en zilveren muntspecie aan boord. Eens zal dat geld
wel opgehaald worden.
In Frankrijk heeft men ook dergelijke ondernemingen
en in Engeland natuurlijk niet minder. In het begin dezer
maand kwam o.a. ter reede van de Fransche zeeplaats
Morlaix het Fransche duikerschip //Plongeur", kapit.
Guerin, aan boord hebbende 3 ankers, 12 kanonnen,
een scheepsklok, kogels, enterbijlen, sabels en pistolen,
afkomstig van een vóór meer dan een eeuw gezonken
schip.
Dat schip was de kaper //Alcide", van 180 ton,
voerende 20 stukken en 209 koppen, en thuis be-
hoorende te St. Malo. Onder kapit. Acbard zeilde de
//Alcide" in 1747 uit om jacht te maken op Engelsche
schepen. Den 21 December werd het Engelsche schip
//The Tally" veroverd en het kuperschip nam den zich
aan boord beviudenden schat van 2J/% millioen pond
sterling over. Den volgenden dag echter werd de
//Alcide" door een Engelsch fregat aangevallen en na
een hardnekkigen strijd zonk zij in den avond van
den 23 December 1747 met 112 koppen in de diepte.
Dit gebeurde op de reede van Morlaix en 't is op
het wrak van de //Alcide" dat kapt. Guerin met de
Plongeur aan 't visschen is.
"schaaISTOUD-
tussclien twee groepen uit de leden der »Zierikzeesche
Schaak vereeniging"
Wit, Zwart.
12e Zet. B1 op D 2. '12e Zet. C 6 op D 4.
13e rogeeren korte 13e C 6 neemt F 3.
zijdedat is
El op - G '1
en
Hl op F1.
14e E 2 neemt F 3. '14e G8 op F 6.
Buitenland.
Het vraagstuk betreffende Ierland.
Eenige dagen geleden trad John Bright, afgevaar
digde van Birmingham in 't Britsche Parlement, in
de stad zijner committenten op, om te voldoen aan
de Engelsche gewoonte, die van de parlementsleden
eischt, dat zij zich minstens eenmaal 'sjaars aan hun
kiezers laten zien en hooren.
Ditmaal besprak Bright het Iersche vraagstuk.
//Het blijkt", zeide hij, //dat ik waarheid sprak,
toen ik verleden jaar zeide, dat de Itegeering zoo min
mogelijk goeds doet in het land en zooveel mogelijk
kwaads daar buiten. Terwijl wij Azië willen hervormen,
hebben wij vlak bij ons een eiland, waarvan de be
volking ernstige grieven heeft en zwaar lijdt; een
eiland, dat veel meer onze aandacht verdient dan Azië
of Cyprus. Hoe komt het dat het Rijk van de ver
binding met Ierland uit een politiek oogpunt zoo
weinig voordeel plukt? In het Westen van Ierland
heerscht een algemeene sociale revolutie; zelfs pachters,
die de pacht kunnen betalen, weigeren dit en vinden
steun bij het volk; wordt een pachter uit zijn hoeve
gezet, dan moet de politie er bij te pas komen. De
agitatie is gericht tegen de eigenaars, maar ook tegen
de betalende pachters, en wordt een pachter wegge
zonden en komt een ander in zijn plaats, dan verkeert
diens leven in gevaar. Wij, Engelschen, schijnen
geen weg te weten met Ierland; onze voorvaderen
wisten het niet geheel de baas te worden en wij
kennen de kunst nog niet om het te regeeren. Mis
schien bleef het feit niet geheel zonder invloed, dat
de Koningin slechts tweemalen Ierland bezocht en
dat een Prins van den bloede daar zelden zelfs een
paar dagen vertoeft".
Ziedaar met een kort woord den tegen woord igen
stand van het Iersche vraagstuk blootgesteld, en dat
door een lid van het Britsche parlement.
Inderdaad, als er eens een Brilsche regeering kwam,
die eeu wezenlijk groot staatsmanswerk wilde doen,
dan moest het de Iersche kwestie oplossen. Dat zou
een veel grootscher werk zijn dan het ten onder brengen
van Afghanen en 't slachten van Kaffersook veel
edeler dan het uitplunderen van den Zieken Man.
