Openbare Raadsvergadering Aan zes der beklaagde machinisten bij de Konink lijke Nederlnndsche Marine is het vonis kenbaar gemaakt dat door den zeekrijgsraad te Nieuwediep over hen is uitgesproken. De machinisten v\ W. Ie kl. v. k., V., H. en J. 2e kl., S. en F. 3e kl. zijn schuldig verklaard aan overtreding der krijgstucht, wegens liet niet in uniform gekleed zijn op 's Konings verjaardag en aan het uitdrukkelijk weigeren of afzonderlijk na laten, de gegeven orders van hun superieur op te volgen, de machinist v. W. bovendien aan het niet woorden beleedigeu van zijn meerdere in rang, en de machinist S, aan het bezigen van onbetamelijke uit drukkingen tegen zijn meerdere in rang. De krijgsraad heeft hen veroordeeld: v. VV. tot eene militaire detentie van 12 maanden, te ondergaan in 6 maanden een zame opsluiting en degradatie tot macli.-leer 1. 2e kl., S. tot militaire detentie van 3 maanden, te ondergaan in 45 dagen eenzame opsluiting en degradatie tot mach.-leerl. 2e kl.; V., F., H. en J. tot een mili taire detentie respectievelijk van 6 weken, 4 weken, 3 weken en 14 dagen, te ondergaan in eenzame op sluiting van 3 weken, 2 weken, 11 dagen en 7 dagen. De veroordeelden hebben terstond gebruik gemaakt van de gelegenheid, om appèl aan te teekenen op het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht. E. en Nd. Ct. Van vertrouwbare zijde zoo schrijft iemand te Zevenaar aan de Zutf Ct. ontving ik een brief uit New-York, dd. 25 Mei j.h, waarin o. a. het volgende voorkomt: ,/Pincoffs bewoont een der fraaie huizen in de nabijheid van het vermaarde Centraal Park, maakt eiken middag een rijtoer in een elegante equipage, doch kan zelfs in de minste sociëteit geen toegang bekomen. Ik ontmoet hem dagelijks op de beurs, waar hij nooit affaires doet, maar slecht9 als toeschouwer verkeert, om op de hoogte der zaken te blijven.'/ T E ZIERIKZEE, gehouden den 10 Juni 1880. Voorzitter Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, Burge meester. Afwezig zijn de HH. jhr. Boeije en Pilaar met kennisgeving, van Nes van Meerkerk, mr. Schneiders van Greijffenswerth en jhr. van Citters. De voorlezing der notulen van het verhandelde in de vorige vergadering wordt aangehouden. De Voorzitter deelt mede, dat deze vergadering is belegd op korteren termijn dan bij de wet is bepaald, omdat de mededeeling is ontvangen, dat het Grootboek der 2j/2% Nat. Schuld tot den 1 Juli is gesloten, waardoor ter bekwamer tijde geen uitvoering kan die hem eenmaal goed voorkomen, dat hij alles wel zal weten te overwinnen. En zoo niet hij, de 75jarige grijsaard, dan toch degenen wien hij deu weg zal gebaand hebben. De Lesseps is in alle opzichteu een eigenaardige persoonlijkheid. //Hij is klein van gestalte met regel matige, fraaie trekken, een licht gebogen adelaarsneus, levendige oogen, een dichten grijzen knevel, welbewaard wit haar, een schoone Fransche type in één woord. Men zou hem even gemakkelijk 65 ah 75 schatten//. Menigmaal is hij als redenaar voor zijn zaak op getreden, vroeger, onder allerlei omstandigheden, be moedigende en verdrietelijke, voor zijn Suez-kanaal, nu weder voor zijn Panama-idée. Maar een man die spreekt voor een idéé, dat hem bezielt, behoeft geen kunst-redenaar te zijn, sprekende voor het mooi. De Lesseps spreekt gausch niet voor het mooi, niet om te spreken; toch spreekt hij goed, volleven, vol vuur, soms wel wat al te rad en moeielijk bij te houden. Eti van de kunst om te boeien verstaat hij ook