ZIERIKZEESCÏÏE EOIRAVT. voor het arrondis- senent 83ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD fk Deze Courant verschijnt DINSDAG eu VEIJ DAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per d r i e m a a n d en 1F r a 11 c 0 per pos I, 1 Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PEIJS DEE AD VEETENTIEN-. Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 5!. LAKE\3IA5f. BELGIE'S JUBILEUM. Dezen zomer hopen de Belgen liet herinne ringsfeest van de grondlegging hunner onaf hankelijkheid, vóór vijftig jaren, met grooten luister te vieren. Men weet dat de Belgen er slag van hebben feest te vieren, het is dus te wachten, dat zij ditmaal zich nog meer zullen inspannen en dat de groote nationale feesten van 1880 alles zullen overtreffen wat tut dus ver op de jaarlijksche Septemberfeesten is te zien geweest. Om meer dan ééne reden echter is het groote feest van dit jaar geschikt 0111 te stemmen tot nadenken over liet een eu ander, waar in vorige jaren bij de Septemberfeesten de aandacht niet op viel. Het spreekt van zelf, dat, wanneer liet vaderlandsehe hart der Belgische burgerij be hoefte gevoelt jaarlijks uitingen van zijn gevoel te geven en daardoor de herinnering aan de zegeningen van. een onafhankelijk, althans een eigen volksbestaan levendig te houden, daar tegen door vreemden niets valt iu te brengen ook niet door 011s, die anders historisch 't nauwst bij de feiten betrokken zijn geweest. Maar wanneer toch jaar aan jaar do geestdrift voor de hoofdaanleiding der feesten minder wordt, zoodat de feesten langzamerhand ont aarden in een soort van kermis, die haar reden van bestaan enkel in ziohzelve schijnt te hebben en wanneer bovendien stemmen uit het Belgische volk zelf opgaan tegen het kunstmatig wakker houden van een geestdrift en een nationale feestvreugde, die eigenlijk haar raisou mist of meer en meer gaat verliezen, dan ligt de be denking voor de hand: zou 't geen tijd worden die feesten af te schaffen Het is ons niet bekend dat men zich hier te lande ooit geërgerd heeft aan de Belgische Septemberfeesten althans sedert jaren gaan ze onopgemerkt voorbij en vaak gaan Hollanders op dien tijd naar Brussel eu wonen daar zonder eenige rancune de feesten hij. De bedenking of het geen tijd wordt, met die feesten uit te scheiden, is dan ook niet van Nederlanders afkomstig; zij werd reeds herhaaldelijk in België zelf gemaakt en nu onlangs nog door een paar zeer hooggeplaatste personen, 11.1. een lid der Kamer van Volks vertegenwoordigers en een proc.-gener. hij het Hof van Brussel openlijk uitgedrukt. Die heeren willen zelfs een beweging uitlokken in de hooge Btaats-lichamen eu daar voorstellen om met liet nu aangelegde groote feest voor Belgies eigen volksbestaan, de gewone jaarlijksche feesten te dier zake te besluiten. Zulke uitingen beteekenen iets. Wij ver trouwen dat duizenden Belgen in den grond van hun hart het met de bedoelde heeren volkomen eens zijn. Maar er is meer. Als men de zaken wèl beschouwt, dan moet blijken dat inderdaad voor zooveel feestgebaar en vreugdegejuich weinig grond bestaat, gelijk trouwens de ervaring reeds sinds lang heeft geleerd dat de animo bij de Septenibeifeesten veel meer een natuurlijk gevolg is van de zucht naar vermaak en pret met daarbij komenden slag van het Belgische volk om zich te vermakendan een uiting van nationaal gevoel, dan blijdschap over de gevolgen der gebeurtenissen van 1830. Het geslacht van 1830 is groqtendeels dood eu de kinderen kunnen zich met den besten wil niet 111 den toestand en de stemming der vaderen verplaatsen. Te minder kunnen zij dit, omdat de geheele beweging van 1830 sedert lang door een groot deel der Belgen voor een fout en een gevolg van fouten is herkend eu zij dus geenszins verdient op ééne lijn gesteld te worden met die groote dadeu van wedergeboorte der natiën, die door eeuwen heen nog in al hun waarde en beteekenis worden erkend en gewaardeerd en waarvan de herinnering niet in minder dan 50 jaar totaal vergaat. Deze omstandigheid zal trouwens een waar borg zijn voor ons Hollanders of Noord-Neder landers, dat bij de aanstaande feesten in België alles zal vermeden worden wat voor ons kwetsend zou kunnen zijn. Daarvoor zijn de tijden te zeer veranderd. Om maar eens iets te noemen de revolutie werd voldongen door het monster verbond van liberaleu en clericalen en de Hol landers werden veel meer gehaat en gescholden als geuzen dan als politieke vijanden. Hu thans? Nu zijn het de geuzen, die bij elke gelegenheid hun berijmd of onberijmd „weg met de cleri calen" uitgalmen en die de straten vervullen met het referein: „Van 't ongediert der papen, verlos ons