ZTERIKZEESCHE COURANT.
voo!' liet arroidis- Zieiifezee.
1880 No. 31. Woensdag 21 April. 88ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
V0QRJAARSK0UÏ.
Openbare Raadsvergadering
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,— Franco per post 1,—
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENUJAN.
ii.
Slot.
Onze vragen zijn nog niet afgedaan. Men
gevoelt dat, als er een afnemer bestaat zoo
groot als de Loudenscbe bevolking is, en als
de weg daarheen gemakkelijk gemaakt wordt,
er in een vruchtbare streek als de Zeeuwsehe
eilanden, waar schier voor elke cultuur de ge
schikte gelegenheid te vinden is, wel wat te ver
dienen moet ziju met de productie voor de
Londensche markt. Van hetgeen zou kunnen
geëxporteerd worden, noemden we een paar
artikelen op. Ongetwijfeld is er nog meer en
zal bij nadere bekendheid met hetgeen het meest
gevraagd wordt de keuze ruimer worden en de
nieuwe handelsweg goede diensten kuuuen be
wijzen.
Onze tweede vraag echter was of er nu
eenige grond is voor het vertrouwen, dat er
niet al te veel treurige ervaringen zullen nondig
zijn, alvorens er eenigszins goede relatiën zijn
tot stand gekomen. De zaakkuudigen in deze
weten wel wat we bedoelen. We zouden menig
geval kunnen aanhalen van bezendingen die,
met goeden moed aangevangen, met zorg uit
gevoerd, vrij zekere verwachtingen gaven op
winst en die toeli op schade en onaangename
ervaringen uitgekropen zijn. Met het oog hierop
hebben de bestaande wegen, b.v. die over Rot
terdam, en de eens gevestigde relaties, door
tusschenkomst van Rotterdamsche handelaars
en expediteurs, uog voordeelen, waartegen we
den nieuwen expeditie-dienst over Vlissingen
nog geenszins kunnen aanbevelen, en dat na
tuurlijk wegens totaal gemis aan afgelegde
proeven.
Wat we er van vernamen kwam zelfs daarop
neer, dat de provenu's, die de nieuwe maat
schappij kan realiseeren, geringer zijn dan die,
welke langs de oude wegen te Londen, Huil
enz. te maken zijn.
We hebben er wel eenigeu moed op, dat
dit mettertijd veranderen zal, als het betrokken
personeel zelf beter op de hoogte van alles zal
zijn, doch voor 't oogenblik zal men zich, als
men wil medewerken om langzamerhand dat
doel te bereiken, wel met een minimum van
winst moeten vergenoegen, ja misschien zich
eenig verlies moeten getroosten. Hen, die reeds
nu op Bugeland iets doen, kan men dus be
zwaarlijk wachten onder die medewerkers,
althans voor 't oogenblik niet. Het is wat veel
gevergd, zekere voordeelen, al kouden die ook
grooter zijn, los te laten, ten einde een nieuwe
onderneming te schragen, die mogelijk nog
niet eens diezelfde winsten weet te realiseeren.
Het is daarom moeielijk te zeggen, als ant
woord op onze derde vraag, wie zal moeten
beginnen. Men dient dit aan den lust, deu
durf, deu ontwakenden ondernemingsgeest over
te laten. Wij weten dat zoowel 't een als 't
ander bij onze landbouwers niet ontbreekt.