wel iets. Getuige zijn optreden te Antwerpen. Dat was in de groote zaal van het Kunst-verbondde ruimte was propvol en het midden geheel bezet door een uitgelezen schare van Antwerpsche schoonen. Welnu, hij begon aldus: //Ik zie met genoegen, dat de dames in meerderheid zijn; van de tien mannen is er één, die niet deugt, van de tien vrouwen zijn er tien goede". Terstond daarop werkte hij dat galante korapliraent uit in verband tot zijn planneu en rele veerde dat de vrouwen beter in de toekomst weten te lezen dan de mannen, als het op iets groots aan komt, hetwelk hij ophelderde door een anecdote waarin wijlen Koningin Sofia der Nederlanden en de Engelsche minister Lord Palraerston de personen waren. De Koningin en de Lord redetwistten over het kanaal van Suez, maar de Koningin, die op de hoogte was gebracht door den ingenieur Conrad, toonde er veel meer van te weten dan de Engelsche minister en klopte hem op alle punten. Ten slotte laten we hier volgen wat een corr. uit Antwerpen van zijn voordracht aldaar zegt. z/Hij wil geen kronkelweg van rivieren volgen, geen sluizen; hij wil door het land. De raoeielykheden zijn worden gegeven aan het raadsbesluit van 2 Juni 1.1. om een nominaal kapitaal van f 2100 op dat Groot boek ingeschreven, te verkoopen Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aange nomen, alsmede die, dat is ingekomen een brief van de Ged. Staten, houdende goedkeuring van de in de vorige vergadering genomen raadsbesluiten tot af- en overschrijving van en op een begrootingspost en be schikking over den post voor Onv. Uitg. -1879. Namens Burgem. en Weth. stelt de "Voorz. voor, 1°. in te trekken het raadsbesluit van 2 Juni, tot verkoop van een kapitaal ingeschreven op het Grootboek der 21/2% Nat. Schuld en het daarmede in verband staande raadsbesluit tot wijziging der gemeentebegrooting voor '1879 en 2°. te besluiten, tot verkoop van een nominaal kapitaal van f 1800 op het Grootboek der 3 Nat. Schuld en in verband daarmede een besluit te nemen, tot. wijziging der gemeentebegrooting voor '1879. Dienovereenkomstig wordt besloten. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt aan den heer D. A. van de Poel, op verzoek, wegens vertrek naar elders, afschrijving verleend van hoofd, omslag tot een bedrag van f 6,30. In beschikking op een verzoek van W. v. d. Berge te Bruinisse wordt besloten de hem bij raadsbesluit van den 29 April '1878 voor den tijd van vijf jaren verleende vergunning, om ter uitoefening van de kunstmatige oesterteelt pannen te leggen op de slikken in de haven dezer gemeente, in te trekken, en hem te ont slaan van de betaling der bedongen jaarlijksche ver goeding van vijftien gulden, met ingang van den •1 Mei -1880. De Voorzitter sluit na omvraag de vergadering. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Leiden den heer L. M. de Laat de Kanter, wethouder dier gemeente. Benoemd tot secretaris der gemeente Zoutelaude de heer J. P. van den Heuvel te Middelburg. Bij het te 's Hage gehouden examen voor de be trekking van commies der posterijen heeft o. a. voldaan de heer N. J. W. Eichholz. Kunst, Wetenschap en Letteren. De Meidingers zijn bij ons een teeken geweest, dat besproken en ook wedersproken is. Dit pleit zeker voor het niet ordinaire van hun verschijning. Wij hebben liet genoegen niet gehad hen te zien en te hooren en kunnen dus enkel overwegen wat we in verschillende bladen zoonl voor en tegen hebben gelezen. Hier vonden we evg opgeschroefden