zoodat de brandweer er in slaagde de belendende
schuren en pakhuizen te beschermen, die anders groot
gevaar zouden geloopen hebben. Na een uur was men
het vuur meester, ofschoon den ganschen nacht en den
volgenden dag nog bij den puinhoop is moeten gewaakt
worden. Met de schuur is een hoeveelheid graan en erwten
tevens verbrand. Een en ander was verzekerd. De oorzaak
is onbekend. Een gissing laat zich met vrij wat
grond makenhet pad achter de schuren* en pak
huizen op de Engelsche kade is een druk bezochte
speel- en dobbelplaats van jongens. Nu kan wel een
van de daar spelende knapen door 't onvoorzichtig
wegwerpen van een eindje sigaar, onwillekeurig den
brand veroorzaakt hebbente meer is dit waarschijnlijk,
daar het vuur blijkbaar reeds lang moet gesmeuld
hebben vóór het onverwachts het dak uitsloeg. Aan
opzettelijke brandstichting willen we voorshands nog
niet denken, ofschoon anders die brand raadselachtig is.
Uit het feit, dat bij de verkiezing te Amsterdam
van de 4760 kiezers van het district slechts 5 hebben
gestemd op den heer Domela Nieuwenhuis, den kan
didaat van het Algemeen Stemrecht, schijnt af te
leiden, dat het algemeen stemrecht zelfs in de hoofd
stad nog maar onbeduidend weinig voorstanders telt.
Wij zeggen schijnt; want het was bij deze ver
kiezing toch de vraag niet: vóór of tegen algemeen
stemrecht. Zoo er één beginsel bij op den voorgrond
trad, dan was het: de verkiezing van den heer Tak
als bewijs van erkentelijkheid jegen9 dien heer en
tevens als manifestatie van Amsterdams ongenoegen
over het vallen van de kanalenwet.
In de Standaard wordt aan den heer v. d. Berch
van Heemstede, op wien 142 kiezers in het district
Leiden hun stem hebben uitgebracht, 't volgende lesje
gegeven//En wat den heer van den Berch aangaat,
moge deze uit zijn droeve kandidatuur, waarmee hij
voor lange jaren de anti-revolutionaire sympathieën
van zicli vervreemd heeft, dan nu geleerd hebben, boe
alleen in toewijding en zelfverloochening de weg is
gebaand, waarlangs men door zedelijke kracht opklimt
naar het gestoelte der eere".
Bet Vaderland zegt naar aanleiding van deze tar-
tuferie: //Duidelijker en juister wara geweest: hoe
alleen door de gezamenlijke hulp onzer geestverwanten
en der ultraraontauen iu het district van het Leidscn
Atheen voor eeu auti-revolutionair de meerderheid is
te verwerven".
De Eerste Kamer heeft beslist, dat de heer Pické,
nu hij burgemeester van Middelburg is geworden,
zich niet aan een herkiezing behoeft te onderwerpen.
Wel is de zaak in den grond niet uitgemaakt, doch
zij was daar ook Diet wel vatbaar \oor, en het is
twijfelachtig of dit tot de bevoegdheid der Kamer
behoort. Nu heeft men gehandeld op grond, dat de
bezoldiging van den burgemeester over 't algemeen zoo
gering is, dat men burgemeesters in den gewonen
zin geen bezoldigde rijks-ambtenaren kan noemen.
Het tractement wordt ook niet uit 's Lauds kas be
taald, al wordt ook het bedrag daarvan door den
Koning vastgesteld.
Te Middelburg is het Prins Hendrik-dok gedurende
1879 bezocht door 17 schepen van verschillende grootte,
van 164 ton tot 2520 ton. Met uitzondering van
Januari, was het dok alle maanden korter of langer
tijd bezet.
