Buitenlandscli Overzicht. Onder Beilen is een jong veen werker in dronken schap in de Wilhelminevaart geraakt en verdronken. Te Arnhem is een persoon, een Duitscher, uit een logement vertrokken zonder te betalen en bovendien heeft hij de dekens van zijn bed en f 10 aan geld medegenomen. Tusschen Reuver en de Pruisische grens is een groot boscli, toebehooreiule aan de familie Berger te Venlo, afgebrand. Te Leiden is een 80jarig man overleden aan de gevolgen van brandwonden, die hij bekomen had door op een vuurpot te vallen. Te Ubachsberg zijn vier woningen afgebrand. Den 29 Februari is in de Arabische zee het Engelseh- Indische stoomschip ,/Vingovla" gezonken, waarbij de kapitein en zestig a zeventig passagiers zijn omgekomen. Bij een spoorwegongeluk te Haile aan de Saaie zijn 7 peraoneu gedood en 30 gekwetst. De wissel wachter, die de schuld van 't ongeluk was, heeft zich in een goederenwagen opgehangen. Te Grondek, otuler Warschau, heeft een landlooper die bij een boer uit medelijden huisvesting had ge kregen, liet geheele gezin zijner weldoeners vermoord den boer, de vrouw en de kinderen. Met de geroofde kleeren van den boer en 3 roebels aan geld heeft de schurk de vlucht genomen. Achter de kapel te Roermond is een boerderij en een aangrenzende woning tot den grond toe afgebrand. Het verbrande was slechts voor een deel verzekerd. De vrouw van een der bewoners heeft zware brand wonden bekomen bij de pogingen om nog iets te redden. Te Kerkrade is een mijnwerker bij ongeluk in een buiten dienst zijnde mijnput van 92 meter diepte en waarin 22 meter water staat, gevallen en omgekomen. Aan de brug van het Jaffa te Rotterdam is een uit Gouda komende wagen, met 44 nuchteren kalveren beladen, achteruit geloopen en in de Vlietkade terecht gekomen. De voerman sprong nog bijtijds van den wagen, en het paard werd gered, doch niettegenstaande spoedige hulp verdronken er 38 kalveren. Te Berg (gem. Urmond, bij Sittard) moet zich het geval hebben voorgedaan, dat een troep Jandloopers, die met acht beren rondreisden, zich verzet hebben tegen de maréchaussees, die belast waren met hen over de grenzen te brengen. Een der berenleiders sloeg een maréchaussee met een stok en de anderen maakten de beren los om deze tegen de beambten der justitie op te hitsen; maar de aangevallen maré chaussee schoot zijn aanvaller neer en ook een der beren. Te Zutfen is een treinsmid door onvoorzichtigheid aan het station onder een aankomenden trein geraakt en overreden met doodelijk gevolg. Op het Heike onder Baarle Nassau is een drie dubbele woning afgebrand. Onder "Vierlingsbeek, waar verleden week twee huizen afbrandden, zijn nu weder drie huizen in de ascli ge legd. Bij dezen laatste» brand zijn ook twee kinderen, n.l. een meisje van 16 en een jongen van 9 jaar, om gekomen, terwijl een derde kind, een jongen van 10 jaar, zware brandwonden heeft bekomen en aan do gevolgen is overleden. Te Amsterdam is een der beambten van het expe ditie-kantoor van Van Gend en Loos gearresteerd, wegens ontdekte oneerlijkheden. De persoon, die verleden week het stoombootkantoor der firma Goedkoop te Amsterdam bestal, heeft zichzelf in handen der politie gesteld. Hij had de boeken met de plaatskaartjes enz. onder een brug in de stad ver borgen. Te Arnhem is een brutale inbraak met diefstal ge pleegd bij een vischhandelaar. Een som geld werd door de dieven medegenomen, nadat zij ziel» eerst aan eenige lekkernijen uit den winkel te goed hadden gedaan. De bewoners werden dezen diefstal gewaar, doordien in het kantoor, opzettelijk of bij toeval, eenige kleedingstukken in brand waren geraakt, waarvan de verstikkende rook hen uit den slaap opwekte. Ongelukkig viel ook nog de vrouw des huizes in het openstaande kelderluik, dat de inbrekers hadden ver geten te sluiten, en bezeerde zich daarbij zoodanig, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. De naar het schijnt thans aangevangen strijd van de Regeering der Fransche Republiek tegen de Jezuïeten is op dit oogeublik wel het belangrijkste feit, dat de algemeene aandacht bezighoudt. liet zal wellicht niet lang meer duren, dat de Russische nihilislerij daardoor geheel naar achteren zal gedrongen worden te meer, daar /yinen" zoo tamelijk algemeen vrede gaat krijgen met den dictator Loris Melikoff, en waant dat deze wonderdoener het borstelige varken, dat hij onder handen heeft genomen wel wasschen zal. Een paar ver moedelijk zeer verkeerd uitgelegde maatregelen van Loris Melikoff hebben hem in het buitenland een soort van populariteit en een mate va») prestige