Binnenland. De heer Houwer herinnert daarna, dat bij het voorstel om de twee blilcsern-afleiders van de Nobelpoort te ver nieuwen, te kennen gegeven is, dat de kosten werden geraamd op f 210. Het is later echter gebleken, dat het aanbrengen van platina-spitsen wenschelijk is en dat het ijzerdraad gegal vaniseerd zou behooren te zijn, waardoor eene vermeerdering van uitgaven zal ontstaan van ruim 40. Burgem. en Weth. vragen daarom machtiging tot het doen dier meerdere uitgaaf. Alzoo besloten. De vergadering wordt na omvraag door den Voorzitter gesloten. ZIERIKZEE, 20 April 1 8 8 0. Reeds geruimen tijd werd ons door een kunst minnaar onder de aandacht gebracht, dat in de maand April 1880 een merkwaardige gedenkdag aanstaande was voor het muziekgezelschap //Kunst en Eer", een harmonie, die zich meer en meer in de algemeene sympathie der burgerij mag verheugen en deze ook ten volle waardig is. Wij doelen op het nu kort aanstaande öOjarig jubileum van //Kunst en Eer". Daar we meenden te mogen veronderstellen, dat de burgerij deze gebeurtenis niet onopgemerkt zou laten voorbijgaan, maar haar aangrijpen als een opperbeste gelegenheid om //Kunst en Eer" een blijvend bewijs van de zooeven bedoelde sympathie te schenken, meenden wij dat de bescheidenheid medebracht, dat wij over de zaak zwegen, te meer, daar 't ons toch niet onbekend was, dat er in stilte gewerkt werd om iets te doen. Thans, nu dat werk der verborgenheid nagenoeg zijn beslag heeft gekregen en zonder twijfel met glans aan 't licht zal komen, gelooven we de goede zaak geen nadeel meer te zullen doen met er met een enkel woord op te wijzen, al ware 't slechts om die genen der belangstellende en kunstlievende burgers, wieu het werk der stilte soms nog onbekend mocht gebleven zijn, de gelegenheid te geven alsnog te kunnen medewerken tot de glansrijke verwezenlijking van het opgevatte denkbeeld met het oog op //Kunst en Eer"'s aanstaande gouden jubileum. Op de aanbevelende nominatie ter vervalling der vacature van rechter in de Bechtbank alhier, zijn alphabetisch geplaatst mrs. J. van Binsbergen, J. P. Cau en E, A. van Kinschot, subst. griff. respect, te Arnhem, Dordrecht en Botterdam; de heer Cau met het lot tegen Jhr. mr. A. B. P van Kinschot, griffier bij de Bechtbank alhier. In de jongste vergadering der stoomboot-maatschappij Zierikzee is het dividend bepaald op 11 en herkozen de aftredende commissaris de heer LI. Koole. Naar wij vernemen zijn door de sub-commissie voor de watersnood-loterij alhier verkocht 384 loten en ontvangen zes voorwerpen voor de verloting. Te Middelburg is op 68jarigen leeftijd overleden dr. H. Polman Kruseman, sedert 1839 rector van het stedel. gymnasium, lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen enz. Te Bennekom is op 67jarigen leeftijd overleden dr. G. J. Mulder, oud-hoogleeraar in de scheikunde aan de Utrechtsche Hoogeschool. De heer L. Vogel Jz. heeft te Middelburg bij M. S. De Zeeuw een brochure uitgegeven, getiteld//De proef nemingen met de brandkasten te Arnhem en Amsterdam met elkander vergeleken." De schrijver beweert hierin, dat een ongelijke maat is aangewend en daarom het resultaat niet betrouwbaar is. Te Goes heeft zich een commissie gevormd voor het nationaal huldeblijk aan generaal Van der Heijden. Zij bestaat uit de beeren P. K. P. J. Van Sloten, C. J. Kooman Az., J. L. Van der Pauwert en M. J. De Marees van Swinderen. Zaterdag is Koningin Victoria, vergezeld van Prinses Beatrice, te Vlissingen aan boord van het koninklijk jacht //Victoria and Albert" gegaan en naar Queenbo- rough overgestoken. Het koninklijke jacht werd geëscorteerd door de jachten //Osborne", //Alberta" en //Sirex". Een Nederlandsche kanonneerboot gaf het gebruikelijk saluut, terwijl een groote menigte aan den havenmond stond om het uitvaren der schepen te zien. Te Zullichau, in Pruisen, is een verordening afgekon digd, waarin aan alle jongelieden beneden den ouderdom van 16 jaar wordt verboden, op straat, op wandel wegen, in restauratiën, pleiziertuinen en andere voor het publiek bestemde lokaliteiten een pijp of sigaar te rooken. Wij zijn er niet voor op zijn Pruisisch alles zoo precies te reglementeeren en 't volk al jong geheel I in een keurslijf van allerlei voorschriften en leefregelen te kwellen: Soms echter zou men wel wenschen om een dergelijk verbod als ze daar te Zullichau gemaakt hebben. Niet zelden toch maar wel zeer dikwijls