ZIERIKZEESfHE COURANT. 1880. No. 30. Zaterdag* 17 April 83ste jaargang*. F e u i 11 e t o i. Binnenland. ZIE EIKZEE, 16 April 1 8 8 0. De Gemeenteraad van St.-Philipsland heeft, tot al- gemeene tevredenheid aldaar, besloten tot oproeping van sollicitanten voor de betrekking van vroedvrouw op een jaarwedde van f 200. Een doodelijkc afloop van een bevalling, vóór eenige weken, doordien de ak ingeroepen hulp te laat k.vam, leidde tot het nemen van dit besluit. Onder veel blijken van belangstelling, vriendschap en waardeering heeft de heer A. van der Beek te Iionteuisse j.l. Vrijdag zijn 40-jarigen rijksdienst her dacht. Van Maart 1864 af is hij ontvanger der dir. bel. en accijnsen te Hontenisse. De Kon. Engelsche jachten //Victoria and Albert", //Osborne" en //Alberta" zijn op de reede te Vlissingen aangekomen om heden de Koningin van Engeland naar Queenborough over te brengen. Volgens geruchten uit 's Hage zou de plaats, die opengevallen is door den dood van onzen zoozeer betreurden consul-generaal te Parijs, den heer Martin Coster, niet meer vervuld worden. Er zou nu een gewoon consul komen, die ondergeschikt zou zijn aan ons gezantschap te Parijs. Zou de overleden consul-generaal, die een zeer eminent man was, zijn betrekking te veel relief hebben bezorgd, 't welk den naijver van 't gezantschap, waarvan 't publiek zelden of ooit iets hoort, kan hebben opgewekt? Of zou men een jong ambtenaar kiezen, die later, na gebleken verdienste, tot consul- generaal zou kunnen bevorderd worden? Men zou anders kunnen meenen, dat onze uitge breide handelsrelaties met Erankrijk, bepaald met Parijs, wel het aanwezen van een hoog ambtenaar wettigen. Te Schoonhoven is op 76-jarigen ouderdom over leden mr. L. Slingeland, oud-lid der Prov. Staten van Zuid-Iiolland en oud-kantonrechter te Schoonhoven. Volgens de N. Rott. Ct. zal de luit. ter zee le kl. A. de Bruijne benoemd worden tot inspecteur over het loodswezen in het 4e en 5e district ter vervanging van den kapt. P. Eoodzandt, die inspecteur zou worden in het 6e district, welks inspecteur kapt. H. Engelsman Kleynhens den dienst gaat verlaten. Meer dan vroeger worden er dit jaar door de haring- visschers nu en dan ook zalmen gevangen in het haringnet. Een visscher bracht er een te Nieuwediep aan van 8]/2 kilo, die voor f 17,50 verkocht werd. Zulke avonturen zullen echter het edele zalmengeslacht wel doen verleeren zich zoo familiaar te maken met het canaille der panharingen. De eigenaars van de afgebrande stoommeelfabriek te Voorburg hebben aan het detachement van het reg. grenadiers en jagers, dat bij het blusschen van den brand dienst heeft gedaan, de som van f 100 geschonken. Meermalen zijn klachten vernomen over de wijze, waarop geneeskundige keuringen plaats hebben voor nationale militie, vrijwillige dienstneming bij leger of vloot en voor sommige takken van civielen Bijksdienst. Daarbij wordt geklaagd over lichtvaardigheid, wille keur enz., terwijl er doorgaans geen het minste beroep of protest te doen is voor degenen, die vermeenen de slachtoffers daarvan te zijn. Menig jongmensch, die eenige jaren 't Land in de eene of andere betrekking gediend heeft en zich bij promotie, overplaatsing of dergel. aan een genees kundige keuring moet onderwerpen, ziet zijn carrière gebroken, wegens een of ander lichaamsgebrek, waar van hij zelf niets weet en dat hem nooit heeft ge hinderd in de uitoefening zijner diensten. Menig ander, die als vrijwilliger in 's Lundsdienst wil gaan, wordt onherroepelijk afgekeurd, om wellicht na een paar maanden als militie-plichtige even onherroepelijk te worden goedgekeurd. Men herinnert zich het on langs vermelde geval van een militien met één oog, die voor den dienst is goedgekeurd, na als vrijwilliger te zijn afgekeurd. Thans wordt door prof. Doyer te Leiden in Het Vaderland een geval medegedeeld van een militien uit Boskoop, wiens gezichtsscherpte op het rechteroog slechts Vso en op 't linkeroog l/8Q van 't normale bedraagt en die toch goedgekeurd is. Uit dergel. gevallen, waarvan er nog meer te ci- teeren zijn, o. a. reeds uit den jaargang 1873 van het //Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde", blijkt