Binnenland. machine maai aan den gang is, dan gaaiaiies 7&o ze'f en 't gaat er maar op los alsof de duivel hen op de hielen zit. Laat ons daarover den modernen zeeman niot barder valicu dan billijk is. De omstandigheden lormen lism zoo. Hij wordt ondanks zich zeiven eec onbesuisde vlieger, die gevaarlijk is voor de voorbijgangers; rij wordt dit zonder het zelf te weten. Misschien gaat hij ten laatste zelf inzien als hij op een nimte van 500 uren 'ang en 500 uren breed een armzalige bark in één zet middendoor heeft gevaren en de twee helften ter weerszijden van zijn fabriek an snelheid eD kracht heeft zien verzinken, t Is dan echter wei wat iaat om nog' voor zichtigheid te leeren. De eisch der snelle reizen en 't gemakkelijk gebruik der stoomkracht leidt er toe, dat er tegenwoordig ook gevaren moet worden op tijden en gelegenheden, die men vroeger voor liet voort zetten der reis minder geschikt achtte, b.v. bij nacht, bij mistig weer, bij stormweer. Bijdraaien eu „gelegenheid afwachten" is nagenoeg uit de mode. Niets ontziende, de elementen trotsee- rende, den mist met een verachtend schouder ophalen bejegenende, den stormwind braveerende, den tegenwind bespottende en uitfluitende, stuift het stoomschip als een ongetemd en ontembaar monster steeds vooruit, op het doel af, door de hindernissen en over de hinderpalen heen, steeds vooruit, recht voor zijn aangezicht henen aio de monsters uit den Apocalypse. Wee dan het minder vlugge, 't nagenoeg weerloozc zeil schip, Jat door den sumwesdau dolleman in zijn vaart ontmoet wordt! Wee 't vissebei'3- vaartnig, dat met gestreken zeilen te eenemale weerloos ligt te dobberen, wachtende op legenherj"Zij worden onbarmhartig verm.,ise!d door het snelgewiekte monster, dat ioor zijn eigen snelle vaait niet eens meer -ijken kan ai wilde 't dit ook. Een andere oorzaak dei <eie aanvaringen meenen wij te moeten zie in do groots mate van nauwkeurigheid mes welkt de koersiijnen der stoomschepen -v eden bepaald en zooveel iaogeiijk gevolgd, t Snelvarende stoomschip is als een soorf van spoortrein, dÏ6 zeli's zjju rails medebrejgt, deze gedurig voor zich uitlegt en ze d-.- ma ar volgt, met werktuigelijke nauwkeurigheid, die noodlottig wordt, zooira er iets iD den weg komt, 't zij een van Je andere zijde der lijn komend stoomschip, {of andors een zeilvaartuig door 't noodlot op :1e haan gebracht. Het gemak, waarmede doorgaans het stoop- schip zijn geïmproviseerde rails langs locj{,, vaak op 't uur af aankomende aas zijn eind station, leidt wederom tot die bovengekenschetste zorgeloosheid. Bij deze redeneeriugen veroude 'stellen wij, dat de meeste aanvaringen geschieden deer stoomschepen ouderling, of door etoorasohepeji met zeilvaartuigen. Wij gelooven, dat deze veronderstelling ook juist is. Meestal zijn het :,toomschepeu, die de ongelukken te weeg brengen. Met zeilvaartuigen zijn de gevallen van botsing vee! minder talrijk. Het behoeft waarlijk niet gezegd te worden, dat verbetering ia deze, zoo zij mogelijk is, zeer wenscheiijk, ja gebiedend noodzakelijk is. Het is de vraag maar: is die .erbctemg mo gelijk Wij gaan niet medemet hen, die zeggero och. dat is nu zoo eer.;gevolg van de omstandigheden, waarin wij leven, het is ook een tafereel uit dèu algemefl< eu strijd om het bestaan, een strijd die met feu dag vinniger, onbarmhartiger