ziet men hier kleine dreumesjes van vier a vijf jaar en jonger nog, er op los dampen als oude mannen. Als ze ter nauwernood loopen kunnen, ziet men ze Zondags aan de hand van vader langs de straat stappen met een sigaar in 't hoofd, waarvan zij met kennelijke verwaandheid den rook trachten omhoog te blazen in de richting der gezichten van de voorbijgangers. Een en ander wijst op schromelijke misvattingen in de opvoeding der arme kleinen, die, groot voor den tijd, het spreekwoord //vroeg rijp vroeg rot" op treurige wijze tot een waar woord maken. De Eerste Kamer heeft zonder beraadslaging eenige kleine wets-ontwerpen goedgekeurd, o. a. dat tot grensregeling der gemeenten Ouwerkerk en Nieuwerkerk en dat tot ondeihandschen verkoop van domeingrond aan de gemeente Wissekerke. Daarentegen heeft de Kamer met 17 tegen 14 stemmen verworpen het ontwerp betrekkelijk reorganisatie van het Hoog Militair Gerechtshof. In de Tweede Kamer is liet aanvullingswetje der Indische tariefivet verworpen met 4-9 tegen 21 stemmen^ Tot Griffier der Eerste Kamer is benoemd mr. Star Numan, thans commies-griffier. De Stand, wekt hare getrouwen op tot deelneming aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten, op 11 Mei a. s., althans in die districten en provinciën, waar kans op slagen den moed staande kan honden. Bechtstreeksche strijd is, volgens het anti-revolutionair orgaan, eigenlijk alleen aan te binden in de provinciën Utrecht, Zeeland, Gelderland en Eriesiand, terwijl, zeker met minder goede hope, maar dan toch met alleszins denkbare mogelijkheid, ook Overijsel en Zuid-Holland in beter spoor te leiden waren. Op de vraag, naar wat maatstaf men de candidaten zal beoordeelen, antwoordt de Stand.: //Voor het doel, dat we ons voorstellen, komt het maar aan op het verkrijgen van Ged. Staten, die, zoo in het algemeen als meer bijzonder in zake het onderwijs, de gemeenteraden niet langer tyraniseeren, maar de burgervrijheid weer eerbiedigen. Het eenige, wat bij deze verkiezingen te onderzoeken is, bestaat dus in de dubbele vraag: of iemand tegen het drijven der Staatsschool en voor herstel van gemeentelijke autonomie is." Met conservatieven en roomschen zij men zeer voorzichtig. Omdat iemand met het Dagblad tegen de liberalen uitvaart, is hij nog volstrekt niet de man van de Stand. En scherper nog zie men toe bij de roomsche candidaten, want omdat iemand roomsch is, weet men nog volstrekt niet wat hij in de politiek bedoelt. Wanneer echter candidaten met de beide bovengenoemde voorwaarden instemmen zou de Stand. er vooral in Gelderland en Utrecht niets tegen vinden, indien men, bij de bekende armoede aan personeel, ook een roomsche, of een conservatief, of een liberaal van den echten stempel kiest. //Een man als Van Kerkwijk b.v. zouden we, ging hij ook ia de school mee, durven aanbevelen. Mits men zulk een candidaat clan ook zelf openlijk aanbevele, niet maar in schijn, maar wezenlijk voor hem ijvere; maar juist om dat te kunnen doen, zich vooraf wel en deugdelijk over- tuige, dat we in de stukken, waarop de geciteerde artikelen doelen, geen tegenstander in hem vinden zullen, maar een beslist bondgenoot." 't Is wel aardig een blad als de Standaard aan den heer van Kerkwijk eeu brevet van bruikbaarheid als een goe.d instrument te zien uitreiken Het is van algemeene bekendheid, dat de zeevaart bij ons hard achteruitgaat, dat onze koopvaardijvloot ivegslinkt en dat het weinigje vaart, dat er nog is - ongerekend enkele groote stoombootmaatschappijen - haast geeu schim van het grootsch verleden mag ge noemd worden. Daarvan zijn veranderde omstandig heden de oorzaak, er is geen vaart, de vrachten zijn zeer laag, de schepen kuunen niet altoos op verlies varen; dit alles is waar, doch er moet, helaas, bij gezegd worden, dat ons volk ook niet meer varen wil, dat ons matrozen-geslacht uitsterft, vooral dat van de koopvaardij, en dat het nog overgeblevene zoodje ook weinig meer dan een gemeen zoodje is. Uit een bericht uit Nieuwediep blijkt dit weder en voor de zooveelste maal. Men kon daar geen volk krijgen om de schepen, die voor de houtvaart op Noorwegen gereed gemaakt werden, te bemannen. //Hollands Janmaat" wil niet varen dan voor heel veel jenever, veel hooger gage dan een houtsleeper geven kan en vrij wat pretentie. Men heeft daarop volk uit Noorwegen laten komen. Met de //Ghristiania" zijn er eeu veertigtal medegekomen, zoodat nu een paar