en Bilderdijk over de spelling is bij ons niet te voorzien. De weinige hatelijkheden, waartoe de spelling van het Woordenboek bij ons aanleiding gaf, zijn aan den man gebracht zoo in oude als in nieuwe spelling, daarmede is dat afgedaan. Wel heeft het //Woorden boek" zelf een bangen lijd doorleefd ouder Kappeijne, doch die bui is aan 't afdrijven en daarmede slaat of valt per slot van rekening de spelling zelf toch niet. In andere landen heeft de behoefte aan herziening der spelling zich niet minder doen gevoelen dan bij ons. In Frankrijk erkennen velen, dat de spelling verbetering noodig heeft, docli de voorgestelde ver anderingen zijn daar zoo diep ingrijpend, dat daarop vermoedelijk elke poging tot verbelt-riug vooreerst zal afstuiten. Men kan ook van 't goede te veel op eens willen en dat bij ons de hervorming zoo betrekkelijk grif gegaan is, is vast wel toe te schrijven aan het geringe getal groote veranderingen, waarmede de her vormers zich hebben vergenoegd. In Duitschland, waar van ouds reeds kleine ver schillen in de spelling hebben bestaan en gehandhaafd zijn, is de behoefte aan een regeling dezer aangelegen heid evenzeer erkend. Men heeft ook daar na veel gehaspel een //nieuwe" spelling gekregen. De minister vou Puttkaramer heeft haar ingevoerd voor zoover hij dit kon, dus voornamelijk ouder het departement eere- dienst en onderwijs. Zijn stap heeft nog al opspraak, tegenspraak en zelfs verzet uitgelokt. Trouwens voor de Duitsche oppositie blijft zoo weinig ernstigs over, licht dat zij zich althans op de dwarswegen van het gebied der spelling vermeie! Men met name de heer Riekert heeft er den minister een grief van gemaakt en deze in den Rijksdag gebit, dat hij zich niet over de spelling met de overige bouds-regee'ringen verstaan heeft; hij vroeg ook of die spelling ook bij bet legerbestuur was ingevoerd. Dit bleek nu van niet en de minister van oorlog verklaarde zelfs, dat het nog de vraag was of de Rijks-autoriteiten wel met de nieuwe spelling gedit-nd zouden zijn. Enkele leden verklaarden, dat zij zich louter uit pleizier, of uit hoofdigheid, aan de oude spelling zouden blijven houden, 't Werd een heele k \estie met die spelling. Het zal dus iu Duitschland vermoedelijk gaan als bij ons; de nieuwe spelling zal haar weg zelf moeten zoeken. Dat één departement haar reeds volgt en wel dat van 't onderwijs, znl haar daarbij krachtig helpen. De directeur-generaal der Duitsche posterijen heeft aan zijn beambten de nieuwe spelling verboden. Hetzelfde deed Vorst Bismarck voor zoover zijn arm strekt, en dat is nog al ver iti 't rond. Nog steeds geeft het Ned. Tooneel te Rotterdam het stuk van J. v. Maurik //S. of Z." voor volle zalen. De heer Bouwmeester vervult echter de rol niet meer van Montez. Daarin treedt thans de heer de Jong op. Te Amsterdam is overleden de heer Robert Collin, een talentvol man, directeur van de liedertafel //Oefe ning baart Kunst" en sedert eenige jaren ook van //Euterpe". Professor Nordenskjöld heeft de uihioodiging om het raaskallen van anderen in vrede verdraagt; men had er kunnen bijvoegen, dat zij daar somtijds haar voordeel meê doet. Daarentegen zijn er twisten, die volkomen nietig, volstrekt nu.teloos zijn. Dat zijn kijf partijen van de bierkaai, die, gelijk Voltaire zegt, gelijken »op blazen met wind gevuld, waarmede de strijders elkaar bekampende blazen barsten, de lucht gaat er uit, er blijft niets van over". Erger is het nog, als die nuttelooze twisten, hoe ijrlel ook, in staat zijn de gal en 't bloed te verhitten, de geest te ont vlammen, de gevaarlijke hartstochten te ontsteken. Het is te vreezen, dat men tot die soort van nietige en tevens gevaarlijke redetwisten, ook den twist moet brengen, die sinds eenigen tijd stroomen inkt heeft doen vergieten in Duitschland en een levendige be weging heeft veroorzaakt in 't goede Berlijn, »die stad der intelligentie". Langzaam smeulde het vuur onder de asch; aan een Pruisisch hofprediker komt de eer toe het te hebben doen uitbarsten. Mijnheer Adolf Stöcker is geen gewoon man; ieder waardeert zijn verdienste, zijn krachtig karakter en overtuiging. Zijn preeken trekken de menigte aan, zijn woord heeft gezag; misschien is hij meer heftig dan zalvend, dat kan men niet helpen. Deze prediker is ook een humaan man, een philanthroop; hij maakt zich sterk, dat hij door het