o. i., dat hier niet te spreken is van oordeelen der weten schap, maar van subjectieve uitspraken, die schijnen af te hangen van allerlei nevenbedmkingen, die met de wetenschap niets te maken hebben. Wanneer in zulke gevallen A verklaart //goed" en B verklaart even pertinent //liiet goed"; als C op 't eene oogenblik en voor vrijwillige dienstneming verklaart //niet goed" en op 't andere oogenblik voor gedwongen dienst van denzelfden persoon verklaart //goed", dan is daar aan objectiviteit niet in t minst te denken, dan wordt daar door met 't brevet der //wetenschap" gewapende mannen iets gepleegd, waarvoor willekeur de naam is, of erger nog misschiet:luim of gril. 't Geval waarvan prof. Doyer in 't Vad. spreekt, doet aan 't laatste denken. Het behoeft geen betoog, dat het moeielijk is om de zaak der geneeskundige keuringen zoo te regelen, dat men tegen willekeur volkomen gewaarborgd is; maar er kon toch wel iets gedaan worden om het gevaar van willekeurige handelingen of van luimen en grillen te verminderen. Er diende ook wel iets gedaan te kunnen worden om de wrijving tus9chen de civiele en militaire ge neeskundige wetenschap te verminderen. Dat zulk een wrijving bestaat, wijst al op zeer verkeerde toe standen, die luide om verbetering roepen. De weten schap toch is noch civiel noch militair. In zake de goedkeuring van dien éénoogigen loteling te Balk, moet doorheen militair arts gezegd zijnwe hebben ze wel graag met één oog". Dit kan zijn, we willen 't niet tegenspreken. In 't belang der menage zou men echter ook wel kunnen stellen, dat jongelui zonder maag voor 't leger al heel voordeelig moeten zijn en dus ook hen, die aan erge maag kwalen laboreeren, dienen goed te keuren, omdat zij weinig of niets eten. De Stand, spreekt de hoop uit, dat men door de te verwachten //blijde gebeurtenis" de kwestie der troon opvolging, die zich een oogenblik met ernst aan de politieke meening opdrong, niet weder op den ach tergrond zal laten treden. Dit vraagstuk is, als men het wel beziet, ten onzent eigenlijk ongeregeld. Althans wie uit de historie weet, wat onheil er over een land kan komen, ais de regeling der successie ook maar aanleiding kan geven tot prinselijke chicane- rieën, die zal toestemmen, dat de door onze grondwet gemaakte bepalingen er eer op zijn aangelegd, om disputen over de erfenis in 'L leven te roepen, dan om alle kans op onzekerheid af te snijden, 't Zou daarom zeer te betreuren zijn, indien men, ter oor- zake van de wieg, die straks naar het paleis wordt gedragen, zich van alle gehoudenheid tot de ernstige verplichting om de bepalingen over de troonopvolging te herzien, ontslagen rekende. Ook al worden ons nog tien prinsen van den bloede geboren, een zoo gewichtige zaak mag niet in het ongereede blijven. De Stand, erkent, dat de moeielijkheden van het vraagstuk van diep ingrijpenden aard zijn. AI dadelijk heeft het blad ernstige bedenkingen tegen de vraag, of men in 1813 en 14 welgedaan heeft met de kroon der Nederlanden op de gewone wijze erfelijk te ver klaren, ook na een eventueel uitsterven van het Huis van Oranje-Nassau. De Stand, zou weuschen, dat men in de grondwet voorschreef1. dat de regeeringsvorm erfelijk monarchaal zal blijven; 2. dat zoolang er prinsen van Oranje-Nassau zijn, deze de kroon erven; maar 3. dat bij onverhoopte ontstentenis van zulke prinsen de kroon door de Staten-Generaal, in dubbelen getale saarageroepen, aan zulk een vorstenhuis zal worden opgedragen, dat het best waarborg biedt van de Oranje-traditiën te zullen voortzetten. Hoe echter het antwoord op die, vraag ook uitvalt, geregeld moet de troonopvolging in elk geval worden. //De thans bestaande onzekerheid mag niet voortduren. Er moet voor gezorgd er moet tegen gewaakt worden, dat do onnauwkeurigheid van onzen wetgever niet te eeniger tijd gevaar van een ver'.oeden oorlog over Nederland en Europa brenge. En in zooverre de tijding van het Loo vrij algemeen een uitwerking had, als ware thans de verplichting tot die nadere regeling vervallen, voelden we ons gedrongen tot dit ernstig woord van protest". Aan de tramwaywagens op de lijn BeursCen traalstation le Botterdam zijn thans voor de wielen met leder bekleede ijzeren platen bevestigd, ter be veiliging tegen overrijden. De op Sumatra vermoorde Loui9 Wallon was een mijn-ingenieur, die door de Société Indo-Chinoise te Parijs was belast met een wetenschappelijke zending in Nederl.