ZÏER1KZMSCHE COURANT.
voor kt arrondis-
sement Zierikzee.
1880. No. 5. Zaterdag 17 Januari. 83ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Rampen en lijdelijkheid, of verzet?
Binnenland.
12.50
11.25
8.40
6.20
5.80
4.20
5.50
13.75
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VEIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PEIJS DEE ADVEETENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENiïIAN.
„De reelite wederstand van den mensch tegen
de rampen is vermeerdering van humaniteit.
Onderlinge liefde, onderlinge hulp. De aan
sprakelijkheid der menscheu is het antwoord op
de medeplichtigheid der geheimzinnige feiten.
Zoo wordt op aarde de derde term gegrond
vest van de groote humane formule: Broeder
schap. De regeeringen zijn een beletsel tegen
de Vrijheid en tegen de Gelijkheid; deze zullen
op hun tijd komen, en gewis de Vrijheid on
danks de monarchie, de Gelijkheid ondanks de
aristocratie. Maar de Broederschap, dat is de
dour, die opengezet wordt, dat is de beurs, die
wordt lediggeschud, dat is de band, die onder
steunt. Hoe zou dat te beletten zijn? Welnu,
weet dan, onder die helpende band wordt de
grens uitgewiscbt, terwijl de beurs geledigd
wordt, worden de harten vol, door die geopende
deur treedt de toekomst binnen. Wordt Spanje
gewond, dan bloedt Frankrijk; de slag die
Murcia treft, bereikt ook Parijs. Parijs is de
hoofdstad der wereld; en elke smart der wereld
is een smart voor Parijs.
Victob Hugo".
Zoo luidt bet eerste stukje van de afdeeling
„tekst" van bet blad ParisMurcie. Er liggen
schoone gedachten in opgesloten, al kan men
ook veilig het bombastische slot er af nemen.
Door er dit af te nemen zon bet zelfs winnen
doch wij zijn al aan de monomanie van den
grijzen dichter gewoon, dat men om waarlijk
zijn broeders te zijn, toch eigenlijk eerst Fransch-
nian moet worden en vervolgens zien op te
klimmen tot den rang van Parijzeuaar.
Inderdaad, er is iets aantrekkelijks in, de
rampen te bestrijden door kracht van humani
teit. Victor Hugo bedoelt daarmede evenwel
toch niet veel meer dan geld geven en de van
dak beroofden herbergen. Dat komt neer op
de oude moraal: geeft aalmoezen, weest gast
vrij, helpt elkander.
Nog eens, daar is veel schoons in. Als alle
menschen die les ijverig ter harte namen en
met daden beleefden, daar zou vrij wat leed
slechts van korten duur zijn en niet zulke kan
kerende, vaak ongeneeslijke wonden zouden er
zijn in het lichaam der maatschappij.
Maar de les vau Victor Hugo gaat uit van
de veronderstelling, dat we inzonderheid de na
tuurrampen, of, wil men, de slagen van Hooger
Hand moeten beelen door humaniteit.
Hierbij komt een bedenking te pas, die ons
dezer dagen in den geest kwam, bij het lezeu
der klaagtonen uit en over de overstroomde
streken langs onze rivieren. De bedenking is
deze: mogen we wel voetstoots telkens van
natuurrampen of slagen van Gods hand spreken
als er zoo iets gebeurt wat algemeen liever niet
gezien was, en wat, volgens den onden sleur,
niet had kannen voorkomen worden of buiten
de menscbelijke maclit lag?
Hoeveel zou er onder de rubriek „opgelegde
rampen" wel geplaatst worden, dat daar geens
zins op zijn plaats is, maar integendeel moet
aangemerkt worden als 't natuurlijk gevolg van
verzuim, van eigen schuld dus?
We willen biermede niet zeggen, dat elke
overstrooming aan de slachtoffers daarvan zeiven
te wijten is, gansehelijk niet; het tegendeel is
dikwijls het geval. Maar we bedoelen, dat wel
eens de vraag dient overwogen te worden of
niet vele overstroomingen bij ons te lande, be
paaldelijk de telkens herhaalde langs Maas en
Waal, wel degelijk te wijten zijn aan 't ver
zuimen van de menigvuldige middelen, die de
wetenschap en de techniek aan de baud doen
om ze te beletten, ja, menschelijk gesproken,
onmogelijk te maken?
Hoe komt liet dat Zeeland en Noord-Holland,
vroeger zoo menigmaal door watersnood ge
teisterd, daarvan sedert vele, vele jaren schier
niets meer hebben te lijden gehad Is bet
niet door een uitmuntend ingerichte en zorg
vuldig onderhouden, zij 't dan ook kostbare
bedijking en oeververdediging?
En als we nu door mannen van bet vak
kooren beweren, dat de Waal en de Maas zeer goed
afdoende te leiden en te beteugelen zouden zijn,
als men dat werk maar eens ernstig aanvatte
en als men maar een einde maakte aan de tot
nu toe gevolgde kwade gewoonte 0111 zelfs door
kunstwerken den last des waters naar zijn
buren te schuiven, dan beweren wij dat Neder
land om zijn watersnooden te beklagen is, ja,
doch te bestraffen ook.
Waarlijk, al wat natuurramp heet is 'tniet.
Er loopt veel onder wat men met volle recht
aan de lauwheid en traagheid van wie 't aan
gaat mag wijten en niet aan de natuur of aan
iets hoogers.