Zaterdag is de spoorwegdienst lussoben Utrecht en
Boxtel volgens de gewone dienstregeling hervat. Aan
gezien op de Sectie Hedel's Hertogenbosch, wegens
den toestand der kunstwerken, zeer langzaam moet
worden gereden, zoo zijn de aansluitingen nog niet
verzekerd.
In Nederland wordt de meeste jenever gedronken
te Termunten in Groningen, n.l. gemiddeld 25,08
liter 's jaars per hoofd. Daarop volgen: Groningen
24,19 L., Almelo 23,09 L., Loenen 21,79 L.,
Leeuwarden 21,65 L., Heusden 21,36 en Zalt-Bommel
21,10 L. Te Veur bedraagt het gebruik 20,07 L.,
te Botterdam 19,92 L., te 's Hage 16,49. Te Voor
schoten het minst van al de plaatsen van Z.-Holland,
n.l. 10,01 L. en het minst van geheel Nederland te
Maasniel, n.l. 0,82 L. per hoofd en per jaar.
Bij deze cijfers dient opgemerkt te worden, dat zij
niet het juiste verbruik door de ingezetenen der ge
noemde gemeenten aangeven. Allerlei plaatselijke
omstandigheden hebben hier invloed op. Zoo is b.v.
Termunten een zeer drukke havenplaats (aan de Ter-
munterzijl). Vele Leidenaars gaan om jenever te
drinken buiten de stadssingels, waar tal van kroegen
zijn en die toch alle niet tot de gemeente Leiden
behooren. Het groote verschil tusschen Voorschoten
en Veur, die onmiddellijk aan elkaar grenzen, is ook
uit lokale omstandigheden te verklaren.
Zondag-morgen is te Luxemburg in de Evangelische
kerk een lijkdienst gehouden voor wijlen Z. K. H.
Prins Hendrik der Nederlanden.
Naar men verneemt bestaat bij de Begeering het
plan om al de verschillende soorten medailles van
burgerlijke verdiensten, die gewoonlijk aan inlanders
worden toegekend, af te schatten en in plaats daarvan
voortaan aan lien, die zich verdienstelijk hebben ge
maakt, naar gelang hunner verdienste, een gouden of
zilveren pnyong (zonnescherm) met de noodige song-
song uit te reiken.
Als slotsom van beschouwingen over de financiëele
uitkomsten voor 1879 voor het Bijk meent de N.
R. Ctdat, al kan men 1879 niet onder de voor-
deeligste jaren rangschikken, de uitkomsten toch veel
gunstiger zijn dan zich in de eerste maanden liet aan
zien, en geen recht geven tot zwartgallige beschouwingen.
De geheele opbrengst der rijks-middelen is hooger
geweest dan één der vorige, jaren en overtrof het jaar
1878 met 21/<l millioen. Die vermeerdering moet
wel in de eerste plaats worden toegeschreven aan een
nieuwe belasting, n.l. die op de successie in de rechte
lijn. Maar ook na aftrek van de opbrengst dezer be
lasting, is de opbrengst van 1879 niet lager dan die
van 1878 en voor het aangevangen jaar zijn de voor
uitzichten niet ongunstig, zoodat niet grond verbetering
te wachten is.
De heer P. de Niet te Scheveningen heeft bij ge
legenheid van het huwelijk zijner dochter 1000 aan
de armen van Scheveningen geschonken.
Den 28 Januari zal in de Nieuwe Stads-Herberg
te Zwolle de algemeene vergadering worden ge
houden der Schippersvereeniging //Schuttevaer". De
83-jarige heer Schuttevaer, stichter dezer instelling,
zal de vergadering als Eere-Voorzitter bijwonen.
Door den heer A. J. de Leeuw, oud-controleur
der dir. belastingen, en eenige andere ingezetenen
van Haarlem, is bij Ged. Staten van N.-Holland een
bezwaarschrift ingediend tegen een den 21 Nov. 1879
door den Gemeenteraad van Haarlem vastgestelde
verordening tot heffing eener plaatselijke belasting.