schepen kunnen geholpen worden. Die Noren ziju flinke gezonde mannen en jongelingen, werkzaam aan boord, bescheiden in hun eischen wat de victualia betreft en niet verslaafd aan sterken drank. On'der- tusschen staat onze eigen Janmaat aan de kade van Nieuwediep, waar toch al zoo weinig omgaat, liever kringetjes in het water te spuwen en 't varen te ver- we nsch en. V\aar is de tijd, toen onze schepen bij honderden naar t Noorden gingen om balken te halen, voor Amsterdam en de Zaan, voor Eriesland en Groningen, en waarbij 't wel voorkwam, dat zij weder partijen bezaagd hout medenamen als ze om nieuwe ladingen uitgingen? Thans dienen we eerst naar Noorwegen te gaan om matrozen te werven. Z. K. li. Prins Erederik heeft een aanzienlijke gift geschonken aan de maatschappij tot verpleging van weezen in het huisgezin. Men meldt uit Den Bosch van 15 April aan Het Vaderland Voor eenigen tijd deelde ik u mede, dat bij het college van regenten over de godshuizen en de algemeene armen alhier het plan ter sprake was gekomen om de verpleging der zieken in het groot burgerlijk en militair gasthuis aan geestelijke zusters toe te vertrouwen. Tot dien maatregel is thans besloten, en, met ingang van lo. September e. k., zal de ziekenverpleging zijn opgedragen aan Duitsche liefdezusters van de orde van den H. Borromeus, die haar moederhuis te Trier hebben. Voor die zusters zal op de terreinen van het gasthuis een gebouw worden ingericht met een kapel, bediend door een rector. Het eenige protestantsche lid in het college van regenten (jhr. M. A. Snoeck) die, gelijk ik li vroeger reeds meldde, zich ten sterkste er tegen verzet heeft, dat in een openbare instelling als de otiderwerpelijke de verzorging der zieken aan een geestelijke orde wordt toevertrouwd, heeft na het gevallen besluit zijn ontslag als lid van het college aan den Gemeenteraad ingediend. Naar men zegt, zijn ook de geneesheeren van liet gesticht met de nieuwe regeling niet bijzonder ingenomen De Nederlandsche Amerikaansche stoomvaartmaat schappij (RotterdamNew-York) heeft over 1879 niet te klagen. Wel bleven de retourvrachten op een laag standpunt, omdat er veel scheepsruimte te New-York was (in het najaar lagen er 800 schepen onbevracht), wel hield Amerika zijn prijzeu eu waren daarom de vrachten van Amerika gemiddeld veel lager dan het vorige jaar, maar door vermindering van uitgaven, meerder gebruik van den Nieuwen Waterweg eu minder betaalde assurantie-premiën is de uitkomst van 1879 gunstiger dan die van 1878. Met eigen schepen deed de N. A. S. M. 32 reizen; aan brutovracht werd ontvangen f 338,000 naar en f 995,000 van Amerika, aan passage-gelden f 251,600. (Deze som zou iets hooger geweest zijn, als de familie Pinkoffs van een der booten van de maatschappij had gebruik gemaakt.) Naar New-York werden 20,000, van Neiv-York 60,000 ton goederen vervoerd. Het aantal vervoerde personen was 4927, waarvan 795 kajuits-passagiers. De passage-gelden gaven gemiddeld per reis f '1100 meer, de goederen f 4600 minder dan in 1878. De netto-winst bedraagt f 333,000, waarvan het bestuur voorstelt, ter afschrijving op de vier booten en voor de fondsen f 280,000 te bestemmen, zoodat nog f 50,000 voor dividend overblijft, d. i. 5 pCt. Blijkens de mail-berichten is de heer Pruijs v. d. Hoeven in Atjeh aangekomen en heeft hij daar zijn functie aanvaard. Bij de uitwisseling der gebruikelijke gelegenheids-toespraken, gaf de nieuwe civiele gouver neur te kennen, dat hij zich met genoegen herinnerde hoe de generaal van der Heijden verleden jaar betuigd had, dat hij hem, Pruijs v. d. Hoeven, met genoegen het bestuur over Atjeh zou overgeven. De generaal antwoordde hierop, dat hij zich dit ook herinnerde, doch gaf daarbij te kennen, dat hij toen bedoelde met genoegen het bestuur aan den heer Pruijs v. d. Hoeven over te zullen dragen, als hij, v. d. Heijden, heenging. Het geval is thans echter eenigszins anders de beide mannen, die elkander met zooveel genoegen over eu weer zien, staan thans naast elkaar, evenals twee groote masten op één schip. Een oude zeemans- spreuk leert, dat dit niet goed gaat. Doch mogelijk wil men in Indië den eenen mast te avond of te morgen overboord varen; dan blijft er maar één over en de bureaucratie heeft haar zin. De Atjeh-historie kan dan nog wat duren. Het Houtman-monument te Gouda zal op 1 Juli a.s. onthuld worden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 2