wordt en waarvan noodwendig dezen en genen de siachtoifers moeten zijn; 't is een gevolg van de algemeens koortsige drift, die d6 menschsn voortjaagt naar htm doel: brood, geld verdienen. We gaan daar mede niet mee. We achten bet de plicht der zeevarende natiën de aandacht te wijden aan het groote kwaad der aanvaringen, en dan naar middeien te zoeken, om dat te r «minderen, het terug te brengen tot die zeldzame gevaiien, die wei altoos zuilen blijven voorkomen, dat, menscheifjker wijze gesproken, niemand het heipen kan, dat het ongeluk gebeurt, omdat de elementen en die alleen er de oorzaak van zija. We vermoeden, dat in 9 van de tien gevallen van. aanvaring, beide partijen, althans één er van wezenlijk schuldig zijo aan het ongeluk en het haddeu kannen voorkomen. Er wordt zorgeloos gevaren, dit komt telkens aan liet licht als eeu of andere groote ramp een meer ernstig onderzoek uitlokt dan ge woonlijk wordt ingesteld, 't Is of men minder zijn verstand noodig acht naarmate men meer met dm stoom gaat doen. Meu stuwt bet schip voort met stoomkracht, goed; men stuurt het met stoomkracht, ook goed, dan verkleumen den roergangers de handen niet; maar het is hoogst onvoorzichtig ais men nu ook gaat doen A de stoom het schip bestuurt en de drijvend: wereld bezielt. Dat is af te keuren, da' is straf waardig, dat moet veranderen. Eén aanleiding van ongeiu1" -eu hebben we nog niet genoemd, die we bi< aanroeren willen, omdat het geneesmiddel ioor de hand ligt. Die aanleiding is de vc lieerde hiërarchie, die meer en meer ingevoerd raakt vooral op de groote stoomschep1" Eigenlijk is daar selder niemand verent" oordelijk, omdat ieder voor zich ais een ,.k van de machine aaD een zeer beperkt gei'. rite v&u den gemeenschappelijken arbeid ve" oonden is. En ieder staat daar zóó op zijn ïeperkt terrein, is aan den eenenkant zoo b' jg daarbuitet te gaan en aan den anderen kan' zoo pedant om ook daarbinnen in aan- mei king te nemen dat toch al de belangen van elks bijzondere plichtsbetrachting afhangen en om niet te erkennen, dat vier oogen meer 7 ,n dan twee, dat ieder zich ten slotte alleen jin zijn kringetje bekommert. Dit geldt van den minsten tot deal hoogsteu man aan boord; want vaak ziet ook. de gezagvoerder niet veel verder dan zijn kring, d. i. den salon waar de heeren quadrilleeren en de dames coquetteeren, alten er op uit. zijn zich te amuseeren en er zoo weinig mogelijk aan denken, dat- onder hun voeten de peiiiooze kolken van den verrader lijken oceaan gapen; en gereed zijn hen in 't eerste onbewaakte oogenblik het beste op te slokken. Het proza van de ouderwetsche zeevaart weinig ineer kennende eii do eigenaardige poëzie daar van ook niet meer smakende, zoekt haast al wat tegenwoordig ie zee bevaart, daar onder alle omstandigheden ''t dubieuse genot der boule vards, of van 't lafé-concert, of van Roete- meyer, of van 't rotte damessalon vol geur van parfumerieën en zwijmel van liefelijkheden, totdat onverwachts een rnonsterramp het op de vleugelen van den stoom gedragen tooverpaleis treft, een ongeluk dat had moeten voorkomen worden, dat een nisdaad is van ailen, dis er meer of min toe hebben medegewerkt. We zouden daarin bij elk voorkomend geval een zeer streng oijterzoek willen en zeer strenge vervolging eischec tegen de schuldigen, die eenig verzuim heboen