Het zou een wonderwerk zijn van staatsmanskunst,
economie en humaniteit. Al de bazalt-zuilen van
't Groene Erin zouden dan niet te veel zijn om een
schier onverdelgbaar monument le stichten voor Enge-
latids politieke hoofden.
Die oplossing is echter voorshands niet te wachten
zefs nog in geen eeuwen. De toestand is daarvoor
te ingewikkeld en het kwaad is sedert zeven eeuwen
ingeroest.
Radicaal en eigenlijk 't eenige eerlijke middel zou
zijn Ierland geheel en voor goed los te laten. Doch
ook daarmede zon hoogstwaarschijnlijk alleen dit be
reikt worden, dat Engeland de verantwoordelijkheid
van zich af kon schuiven, en den Ieren zou 5fc ver
moedelijk al spoedig weinig beter gaan dan thans.
Dit middel is onpractisch en zou ook een historische
font wezen.
Wat echter Engeland wel zou kunnen doen, is
minder onrechtvaardig zijn ten opzichte van Ierland,
of, gelijk Bright 't uitdrukt, notitie nemen van de
grieven en 't lijden der Ieren. In dien zin is sedert
een kleine eeuw nu en dan al iets gedaan, maar er
blijft nog ontzettend veel te doen over.
De Ieren zijn een eigen natie van Keltischen oor
sprong; de Engelschen zijn grootendeels Germanen
van afkomst. Deze twee nationaliteiten hebben nu
al meer dan zeven eeuwen tijd gehad om het bewijs
te leveren, dat zij voor geen ineensmelting vatbaar
zijn. De Keltische Ieren zijn met de Latijnsche volken
als 't ware gepredestineerd voor het Roorasch-Katho-
licismus. De Engelschen hebben meerendeels de richting
der kerkhervorming gevolgd. Emile de Laveleye zou
zeggenqua Germanen hadden zij predispositie voor
een geheel andere godsdienst-beschouwing dan de
Ieren. Hierin vooral ligt het beletsel tegen de ineen
smelting der beide nationaliteiten.
De eigenaardige agrarische toestand van Ierland is
echter de voornaamste oorzaak van de ellende van de
overgroote meerderheid der bevolking. De schromelijke
achterstelling der Katholieke Kerk in Ierland, die,
ofshoon historischen grond hebbende, door Engeland
met onverantwoordelijke hardnekkigheid tot in den
jongsten tijd is volgehouden, heeft eindelijk opge
houden (1871) of nagenoeg. Maar de agrarische
kwalen kankeren nog voortdurend meer door, omdat
aan de genezing daarvan tot heden toe nog nooit
ernstig de hand is geslagen.
Het zou te veel plaats vorderen om hier uiteen
te zetten hoe allertreurigst het met een groot ge
deelte der landbouwende bevolking van Ierland ge
steld is. Alleen daar waar de vlas-industrie bloeit is
de toestand vrij goed; doch dit helpt slechts een
25,000 menschen. Een klein gedeelte der landbouw
nijverheid, n.l. de zuivelbereiding en de vetweiderij,
is voornamelijk in handen van Engelschen en ook dit
bloeit. Maar de overgroote meerderheid der land
bouwers zijn doodarme, ellendige pachters: de pachters
niet minder arm dan de minste daglooners, ja nog
meer te beklagen dan dezen. Eigenlijke landbouwers
op hofsteden zijn er zeer weinig, maar des te meer
ellendige, verdierlijkte, zoogenaamde pachters, doch
wier vvouiugen slechter zijn dan de varkenshokken bij
ons en wier bestaan uitsluitend afhangt van het kleine
hoekje grond, dat hun pachterij uitmaakt en dat zij
nagenoeg uitsluitend bezetten met aardappels.