lof, die ons juist daarom verdacht voorkwam, ginds veroordeeling zonder genade, die ons evenmin aanstond, elders weer een klein: behalve het graven van het kanaal door de dalen van twee rivieren, waarvan de eene in den Atlantischen Oceaan en de andere in de Stille Zee valt, moeten er 12 a 15 kilometer rotsgebergte van 40 a 45 meter hoog doorgegraven worden 75 millioen kub. meter grond moeten vervoerd worden, een werk dat 6000 werklieden in 6 jaar verrichten. Een ver gaarbak van 1 milliard kub. meter water moet gemaakt worden in de bergen om het water der rivieren op te vangenhet geheele werk zal 500 millioen kosten en zonder ernstige bezwaren kunnen voortgezet worden. z/De rnoeielijkheden, die zouden ontstaan uit de tegenwerking der Amerikanen, acht hij weinig. Hij is uitstekend oDthaald in Amerika, de Monroe-leer heeft met het kanaal niets te stellen; Amerika kan niet een kleinen staat willen verhinderen een vaart op zijn grondgebied te laten graven, als het, bij voor beeld, Engeland niet zou pogen te beletten dit in Canada te doen. Het kanaal zal alleen bestuurd worden door de aandeelhouders, zoodat de politiek er niets in te zien heeft. En kwaadwilligheid vreest hij hier niet meer dan in het Suez-kanaal. Daar ook maakte Engeland oppositie in het begin, en dit land had veel invloed op Turkije, door wiens grondgebied het werk liep. Met dit alles richtte het niets uit; het praatte veel, maar handelde niet. Zoo zal ten ergste genomen Amerika ook doen. De diplomatie richt niets uit, zeide de Lesseps, ik ben er 20 jaar in geweest, en weet er van te spreken. Zij neemt nota vau vol dongen feiten, maar roept ze niet in het leven; zij doet als de notarissen: elle fait des contrats de manage, mais elle ne fait pas la cour. „Van het klimaat is even Weinig te vreezen. Spreker is er geweest met zijn familie; hij heeft niets aan getroffen dat vrees kon wekken. Het ergste ongeval dat hij zich al lachend herinnerde, was het volgende Op zekeren dag komt een neger naar hem toegeloopen, bleek van schrik. Hij vraagt wat er gaande is. De neger vertelt, dat hij een jaguar gezien heeft, maar dat hij zich voorzichtigheidshalve geplaatst had nevens den ingenieur Dirks, die de Lesseps vergezelde, denkende dat het wilde dier den dikkeren Hollander boven deu mageren neger zou verkozen hebben. afdwalen in beschouwingen over de classieke waarde van meesters als Shakespeare en Schiller. Waar 't op aankomt is dit: aan niemands kunstgevoel schijnen de Meidingers volkomen voldaan te hebben. Nu, daar zijn ze ook menschen voor en volmaakt behoefden ze niet te zijn. Mnar 't komt ons voor, als we samen vatten wat we zooal lazen, dat zij door 't plastische te veel op den voorgroud te plaatsen en tot een zoo hoogen graad aan volkomenheid te brengen als bij dien troep inderdaad het geval is, wat hun spel betreft van zelf tot middelmatigheid zijn vervallen, of liever dat daardoor het middelmatige van hun spel als van zelf in het oog viel en zeker oog en oor van de degelijke critici niet kon ontgaan. De verschijning der Meidingers heeft ons geleerd dat aan het uiterlijk vertoon, aan de waarheid van onze gewone tooneelmatigo. tafereelen, beelden en voor werpen nog veel ontbreekt en dat dit bij hen de volmaaktheid haast bereikt heeft; maar dat aan den anderen kant de sprekende en handelende mensch, die dat alles bezielen moet en het tafereel tot iets levends moet maken onder het decorum heeft geleden of lijdende is, en dat onze