Buitenlandscli Overzicht
Ongelukken, Rampen, Misdaden enz.
Te Duinkerken zijn de pakhuizen met vlas en maïs
van de firma Archedeacon afgebrand; de schade beloopt
1 miltioen frs.
jn de oliedistricten van Pennsylvanië hebben vree-
selijke branden schier alles vernield over een uit
gestrektheid van 30 mijlen lengte en 3 mijlen breedte.
Onderscheidene plaatsen, o. a. Rew City, Rixford,
Oil Centre, Otter City, Marrisburg en Middaughville
zijn afgebrand; 1500 personen waren zonder dak en
300,000 vaten waren verloren, terwijl het houtgewas
ook overal verbrand is.
Te Westerbork is een vrouw in den dienst van
Bacchus omgekomen door in 't water te vallen en
te verdrinken.
Te Scheveningen hebben twee vrouwkens geduelleerd
met de natuurlijke wapens der schoone sekse; de eene
heeft de andere een vinger nagenoeg geheel afgebeten.
In den Noord is een schippersknecht uit Hoogeveen
overboord gevallen en verdronken.
Te Slootshorn is een man door den bliksem ge
troffen en gedood terwijl hij voor de deur van zijn
woning stond.
Te Zwijndrecht heeft een man van 70 jaar zich
doodgedronken aan jenever. Hij was als naar gewoonte
uitgegaan om voor zich en zijn vrouw het gewone
dagelijksche rantsoen op te doen. Onderweg dronk
hij echter alles uit, ook de portie van zijn vrouw,
en viel voor de huisdeur gekomen dood neer.
Schipper S. Geluk, met zijn schip «De vrouw Cor
nelia" komende van Bergen op Zoom, bestemd naar
Bcrsele, en geladen met perkoenpalen, heeft Zaterdag
morgen in de nabijheid van Wemeldingen zijn mast
over boord gezeild. De sluismeester zond dadelijk
een der sleepbootjes van den kanaaldienst tot hulp,
zoodat het schip goed en wel in de haven kwam.
Aan de Leidschendam is een ruim 50jarige vrouw
verdronken, die 35 jaren lang in een zelfden dienst
trouw en eerlijk had gewoond, doch in den laatsten
tijd aan 't suffen geraakt was en zoo ongelukkig in
't water geraakt moet zijn.
Het schiet nog niet op met de nieuwe editie der
Meiwetten of het vervolg daarop, dat door Prins
Bismarck aan den Pruisischen Landdag is voorgelegd.
Wij bekennen gulweg dat wij liet fijne niet doorzien,
en dus niet durven beslissen of men bier te doen
heeft met een gang naar Canossa of met een meester
lijken streek van vorst Bismarck om het absolutisme
nog meer te bevestigen dan het is, doch zonder een
vinger, laat staan de geheele hand, aan liet Vatikaau
te geven. Het hoor en wederhoor doet deze onbeslist
heid steeds voortduren. Algemeen schijnt men bang
te zijn van de zaak en dit kan uitgelegd worden al
naar men wil.
Zuiver en open spel is het zeker niet, wat er om
gaat, doch wanneer en waar heeft ooit de politiek
zuiver en open spel gespeeld?
In België houdt de geschiedenis van bisschop Dumont
zeer de aandacht gespannen. Dat de man ziek is na
al wat er met hem gebeurd is, kan wel zijn; doch
hem nu maar gek te verklaren is wel wat kras en
zal vast zoo gemakkelijk niet gaan. De aanstaande
procedure over die groote 2 millioen frs., die de
bisschop terugvordert van de lui der «goede zaak",
werpt weder een eigenaardig licht over het wezen van
den kerkdijken strijd onzer dagen. In den goeden
ouden lijd leenden de vorsten hun sterken arm aan
de kerk en lieten deze daarbij nog brandstapels enz.
gebruiken om de geesten er onder te hondenin den
liieuweren tijd is het geld de beschermgeest van 't
clericalisme en hoe men aan dat geld komt, schijnt
niet altoos het daglicht te mogen zien.
In het Engelsche parlement is een9 een weinig
waarheid gesproken. Onderscheidene leden van liet
Lager Huis, o. a.^ de lieer Pea9e, kwamen krachtig er
tegen op dat Engelands financiën grooteiuleels af
hankelijk zijn van den opium—handel en vooral van
den invoer van het opium-vergif in China. Dat is
onzedelijk in de hoogste mate, verklaarde de heer Pease.
Ofschoon er een paar mannen cynisch genoeg waren
om van een ander gevoelen le wezen, gelooven wij
wel dat de meeslen en ook de regeering er evenzoo
over denken als de heer Pease. Maar Gladstone
en zijn mannen verklaarden, dat Engeland de opium-
millioenen niet kon missen, dat niemand durft voorstellen
om dat geld te vragen van de Britsclie belasting
schuldigen en dat men dus den Chinees maar tegen
zijn zin moet blijven vergiftigen, 't Is vreemd dat er
niemand opstond om voor te stellen dat men voortaan
in iedere kist met opium ook een paar bijbels of een
pakje traktaatjeszou leggen, tot bekeering van die
Heidensclie Chineezen, die in den grond liever den
geheelen opium-handel zouden verbieden, en tot gerust
stelling van het zwakke gemoed der vrome Britten.