Jammer maar, dat reeds zoo menigmaal, gelijk
we reeds zeiden, slechts moeite en schade 't loon
waren voor al die iust, durf en ondevnenüugs-
Onwillekeurig komen we hier echter, als in
't voorbijgaan, nog eens terug op 't geen we
reeds meermalen geschreven hebben met be
trekking tot een groentemarkt te Zierikzee. Dat
heeft tot heden toe nog hoegenaamd geen re
sultaat gehad. Toch houden wij ons er vast
van overtuigd, dat de grondstoffen voor een
overvloedige groentemarkt in onzen omtrek aan
wezig zijn. Welnu, zulk een groentemarkt
kan de aanleiding, 't hulpmiddel worden voor
een geregeld export van artikelen voor de Lon
densche markt. Was er maar eenmaal een begin
van een markt, dan zouden er van zelf personen
gevonden worden, die er den neus van weg-
kregen, dat er wat te verdienen was met zich
in betrekking te stellen met de export-maat
schappij. Eenmaal op gang zou 't ding wel
loopen. Er is geene enkele reden waarom de
zavelige gronden van Noordgouwe en Oosterland
en de duinstreek niet rijke tuinbouvvende streken
zouden kunnen worden, waar zoowel fijne als
meer degelijke artikelen konden geproduceerd
worden, die de moeite van export ruim zouden
beloonen. Weet meu om slechts één ding
te noemen wel, dat onze asperges misschien
viermaal zoo goed zijn als ergens elders, dat
zij veel gemakkelijker hier kunnen gekweekt
worden, doch, vreemd genoeg, slechts een derde
of een vierde kosten van 't geen men te Am
sterdam dat is nog in ons eigen land
voor asperges moet betalen? Weet men vvel,
dat de hier gekweekte groenten en tuinvruchten
in fijnheid door gebrek aan bekwame kweekers
veel achterstaan bij de Hollandsche, doch in
gehalte, dat is op den duur in geldswaardig
heid, het van deze vrij ver winnen?
lioe wij de zaak ook bezien, 't komt ons
voor, dat, al kan ook niet gezegd worden dat
we hier met een schitterende vervanging van
de meekrapweelde te doen hebben, er toch on
miskenbaar een toekomstje kan verborgen liggen
in den nieuw aangewezen uitvoerweg over de
Vlissingsche lijn naar Engeland.
We erkennen echter, dat er ook voor de
export-maatschappij nog veel te onderzoeken
en te leeren valt, alvorens deze bij machte is,
flink voor den dag te komen als concurrent
der bestaande relatiën te Rotterdam en elders.
Moge de tijd spoedig komen, dat deze zaak
in orde is en geregeld en zeker werkende den
landbouwer en hovenier met vertrouwen kan
uitnoodigen de producten van akker, tuin en
boomgaard op den rug van het zwervende
stoompaard naar de Loudenscbe markt te doeu
vervoeren, met de zekerheid van een gemid
delde loouende uitkomst.
T E
ZIERIKZEE,
gehouden den 19 April 1880.
Voorzitter Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, Burge
meester.
Afwezig Jhr. van Citters, wegens ongesteldheid.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. dat zijn ingekomen vier brieven van de Ged. Staten,
houdende bericht van de goedkeuring der raadsbesluiten
van 10 Maart 1.1. tot ruiling van grond, en van 7 April 1.1.
a. tot beschikking over den post voor Onv. Uitg. 1880,
b. tot af- en overschrijving van en op een post der
gemeente-begrooting voor 1879 en c. tot uitgifte van grond
in erfpacht;
2°. dat op den 7 dezer zijn opgenomen, de kas en boeken
van den gemeente-ontvanger en dat daarbij gebleken is,
dat zich in kas bevond f 7162,65.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter brengt in behandeling, liet in de vorige
vergadering door Burgem. en Weth. gedaan voorstel, om
eenige lokalen van verschillende scholen beschikbaar te
stellen voor de van Rijkswege hier in te stellen normaallessen.
Hij deelt mede, dat de financiöele offers, die de gemeente
daarvoor zoo moeten brengen, zijn:
I. de uitgaven die in eens moeten worden gemaakt:
cl aanbrengen van gasleiding in twee lokalen der Tus-
schenschool, geraamd op 250.
b. eene kleine verandering aan de banken in het lokaal
voor de meisjesband werken, geraamd op f 10.
II. de jaarlijks terugkeerende kosten:
a. licht in 2 lokalen der Tussehenscliool, geraamd op
f 20 per jaar.
b. vuur in die lokalen, geraamd op f 25 a f 30 's jaars.
De kosten van vuur in de Armenschool en in de Tee-
kenschool zijn nihil, daar de lokalen toch verwarmd moeten
worden.