beste acteurs en actrices de zoo beroemde Meidingers daarin ver over treffen. Mej. Aafke Kuypers, de bekende Nederlandsche zangeres, is als mezzo-sopraan geëngageerd voor het 4e Schlesisohe Musicfest te Görlitz op 13, 14 en 15 Juni; Marie Wilt, Hill en Gunz zullen zich daar o. a. mede doen hooien. Een andere landgenoote, mej. Estella de la Mar, is met succes opgetreden in de Opéra-Comique te Parijs in Maréchals Les Amou- reux de Catherine. De Nederl. bnryton de Vries is thans te Parijs. De Menestrel, dit vermeldende, zegtWij waren in de gelegenheid dezen Faure de l'avenir te hooren en toe te juichen. Ongelukken, Kampen, Misdaden enz. Te Barendrecht is een molenaarsknecht bij liet smeren van de as daaraf en naar omlaag gevallen, zoodat hij een arm gebroken liesffc en inwendig moet bezeerd zijn. Te Lioes9ens is een arbeider omgekomen door het op hol geraken van zijn paard met de kar. Te Briclle is een huis uitgebrand. Te Baarlo zijn twee woningen afgebrand, waarbij ookeenig vee omkwam. Alleen één woning was verzekerd. Vermoedelijk is het schip „Gondelier//, dat den 12 Mei j.l. van Brouwershaven naar .New-York ver trokken is, op Snble-Eiland verongelukt. Men vermoedt dat er 5 menschen bij omgekomen zijn. „Een warme oproep tot de vrouwen sluit de voor dracht. Ik ken goed het Oosten, zegt hij, ik heb onlangs de Far West leeren kennen; wat beide werelden het scherpst doet verschillen is de ontwikke ling der vrouw; daarom is Amerika zoo groot, omdat zijn vrouwen zoo ontwikkeld zijn; daarom is het Oosten zoo vervallen, omdat de vrouwen er zoo laag staan. Het slot paste wel niet geheel bij zijn onder werp, maar liet herinnerde gelukkig aan zijn aanhef en het werd geestdriftig toegejuicht. „In één woord: De Lesseps wist iedereen met zijn persoon in te nemen; de gulle lach, dien hij zelf laat hooren wanneer hij een aardigheid ten beste geeft, zijn warm uitgesproken overtuiging dat de mensch in den grond goed i3 en het goede wil, de vastberaden heid van zijn optreden, zijn woord, dat iets heeft van een militair voorschrift, dat geen tegenwerping toelaat, en dit alles verhoogd door den grooten naam en de groote daden van den man, doen vertrouwen in hem hebben, maken zijn overredingskracht onweerstaanbaar en hem zeiven tot een der menschen, wier indruk, geloof ik, liet diepst doordringt en het langste bijblijft.// Ontegenzeggelijk is het werk, dat de Lesseps zich thans voorstelt tot een begin van uitvoering te brengen en dat hij trouwens reeds sinds lang in het hoofd gehad heeft, een reuzenwerk. Tulrijk zijn de bezwaren, die men thans reeds kent en er zullen er nog wel meer bijkomen, als eens de werklieden aan den gang zijn, maar alles is toch eigenlijk slechts een geld kwestie en zoo men van iemand mag verwachten, dat hij de millioenen zal weten los te krijgen, die noodig zijn, dan i9 't wel van een man als die kleine, geestige, ijzersterke Franschman Ferdinand de Lesseps. De Lesseps beeft twee broeders. De oudste, graaf Théodore de Lesseps, is in de diplomatiek geweest en werd in 1861 lid van den Senaat. Zijn jongste broeder, Jules de Lesseps, was geruimen tijd diplomatiek agent van den Bey van Tuuis te Parijs, maar heeft later een aanzienlijke betrekking bij het bestuur van het Suez-kanaal aanvaard. De Lesseps is op gevorderden leeftijd nog gehuwd met een jonge vrouw. Een dochtertje van een jaar of acht vergezelde hem op zijn reisje door Nederland.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 2