Buitenlandsch Overzicht. Binnenkort zal de Groothertog van Mecklenburg- Schwerin, die verleden jaar eenigen tijd te Amsterdam vertoefde als patient van dr. Mezger, andermaal eenigen tijd in liet Amstel-Hótel komen logeeren, om zich nog eens onder behandeling van dien geneesheer te stellen. Mevr. de wed. A. van der Hoop, te Amsterdam overleden, heeft aan het bestuur van het Vondelspark een sora van f 12000 gelegateerd ten bate van ge noemd park. Het gerucht, dat de heer Henri Morriën te Ant werpen krankzinnig zou zijn geworden, is gebleken onjuist te zijn geweest. De heer Morriën heeft zelf in een brief aan een zijner vrienden te Amsterdam de zaak opgehelderd. Hij had in den nacht van 22 op 23 December, te Antwerpen zijnde, waar hij ook de voorstelling in den schouwburg had bijgewoond, een geweldigen aanval van koorts in het hoofd ge kregen, en zijn ijlen enz. zal aanleiding gegeven hebben tot liet gelukkig onware bericht, dat hij 't in liet hoofd had gekregeu. De onlangs te Samarang begonnen verkoopingen bij executie wegens niet betaalde belastingen zijn mislukt en tot een bespotting geworden door de wijze waarop het publiek heeft geboden op de voorwerpen, die ter tafel werden gebracht. Men ging n.l. opbieden met 25 ets. tegelijk en klom daarmede op tot vele honderden guldens voor één enkel stuk, zonder nog tot toeslag te kunnen geraken. Daar er meer dan 300 executies aangezegd waren, zouden de verkoopingen op die manier jaren gaan duren. De Regeering heeft nu gelast, dat de executoriale verkoopingen ook bij inschrijving zullen kunnen gedaan worden. Het valt in 't oog, dat ook deze manier in het water kan vallen bij eenige medewerking van het publiek in 't belang van den geëxecuteerde en dus tegenwerking \an den fiscus. Algemeen schijnt men in Indië tegen het belasting betalen te zijn en bijzonder tegen de wijze, waarop te Samarang de patent-aanslagen gedaan zijn. In de Arnhemsche Courant werd evenwel dezer dagen opgemerkt, dat de Samarangsche firma's groofendeeis zelf de schuld zijn van denuitslag, die de beschrijving in de patent-belasting daar gekregen heeft. Geen enkele firma had n.l. willen gevolg geven aan de uit- noodiging door de administratie gedaan om mede te werken tot het verkrijgen van de noodige kennis van de toestanden. Er was slechts onwil en tegenwerking en daarvan moet men nu de gevolgen ook maar dragen. Hoe gewichtig de belangen zijn, die aan den Araster- damschui gemeenteraad zijn toevertrouwd en hoe hoogst belangwekkend de discussiën, die daarover in dat collegie op zijn pas werden gehouden, dit alles heeft toch niet belet, dat zij op 't laatst van 1879 zijn uitgedraaid op 't geen doorgaans 't einde is van alle conversatie in gezelligen kring. De laatste zittingen waren gewijd aan de faecaliëu en den daarvan onaf scheidbaren naam van Liernur. Met pakken onder den arm kwamen de ijverigste leden ter vergadering; wel te verstaan niet met pakken vol faecaliëu, maar vol verhandelingen, bespiegelingen, statistieken en ont boezemingen over dat onderwerp. Dat alles werd ten beste gegeven. In allerlei vormen van relhorica was 't gegoten, nu eens pathetisch, dan didactisch, dan lyrisch, bij afwisseling sntyrisch en komisch, soms overvloeiende van poëzie, dan dor en droog als guano uit de voorwereld. En 't resultaat was, dat men 't op 't gewichtige punt der faecaliëu nog in lange niet eens is. Naar mate dit onderwerp meer een voorwerp van diepgaande studie der geleerden en practici is gaan uitmaken, blijkt het ook meer te behooren tot de reeks van geheimnissen, die vooralsnog voor geen ontsluiering vatbaar zijn. Dat zal nog lang 200 duren. En mogelijk niet lang; want zoodra een geniale kop komt opduiken met een stelsel dat nog duurder en nog complexer is dan dat van Liernur, gaat die met de belangstelling strijken en treedt het vraagstuk een geheele andere phase in. 