bezorgd, waar over hij zelf als hij 't wist misschien zeer verwonderd zou opkijken. Het blijkt echter reeds meer en meer, dat het in Rusland bij 't oude blijft en dat er alleen dagelijks nieuwe personen worden gevat en daarna opgehangen of naar Siberië gezonde)). Doch we zouden over den oorlog tegen de Jezuïeten in Frankrijk spreken. We zijn het volstrekt niet eens met hetgeen een correspondent van een onzer groote bladen uit Rome over die zaak schrijft, hoe talentvol zijn artikel ook gesteld is. Deze meent n.l., dat men tegen de Jezuïeten niets doen moet, dat de hedendaagselie maatschappij en de hedendaagselie staat sterk genoeg zijn om te staan als rotsen tegenover de aanvallen van alle Jezuïeten ter wereld, die zoo meent hij deze rotsen nooit zullen verwrikken noch ondermijnen. We zijn het met dat optimisme geenszins eens, al is ook 't geloof aan den vooruitgang en aan de ein- delijke zegepraal van het goede op het kwade 't onze. Het komt ons voor, dat dit geloof geenszins werke loosheid, d. i. slapheid en zwakheid mag wettigen. Integendeel. Doch wat zal de Fransche Regeering doen Het komt er hier maar op aan, of zij zelf in haar roeping gelooft, of zij zelfvertrouwen genoeg heeft, kortom of de tegenwoordige heerschers der Republiek zelf innig in de Republiek gelooven. Tot ons leedwezen moeten wij erkennen, dat wij daaraan zeer twijfelen. Om dezelfde redenen waarom de Franschen als massa nog geen republikeinen zijn, meenen wij, dat ook de regeereude personen genoegzaam zelfvertrouwen als hoofden eener Republiek missen. Ofschoon liet septen- naat al lang ten einde is, zoo verkeert alles in Frankrijk toch blijkbaar nog in een slaat van overgang, van voorloopigheid, waarvan 't maar moeielijk valt te zeggen wat er zoo al uit worden kan. In deze omstandig heden doet het optimisme van zoovele invloedrijke mannen kwaad aan de goede zaak. Het geeft aan leiding tot halve maatregelen, zoo niet tot geheel niets doen. En de vijand slaapt niethij is wakker, hij is geen optimist, maar hij heeft een geheel arsenaal vol wapenen, edele en onedele, tot zijn dienst en is nooit verlegen daaruit te halen wat hem te pas kan komen Mag men sommige Fransche bladen en correspon denties gelooven, dan zou men volstrekt niet ongerust zijn dat de Regeering geen flinke maatregelen zal weten te nemen. Eerst heette het, dat nu spoedig, krachtens de al van vroeger bestaande wetten, de Jezuïeten zouden uitgezet worden, eerst die van vreemde nationaliteit, dan al de anderen en ook al de congrega nisten die zich niet in tijrls van erkenniiigs-bewijzen wisten lo voorzien. Doch pas was dit plan van veld tocht bekend gemaakt, of het werd ook weer op alle punten tegengesproken, en nu heet liet zelfs, dat de Regeering volstrekt niets zal doen dan voortgaan met de politiek der kleinigheden, die nu toch al reeds zoo door de oppositie geëxploiteerd wordt tegen de Re- geering zelf. Na Paschoit zou men de groote dingen zien, is er gezegd. Welnu 't kan wezen, doch wij betwijfelen het en gelooven, dat de Regeering het met een Jantje van Leiden zal laten afloopen. Men schijnt te bang te zijn voor de dommekracht, waar over de ultramontane» le beschikken hebben door liet algemeen stemrecht en door den invloed op de goede vromvkens. En zoolang deze dommekrachten hun niet uit de handen genomen zijn, is er aan liet einde van de priestermacht wel niet te denken. Nu lezen we ook dat de Fransche bladen gewag maken van zekere feiten, waaruit zou moeten blijken dat een groot deel der Fransche geestelijkheid zelf met ingenomenheid zou zien, dat de macht der Jezuïeten in Frankrijk geknot werd. 't Kan zijn, dat er nog wel eenige pastoors en een enkele bisschop gevonden worden, in wie iets van den ouden nationale» galli- caanschen geest is overgebleven; 't zullen er echter bitter weinigen zijn. Het Jezuïetisme is onder de treurige Regeering van Pius IX te zeer in macht ge stegen. Men weet maar al te wel, dat het geheele gebouw der pauselijke en kerkelijke macht enkel en alleen op schouders der zonen van Loyola rust. Laat zelfs de tegenwoordige paus Leo XIII, naar het heet, de Jezuïeten niet voorspreken, hen zelfs geheel aan huii lot overlaten en in zijn relaties met de Fransche Regeering doen alsof er geen sociteil van Jezus be stond, dat beduidt nog niets; want de onderdanen van pater Beckx zullen den Paus niet loslate». Of zou de Paus inderdaad nog een zelfstandig persoon zijn? VA ie is naïef genoeg om dit le gelooven? De Jezuïeten hebben zich eenmaal meester g< maakt van het buizennet, waardoor- de Pieterspenningen naar Rome