ZIKKIk/KKSCÜK <101 RUT. voor het arrondis- aÉlkseraent Zierik 1880. No. 25. Woensdag 31 Maart. 83ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F e uille t o n. «■fi. ~ït. 65% 78% 1023/4 103 104 95 39'/, 153/, 15 5115/„ 993/4 lOO'/a M'/, 89'/, 82'/, 74'/, 141 60'/, 603/4 61 733/4 1453/4 133/# 51V* 84 883/4 85i/s 49 1021/a 6.— 3.50 5.— - 13.— - 45.— - 15.— - 45.— - 9.— Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever IS. I.AKEA'JIAN. Binnenland. ZIERIKZEE, 30 Maart 188 0. Gelijk de lezers waarschijnlijk reeds weten, is op het adres van den heer Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, burgemeester dezer gemeente, c.s., betrekkelijk de rente-garantie voor het kapitaal tot den aanleg van een stoom-tramweg van Brouwershaven over Zierikzee en Zijpe naar Roosendaal, afwijzend beschikt. Uit de considerans van den Minister blijkt, dal dit gedaan is in het belang van het reizend publiek en tevens van de schatkist. Daar de verbetering van gemeenschap door den tramweg niet afdoende wordt geacht, kan ook geen ondersteuning van rijkswege verleend worden. Ofschoon 't nu waar blijft, dat le mieux est Vennemi du bienzoo is 't toch ook waar, dat men in de be schikking des Ministers, als men wil, een vingerwijzing kan zien, dat, ware er gevraagd om voor een wezen lijken spoorweg van Rijkswege ondersteuning toe te zeggen, daaraan misschien wel kon worden gedacht. Met een heuschen spoorwagen toch zou men die BVg uur wel wat kunnen bekorten. Nieuwerkerk, 24 Maart. Gisteren-avond werd alhier de laatste winter-vergadering van het departement Duiveland der Maatschappij lot Nut van 't Algemeen gehouden. In deze bijeenkomst werd aan de moedige zeelieden Jan van Beveren, Cornells van Beveren, Adriaan Yanc en Adriaan Bakker, allen inwoners van Bruinisse, een blijk van waardeering gegeven van hunne zelfopoffering en raenschenliefde bij het redden van een schipbreukeling op den 12 November van het vorige jaar in den omtrek hunner woonplaats. Nadat de Voorzitter eene voor deze gelegenheid zeer gepaste verhandeling gehouden had over //helpen en redden", ontving eerstgenoemde persoon uit zijne handen een zilveren medaille, beschikbaar gesteld door het Hoofdbestuur van 't Nut, en de 3 laatsten ieder een getuigschrift vanwege het departement. Aan bijdragen van allerlei soort was vervolgens geen gebrek, een ieder werkte mede om deze vergade ring tot eene recht feestelijke te maken. Ten slotte vergastte de heer Allen van Bruinisse de vergadering nog op eene verklaring van den telephoon, en stelde daarbij ieder in de gelegenheid zicli daadwerkelijk te overtuigen van het gebruik van dit werktuig. De heer J. II. Blankert, ontvanger der dir. belas tingen enz. te Leeuwarden, herdacht j.l. Vrijdag den dag, waarop hij 40 jaren geleden bij de administratie der directe belastingen in dienst trad. Sedert zijn benoeming tot ontvanger, li Oct. 1846, werden door hem beheerd de kantoren Haren, Goedereede, Oost- Souburg, Hellevoetsluis, IJselstein, Zierikzee en nu sedert 2 Nov. 1878 Leeu arden. De geachte jubilaris ontving vele blijken van belangstelling. Te Middelburg komt door de lange droogte gebrek aan drinkwater. De Prins en do Prinses van Wales hebben Zaterdag eenige oogenblikken te. Middelburg vertoefd en na een kijkje in de stad genomeu te hebben, de reis naar Darmstadt voortgezbt. Over de zaak, voor eenige weken door den Ant- werpschen Précurseur ter sprake gebracht, als zou de Antvverpsche handel dezen winter te Vlissingen, zooals men dal noemt, buitensporig //gesneden" zijn, is thans, naar 't ons voorkomt, wel zooveel