Wie 't aardappelen-pauperisme in al zijn afzichte
lijkheid bestudeeren wil, hij ga Ierland zien; zoo hij
ten minste zijn leven onder de verwilderde en ver
dierlijkte massa durft wagen. Dit durft de landheer
(doorgaans een te Londen in weelde badend rijkaard)
niet. Hij laat zijn ellendige cliënten exploiteeren door
zaakwaarnemers, rentmeesters of opzichters, die't doen
met den revolver op zak en onder den haat en
den vloek van 't volk, waartegen dragonders en
politie-agenten niet zelden nog maar half kunnen
beschermen.
In gewone tijden boort men niet zooveel van de
ellende der Ieren. Men kent den toestand en 't is
of met Engeland half Europa dien toestand zoo na
tuurlijk, de kwalen zoo ongeneeslijk vindt, dat men
er maar van zwijgt. En in gewone tijden zwijgen
de Ieren zelf ook nagenoeg: zij morren, wrokken,
blazen nu en dan een constabel of een opzichter
't licht uit, drinken aardappel-jenever en eten aard
appelen. Sedert Engeland de Iersche geestelijkheid
wat meer vrijheid en zelfstandigheid heeft gelaten,
werkt ook deze vlijtig mede om de massa .zoet te
houden, gedachtig aan den historischen regel: een
arm, dom en ellendig volk, des te vetter priesterschap.
Maar als de aardappel-oogst mislukt, dan komt er
telkens een vreeselijke crisis; dan is hongersnood schier
onvermijdelijk. Dit is 't eerst in al zijn akeligheid
gebleken voor ruim dertig' jaar, toen de aardappelziekte
begon. Toen was 't of Ierland zou uitsterven en
sedert hebben zich die akelige tooneelen bij telkens
korter tusschenpoozen, ofschoon dan iels minder erg,
herhaald. Ook 1879 is voor Ierland een hoogst on
gunstig jaar geweest. De meeste pachters kunnen
onmogelijk een cent van de pacht betalende wei
nigen, die 't zouden kunnen, of al 't mogelijke zouden
willen doen om te betalen, worden door de noodlij
denden gedwongen 't na te laten, gelijk Bright zeide.
In één woordde toestand is onhoudbaar.
Ondertusschen laat Beaconsfield aan de Kaap Kaffers
ophangen of door middel van dynamiet in hun rots
holten verpletteren, en laat hij in Afghanistan zijn
mederaenschen offeren aan de //geografische afron
ding" van het*Keizerrijk van Victoria!
Een geheele ommekeer van den agrarischen toestand
is in Ierland noodig.
Inderdaad, men behoeft geen dolle Fenian, noch
blinde Home-ruler, noch bewonderaar van een Parnell
te zijn, die op dit oogenblik in N.-Amerika, als eeu
andere Peter de kluizenaar, een kruisvaart van blin
kende dollars tracht uit te lokken om Ierland te ont
rukken aan de handen der gehate Engelschen. Maar
men moet de billijke grieven der arme Ieren daarom
niet negeeren, noch gering achten. Wie weet, hoe
Ierland voor den Britschen overmoed nog eens de
fatale Achilles—hiel zal worden!
Bright raadt aan het benoemen van een Parlements
commissie, die naar Dublin zou gaan met volmacht
om de pachthoeven te verkoopon en aan hen, die
ze willen koopen, en één vierde zelf kunnen aan
brengen, de overige drievierden bij wijze van staats-
hypotheek voor te schieten. Hij wil dus een algemeene
onteigening met schadeloosstelling der landheeren en
schepping van een talrijken stand van eigen-erfden. Of
't uitvoerbaar is? Een algemeene wanhopige opstand
der Iersche paupers zou mogelijk meer kosten van
demping in bloed en tranen, dan zulk een groote
maatregel.
Engeland.
