Z1ERIKZEËSCI1E COURANT.
voor let arroidis-
sement Zierikzee.
1880. No. 13. Zaterdag 14 Februari. 83ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
EEN EERSTE STAP?
Binnenland.
men. fan
Jiandeld:
enz.
es, is de
65<»/„
78*/,
10 2»/,
lO-i'/s
103%
95 V,
16'/,,
39 is
153/,,
15'/i«
51'3/„
99'3/„
96'/j
80'/,
925/l«
773/,,
144
605/„
609/,b
61s/,
61'3/„
TA%
1501/,
103/,,
92'/„
133
531/,
85'/,,
88'/,
70
48'/,
1023/,
f 1,25
- 2,451/,
- 2,45//,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENJIAN.
ii.
Ben derde punt, dat in aanmerking dient te
komen alvorens ter zake zelve over te gaan,
is liet eenigszins betreurenswaardige feit, dat op
economisch gebied aan het woord protectie
nagenoeg algemeen een ongunstige beteekenis
wordt gehecht en aan 't woord vrijheid een
overdreven goede zin wordt toegekend. Ieder
denkt bij 't hooren van 't woord p r o t e o t i e
terstond aan de daarbij nog zoo donker mogelijk
gekleurde toestanden van vroeger: aan 't mo
nopolie als b.v. dat der O.-I. Compagnie in
den specerij-handel, aan de gilden voor zoover
hun kwade zijde betreft, aan de verbods- en
gebodswetten der aartsvaderlijke regeering ten
aanzien van handel, industrie, landbouw en
visscherij. Men vergeet, dat met het kwade
der oude toestanden ook het goede is opgeruimd
en heeft nu alleen de herinnering aan dat
kwade en dan nog zeer vergroot be
waard. Aan den anderen kant,, bij het hooren
van 't tooverwoord v r ij h e i d, wordt ieder
't hart warm. Men let er doorgaans niet op,
dat wezenlijke vrijheid in handel en industrie,
zoolang er er een fiscus is en er grenzen tusschen
de landen zijn, eenvoudig een onmogelijkheid
is. Vaak was veel vau 't geen oudtijds onder
de rubriek protectie gezet werd, niets dan een
gewaarborgde vrijheid; en vaak is veel vau 't
geen thans vrijheid heet in handel en industrie
niets dan een straffeloos monopolie van de
sterksten, slimsten of slechtsten.
Reeds Shakespeare heeft eens mistroostig uit
geroepen „words! words! words!" Wat is er
ook op commercieel en industrieel gebied, laat
ons zeggen op sociaal gebied in 't algemeen,
met woorden geschermdMet ijdele woorden,
omdat meu verzuimde na te gaan of men wel
de zaken onderhanden had, die met de woorden
dienden genoemd te worden.
Keeren we thans terug tot de zaak, die aan
leiding tot dit schrijven gaf.
Daarbij dient opgemerkt te worden, dat het
feit op zichzelf niet nieuw is. Bij aanbestedingen
van ijzeren lichttorens en liehtopstanden is sedert
lang de regel gevolgd, dat het werk hier te
lande gegund werd. Dit neemt echter niets
weg vau het belang der zaak op dit oogenblik,
nu de groote industriëelen iu ijzer ongeveer
't zelfde roepen tot het gouvernement, wat de
kleine arbeider wel eens roept tot „de Regeering",
n.l. geef ons werk!
Tegenover de nationale nijverheid heeft de
Staat vertegenwoordigd door de Regeering
tweederlei karakter. Als politiek lichaam en als
hoofd vaD den fiscus kan de Regeering op de
industrie invloed uitoefenen eensdeels door
recbtstreeksche bemoeiing als wetgever, ander
deels door den aard en de wijze van toepassing
der fiscale maatregelen en wetten. Maar de
Regeering als vertegenwoordiger van den Staat
treedt ook tegenover de industrie en den handel
op als particulier. Immers de huishouding van
den Staat heeft materiëele behoeften, waarin
door aankoop of eigen constructie moet worden
voorzien.
Met dit laatste punt hebben we hier te doen
en dan is de vraag of de Staat, evenals ieder
particulier, daarin onbeperkte vrijheid heeft om
met zijn bestellingen of orders te gaan overal
waar hij wil, dus in de eerste plaats waar hij
meent het goedkoopst terecht te kunnen?
We behoeven niet te releveeren, dat de afge
trokken wetenschap zonder aarzelen daarop be
vestigend antwoordt niet alleen, maar het zelfs
als een plicht voorschrijft. Toch zit daar juist
de kwestie.
Is de Staat in dit opzicht volkomen gelijk
aan den particulier, dan zien wij niet in, dat
hij daarom ook maar blindelings de dorre leer
van 't boekje moet volgen. Immers de particu
lier doet dit ook niet. Het égoïsme is inderdaad
niet zoo sterk, dat het consequent heerseht. Er
beerscht ook nog iets anders. Het is niet de
letter, die levend maakt, maar de geest, dat
geldt ook hier. De stelling, dat de économie alle
moraal buiten sluit, dat haar grondregelen de
moraal der maatschappij uitmaken, die stelling
gaat niet op. Ja zij is valscb, en gelukkig dat
zij valsch is.
Slot volgt.
ZIERIKZËE, 13 Februari 188 0.
Dinsdag-avond trad in het Nut alhier als spreker
op, de heer Dijserinck van Vlissingen en bezorgde zijn
talrijken hoorders een paar recht genotvolle uren.