't Onderwerp is voorshands nog onuitputte lijk, en ofschoon een oude geschiedenis, toch blijft ze immer nieuw. Naar liet Vaderland verneemt is tegen H. A.Tlien Bergh, gewezen directeur der Rotterdamsche Handels- vereeniging, door de Rechtbank te Rotterdam rechts ingang met bevel tot gevangenneming verleend, wegens valschlieid in geschrifte (yalsche balansen), en is hij op verzoek onzer Regeering te Dresden gearresteerd. Zijn uitlevering is bij de Saxische Regeering aange vraagd en zal zeer zeker binnenkort worden toegestaan. Wordt hij uitgeleverd dan zal hij voor het gerechtshof te 's Ilage moeten terechtstaan. In de StaaU-Courant is namens den Minister van Buitenlandsche Zaken ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat blijkens inlichtingen van den Ned. ge zant te Brussel, aldaar niet die gunstige gelegenheid bestaat om aan werk te komen, waaromtrent hier te lande geruchten liepen en waardoor velen verlokt waren zich naar Brussel te begeven, meenende dat daar volop werk te vinden zou zijn. Het is in België even slap als hier en 't. zou slechts teleurstelling baren aan de werklieden, die 't daar gingen zoeken. In den Gemeenteraad van Vlissingen is een ontwerp- hondenbelasting behandeld, waarin voorkwamen twee klassen van honden, resp. belast met f 4 en f 2. Het onlwerp is verworpen. Een belasting op publieke vermakelijkheden werd in beginsel aangenomen. De Gemeenteraad van Goes heeft op prae-advies van Burgera. en Wetli. afwijzend beschikt op de adressen van de kerkeraden der Ned. Herv. en der Afgesch. gemeente, strekkende om afschaffing der kermis en van de kermisvertooimigen op de toondagen te verzoeken. Met 1 Januari 1880 zal de herziene Latijnsche munt-unie in werking treden. Volgens de bepalingen hiervan zal van dien tijd af slechts de volgende zil veren pasmunt in omloop blijven: 1°. Fransche 2 en I francstukken van 1866 en volgende jaren, 50 en 20 c. stukken van 1864 en volgende jaren; 2°. Belgische, Zvvitsersche en Grieksche munten van 1864 en volgende jaren. De Italiaansche pasmunt verdwijnt dus geheel. Er blijven slechts in omloop en er worden na dien tijd slechts geslagen munten, die in gehalte, gewicht en middellijn gelijk zijn. De buiten koers gebrachte munten worden 11a 1 Jan. nog door de staatskassen aangenomen, maar niet in gewisseld. In de toekomst zullen de zilveren munten in de staten der unie wettig betaalmiddel zijn, tot de som 'van 50 fr. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft op zijn verzoek aan H. D. adj. in buitengew. dienst, den gepens. gener. der inf. H. F. K. Duijcker, eervol ontslag verleend als kanselier der beide Nederl. orden en in zijn plaats benoemd den gepeii9. vice-admir. F. F. A. Gregory. Benoemd tot conservator bij de bibliotheek der Rijks-universiteit te Leiden de heer Louis D. Petit, boekhandelaar te Amsterdam. Voor 1880 is tot secretaris van den Geneesk. Raad voor Zeeland benoemd dr. J. P. Berdenis van Beriekom te Middelburg. De Min. van Waterstaat enz. heeft bepaald, dat de door middel van de hectograaf vermenigvuldigde stukken voorlaan tegen tarief der gedrukte 9tukken met de post kunnen verzonden worden, wanneer ze met minstens 25 exemplaren tegelijkertijd ter post worden bezorgd. Zij moeten voorts voldoen aan het vereischte, dat het stuk een karakter van algemeenheid bezit en dat al de exemplaren volkomen met elkander overeenstemmen. Kunst en Wetenschap. Hepworth Dixon, de bekende Engelsche letterkun dige, is overleden. Hij was geboren in 1821 te Newton Heath; van 1853—>'69 was hij hoofd-redacteur van het Athenaeum. Hij schreef 0. a, biographieën van William Penu en Bacon, verder //New-America", waarvan in 1869 een 8e uitgaaf verscheen, //Spiritual Wives", //Free Russia", //History of two queens: Catharine of Arragon and Anne Bolyn," enz. Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz. Te Bergterblijt (Limburg) is een hofstede afgebrand. Te Valkenburg (Limburg) is het hotel Vossen af gebrand. Te Boston heeft een groote brand voor 21/3 mil- lioen dollars schade veroorzaakt. Te Wolvega is een hofstede afgebrand, waarbij ook 2 paaiden en 22 koeien zijn verbrand. Te Trier is in de jongste koude dagen een zuigeling in de wieg doodgevroren. In het Boheemsche dorp Hotlowitz zijn 14 kinderen, die bij een vorst van 20° R. uit school huiswaarts keerden, in de sneeuw verdwaald geraakt en dood teruggevonden. Te Haarlem is een man overleden aan de gevolgen van een val van het paard. Te Waimeperveen is gestolen in een huis door twee gezinnen bewoond. Bij den eenen werd f 10 en een zilveren horloge, bij den anderen bewoner/200 vermist. Een gouden oorijzer is door den dief niet gevonden. Op de Scliooneveldsche banken, naby het lichtschip van de Wielingen, is gestrand en vermoedelijk weg de Engelsche bark //Alexander Mackenzie", kapt. Homeword, van New-York naar