Die verordening wordt in het adres onbillijk en wille
keurig genoemd, en verklar" dat de Voorzitter van
den Bnad de bepalingen 'dhr gemeentewet kortweg
ter zijde zet en de Baad zich daarbij heeft neder-
gelegd.
Aan den beschuldigde Lodewijk Pincoffs is de ad-
vokaat bij den Hoogen Raad Mr. H. M. van Andel
ambtshalve als raadsman toegevoegd. Naar men ver
neemt heeft Pincoffs den heer van Andel terstond zijn
kaartje toegezonden.
Het Instructie-Bataljon te Kampen verkeerde in
1879 in een gewenschten staat van bloei. Er werden
600 aanvragen tot plaatsing gedaan. 435 jongelieden
werden aangenomen, daaronder begrepen 11 tamboers,
2 hoornblazers en 1 éléve-hoornblazer.
Het Instr.-Bat. leverde aan de regimenten af 13
soldaten, 5 tamboers, 206 korporaals, 37 sergeanten,
'1*1 2e luitenants voor het leger hier te lande en 2
voor dat in Ned. Indië. Verder keerden 28 onder
officieren, die bij het Bataljon de lessen van den
hoofdcursus volgden, als 2e luit. naar hun corpsen
terug, n.l. 20 voor de infanterie en 8 voor de ad
ministratie.
In 1879 ontvingen 19 korporaals van de regimenten
te Kampen hun opleiding tot fourier.
De lessen van den cursus te Kampen werden ge
volgd door 133 militairen, waarvan 48 op den
hoofdcursus, die bestemd zijn voor 2e luit. bij de
infanterie of voor de administratie.
Tot oplossing van de kaderkwestie wordt dus door
het Instr-Bat. aanmerkelijk bijgedragen.
De vele goede bepalingen, door opvolgende komman
danten bij het Instr.-Bat. gemaakt, zijn oorzaak, dat
de onderofficieren en manschappen met genoegen hun
plichten waarnemen. Zoowel de verschillende uit
spanningsplaatsen, als de goede kleeding, voeding en
behandeling bevorderen een opgewekten geest. Het is
dan ook met welgevallen, dat Kampens ingezetenen
steeds den troep, waarvan de totale sterkte nu 736
man bedraagt en behalve het kader uit jongelingen van
1518 jaar bestaat, met de muziek aan het hoofd
zien uitdrukken en zich in den bloei van het Instr.-
Batalj. verheugen.
De stokslagen en de doodelijke messteek, die zekere
Brink, gaande van Almelo naar den Ham, om f 600
van zijn meester te bezorgen, den roover heeft toe
gebracht, die hem onderweg aanrandde, zijn zoo ge
ducht aangekomen, dat zijn aanrander letterlijk ver
nietigd is en de doodende wapens, mes en stok,
evenzeer; bij het nauwkeurigst onderzoek op de nood
lottige plek, heeft men zelfs geen spoor van bloed,
noch van den roover, noch van mes en 9tok kunnen
vinden. Men vermoedt nu, dat de roover alleen in
het verhitte brein van den beangstigden Brink heeft
bestaan, maar de verdwijning van mes en stok laat
zich daaruit nog niet verklaren.
Dat er in ons land nog wel eenige niet onbemid
delde lieden zijn, kan men nagaan uit het voorbeeld
van den heer J. A. Völker van Soelen van Aldenhage,
dezer dagen overleden te Zoelen bij Tiellnj laat on
geveer 40 millioen gulden na.
Te 's Gravenhage is overleden de gepens. luit. gener.
der kavalerie G. Graaf van der Duyn.
Men meldt uit Oostburg dd. 15 Jan. aan het
T). v. Z.-H. //In de jongste raadszitting heeft de heer
O. Risseeuw klachten ingebracht tegen den Wethouder
Mazure, als zou deze, ten eigen bate en ten nadecle
van de gemeente, eigendunkelijk een servituut hebben
opgeheven. De Baad heeft besloten, dien Wethouder
gerechtelijk te vervolgen."