Spreker had tot onderwerp zijner improvisatie gekozen
//den spot", gelijk deze zich vertoont in de letterkunde,
't kerkelijk-godsdienstig en maatschappelijk leven.
Een eenigszins voldoend verslag van de schoone en
ten einde toe boeiende voordracht laat zich niet geven.
Na de spotzucht als een natuurlijken trek den mensch
eigen geconstateerd te hebben, wees hij 't onderscheid
aan tusschen geestigen geoorloofden spot en onheiligen
spot, die te laken is. Vervolgens trachtte hij langs
een draad van goed gekozen voorbeelden te onder
zoeken waar de grens ligt tusschen den eenen en den
anderen, en kwam zoo tot de slotsom, dat spot, zelfs
bittere en scherpe satyre, geoorloofd is om al wat
onwaar, huichelachtig, dwaas, bombastisch is tegeeselen
en onbarmhartig te kastijden; dat daarentegen spot
met 't wezenlijke en 't heilige, en met lichamelijke
gebreken van anderen steeds te veroordeelen is, terwijl
als kenmerk van zuiverheid vati de spotternij steeds
moet in 't oog vallen, door de satyre heen, waarachtige
liefde voor en wanrdeering van al wat waar, goed
en schoon is.
Tot slot gaf de begaafde spreker nog ten beste een
schets naar aanleiding van 't bekende satyrieke juweeltje
vau Lodewijk Mulder: //Toen ik nog een lief vers
maakte."
Wij houden ons verzekerd, dat de Nutsleden den
geachten spieker uit Vlissingen gaarne een andermaal
weder zullen hooren.
Door het zachte en geregelde dooiweder bestaat er
alle hoop, dat de ijsgang op de rivieren ditmaal
zonder ongelukken zal ailoopen. Het ijs is wel hier
en daar vrij koppig, maar in andere rivierpanden reeds
geheel verdwenen of zoo broos, dat het geen op
stopping doet vreezen. De buitengewone dienst langs
de rivieren is ondertusschen weder ingesteld. De
monitors //Haai" en //Panter" hebben resp. in de
Kil en de Nieuwe Merwede zooveel mogelijk gewerkt
om het ijs op te breken.
Naar men verneemt zijn reeds 40,000 loten in de
algemeene watersnood-loterij geplaatst.
Volgens de Haarl. Ct. zal de Arnhemsche tentoon
stelling van 1879 vermoedelijk sluiten met een tekort
van 50,000. l)it valt nog al mtê, daar men, de
ongunstige omstandigheden in aanmerking genomen,
een grooter tekort had gevreesd.
De Paus heeft aan den Internuntius te 's Hage
2000 frs. gezonden voor de noodlijdenden door den
watersnood in N.-Brabant.
Te Numansdorp is de 100e verjaardag van Pieter
de Lange feestelijk gevierd.
Bij gelegenheid eener dezer dagen gehouden uit-
deeling van liefdegiften onder de armen, in een dorp
in Friesland, meldden zich onder die armen ook aan
twee vrouwen, die gouden oorijzers droegen.
In de bossche» van Schoonoord en het Ellertsveld
in Drente is een groote vossenjacht gehouden door
30 jagers; 4 vossen werden geschoten.
Ter gelegenheid van het carnaval zijn te Maastricht
en Venlo welgeslaagde maskeraden gehouden. Bij die
te Venlo was o. a. een groep gemaskerde», Zigeuners
voorstellende, die een collecte hielden teu voordeele
der armeu.
De petroleum-visscherij langs de Hollandsche kust
houdt nog steeds aan. Scheveningsche visschers hebben
weder 68 vaten aangebracht.
De Kamer van afgevaardigden te Bucharest heeft
met 57 tegen 15 stemmen besloteu een diplomatieke
vertegenwoordiging vau Rumenië op te richten voor
Nederland en België. De gewone residentie zal te
Brussel gehouden worden.
Door tusschenkomst van den Belgischen gezant
te 's Hage heeft de Belgische Regeering een exemplaar
ontvangen van een medaille, welke de commissie voor
het 300-jarig Uniefeest te Utrecht in 1879 heeft
doen slaan en die zij aan genoemde Regeering heeft
aangeboden.
Dit jaar zal weder een commissie van officieren
naar Hongarije gezonden worden tot den aankoop
van paarden voor de cavalerie.
Tot leden dier commissie zijn benoemd de luit—
kol. Holtius, als voorzitter de ritmeester Jukkema
vau Burmaniabaron Rengers en de le luit. jhr.
Reigersberg Versluys als leden, en tot adviseur de
majoor-paardenarts Houba.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Bij beschikking van den Min. van Justitie is het
traclement van den bewaarder in het Huis van Arrest
alhier, O. Berkhoudt, met f 100 verhoogd, ingegaan
met 1 Januari j.l.
Z. M. heeft benoemd tot ridder in de Orde van
den Ned. Leeuw mr. W. C. Borsius, lid van de Eerste
Kamer, te Middelburg, en mr. A. E. J. Modderman,
Minister van Justitie.
De Min. van Oorlog brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat den 1 April a.s. 25 en den 1 Mei
38 pupillen op de Pupillenschool te Nieuwersluis
zullen worden geplaatst. Vun deze plaatsen zullen
resp. 5 en 7 kunnen vervuld worden door zonen van
niet-militairen, en wel tegen een bijdrage van 50
's jaars.