rollen, en daardoor hebben zij 't heft in handen en moet de Paus zich ook naar hun inzichten schikken, hoe ook zijn eigen overtuiging misschien geheel van de hunne verschilt. Wij verwachten, dat de geheele zaak in Frankrijk zal gemodderd worden; juist zooals zij ook in 't na burige België gemodderd is. Hoe sterk ook liet optimisme der liberalen in die beide landen zij, we houden 't tegenwoordige liberalisme voor veel te zwak om zelfs maar aan een emstigen strijd te beginnen. Gezwegen nu nog van de onderlinge verdeeldheid, den naijver en verdere kleingeestigheden in den boezem der liberalen zelf. Men zal dingen en schipperen, de zaak laten doodbloeden, zoo mogelijk iti den doofpot doen, de politiek der omstandigheden volgen, a la Bismarck, en zoo voortsukkelen, evenals de vaderen gedaan hebben. En, wel beschouwd, is dat nog maar 't beste, als 't toch aan kracht faalt om met succes den strijd te voeren. De wereldhistorie is toch nog niet aan de laatste aflevering gevorderd voor 't nageslacht moet ook nog wat blijven. Men mag er onderiusschen op rekenen, dat de tegenstanders zullen volhouden in hun streven. Men ziet liet in Frankrijk, waar de leiders der Bonapartisten zich op dit oogeublik gaan verbioederen met de quasi- mishandelde geestelijken en met liet canaille van Belleville en andere broeinesten der commune. Die luï hebben in hun voordeel, dat geen doctrinaire bedenkingen hun bij de keuze hunner middelen in den weg staan. Zij weten wel dat liet allesbehalve liberale keizerrijk al degenen, die liet durfden honen, wist te straffen; maar zij weten ook dat de liberale leer meebrengt, dat men ongestraft van liet liberalisme en van de liberalen, van de republiek en haar regee ring alle mogelijke leeüjke dingen mag zeggen. Wie er tegen mocht hebben, dien wacht de degen van den keizerlijken gladiator de Cassagnac en dal is een scherp wapen. Het hoofd der Engelsche oppositie, Gladstone, heeft zich ziek gepraat. Wel is du vurige Wigli niet zoo ziek dat hij zijn campagne in Schotland zal moeten opgeven, maar hij heeft toch al zijn getal speeches moeten inkrimpen; hij is ten achteren op zijn program. Daardoor verkeert hij eenigerrnate in hetzelfde geval als een kampioen in de daar in Engeland thans in zwang zijnde wedstrijden in 't loepen, zwemmen, staan, ja alles. Gladstone is als zoo iemand, die aangenomen heeft in zoo weinig dagen zóóveel malen de tong le roeren. Wee hem als hij de weddingschap verliest Het lot der liberale partij hangt daar misschien van af. Immers hoezeer ook de tegenwoordige Britsclie staatkunde velen met ons met onlust en walging ver vult, 't blijkt volstrekt niet, dat de groote meerderheid der Engelsche natie zich over die politiek schaamt. Integendeel, 't Engelsche volk is als de meeste, zoo niet alle andere volken; een regeering, die hel vergast op krijgs-tropeeën, op gevangen koningen, op gewonnen grondgebied, cl ie juicht liet toe en laat liet begaan. Het vraagt niet of die krijgs-tropeeën wel inderdaad zoo schitterend zijn, noch of die koningen arme Kaffers zijn, noch of die veroveringen eigenlijk schandelijke diefstallen zijn, 't juicht liet succes toe, als dit maar voor een succes kan doorgaan. Onderiusschen is toch een overwinning der liberalen bij de aanstaande parlements-verkiezingen altoos mogelijk. Zelfs zijn daaromtrent al reeds becijferingen gemaakt, die deze mogelijkheid in 't licht stellen. Maar alles is mogelijk. Of 't ook waarschijnlijk is, dat is wat andets. Zoo is 't ook mogelijk, dat het waar is, wat uit Zuid-Afrika gemeld wordt, n.l. dat Sir Garnet Wolseley met zijn eigen werk verlegen gaat worden en dat er wel eens heel aardige dingen aan de Kaap zouden kunnen gebeuren, b.v. een soort van herstelling van de Transvaal, misschien vereenigd met Natal. Doch wat heeft men aan al die problematische dingen? Ook in 't verre Oosten is de historie nog niet uit. De telegraaf bracht lieden het bericht, dat de troepen van generaal Roberts Paascli-Maandag hun opmarsch op Ghuzi)ie zouden beginnen. Men neme in aanmerking dat opmarsch hier beteekent afrnarsch en dat men dus voor de opgeschroefde berichten moet lezen, dat het Britsclie leger den terugtocht gaat aanvaarden. Otn der mensciielijkheids wille hopen we dat de af trekkenden hun moeders nog eens terug zien. 't Is bekend dal menig Engelsch expeditie-corps, onder niet minder bluf in beweging gebracht, dit voorrecht heeft moeten missen. Tusschen Duitschland en Rusland ziet het weer er zoo mooi uit, als ware er geen wolkje aan de lucht

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 3