Naar de Noordbr. verneemt, hebben Ged. Staten
van Noordbrabant, onder zekere voorwaarden, concessie
verleend aan den heer J. van der Elzen tot het aan
leggen en exploiteeren van een stoom-tramway van
Tilburg naar de haven van Waalwijk. De breedte
tusschen de rails is bepaald op 1.067 M.
Na zes dagen achtereen geslapen te hebben, is te
Almeloo een kind van ongeveer 5 jaren, nog slapende
overleden.
In een der groote steden van Zuid-Holland ver
voegde zich iemand op 't bureau van den burgerlijken
stand, om aangifte te doen van het overlijden van
zijn kind, dat bleek niet als geboren te zijn inge
schreven. Een paar dagen daarna overleed nog een
kind, dat evenmin als geboren was ingeschreven. Op
de vraag, hoe dat kwam, deelde hij mede, dat hij de
aangifte van het le kind vergeten had en de aangifte
van het 2e kind niet had durven doen, uit vrees voor
straf die de nietaangifte van het le kind z. i. kon
tengevolge hebben. U. Nbl.
Het mail-overzicht van het A. Bv. N.-I. bevat o. a.
Op Atjeh gaat men een kerk bouwen. Waarschijnlijk
om niet alleen een Missigit te bouwen. Over het
algemeen schijnt er plan te zijn, om onze vestiging
aan de Noordkust te Kotta-lladja en Oleh-leh in alle
opzichten zoo degelijk mogelijk in te richten en van
de daartoe noodige werken te voorzien, ten einde dit
punt de hoofdplaats der nieuwe bezitting te doen
blijven.
Er gaan geruchten, dat Samalangan op de oostkust,
waar gen. v. d. Heijden een oog gelaten heeft, ontrouw
begint te worden en met Panglima-Polim heult.
Toevallig was een paar dagen na de staking van het
Samarangsch verzet het stoomschip //Koning der Neder
landen" daar gekomen. Dadelijk waren er politieke
tinnegieters, die beweerden en hier en daar in een
enkele krant schreven, dat dit schip gezonden was
om de Samarangers bang te maken.
Dezen worden integendeel, wat de inlandsche be
volking betreft, bang gemaakt door de uit Atjeh
teruggekomen Boegineesche soldaten, waarvan velen,
op bescheiden voet, het métier vau straatroovers schijnen
uit te oefenen.
In de Indische bladen, o. a. de Samar. Court.,
spreekt men nu niet alleen van den //zoutaanmaak",
maar ook vau //het aanmaken" van een graf voor den
laatsten sultan van Atjeh. Zout aan te maken om
den voorraad in verband met de behoeften te houden
gaat nog, maar een vorstelijk praalgraf //aanmaken",
is wat al te gek.
Uit Indië bericht men, dat er van Gouvernements-
wege op Atjeh ook twee Christen-kerken zullen ge
bouwd worden, een Protestantsche en een Roomsche.
De vrang blijft nu nog over of in die Protestantsche
kerk de ware leer wel verkondigd zal worden. Ge
schiedt dat niet, dan zullen de gegriefden zeggen, dat
het nog erger is dan wanneer er iu 't geheel geen
kerk werd gebouwd.
Uit het onderzoek in Indië ingesteld naar aanleiding
van de indertijd vermelde hevige en herhaalde ver
schijnselen van kwade koortsen onder de equipages
van schepen, die te Tjilatjap koffie geladen hadden,
o. a. de //Bastiaan Pot" en de //Slamat", is gebleken,
dat die ziekteverschijnselen niet waren toe te schrijven
aan de lading, maar aan besmetting door malaria
uit de uitgestrekte moerassen ten westen van Tjilatjap,
en waartegen de matrozen niet voldoende gewapend
waren door wollen kleediug, stevige voeding en maat
regelen van voorzorg.