licht opgegaan, dat te constateeren is, dat de Précurseur of uit ondeu gende tegeningenomenheid of op grond vau verkeerde inlichtingen de beschuldigingen tegen Vlissingen ge schreven heeft. De zakelijke en in uiterst bezadigden toon gestelde verdediging van Vlissings eer door de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar, laat o. i. geen twijfel over, dat er te Vlissingen dezen winter niemand gesneden is. Het voornaamste feit, waarop de Précurseur heeft doorgeredeneerd, is gepleegd door een A n t w e r p s c h e n agent, die blijkbaar niet voor zijn zaak berekend was, doch voor wiens on handigheid de Vlissingers niet behoeven verantwoor delijk gesteld te worden. Aan de heeren Mr. E. Bergsma en S. A. Maas, leden der commissie van onderzoek in zake de Rol.- terdamsche Handelsvereenigiiig, zijn door een 120-tal ingezetenen van Rotterdam prachtige geschenken ver eerd tot erkenning hunner bemoeiingen in 't belang der aandeelhouders. Mr. Bergsma heeft ten fraai étui met 18 paar zilveren lepels en vorken ontvangen en de heer Maas een schrijfbureau niet monumenteelen stoel er bijbeiden ontvingen bovendien elk een albnm met de namen des schenkers. Blijkens officiëele mededeeling in de Staats-Courant bevindt II. M. de Koningin zich in gezegenden staat. Het Handelsbl. meent nu zeker te weten, dat het bezoek van Z. M. den Koning aan Amsterdam dit jaar niet in Mei maar in September zal plaats hebben. Volgens Het Vaderland is liet wetsontwerp lot verzekering van de uitvoering van de nieuwe schoolwet thans bij den Raad van State aanhangig. Het wets ontwerp moet dienen om aan de Regeering de voor de uitvoering noodige kredieten te verschaffen. Be halve voor de uitkeering aan de gemeenten over twee maanden zal er geld noodig zijn voor de traktementen der inspecteurs en schoolopzieners. Is het blad goed -onderricht, dan zal de voor dit jaar benoodigde som beneden het vroeger geraamde minimum blijven. Als nu de obstruction-politiek niet slaagt om ook de uitvoering van deze nadere wel verondersteld dat zij aangenomen wordt tegen te houden, zoodat er niet andermaal een wetje noodig is om den hor tenden wagen vooruit le duwen, dan zou de invoering tegen 1 November te wachten zijn. Het vraagstuk der Joden in Duitschland. ui. Ja, we erkennen het, zeggen de teutomanen, Duitsch land is ziek, maar aan wien de schuld? Sedert lange jaren zijn de Joden er op uit het te verdervenhet gif zit reeds in het bloed, het noodlottige venijn be gint te werkende Germaansche deugden zijn in gevaar, laat ons nog zien te redden wat er van rest. Zoolang de Duitscher, zeggen zij verder, getrouw blijft aan zijn natuur en aan al de tradities van zijn nationale leven, is hij juist het tegenovergestelde van den Jood. De Duitscher onderscheidt zich onder alle volken door de kracht van zijn zedelijken zin zijn geweten is de eenige gids van zijn gedrag, de opperste meesteresse van zijn leven, het is hem nabij bij zijn arbeid en hij zijn vermaken; bij alle krachtige deugden voegt hij een soort van aangeboren idéalisme, dat hem aan drijft om iets van zijn ziel te leggen in al wat hij doet, dat hem de reëele wereld leert versmaden, zijn moeiten en zorgen vergeten, terwijl hij een toevlucht zoekt in die etherische streken, waar zijn gedachten gaarne verwijlen. Vergissen we ons? Is het een illuzie 't Is ons of we in een of ander teutomanisch pamphlet gelezen hebben, dat een ware Duitsche schoenmaker, als hij een paar schoenen fabriceert, daarin niet enkel zijn geweten steekt, maar ook een beetje van zijn ziel en zelfs een weinig poëzie. Helaas! sinds