ZIER1RZEESCHE COURANT.
voor hei arrondis-
seisient Zierikee,
1880. No, 40.
Zaterdag 22 Mei.
83ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
LANDBOUW.
STATEN-GENERAAL.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden I,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PIUJS D Ell ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geb oor te
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAIiEAMAN.
(Nuttige vogels).
II.
Met de vogels is liet als mot de mensclien,
zij zijn eigenlijk altemaal familie. Als men den
draad maar weet te volgen die hen onderling
verbindt, valt dit spoedig in het oog.
Zoo sluiten zich bij de vinken en gorsen de
leeuwrikken aan. Het zijn meest trekvogels, zij
bewonen het open veld, 't zij weiland, akker
of heide. Hun voedsel bestaat in plantenzaden,
graankorrels, insecten en groene kruiden. Het
meest verspreid en bekend is de gewone of
veldleeuwerik. Hij komt bij ons reeds in Februari
of Maart al naar 't weder maar eenigszins
gunstig is. Men kent hem als lustig zanger in
de lucht, en wie over het vlakke veld dwalende
gevoel voor de poëzie der natuur heeft, behoeft
niet te vragen: gij zanger daar in de lucht,
hebt ge dan geen woordje voor mij? Tegenover
deze poëzie staat het proza, dat de leeuwrik
ook al een gevestigden naam heeft als versna
pering voor de broeders van Luculus. De jonge
leeuwrikken eten uitsluitend insecten. In het
najaar vóór zij wegtrekken, vieren de leeuwrikken
gewoonlijk eerst feest op de graanvelden, waar
zij zich in weinige dagen vet eten, maar dan
ook juist 't meest gevaar loopen van in plaats van
de reis naar het zuiden, de veel minder prettige
reis naar de tafel der lekkerbekken te moeten
doen. Als gerecht zijn de duinleeuwrikken 't
meest gezocht.
De boomleeuwerik komt hier zeldzaam voor, de
bergleeuwerik nog zeldzamer. De kuifleeuwerik,
die hier te lande ook bekend is, is geen trek-
vogel maar blijft hier wonen.
Van de familie leeuwerik behooreu tot den
geringen stand de zoogenaamde piepers, ook
veld- of kautleeuwrikken genoemd, zoo om hun
verblijf als om hun kleur. Zij eten niets dan
insecten en wormen. Onder hen heeft men de
graspiepers, tiet-, veld- of piepleeuwerik en den
boompieper.
De kwikstaarten staan weder in nauwe familie
relatie met de piepers. Ieder kent die jolige,
vlugge rank gebouwde vogeltjes, aan wien het
opwippen met den langen staart zulk een on
deugend schalksch uiterlijk geeft.
De kwikstaart eet bij voorkeur meelwormen,
doch als bij die niet genoeg vinden kan, huppelt
hij langs waterkanten om andere insecten te
zoeken.
Bij ons komt het meest voor, de blauwe bonte
kwikstaart, ook als het bouwmeestertje bekend,
en de gele kwikstaart. Men ziet den kwikstaart
veel zwerven waar koeien loopen, en hij leeft
paarsgewijze. Hij is een moedig vogeltje en het
is curieus hoe een troep kwikstaarten een sperwer
durven vervolgen en zelfs op de vlucht drijven.
Ofschoon men de kwikstaarten doorgaans slechts
bij enkele paren ziet, vergaderen er in een
oogenblik een aantal, zoodra het geld een
sperwer in het otje nemen.
Het boomkruipertje of boomsluipertje is al
mede een hoogst 'nuttig diertje. Het klautert
de boomstammen op en af en rond en zoekt
dan overal larven en eitjes van insecten, alsmede
de ontwikkelde insecten zelf.
Dikwijls ziet men het kleine boomkruipertje
in gezelschap van leden der familie mees, een
familie die van ouder op ouder uitsluitend in
insecten doet, doch enkel voor eigen consumtie.
Do meezen zijn een wakker, soms nog al twistziek
en veckterig volkje. Bekend ziju de koolmees,
plakker of bijmees, de pimpelmees, blauwmeesje
of pimpeltje, de zwartkopmees of't korstjekaas,
ossenkopje of zwartkoppige bijmees en de
staartmees of 't langstaartje, pijlstaartje, doods
hoofdje, ijsbeertje. Aan verschil van namen is
in het geslacht mees dus geen gebrek. Ook
vindt men nog in Gelderland een vogeltje dat
veel op de spechten en meezen gelijkt en even
zeer uitsluitend insecten eet; het is de boom
klever ook blauwe specht ofbrabantertje geheeten.
EERSTE KAMER.
Dinsdag-avond is de Eerste Kamer vergaderd en
heeft de nieuw benoemde voorzitter, jhr. mr. E. J.
van Eijsinga, zijn betrekking als zoodanig aanvaard
met de volgende rede
„Mijne Ileereu
"Voor de eerste maal dezen zetel innemende, dringen
zich verscheidene en zeer uiteenloopende gewaarwor
dingen aan mij op. In de eerste plaats van erkentelijk
heid voor het uitstekend blijk van vertrouwen, mij
door onzen geëerbiedigden Koning geschonken, door
mij tot het voorzitterschap dezer Kamer te roepen, en
voor de eervolle onderscheiding mij daardoor te beurt
■gevallen. Daai tegenover staat het besef van het gewicht
en de moeielijkheden aan die betrekking verbonden.