Wellicht i9 de tijd niet zoover meer af, dat de
Chineesclie regeering nogmaals beproeven zal den opium-
handel te verbieden en daarvoor een oorlog te wagen.
Haar kansen op succes zijn sinds een kleine 20 jaren
aanmerkelijk toegenomen, terwijl een samendoen van
Frankrijk en de andere mogendheden met Engeland
in een nieuwen opium-oorlog, thans in lange'niet zoo
te duchten is als vroeger.
In Zwitserland is sinds eenigen tijd het militaire
vraagstuk aan de orde gekomen; het wordt althans
druk besproken. Men ontveinst liet zich in de Alpen
niet, dat bij een eventueelen oorlog tusschen Frankrijk
en Duitschland de Zwitsei'9 wel eens in eigenaardige
moeielijklieden zouden kunnen komen. Het land is
neutraal verklaard, dnt is bekend genoeg; docli op
een gegeven oogenblik beteekent die neutraliteit alleen
iets wanneer zij behoorlijk kan gehandhaafd worden,
desnoods gewapenderhand. Hierop is trouwens de
militaire organisatie van Zwitserland jaren lang uit
stekend berekend geweest. Sinds de gebeurtenissen
van 187071 echter en vooral sedert de groote
veranderingen in de artillerie, zijn vele grensposten
en sluitingswerken van Zwitserland te eenemale onvol
doende. Hierbij komt nog, dat Frankrijk juist aan den
Zwitserschen kant een buitengewone werkzaamheid
aan den dag legt.
Onderlusschen zijn de gevoelens ten aanzien der
nationale verdedigbaarheid in Zwitserland al even
verdeeld als bij ons ten aanzien van datzelfde vraagstuk.
"Wijnberielit van de firma Lynch frères te
Bordeaux en Hanover.
Bordeaux, den 1 Juni 1880. Is de om dezen
tijd van het jaar gewoonlijke stilheid in zaken be
grijpelijk, naar onze vele contracten met het buiten
land gedurende de laatste maand kunnen wij evenwel
slechts oubeduidende transactiën ter plaatse zelf be
richten.
Onze bezitters van wijnbergen houden in dit opzicht
de zoo zeer verminderde hoeveelheid van oudere en
ouden wijn op hunne prijzen vast, en kunnen niet
besluiten, gedane aanbiedingen te accepteeren.
Ons wijulaiid ziet er over het algemeen goed uit,
ett geeft de schoonste verwachtingen.
In die streken van ons departement, welke nog
van de Philloxera gespaard bleven, zijn de uitspruitsels
evenzoo krachtig als de schijn rijkelijk.
De geheel buitengewone temperatuur heeft zelfs
bij vele wijnstokken, welke sedert lang geen teeken
van leven gaven, en (lie men na de geleden win
terkoude daarom voor dood hield, de ontwikkeling
van knoppen bijzonder begunstigd, zoodat een groot
deel spoedig groen zal zijn.
Houdt het schoone weder aan, zoo zullen wij
spoedig het bloeien zien.
Gemengd Buitenlandsch Fieuws.
De Gazette de Charleroi verneemt, dat <le bisschop
van Doornik een rechtsvordering zal instellen tegen
een bekende kerkelijke corporatie om de teruggave te
verkrijgen van 2.800,000 frs., die de prelaat voor
het oprichten van scholen had voorgeschoten. De be
kende Brusselsche advokaat Paul Jauson en Masquelier,
advocaat te Bergen, zullen voor den bisschop pleiten.
Het Göthe-feest te Berlijn is niet in goede harmonie
gevierdhet feest-comité wilde Paul Lindau niet uit-
noodigen voor het diner, omdat hij in de Gegenicart
een stuk had opgenomen van Scherr, waarin de draak
gestoken werd met de //literarische Kleinramgeschaft",
dat met de classici gedreven wordt. Behalve Paul
Lindau werden nog een paar andere letterkundigen te
Berlijn uitgesloten. Vele collega's hebben daarop voor
de niet-geïnviteerden partij getrokken en bedankten
voor de Uilnoodiging, o.a. Berthold Auerbach, Friedrich
Spielhagen, Ernst Dolira, Karl Frenzel, Hans Hopfen,
enz. lleinrich Krusen en Julius Rodenberg waren
tegenwoordig, maar alleen omdat zij te laat van de
verwikkelingen hadden gehoord. Het diner is dus in
't water gevallen.
Den 3 dezer is te Petersburg overleden de keizerin
van Rusland Maria Alexandrovna, geb. prinses Maxi-
milienne Wilhelminn Augusta Sofia Maria van Hessen.