-Indié' en die bovendien een zending van de Begeering had. Hij vertrok den 20 Nov. 1879 van Toulon aan boord van de //Annamite" en was na een kort verblijf te Batavia naar Atjeh gegaan, waar hij reeds in 1877 was geweest. Wallon was vergezeld van Jules Guillaume, die de voorwerpen voor hem prepareerde, en Cousset, een photograaf, die met hem werden vermoord door de Atjineezen, toen zij de rivier de Iiuela opvoeren. Wallon was nog geen 30 jaar oud en was kort geleden in den echt getreden. Het vraagstuk der Joden in Duitschland. VI. Slot. Wij stellen den Israëliet als mensch geen streep lager dan ieder ander en vertrouwen vrij van Joden haat te zijn; doch dit heeft met hetgeen wij hier bedoelen, eigenlijk niet te maken. We trachten het verschijnsel zoo objectief mogelijk te beschouwen. Nog eenszou ei' ook verschil bestaan in het criterium van wat geoorloofd, fair, eervol, eerlijk is bij den Israëliet in 't algemeen en bij de anderen? Dat zulke verschillen inderdaad bestaan tusschen volken van verschillende nationaliteit is maar al te waar, en dat daardoor de concurrentie niet altoos gelijk is, niet minder. Het betrekkelijk overwicht van den Chinees b.v. op den niet-Chinees, in vele transacties van handel enz., dat rechtstreeks een gevolg is van het gemis bij den Chinees van 't geen bij ons door gaans onder den naam van gevoel van eer verstaan wordt, is bekend genoeg. Kan de Chinees iemand in zijn macht krijgen, hij zal door geen overleggingen van 't geen zedelijk, eervol, eerlijk of fatsoenlijk is, worden weerhouden zijn prooi te exploiteeren tot op het uiterste, hem het bloed af te zuigen tot het laatste drupje. Dat dit onder zekere omstandigheden den Chinees een voordeel geeft op den niet-Chinees, valt in 't oog. Er kunnen tocli voor hem „zaken" tedóen komen, die hij gretig en met lust aanpakt en die een ander ver beneden zich zou rekenen. Nu geven we toe, dat ook zonder naar China te gaan, men individu's kan vinden, die in dit opzicht den staartlui niets toegeven, maar dit zijn dan toch uitzonderingen, en zeker is 't dat vele sinds tal van eeuwen bij de Christenen geldige grondregels van zedelijkheid bestaan, die de Chinees niet erkent, zelfs niet kent. Nu zijn de Joden geen Chineezen, dat 's waar. Maar niet minder waar is 't dat do sinds vele eeuwen geheerscht hebbende talmudistiscbe moraal en uit sluitend doodvormelijke godsdienst wel van invloed kunnen geweest zijn; en het is zelfs merkwaardig, dat juist waar de talmudistische sofisterijen en casu- isterijen niet meer in den smaak vallen bij de moderne Israëlieten, dezen zich daardoor meer in het kader der andere nationaliteiten gaan schikken en daarin ook gereed worden opgenomen, terwijl zij van hun eigen orthodoxen dan worden verfoeid en afgesneden. Doch dit alles maakt nog de hangende Duitsche Joden-vraag niet uit de wereld. Het komt ons voor, dat wel 't allerminst de chris- telijk-socialisten van dominé Stöcker de rechte mannen zijn om ten aanzien dei' Joden billijk en rechtvaardig te blijven. Maatregelen van geweld zijn vast in geen geval billijk en rechtvaardig. Het komt ons aan den anderen kant voor, dat ook Valbert zich niet geheel op het juiste standpunt plaatst, als hij van de liberalen eischt wat, volgens zijn meening, der liberalen is. Hij zegt o. a. (zie het He artikel van dit feuilleton) »Het liberalisme bestaat in het geloof, dat de vrijheid geheime krachten bezit, dat zij alleen de kwalen kan heelen, die zij veroorzaakt, en dat de eerste plicht van een krachtig gouvernement is, de rechten der minderheden te eerbiedigen". Dit zal dan zijn het liberalisme van Valbert of dat wat hij den liberalen toeschrijft of toedicht; het liberalisme is het zeker niet. Dat soort geloof, waarvan hij daar spreekt, is bijgeloof, anders niet, en zelfs geen snugger, noch naïef, maar een dom bijgeloof.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 1