomen hebben te Smirna aan wal te gaan en zich te vestigen. Naar men wil moet dit die dames eigenlijk spijten, daar ze nu allen toch door de zeeziekte heeinvareu en zich reeds gevleid hadden met het denkbeeld van een reisje naar het westen om met de barbaren van Londen, Ant werpen en Amsterdam kennis te maken. Volgens de Otsservatore Romano is het bekende werk van Alex, Dumas-fils, //la Question du Divorce" op den index geplaatst. Boter middel tot reclame is niet te vinden. Het Antonelli-Lambertini-proces zal eerst over een week voor het hof vam Home komen. Een jonge Hongaar, Zmertych, vertrok den 10 Juni van Ostende; hij kwam den 30 Juni te Pesth; hij had de reis gemaakt per velocipede en legde gemiddeld per dag 130 kilometer af. Zmertych was zoo weinig vermoeid van de reis, dat hij den avond van zijn aankomst een wandel wedstrijd van 50 kilometer in 6% uur meemaakte. Iu het Engelsche Hoogerhuis is behandeld het appèl van de Stoomvaartmaatschappij //Nederland" in de zaak der aanvaring van het stoomschip //Voorwaarts" met het stoomschip //Khedive" bij Penang. Volgens de Nort China Herald is er een tractaat tusschen China en Rusland gesloten, waarvan de voor naamste bepalingen hierop neerkomen: Rusland zal het gebied van de Ili—rivier aan China teruggeven China zal daartegenover aan de inwoners van Thian- schau-pd-lu (Dzungarie) amnestie toekennen. De be woners van Dzungarie, die zich naar Rusland begeven, Zullen op denzelfden voet bejegend en met dezelfde rechten begiftigd worden als de Russen. De Russi sche inwoners van Dzungarie behouden ongestoord hun eigendommen aldaar. De overgave van Ili zal geschieden voor China door Tso-Tsung-tang en anderen, voor Rusland door generaal Kaufmann. China betaalt aan Rusland voor de te verkrijgen streek vijf millioen roebels, binnen een jaar te storten. Na terugkeer van Dzungarie aan China verkrijgt Rusland het land ten Westen van de E-Kosi-rivier en ten Zuiden van den berg Li-Schan tot de Tekes-rivier. De grens van Taschkent zal worden gewijzigd. Er zullen verschillende consulaten opgericht en postverbindingen tot stand gebracht worden. Overigens moet het tractaat, dat uit 18 artikelen bestaat, nog enkele bepalingen be vatten omtrent de wederkeerige betaling van inkomende rechten. (Het hier genoemde Ui is hetzelfde als het veelbesproken Koeldscha.) Te Rjasan (Rusland) is een groote brand uitgebroken. 60 huizen werden een prooi der vlammen. De brand weer bleek zeer gebrekkig. De soldaten hielpen met kracht, doch zij konden niet slagen in het bedwingeu van de vlammen. Men telegraplieerde naar Moskou om bijstand. Kerk- en Schoolnieixws. Beroepen te Nieuwerkerk in Duiveland de kand. I. Vonk. Beroepen te Axel ds. C. P. V. Pikaar te Hnrmeleu.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 3