Vaderland!" Eu zijn 't niet de clericalen, die wel 't allerminst nationaal gevoel aan den dag leggen als zij aan een onttroonden vreemden potentaat de vraag voorleggen of ze wel aan de feesten voor Belgie's onafhankelijk heid mogen mcêdoen? Zijn 't niet de clericalen die wat er dan nog van nationaal gevoel mocht bestaan, verstikken iu dien ultramontaanschen geest Zoo zijn de tijden veranderd. Een beweging als in 1830 leidde tot de scheuring van België eu Holland, zou iü 1880 een onmogelijkheid zijn. Men behoeft dan niet te vragen of de aan staande feestvreugde ook mogelijk ietwat ge mengd zal wezen met een mengeling van weerzin, spijt en ontevredenheid over de dwaas heid der vaderen en over't gebrek aan wezenlijk nationalen zin bij den tegenwoordigen grooten hoop. Hoe toch is feitelijk de toestand tegen woordig? Aan de ééne zijde een domme en onwetende menigte vooral op het platte land en in enkele steden, voor wie Rome de hoofd stad, de paus de soeverein en de bisschoppen diens stadhouders zijn, terwijl haar dagelijks de wezenlijke regenten des lauds als vijanden vau godsdienst in alles worden afgeschilderd, en aan de andere zijde een meer ontwikkelde kern der bevolking, de meerderheid zelfs iu de meeste steden van eenig belang, die geen heil ziet in de in 1830 geschiede gebeurtenissen, eu die althans zeker op dit oogeublik zich de Hollanders volstrekt niet als vervloekte geuzen, maar veeleer als broeders en goede vrienden voorstelt. Dit moet op de feesstemming wel van in vloed zijn. De koninklijke familie van België verkeert ten aanzien der feesten en de aanleiding daarvan in een geheel eigenaardige positie, die om meer dan eene reden minder aangenaam moet zijn, dan zij bij spontane uiting van een inderdaad gegronde wezenlijk nationale vreugde zou kun nen zijn. Wanneer van hetgeen de Belgische clerus uitkraamt en den volke diets maakt, daarin door de bisschoppen gestijfd, maar een klein gedeelte gegrond of waar was, dan zou het Belgische volk van 1880, iu plaats van feest te vieren, veeleer zuchten moeten naar de vleeselipotten van Egypte eu de weleer verfoeide regeering van Willem I veel liever wenschen dan die van nu. Gelukkig voor België is de clerus nog even bij tijds in zoover van den gevaarlijken weg, waarop liy voortgleed, teruggekomen, dat hij de nationale feestviering althans „dulden" zal. Dat is een reden van nationale schande, maar enfin, de Vlaamsehe boeren mogen nu ten minste naar de lichtjes gaan kijken zonder der verdoemenis ter prooie te worden gegeven, gelijk daarvoor tot voor weinige maanden groote vrees bestond, dat het zoover kou komen. Wonderlijken loop kunnen de zaken nemen! I11 1830 de clerus aan 't hoofd of liever midden iu 't broeinest der beweging. I11 1880 diezelfde clerus slechts met hangende pootjes meegaande, en zeker geheel niet meêdoende, als hij niet beducht was te eenemale het masker te zullen verliezen en in zijn ware gedaante bloot te komen voor de oogen van het ontnuchterde volk. En toch geen wonder ookwant het cleriealisme is altoos anti-nationaal, 't is de karikatuur der theocratie en daardoor steeds anti-nationaal, 't zij 't uitgaat van Rome of van Dordt of Genève, van Mekka of van ergens elders, 't Is anti-nationaal. Hier raken de uitersten elkander. Het vaderland zakt naarmate 't cleri ealisme krachtiger heerscht en de geesten dwingt hun heil te wachten van een of anderen zich noemenden vertegenwoordiger Gods. En het vaderland verdwijnt met zijn grenzen en af scheiding ook, naarmate de lurmaniteits-begin- selen meer veld winnen onder de mensehen. Het jongere België nu huldigt ongetwijfeld veel meer die beginselen van humaniteit dan de beginselen, die de clerus het wil opdringen. Welke is nu de houding die ons Hollanders past ten aanzien der aanstaande manifestaties in België? 't Laat zich aanzien, dat die manifestaties zeer weinig, ja in 't geheel niet kwetsend zullen zijn voor ons nationaal gevoel. Daarvoor is te minder gevaar nu de geuzen 0 wonder 1 iu België zelf de baas zjjn; eu de clerus als de uil iu 't nest zal kruipen omdat hij het schelle feestlicht niet kan verdragen. Het jonge België huldigt de humaniteit®-beginselen en dat doet het jonge Holland ook klein Spanje en de vinnige, zieh meer eu meer in postuur stellende strijdbare Calvinisten niet meegerekend, omdat hun toch tot nu toe de macht ontbreekt om iets uit te voeren van 't geen zij broeden ten kwade. Zonder dat wij Hollanders gaan meêdanscn om de lierinDerings-tropeeën aar: 1830, die in Belgie's steden verrijzen zullen, kunnen we de feestvreugde daar best met droge oogen aanzien en zonder eenige rancune.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 1