In den vorm van giften en gaven, aalmoezen
en offers moet, haast op gezette tijden, de
Nederlandsehe natie de kosten dekken van de
gevolgen der verzuimde afdoende verbeteringen
van waterafvoer en rivierbeddingen. Manne
lijker zou zijn den kamp tegen het water ernstig
te voeren, met spade en meetsnoer bestuurd
door 't genie onzer waterbouwkundigen. Veel
mannelijker dan bet klagen en jammeren over
die wrecde natuurrampen, die wij per slot van
rekening nog goed maken met aalmoezen, lote
rijen en liefdadigheids-pretjes, ons daarbij diets
makende, dat we toch nog liet aloude welda-
digheid-lievende volk zijn. Men ,zegt, dat de
smalle gemeente en zelfs velen die daar boven
staan, in de gewoonlijk met watersnood be
zochte streken, oin 011s medelijden in bet vuistje
lachen, in stilte biddendeals we maar om de
vijf jaar een overstroominkje hadden! We
willen niet bitter zijn en laten dit rusten. Maar
zij, die 't weten kunnen, beweren dat N.-Bra
bant en Gelderland afdoende te beveiligen zijn,
ofschoon wezenlijk onvoorzienbare rampen
daarmede niet voor goed uitgesloten kunnen
worden. Welnu, laat dat dan ook eens ernstig
onderzocht worden.
Met ingenomenheid begroetten wij daarom
da stappen door onzen Minister van Water
staat gedaan, om tot juiste kennis van den
toestand te geraken en tot liet ontwerpen
van plannen tot wezenlijke hulp van N.-Bra-
bants N.-Oostelijk deel. Wij zijn geen water
bouwkundigen, maar meenen toch gronden te
hebben, om bet er voor te houden, dat als de
Maas geleid, beteugeld, desnoods verlegd werd
voor een deel, ook de Waal zon geholpen zijn
en de beschuldiging zou vervallen, dat Gelder
lands grondeigenaren zich zei ven beveiligen, doch
er Klein-Spanje en de beurs van 't „Weldadige
Nederland" voor laten bloeden.
ZIE EI IC ZEE, 16 Januari 1 8 8 0.
Naar we vernemen zal de tweede Nulslezing nu
binnenkort plaats hebben. Van de vertraging daarin
was 't isolement ook al de oorzaak.
Volgens den schrijver der //Brieven uit de Eesi-
dentie" in het Z. Dagblad gaat er in de politieke
kringetjes en clubjes der residentie vrij wat om. Een
partij lCnppeijne, met grondwets-herziening, algera.
dienstplicht enz. in de vlag, is bezig zich te vormen.
In die partij of club zijn al de leden van het vorige
Kabinet uitgezonderd Gleichman. Van Eees is er dus
ook in begrepen.
Onder de twaalf apostelen van den Standaard moet,
volgens dien schrijver, nog al verdeeldheid heersohen
eenigen hebben neiging naar links, anderen niet en
onderscheidenen van hen volgen slechts met weerzin
de pertinente bevelen van de Standaard, d. i. van
hem die daar achter zit en wiens dictatuur men zich
op den duur niet zal laten welgevallen. De beer
Groen beeft nimmer de slaafsche onderworpenheid
geëisclit, die sinds eenigen tijd en gedurig strenger
van de anti-revolutionaire leden gevorderd wordt.
Het aftreden van den lieer Elout moet in verband
gestaan hebben met de blindelingsche discipline, die
de Standaard eischt, en waaraan de heer Elout zich
op den duur niet kon onderwerpen.
De Haagsche briefschrijver van het Z. D. meldt:
ook mijnerzijds kan ik het gerucht tegenspreken, dat
Z. K. H. de Prins van Oranje bestemd zou wezen
tot stadhouder van Luxemburg. Wel werd in de
laatste dagen over liet benoemen van een stadhouder
gesproken, maar toen noemde men den naam van
graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis. De zaak moet
echter weder zijn afgesprongen.
De uitslag der verkiezingen te Amsterdam en te
Leiden is, dat te Amsterdam gekozen is mr. J. P. Eoetert
Tak van Poortvliet, de liberale kandidaat, met 952
van de 1518 uitgebrachte stemmen. De heer A. M. J.
Hendrichs (cler. en cons.) heeft 420 en de heer
H. W. van Marle (anli-rev.) 125 stemmen bekomen.
Te Leiden (waar de stad geheel opgaat in liet
platteland) is gekozen de lieer J. II. Donner (anti-rev.
en ultr.) met 1021 van de 1666 stemmen. De lib.
kandidaat kapt. W. Eooseboom verkreeg 462, jlir. van
den Berch van Heemstede 142 en baron van Eheuen
31 stemmen.
Onze Elout wordt dus vervangen door onzen Donner.
De heer F. Domela Nieuweuhuis, de kandidaat der
algemeeustemrechters, verkreeg te Amsterdam 5 st.
Bij de verkiezing van een lid der Prov. Staten in
het hoofdkiesdistrict Middelburg zijn uitgebracht 5S5
geldige stemmen. De uitslag is herstemming tusscken
de heeren mr. Lambrechtsen van Eitthem, die 253,
en Snijders, die 214 stemmen verkreeg.
Aan de nieuwe rijtuigen der Eotterdamsche Trainway-
maatschappij zullen veiligheidstoestellen worden aau-
gebracht, ten einde ongelukken te voorkomen en om
op de rails liggende voorwerpen te kunnen verwijderen.
Men zal een onderzoek instellen om ook aan de oude
rijtuigen die toestellen aan te brengeu.