Wanneer ik daarbij naga, welke achtbare voorgangers
hier vroeger hebben gezeteld, en hoe bezwaarlijk het
voor mij zijn zal, naar eisch en op hunner waardige
wijze deze plaats in te nemen, dringt zich een gevoel
van schroom aan mij op, of ik aan het in mij gesteld
vertrouwen zal kunnen beantwoorden. Nochtans, mijne
heeren, wanneer ik mijne bijnn dertigjarige ondervin
ding, in deze Kamer opgedaan, raadplegende, in
aanmerking neem, dat ook aan deze voorgangers de
welwillende steun der leden steeds ten deel is gevallen;
wanneer ik de verklaring afleg, dat ik naar vermogen
zal trachten in overeenstemming met de Grondwet en
het reglement van orde uwe bijeenkomsten met on
partijdigheid te leiden, dan vlei ik mij dat ik dien
vriendschappelijke» steun en die welwillendheid, die
ik voor mij onontbeerlijk noem, niet te vergeefs zal
behoeven in te roepen. Die gedachte sterkt mij, geeft
mij moed om deze plaats in te nemen, en doet mij
de hoop koesteren dat wij met vereende krachten
onder Hoogeren zegen zullen kunnen samenwerken
tot voortdurend welzijn van Koning en Vaderland.
En hiermede, mijne heeren, verklaar ik te hebben aan
vaard het voorzitterschap van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal."
Eigenlijk politieke redevoeringen zijn wij bij ons
van de voorzitters der Kamers niet gewoon. Het is
dus ook vooral niet vreerad dat de nieuwe voorzitter
der Eerste Kamer zijn ambt heeft aanvaard zonder
een enkel politiek woord of een enkel woord over
politiek. Zoo is zijn rede schier uitsluitend een kleine
ontboezeming over het gewicht van den post als
zoodanig eu deze ontsponnen ietwat in den vorm
eeuer adoration mutuelle et des absents. Doeh baat
het niet, het schaadt ook niet. De voorname deftig-
lieid die de posten medebrengen, willen de mensclien
bij ons wel en natuurlijk niet het minst in den Haag.
De rede liep trouwens niet uitsluitend over den ge-
wichtigen voorzittersstoelook de Hoogere zegen en
Koning en Vaderland werden gedacht.
De ingekomen geloofsbrieven van het nieuwgekozen
lid mr. A. van Naamen van Eeinues zijn in handen
eener commissie gesteld, eu de van de Tweede Kamer
ontvangen wetsontwerpen naar de afdeelingen verzonden.
ZIERIKZEE, 21 Mei 1880.
Dinsdag-nacht tegen 12 ure brak een felle brand
uit in de schuur van den heer J. van Burg, staande
in het Gat van Westen. Door de droogte van alles
stond het gebouw terstond geheel in lichterlaaie vlam.
De heer Burgemeester was een der eersten, die bij
den brand toesnelden, terwijl ook vrij spoedig, de
plaats waar de brand was en den grooten afstand
van het water in aanmerking genomen, de brandweer
gereed was en het vuur kou blusschen. De geheele
schuur met al wat er in was, alsmede een geit, is
echter totaal verbrand. Gelukkig was liet bladstil,
de windrichting niet ongunstig en stond het perceel
geheel op zich zelf. Ware dit alles niet het geval
geweest, dan had deze brand zeer noodlottige gevolgen
kunnen hebben.
Dit i9 nu de zesde schuur, die afgebrand is binnen
nog geen jaar tijds. De oorzaak is niet bekend.
De Pinksterdagen zijn, ofschoon droog, ongewoon
koud en guur geweest. Dit heeft echter niet belet
dat duizenden en duizenden van deze vrije dagen
gebruik gemaakt hebben voor een of ander uitstapje.
De stooinbooten, spoortreinen, trams en alle mogelijke
vervoermiddelen hebben het overdruk gehad. De
stoorabooten der reederij Fop Smit en Co. (Rot-
terdam-Dordrecht-Goriuchem) hebben den 2en Pink
sterdag 12123 personen vervoerd. Alleen van en naar
Rotterdam 8687. Van de tusschenstations, zonder
Dordt en Gorinchem mede te rekenen, 5479. De
salonboot //Merwede" vertrok te 6 u. 30 van Rot
terdam met 1050 passagiers en moest er nog 500 op
den wal laten staan, waai voor nog 2 extrabooten
aangelegd werden. Aan het station Delft passeerden
den 2en Pinksterdag alleen 68 treinen; er werden
2597 plaatskaartjes verkocht. De tram vervoerde tusschen
Delft en den Iiaag den len dag 1900 en den 2en
dag 2700 personen.
l)e residentie werd ondanks de koude druk bezocht
en zelfs Scheveningen zag duizenden vreemde gasten,
die zand en noordenwind tartten om //uit te gaan".
De Amsterdamsche omnibus-maatschappij heeft met
omnibussen en trams gedurende de Pinksterdagen
ruim 75000 persouen vervoerd.
De havenstoombootjes -te Amsterdam hebben de
twee Pinksterdagen 18101 personen vervoerd. De
Haarlemsche tram had Zondag 3667 en Maandag
5454 passagiers.
Langs den Rijnspoorweg werden die beide dageu
van en naar den Haag vervoerd 10300 personen;
met den stoomtram tusschen het stationen Scheveningen
12300. Het Iiollandsche spoor vervoerde van en
naar den Haag 30000 passagiers.
Van ernstige ongelukken is niets vernomen, wel
een bewijs dat de adminislratiën en vooral het dienst
doend personeel onzer verschillende vervoermiddelen
grooten lof verdienen voor goede attente dienst
vervulling.
De bekende Haagsche schouw tusschen 's Gravenhage
en Leiden, waar nog van personen, die de brug pnsseereu,
tol wordt geheven, is door opbieding en verhooging
in bod gebracht op f 14,000.