voor het arrondis- a&lk sement Zierikzee.
1880. No. 14. Woensdag 18 Februari. 83ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VBIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,-
Afzouderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stiikken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMIAN.
INTIEME BRIEVEN.
Amice
Gij hebt me reeds zoo menigmaal verweten,
dat ik Multatuli nog niet gezien en geboord
had, voortaan ben ik tegen dat verwijt gedekt,
want ik heb hem gezien en gehoord. Ik ben
zoo vol van de indrukken, die ik Zaterdag
avond, hem ziende en hoorende, heb opgedaan,
dat ik u daarover schrijven moet. Ge weet,
al ben ik geen Multatuliaan gelijk gij, toch
heb ik van de eerste kennismaking af met zijn
geschriften hem voor een geniaal man gehouden,
voor wien ik in menig opzicht eerbied gevoel,
met name om zijn groot talent als schrijver,
in een genre dat oorspronkelijk is en waarin hij,
voor zoover ik weet, nog door niemand is ge
ëvenaard.
Welnu, ik heb hem gezien en gehoord en
laat ik openhartig zijn dat spijt me nu
ik wou dat 't niet gebeurd was. Ik heb som
mige illuziëu lief en 't doet me zeer, daarvan
iets te moeten verliezen. Een van die illuziëu
was: Multatuli, den schrijver van den Max Have-
laar, den idealist der Ideeën, te mogen be
wonderen op mijn manierdie illuzie is Zaterdag
avond schromelijk bij me gehavendik zou ze
nu willen weggooienmaar ze is van
zelf weggevallen.
Ik herbaalik wil openhartig zijn, jegens u
en ook, voor zoover daarvan sprake kan zijn,
jegens Multatuli. Ik zeg voor zoover; want
als ik wel heb, hoorde ik eens van hem zeggen,
dat hij geen kranten of nieuwspapieren leest
en dus dit geschrijf ook wel voor hem zal
voorbij gaan.
Over een machtig mooi onderwerp heeft
Multatuli Zaterdag-avond voorgedragen: idea
lism us en realism us, een onderwerp
hem door een Haarlemsebe dame aan de baud
gedaan, opgedragen of verzocht; voor velen een
bovenwerp, voor hem, die alles aandurft, niet.
Bedenk eens: Multatuli, deu man der Ideeën,
te hooren over idealismus en realismnseen
idealist van zijn kracht te hooren in al zijn
kracht!
Doch juist toen 't begin zon beginnen, en
ik mijn best zat te doen om receptief te worden
voor genot -- ge weet ik vind 't voor mij-
zelven altoos zoo'n troost idealist te mogen
heeten toen buitelde ik, en ik geloof drie
kwart van 't gehoor met mij, hals over hoofd
in de platte realiteit van een huiselijken twist
tussehen de Havenpoortklok, de officiëele Stad-
huisklok en 't korlogie van Multatuli, een wezen
lijk kabaal, dat wat deHavenpoortklokendeStad-
huisklok aangaat, ons volstrekt niet hindert omdat
we 't van ouds kennen, maar waarin Multatuli
voor zijn korlogie zoo vinnig en scherp partij
trok, dat 't, zoo waar! mij die er stil bij zat,
voor heel den avond de bot vergalde. Heuscli,
ik verdacht Multatuli van een realisme, dat op
't gevoel stekelig en scherp, op 't gehoor hard
en voor 't gevoel bijtend was.
't Was jammer, vond ik. Te meer jammer,
omdat vooraf niet was geannonceerd, dat men
precies op tijd, misschien zelfs een ietwatje te
vroeg zou beginnen; jammer, omdat welmee-
nende vrienden van Multatuli een uitbrander-
kregen, die zij wezenlijk niet zoo hadden ver
diend; jammer vooral, omdat dit vóórcedent,
want een incedent was 't eigenlijk niet, aan
leiding gaf tot het debiteeren van een paar
van die banaliteiten van „niets te geven om
niemand en om niets", van hooge onkosten enz.,
die geheel misplaatst waren. Altijd volgens
mijn inzien, want ik zeg u sléchts wat mijn
gevoelen hieromtrent is.
Idealismus en realismus, groote woorden,
holle klanken, gelijk zoovele holle klanken,
waarmede geleerden en ongeleerden elkander-
afschepen en zichzelven paaienDoch,
neen, ik waag het niet u een overzicht te geven
van de voordracht van Multatuli. Ondoenlijk
zou dit niet zijn, min nuttig is 't wel. Mij
dunkt zelfs, dat men Multatuli meer eer bewijst
met zulke voordrachten niet na te schrijven,
dan met dit wel te doen. 't Geheel zou daar
enkel bij verliezen, 't Zijn van die dingen, die
meu hooren kan, doch die men niet zwart op
wit moet kunnen analyseeren. Heuseh, dan
zou er te weinig van overschieten wat eigenlijk
rechtstreeks het onderwerp raakte en ten be-
tooge diende.