de Duitsche schoenmakers zich hebben laten bederven door de betreurenswaardige propaganda der zonen van Abraham en Jacob, zien zij in een paar schoenen niets anders meer dan een affaire, want voor den Jood zijn er in deze wereld niets dan zaken en berekeningen en hij vat het leven alleen op als een beurs-speculatie. De Jood is de minst idealistische van alle menschen; zelfs zijn godsdienst is in zijn oogen nooit iets anders dan een markt geweest. Hij had met Jehovah een verbond gesloten, een contract in den vormhij beloofde hem zijn gehoorzaamheid en Jehovah van zijn kant verbond zich om zijn velden vet te maken, zijn olijf- en vijgeboomen te zegenen, zijn zolders en wijnpersbakken te vullen, hem te doen leven in een tuin vol genot; ook verbond hij zich om hem zijn vijanden, aan handen en voeten gebonden, over te leveren, hem de keuze latende ze te vernietigen of ze op losgeld te stellen: «Omdat de Heer uw God met u is, zult gij aan vele natiën op pand leenen, en gij zult over hen lieerschen, maar zij zullen niet heerschen over u". Het oude Testament, heeft een teutomaan gezegd, omvat den geheelen codex van de realistische politiek, en daarom juist zijn de Joden de verdervers van ons volk. Waarlijk, 't is of wij droomen. Hoe menigmaal is niet de heer von Trcitschke zelf er toe gekomen, de weldaden van de realistische po litiek te verheffen, te verklaren dat zij de wetenschap der wetenschappen, het doel van 't doel is, dat zij alleen in staat is cle volken gelukkig en sterk te maken Hoe vaak heeft men ons sedert 4870 niet gezegd dat Duitschland de wijze partij gekozen heeft, voor altoos zijn goedig idéalisme van weleer uit te schudden, dat het maar al te lang de etherische woningen had bewoond, dat zijn ware roeping was, de aarde te bezitten, met- den psalmist uitroepende: «De Heer heeft ons ons erfdeel uitgekozen, want Hij bemint ons, Hij zal de volken onder ons stellen, de natiën zal Hij onder onze voeten leggen". Besnedenen of onbesnedenen, men moet die knappe lui niet vertrouwen, die de knapheid van anderen veroordeelen, en evenmin de niet al te nauwgezette staatslui, die kwaad spreken van Macchiavellireeds lang geleden is er gezegd dat men hen kan verdenken dat zij in den schotel spuwen om er de anderen af- keerig van te maken. Als ze redelijk zijn, ontzeggen de vijanden der Joden dezen niet alles. Ongevraagd kennen zij hun eenige goede hoedanigheden toe: geduld, lijdzaamheid, veel liefde voor hun armen, achtenswaardige huiselijke deugden. Wat zij hun bepaald ontkennen, zijn de burgerlijke deugden en zelfs 't vermogen om die te bezitten. De Jood, zoo roepen zij om strijd, beschouwt zichzelven als een afzonderlijk ras, als een uitverkoren volk, voor altoos afgescheiden van alle andere volken door de verachting of den afkeer, die zij inboezemen. Wat hij ook doe, en wat wij ook doen, de Jood zal nimmer de gevoelens van een burger en het hart van een landgenoot hebbende Jood is de eeuwige vreemdeling, er naar strevende een natie in de natie te vormen, een staat in den staat en geen ander vaderland hebbende dan zijn godsdienst of zijn geld kist. Zullen we gelooven, dat het den Duitschen Joden onmogelijk zij goede Duitschers te zijn? Wat wij wel weten is, dat men tot op 4848 hun verbood het te zijn, omdat men hen buiten de gewone wet stelde. Voor de verdrukten is de geboortegrond een vreemd land, en wie geen rechten heeft, die heeft geen vaderland. Voltaire, die oneindig meer gezond verstand en humaniteit bezat dan een teutomaan, heeft ergens

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 1