Zij wa9 den 8 Augustus (27 Juli) 1824 geboren en'
dochter van Lodewijk II, Groothertog van Hessen,
f 16 Juni 1848, en van de groothertogin Wilhelmina
Louise f 27 Januari 1836. Uit haar huwelijk met
keizer Alexander, den 28 (16) April 1841 gesloten,
zijn zes kinderen gesproten, n.l. 4 prinsen en 1
prinses. Het zijn de grootvorsten Nicolaas (troonop
volger), George, Wladimir, Alexis, Sergius en Paul,
en de grootvorstin Maria.
De politieke levenmaker Henri Rochefort heeft voor
zijn beleedigende uitingen tegen Andrieux en anderen
althans eenig loon ontvangen. Hij had ook den heer
Koechlin beleedigd, een zwager van Andrieux, en deze
heeft hem de eer aangedaan van den degen met hem
te kruisen, met het gevolg dat Rochefort een steek
in de maag gekregen heeft. Koechlin bleef ongekwetst.
Blijft Rochefort leven, dan zal hem dat stootje wel
wat rente opbrengen. Zulke personages hebben slechts
reclame noodig.
Koechlins uitdaging aan Rochefort bevatte o. a.
de volgende liefelijkheden«Uw brief in de Mot
d'Ordre is niet alleen een «simple bêtise" maar een
«infamie", en laster. Men zou zelfs kunnen zeggen,
dat hij het werk is van een lafaard. Uit uw ant
woord op dezen brief zal blijken of ge niet alleen
al uw verstand, maar ook uw moed hebt verloven".
Het duel bij Coppet begon 's morgens kwart na
6 uur; Rochefort kon, leunende op den arm van (leii
dokter, naar zijn rijtuig loopen, dat hem te 10 uur
naar Geneve terugvoerde.
De zoon van Rochefort heeft den directeur van
de Gaulois, Meyer uitgedaagddeze telegrapheerde
aan den vader, dat hij met een jongen van 17 jaren
niet kon duelleeren en dal hij zich dus ter beschikking
van den vader stelde, zoodra diens wond geheel
genezen is.
Bij de nalezing van de verslagen van het proces
Lamberlini, dat nu weder voortgezet wordt, valt o. a.
op te merken dat de vader van kardinaal Autonelli
Domenico heette, zijn moeder Lorela en een zijner
tantes Viltoria. De gravin nu heet Loreta Domenica
Vittoria; wel curieus.
Als een staalje hoe' de Russische Regeering zich
laat dienen als zij ongelijk heeft en toch gelijk wil
hebben, deelt de Times mede dat de lijfarts des keizers,
dr. Botkin, die verleden jaar een geval van pestziekte
constateerde bij den huisknecht Prokowjew, doch wiens
verklaring desiijds werd te niet gedaan door liet rap
port eener speciale commissie, toch wei degelijk gelijk
heeft gehad. Ook die medische commissie had gelijk,
toen zij rapporteerde dat de door haar onderzochte
patient geen pestzieke was. De zaak is deze, dat de
politie den pestzieke had opgeruimd en een anderen
armen duivel voor hem in de plaats gelegd. Er mocht
immers te Petersburg geen pest wezen. Dat men
daarvoor den lijfarts des keizers een klap in 't gezicht
gaf en de hoofdstad in groot gevaar bracht van be
smet te worden, daarop werd minder gelet.
Te Douai overleed eenigen tijd geleden iemand,
die 't zeker in zijn leven niet te best opgereed had,
daar hij bij testamentaire beschikking 30,000 frs. had
aangewezen voor zielmissen, ten einde zijn ziel uit
het vagevuur te redden. Nu heeft een priester eenige
missen gelezen en eischt de 30,000 frs. loon maai
de exécuieur-testam<mtair weigert de uitbetaling vóór
dat het bewijs is geleverd dat de ziel van den over
ledene nu weikelijk uit het vagevuur gered is; hij
vordert daarom de overlegging van een behoorlijk
gewaarmerkte en geregistreerde verklaring, afgegeven
door de administratie van het vagevuur, of door dieu
beambte van Joost die speciaal met den dienst van
't vagevuur belast is. De zaak is nu voor de rechtbank
te Douai gebracht.
De pprtij in het Engelsche Lagerhuis, die tegen het
oprichten van een standbeeld van Louis Napoleon in
Westminster is, zal de quaestie andermaal ter sprake
brengen.
Uit Amerika worden aanzienlijke hoeveelheden
fijne appelen naar Engeland geëxporteerd. Om ze te
conserveeren en den geur en smaak versch te houden,
wikkelt men ze in papier, hetwelk met een alcoholische
oplossing van salicylzuur gedrenkten vervolgens gedroogd
wordt.
Dezer dagen kwam het zeldzame geval voor, dat
de Alderman Sir Thomas Gabriel van Londen, op
Mansion-house komende, geen enkele zaak ter behande
ling vund en dus volgens oud gebruik met een paar
witte handschoenen aan het stadhuis weder kon verlaten.