Evangelie de sociale kwestie zal oplossen en daarom heeft hij de vereeriiging of secte der Christelijk- socialisten gesticht. De ijver voor het huis des Heeren verteert hem; maar waarom moet soms de zuiverste ijver onbescheiden zijn? Waartoe was het noodig, dat de heer Stöcker, op een avond voor een talrijke ver gadering preekende, op 't idee gekomen is de opmer king te maken, dat er 45000 Joden te Berlijn zijn, en uit te roepen: »Zoo waar, dat is te veel, das ist zu vielDat ongelukkige woord heeft de stormen ontketend en het signaal gegeven tot een vreeselijken een bezoek aan Amsterdam te brengen, aangenomen. Het voornemen bestaat om hem een feestmaaltijd aan te bieden. Ken commissie uit het college //Zeeinanshoop", liet aardrijkskundig genootschap en de Nederlandsche IJszeevaarders zal zich aan het hoofd van die ovatie stellen. Ongelukken, Rampen, Misdaden enz. Een achttal stroopers uit de Belgische gemeente Veldwezelt waren verleden Zondag op wild uit onder de Nederlandsche gemeente Oud-Vroenhaven. Een hunner heeft bij die gelegenheid een anderen van het ge zelschap door onvoorzichtigheid met een geweerschot de dij verbrijzeld, zoodat er weinig hoop op zijn behoud was. Verleden Dinsdag-avond is in een sloot bij Rampen het lijk gevonden van een krankzinnige vrouw uit Voerendael, die den 5 dezer heimelijk was weggeloopen uit haar woning. Te Roermond wordt de absolutie geweigerd aan allen, die niet willen belooven dat zij de liberale Volksvriend niet meer zullen lezen. Te Tongeren is zekere heer Eraile 1)., rentenier, in een vlaag van krankzinnigheid, die hij vroeger meer malen had, op het dak van zijn huis geklommen, doch daaraf op de straat doodgevallen. Te Broek-Sittard is een huis afgebrand. Te Valthe zijn twee boerenhuizen afgebrand, waarbij behalve veel inboedel en voorraad, ook een paard en vijf koeien verbrand zijn. Onder Leiderdorp is een lijnolie-fabriek afgebrand. Te Gendringen zijn twee arbeiders, die op een kar zaten waarvan het paard op hol ging, er afgevallen en onder de kar geraakt. Een er van moet reeds aan de gevolgen overleden zijn. Tusscheu Winterswijk en Doetinchem is een vrachtrijder, wiens paard met de kar op hol ging, daaronder geraakt eu zwaar gewond. In Fundy Bay is het schip //Eblana" vergaan, waarbij de kapitein en zes man zijn omgekoraeu. De gebroeders de Kraker van Zaamsiag zijn naar Middelburg gevoerd. De jongste heeft bekend, dat hij op last van zijn broeder liet huis iu brand heeft gestoken. Te Rotterdam is een twaalfjarige knaap van een schip overboord gevalleu en verdronken. Het eerste tram-ongeluk te Leiden heeft thans plaats gehad. Een kind van \l[2 jaar, dal voor den wagen de straat wilde overstekeu, raakte er onder en verloor er een hand bij. De koetsier had nog zoo snel mogelijk geremd, doch 't was te laat. Maar wie laat kinderen van V/2 jaar op straat loopen waar tram wagens rijden? pennestrijd. Brochuren na brochures; de vurige re quisitoiren hebben levendige replieken uitgelokt, gevolgd door duplieken en triplieken, en het regent scheld woorden. Iedereen bemoeit er zich mede, predikers, dagbladschrijvers, liedjeszangers, dramatische schrij vers tot zelfs deftige geschiedschrijvers, die bij deze gelegenheid goed vonden hun deftigheid te compro- niitteeren. Sedert de grondvesting van het Duitsche rijk is er in Duitschland altoos een beschuldigde ge weest, een zondenbok, wien men al de ongelukken verwijt en dien men met vervloekingen overlaadt. Eerst was de katholiek de zondenbok; de katholiek is ver vangen door den socialist en nu zit de Jood op het bankje. Ilij is aangeklaagd als de erfvijand van Duitschland, als de oorzaak van alle kwaad, als de kanker die het verteert, als de termiet, die het on dermijnt. Het sociale gevaar, zeggen dezen, dat is de Jood. De Jood, zegt de heer von Treitschke, din is ons ongeluk. De Jood, roept de heer Stöcker uit, brengt de Germaansch-Christelijke beschaving in ge vaar. »Er zitten 45000 Joden in Berlijn en dat is te veel: das ist zu viel". De heer Stöcker, die een geletterd man is, heeft zeker wel eenmaal in zijn leven Tristram Shandy gelezen. Gave de hemel, dat hij hem nog eens over gelezen had vóór hij het ongelukkige woord liet ont snappen, dat zulke groote gevolgen heeft gekregen! Oom Tobias, die brave krijgsman, die bij het beleg van Namen een wond in den oksel had gekregen, was een even goed philanthroop als de heer Stöcker. 