De Standard verneemt uit Bombay, dat de opper
bevelhebber, generaal Haines, den veldtocht in Afgha
nistan in het voorjaar persoonlijk zal aanvoeren. Een
der eerste operatiën zal zijn het bezetten van Herat
en het overgeven van die stad aan Perzië. De thans
te Kandahar staande troepen onder generaal Stewart
zullen, naar men verzekert, via Ghuzni naar Kaboel
marcheeren. Inmiddels hebben alle officieren met ver
lof van de Kaboeler-divisie order ontvangen, uiterlijk
15 Maart bij hun respectieve korpsen teruggekeerd
te zijn, daar tegen dat tijdstip in geheel Afghanistan
nieuwe operatiëu beginnen zullen. Volgens een depeche
uit Kaboel van den 28en, aan de Daily Newshebben
de te Ghuzni samengeschoolde insurgenten-hoofden
aan generaal Roberts doen weten, dat zij allen vast
besloten hebben, den strijd tot het uiterste voort te
zetten, wanneer niet Jalcob-Khan teruggeroepen en
weder op den troon geplaatst wordt. Dit besluit werd
genomen in een geheime bijeenkomst van de hoofden.
Muski-Alam heeft daar de ontevreden Ghuzui's toe
gesproken en tot vernieuwden tegenstand tegen de
Britten aangespoord. Eeu groot aantal bewoners van
hel Bogar-dal hebben zich bij de iii9urgenten onder
Moliaraed Jan te Ghuzni aangesloten.
Gemengd Buitenlandsch -Nieuws.
Door een vereenigingvan groote kooplieden te Liver
pool zal een toevluchtsoord voor oude en gebrekkige
zeelui worden gesticht. Het gebouw zal op flinke schaal
gebouwd en van alle geriefelijkheden voorzien worden,
zoodat het voor de handels-marine zal worden wat
het hospitaal te Greenwich is voor de oorlogs-marine.
Een der Liverpoolsche reeders schreef in voor 5000 pond.
Volgens het Russische oflicieele blad heeft de politie
Vrijdag-nacht in een woning in de Sappeurstraat een
geheime drukkerij ontdekt, waarin zij een drukpers,
een groot aantal juist gedrukte exemplaren van het
blad Narodnaja Walja> valsche stempels, vervalschle
documenten, verschillende vergiftsoorten en ontplofbare
stoffen vond. Of er ook kanonnen, geweren enz.
gevonden zijn, wordt niet gemeld, wel dat de vijf
personen die in 't huis waren, onder welke twee
vrouwen, op de binnendringende politie schoten en
dat een van die vijf personen zichzelf om 't leven
heeft gebracht.
Het telegram, dat dit bericht inhoudt, sluit met de
naïeve bijvoeging dat de politie //terstond een onderzoek
heeft ingesteld".
Te Fez in Marokko hebben eenige ongeregeldheden
plaats gehad. De Mooren hebben de Joden aangevallen
en verscheidenen gewond en een grijsaard van 70 jaar
verbrand. Ook eenige Fransche onderdanen zijn bij
die gelegenheid gekwetst.
Het wordt tijd, dat er een Marokkaansche kwestie
wordt georganiseerd. De Keizer van Marokko is naar
men algemeen hoort, persoonlijk geen kwaad of onwil
lig man; maar verward in een door en door verdorven
gouvernement en onder blinde fanatieke onderdanen,
is hij als 't ware iemand met gebonden handen en
voeten.
De Bisschop van Anger3 heeft een processie bevolen
aan de gemeentenaren van Saumur naar de kerk Notre
Dame des Ardilliers, en zulks om door dat middel
de kolossale ijsbezetting in de Loire opgeruimd te
krijgen. Wel doet het burgerlijk bestuur, zooals de
bisschop zegt, al het mogelijke om het gevaar af te
wenden, maar de mannen der wetenschap zullen erkennen
dat zij machteloos zijn tegen zulke bezoekingen. Alleen
die processie zou nog kunnen helpen.
Ongelukkig zijn te Saumur de processies verboden
en de ranire heeft dat verbod ook nu gehandhaafd,
en bepaaldelijk het zoo mogelijk opheffen van 't gevaar,
waarmede de ijsbezetting dreigt, overgelaten aan de
mannen der wetenschap.
De heer Paul Devaux, oud-lid van het Nationaal
Congre9 van België in 1830, is overleden op SOjarigen
ouderdom.