De Voorzitter stelt voor, Burgem. en Weth. te machtigen
tot het doen van deze werkzaamheden.
De lieer Boeije vraagt of er geen mogelijkheid bestaat,
dat van Rijkswege op aanvraag eenige tegemoetkoming zal
worden gegeven in ile .jaarlijks door de gemeente te doene
uitschotten. Hij zou dit wenschelijk achten, omdat de ge
meente geen voordeel van deze zaak hebben zal.
De Voorzitter meent, dat de instelling van normaallessen
voor deze gemeente wel degelijk voordeel zal opleveren en
zou het onraadzaam achten aan het Rijk eenige tegemoet
koming te vragen.
De heer Schneiders merkt op, dat van het Rijk geene
vergoeding van de te doene uitschotten te wachten is,
maar dat de gemeente er toch belang bij heeft, dat de
normaallessen tot stand komen. Hij zegt verder, dat de
instelling dier lessen in de eerste plaats haren grond vindt
in de nieuwe wet op het lager onderwijs, die grooter
eischen stelt omtrent de hoegrootheid van het onderwijzend
personeel, dan de tegenwoordige wet. De hier bestaande
oefenschool zal vervallen; voor de kosten dier school wordt
door den Raad jaarlijks f 50 op de begrooting der gemeente
uitgetrokken.
Spr. deelt mede, dat verschillende beurzen voor jongens
zullen worden ingesteld en treedt verder in bijzonderheden
omtrent het nut der normaallessen.
Hij meent, dat vele jonge lieden zich in deze gemeente
zullen komen vestigen, hetwelk aan de gemeente een in
direct voordeel zal geven. De te maken kosten zijn niet
hooghij zou het daarom betreuren als de Raad zich tegen
de te doene uitgaven verklaarde, en meent, dat dit niet
in het belang der gemeente en ook niet in het algemeen
belang zou zijn.
De heer Boeije zegt dank voor deze inlichtingen; de
zaak is hem daardoor duidelijker geworden. Het was hem
niet te doen om tegen de uitgaaf van f 50 te stemmen,
maar om dit geld van het Rijk terug te verkrijgen. Hij
merkt op, dat f 50 is geraamd, doch men weet hoe het
in den regel gaat; later worden die kosten dikwijls hooger.
Hij verschilt in gevoelen met den heer Schneiders, die
meent, dat vele jonge lieden hier zullen komen wonen,
en Spr. betwijfelt of de stad wel indirect voordeel van
de zaak zal hebben. Evenwel zal hij niet tegen het voorstel
stemmen.
De heer Schneiders zegt, dat de twijfel van den heer
Boeije ongegrond is. Vele jonge lieden, die uit verschillende
gemeenten van Schouwen en Duiveland hier de oefenschool
bezoeken, zullen van de normaallessen in deze gemeente,
vooral bij het instellen van beurzen, komen gebruik maken.
De voorstellen van Burgem. en Weth. worden aangenomen
met algemeene stemmen.
De Commissie, in wier handen is gesteld eene reclame
van den heer J. II. Letzer, tegen het door Burgem. en
Weth. opgemaakt kohier der hondenbelasting, om zijn hond
in plaats van als een hond van vermaak, aan te slaan als
een wachthond, brengt rapport uit.
Zij adviseert tot afwijzing van het verzoek.
Dienovereenkomstig besloten zijnde, wordt op voorstel
van Burgem. en Weth. nog één aanslag op het kohier
gebracht en dit vervolgens vastgesteld op f 4-59.
De openbare vergadering gaat in eene beslotene over.
Heropend zijnde, wordt vastgesteld het kohier van den
hoofdelijken omslag voor 1880.
li
it
;n
it.
et
ge
et
at
ot
en
jr-
np
.k.
K
dg
3rt
ter
ijs;
er-
ciit
ide
7/is
'U
'h.
Jls
ei»
i'/>
i'it
>'/k
»3/»
i'/>
j'/«
Ö'U
PU
d</4
h
35/ie
>3k
25
44'/»
441/
erpool