Amice, Hebt ge ook niet, vóór een week of
wat, thuis gekregen „Galesloot's Geïllustreerde
Catalogus van Pomona"? Daarin vindt ge een
kweeksel van een boom onder deu naam van
„waaiervorm"dat ding vind ik een juiste
voorstelling van 't totaal van Multatuli's voor
dracht naar aanleiding van den tekst „Idea
lismus en realismus". Dat stamstompje dicht
bij den grond is de tekst en al wat daar uit
in alle richtingen, met grillige zijsprongen, uit
spruit en al weer uitspringt en andermaal op
zijde uitschiet, naar links en rechts, dat zijn
de brokstukken, die te zamen de voordracht
vormen. Waar de stam al opgroeiende gebleven
is, laat zich niet zeggen, met den besten wil
niet, door mij althans niet.
Ik heb gezocht naar dit beeld. Eerst had
ik u een ander willeu gevendat van een
donderbus, die losbarstende honderd kleine
donderbusjes opwerpt, die dan als grillige vurige
slangen een oogenblik rouddwarrelen om daarna
successievelijk te bersten, nalatende wat rook
en wat vonken van half verbrand papier, als
mede vrij wat geluid. Maar dat beeld kwam
mij minder goed voor en zou u misschien aan
spot of geringschatting vau Multatuli's talent
doeu denken. Eu dat is 't geval niet.
Vraagt ge me: hebt ge genoten? Volmondig
zeg ik: ja. Zijt ge voldaan, zijt ge nu veel
wijzer op 't stuk van idealisme en realisme
dan voorheen? Even gul zeg ik: neen. Zelfs
houd ik Multatuli nog steeds pertinent voor
een idealist, een fameusen idealist, een zooals
er helaas weinig zijn, veel te weinig. Trouwens,
de idealisten verdoende met al de zeggingskracht
hem eigen, legde hij zelf in deze voordracht
een volledige geloofsbelijdenis af als idealist
als een die streeft naar het oneindige, dat
onbereikbaar hooge, verhevene, volmaakte, reine,
't welk niet te grijpen is noch te bevatten,
maar naar 't welk te streven toch niettemin
de roeping is van deu mensch.
Wat belieft u; is een man, die zulk een
geloofsbelijdenis, zoo en passant, bij wijze van
zijsprong of uitstapje, ten beste geeft, geen
idealist? Dan weet ik er niets meer van.
Of ik genoten heb? Nu, of ik! Vooral om
de origineele voordracht. Dat is geen natuur
't is vooraf berekende kunst; maar zulk een
origineele richting in de kunst van voordragen,
die onwederstaanbaar aantrekt, boeit, medesleept.
Is 't niet belangwekkendeen man, die de
wetenschap der philosofie met voeten treedt en
die toch philosofeert met een leven, een vuur
en bezieling, dat zelfs dames 't aantrekkelijk
vonden en genoten Een man, die de regelen
der retborika en der logica versmaadt, en die
toch een paar uren lang uwe aandacht geboeid
houdt met grootendeels disparate brokstukken
van een aangekondigd betoog, dat wezenlijk
toch niet tot zijn wezen komt, geen eigenlijk
sluitend, klemmend, overtuigend betoog wordt.
Een man, die met vuur en energie u bewijst
of liever aanwijst wat ge van den beginne af
met hem eens waart, n.l. dat absolute idealisten
evenmin te vinden zijn als absolute realisten,
en dat men dus, van iemand zeggende dat hij
idealist is, daarmede nooit bedoelen kan, dat
hij louter iu 't ideale, in 't absoluut ideale
zou zweven, een sfeer, waar gelijk bekend ge
noeg is, niemand 't kan uithouden. Een inau,
die met vlijmende spot en met snerpende roeden
geeselt al wat onwaar, huichelachtig, onnatuurlijk
is, en die daarbij toch vergeet, dat ook hij
slechts als waar en natuurlijk aanneemt, wat
hij voor zich voor waar en natuurlijk houdt
gelijk ook de anderen doen. Een man,
die uitvaart, en dat op geestige wijze, tegen
't hangen aan woorden, als zijnde holle klanken,
die zich ergert aan 't „Eu God zeide", be
werende dat 't beter gezegd ware „God dacht",
en daarbij uit het oog verliest, dat denkeu en
spreken volkomen identiek zijn, dat deuken
toch niets anders is dan bij zichzelven spreken
en spreken hardop denken. Kortom, een man
te hooren, zoo geheel uit deu gewonen sleur,
in zoo menig opzicht boven 't gewone peil,
onmiskenbaar geniaal, een zeer eminente per
soonlijkheid zonder twijfel, een stijlist van de
eerste grootte, die zichzelf eeu genre geschapen
heeft, waarlijk dat was een genot.
Maar voldaan heeft hij mij niet. Neen, ik
heb alweer een illuzie verloren.
1.1.
JE WEET WEL WIE.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 17 Februari 1 8 8 0.
Ter gelegenheid van 's Konings verjaardag zal door
de schutterij alhier inspectie worden gehouden des
namidd. 3 ure op 't Havenplein.
Tevens zal bij die gelegenheid aan den sergeaut
J. Verdoom Az., het eereteeken wegens iöjarige
trouwe dieust worden uitgereikt.