't Is waar, hij gaf niet voor dat hij het pauperisme zou afschaffen, liet christeiijk-socialisme had hij niet uit gevonden, maar met de moedermelk had hij de liefde voor de kleinen en zwakken ingezogen, hij wilde het welzijn van alle creaturen, en mag men zijn levens- 0 Ook bij ons in Nederland, helaas! doch met fiasco tot loon voor de moeite. Door de stoomboot //Quakernaat" is bij Kralingen een keenscliip met ijzer in den grond gevaren. De stoomboot kreeg schade aan de rnderkast. Persoonlijke ongelukken hadden er niet bij plaats. Te Leuven, gem. Vuren, is een huis met inboedel verbrand. Onder Rockanje is een hofstede afgebrand met schuur, stal, woning, wagenhuis, hooiberg, houiklamp, kortom alles. Ook 30 runderen kwamen in de vlammen om. Te Moskou is in den nacht van 5 op 6 Maart de groote katoenspinnerij afgebrand, waarbij van de 200 werklieden (die in het gebouw op de bovenver diepingen sliepen) nauwelijks 30, en meeretuleels zwaar gewond, zijn gered; de overigen kwamen in de vlammen om. Te Palenberg en te Raath in Liraburg zijn drie woningen met den inboedel verbrand. Bij Holyhead is gestrand de stoomboot //Montana" van de Guion-lijn, van New-York naar Liverpool, Passagiers en equipage zijn gered. In het hotel du Louvre te Parijs heeft men dezer dagen aan een vreemdeling 20,000 frs. aan bank biljetten ontstolen. Hij was zoo onvoorzichtig geweest deur noch raam van zijn kamer te sluiten. Bij Surtainville niet ver van Cherbourg is het schip //Edward P. Bouverie", van Samarang met suiker naar Havre bestemd, met man en muis vergaan. Te Arnhem is een twaalfjarige knaap van de stoom boot //Concordia II", in den Rijn gevallen en verdronken. Nabij Rottum is een Spaansche bark gestrand, waarbij 4 man zijn omgekomen. Te Palmi (zuidelijk Italië) zijn zes gevangenen ter dood veroordeeld wegens liet vermoorden van den cipier. Deze was aan den drank verslaafd en behan delde de gevangenen beurtelings met barbaarschheid en met buitensporige toegeeflijkheid. Op zekeren avond, toen de cipier met de gevangenen de flesch had aan gesproken en een rondedans uitvoerde, wierp één hunner liera op den grond en dekte hem met een matra9, waarna de andere gevangenen er op gingen zitten en hem alzoo deden stikken. Vervolgens namen zij de vlucht en verspreidden schrik in den omtrek. De gendarmes zetten hen achterna en hebben hen allen binnen eenige dagen gevat. beschrijver gelooven, dan heeft hij zich maar ééns in zijn leven een beetje boos gemaakt. Eens, terwijl hij aan tafel zat, kwam een nietige lastige vlieg, die haar fatsoen niet kende, op den inval hem te plagen; zij gonsde zonder ophouden om. zijn hoofd, ging op zijn voorhoofd of op zijn neus zitten, hem tergende en vertoornende, terwijl zij aan alle vervolgingen ont snapte. Eindelijk gelukte het hem haar te grijpen, en op eens week zijn toorn. Gelukkig dat hij zijn gevangene in zijn hand voelde, wachtte hij zich wel haar te doodenmaar het venster opengedaan heb bende, liet hij haar vrij, zeggende: «Arm dier, de wereld is groot genoeg voor ons beiden". De heer Stöcker bezit noch 't humeur, noch het temperament van oom Tobias, hij is niet lief voor de insecten, die om hem heen gonzenhij houdt de wereld niet voor groot genoeg om een hofprediker tegelijk met de kin deren Israels te kunnen bevatten. O, Gewis, men kan hem niet verdenken van 't opzet om al de vliegen te willen verdelgengaarne zou hij zich vergenoegen met hun de vleugels af te knippen en nog wat misschien. «Er zitten in Berlijn 45000 Joden, en dat is te veel". Als wij hofprediker waren te Berlijn, zouden wij dat woord niet gaarne tot tekst nemen voor onze predikaties. Hoe onberispelijk onze bedoelingen ook waren, we zouden bang zijn, dat we verkeerd begrepen werdenwant er zijn veel menschen, die het zwak hebben slecht van begrip te wezen. Henri Heine zeide eens: «Het judaïsme is geen godsdienst, het judaïsme is een ongeluk". Dat is. Gode zij dank, niet meer waar; maar het is van belang, dat de predikers heel voorzichtig zijn met hun wooi-den, anders zouden zij den onverdraagzamen voet geven, en konden zekere be treurenswaardige accidenten wel eens herhaald worden. Wee dengene, die den wind zaait! zoo de storm losbreekt, dan zal men het op hem verhalen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 2