Antwerpen met graan. Het volk is gered. Te Parijs zijn door het springen van een stoom ketel zes personen omgekomen. Op het Amstelveld te Amsterdam is een man door de gladheid .doodgevallen en in het. Achterom in den Haag heeft een juffrouw, door de gladheid vallende, een been gebroken. Te Andel is een jongentje van 6 jaar in een bijt gevallen en verdronken. Aan den spoorweg te Amsterdam is een sjouwerman een voet verbrijzeld door een voortgeduwden waggon. Ook is te Amsterdam een man overreden met doo- delijk gevolg door een beladen handkar. Te Meppel is een schuur van een bakker afgebrand. Te Schermerhom is het logement met pakhuis eu burgerhuis van mej. de wed. Ivangh afgebrand. Aan den jaagweg naar Hoorn is een burgerwoning afgebrand. Te Abbenbroek is de hofstede van den heer de Jongste afgebrand. De geheele oogst, 13 paarden en 30 runderen, zijn daarbij verloren gegaan. De huis- genooten konden zich maar te nauwernood redden. Te Epe is een dubbele woning afgebrand; ook een paar geiten en een koe zijn daarbij verloren gegaan. I11 de kerk aan den Goudschen Singel te Rotterdam is Zondagavond een begin van brand geweest en ge lukkig nog tijdig gebluscht. Denkelijk was de brand door een stuk vuur uit een stoof ontstaan. Een gedeelte van den houten vloer is verbrand, de schade gering. Laat ons niet vragen of de vroegere jaren beter waren dan de tegenwoordige; reeds Salomo heeft die manier van beschouwing afgekeurd en behalve dat we niet wijzer willen zijn dan hij, komt alles in ona in verzet tegen het mistroostige idee, dat de wereld een kwaad, liet heden misère en 't verleden niet veel beter dan dat zou wezen. Wij zijn optimist in 't algemeen en willen dat blijven en dwalen dan liever in illuziën dan 111 disilluziën. Maar dit neemt niet weg, dat, als men voor een wijle 't geheele tafereel uit het oog verliest en zijn aandacht meer bepaald vestigt op een of ander détail, de gewaarwordingen niet aangenaam, de onwillekeurig opkomende bespiegelingen niet opwekkend zijn. Verloren jaren zijn er niet. Als er een doel van alles is, kunnen ze er niet zijn; dan kan er geen enkele schalm in den keten des tijds ontbreken. Anders zou meu haast van 1879 zeggen: een verloren jaar, een van die jaren, waarin alles als 't ware zoo in de dikke mist der ondoorgrondelijkheid gehuld is geweest, dat aan 't einde er van slechts vragen en twijfel over blijven. Vragen: waar moet liet heen? Twijfel aan de wezenlijkheid van zooveel, dat tot dusver daar voor doorging, twijfel aan de vooruitgaande bewe ging- van alles. 't Was een kwaad jaar. In de politiek der staten onderling kan men niet zeggen, dat in 1879 iets ge wonnen is; geen enkel groot internationaal vraagstuk werd opgelost. De boedel van 1878 ligt grootendeels nog als onaangeroerd, ja hier en daar verwarder dan ooit. In de binnenlandsche politiek der verschillende staten, de pessimist zou zeggen geen vooruitgang maar veeleer 't tegendeel; en 't zou niet tegen te spreken zijn. Wat hier en daar 't gezag aan uiterlijk vertoon raag gewonnen hebben, 't heeft zeker meer verloren aan innerlijke kracht en stabiliteit. Let op Rusland, Duitschland, Italië, Spanje, Frankrijk eu Engeland. Wij twijfelen zeer of een van deze aan innerlijke kracht heeft gewonnen. Van de kleinen zullen we maar niet spreken. Krijgslauwriereu werden er behapld. Door Engeland in 't verre Oo9ten en 't verre Zuiden. Zullen niet vele duizenden Engelscheu zich inwendig over zulke laurieren, zoo behaald, schamen? Door ons in Atjeh. Maar is 't niet pijnlijk dat degenen zelf, die ze ver worven hebben, elkaar zooveel verwijten, dat de leek, dat gekijf hoorende, geneigd moet zijn uit te roepen maar dan hebt gij daar lauweren geplukt bij ongeluk of in uw onnoozelheid. En is 't ook niet bedenkelijk dat de vraag geopperd i3 of wij nog wel rijk genoeg zijn om ons de weelde van veroveringen maken te kunnen veroorlooven, en of de Afjeh-oorlog ons koloniaal bestaan niet voor goed heeft gecompromitteerd! Een kwaad jaar is 't geweest voor handel en in dustrie. 't Is zoo, de statistiek leert en bewijst met cijfers, dat er tegenwoordig jaarlijks meer schepen elkander in den grond varen, dan er vroeger in 't geheel de zee bevoeren. Maar toch, er is niets anders dan klagen vernomen over achteruitgang der scheep-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1880 | | pagina 3