gepleegd. Nb, er wordt aiderzocut, 't is waar. Maar de drijfveer daartoe is helaas doorgaans de kwestie i wie zal de assurantie-penningen be talen, wie zei dt aandeelhouders in schip en lading schadevergoeding geven in geld? Van meer aandrang móest Je vraag zijnwie heeft de enkelen, tientillen, honderdtallen ougelub- kigeri zoo maar door een lompigheid, door schromelijke zorgeloosheid, door onvergefelijke pedanterie door biperktheid van inzicht en uit zicht, uaar de ee?wigkeid gezonden? ZIEBIKZEE, 3 October 1 8 7 9. Het geval met de verkiezing van den heer du Te r dtf, Belliuchave is meer en meer gebleken een zen' ingewikkeld geva' te wezen. Het geeft overvloed va» Hof voor juristisohe, staatkundige en allerlei andere beschouwingen. Trouwens de gevallen zijn gelukkig zeldzaam dat, ge'ilk 'i hier in deze zaak heet, eigenlijk niemand iets kar doen om de gemaakte feut te he> stellen. Wij hebt en geen wets- en rechtskennis genoeg om al de reeds ten beste gegeven betoogen en adviezen 'tc ontleden en te waardeeren. Voor zoover wij zien 'kunnen, draait men in een cirkel, en als men dit m om een of andere .reden doen wil, dsn is dat lang v:l te houden. Het gezonde verstand van een ieder zegi ongetwijfeld, dat fis aan de stemming is deelgenomen door onbevoegden en wapn.ee: bovendien, gelijk hier, dit op den uitslag der verkiezing eeu beslissendtu invloed heeft kunnen hetïbêu, zulk een verkiezing niet van kracht kan noch mag yijn. Een verkiezing is geen zaak als b.v. de .rekking van een doodvonnis, de verbranding var een acte of welke handeling ook die, eenmaal gecJ'.an, noodzake!i|c gedaan moet blijven omdat hertel of tenietdoenh g der daad niet mogelijk is, Wir door onbevoegden is' afgevaardigd naar de Kame die mag daarin nie; toegelaten worden, dit zeg', het eenvoudigste oordeel, dunkt ons. Nu zegt "..en wel: de lijst was wettig, zij was vastgesteld enz. ergo moet de verkiezing ook we.tig zijn. Maar wij meenen dat als later aocfi terwijl de uiterste handeling d. i. hier de toelating nog niet heeft plaats gehad blijkt van onregelmatigheid, die de lijst niet vatbaar voor wettiging luaakt, dan ook de lijst als onwettig moet verworpen/en verbeterd worden. De Standaard zegt aan t slot van een uitvoerig artikel over de zaak: //De Slaten-Geueraal mogen de geloofsbrieven onderzoeken, doch omtrent de kiezers lijsten wijziging daar te stellen, behoort niet tot de bevoegdheid van dit Hoogs Ccdegie. Alleen is er bij de geloofsbrieven op te letten of er personen zouden hebben deelgenomen aan de stemming, die niet op lijsten der kiezers voorkwamen, en dan zouden zij zoo ze voorkwamen, de verkiezing kunnen doen vernietigen, zoo de door hen uitgebrachte steramen van invloed zijn geweest op de beslissing der keuze." Alles goed en wel; maar 't is ook niet noodigdat de Kamer de kiezerslijst verandere, dat wil niemand vragen. De zaak is deze: of msn willens en wetens van een lijst, waarop personen staan, die geen kieners zijn, kan zeggen dat het een //kiezerslijst" is. Het komt ons voor, uat de Kamer iemand niet mag toe laten van wien alleen blijkt dat hij gekozen is door medewerking van personen die geen kiezers waren. Of die personen op eeu lijst staan of niet, doet niets ter zake, zouden wij meenen. Men zal wel mogen aannemen., dat de te Har melen gemaakte fout niet met opzet is gemaaktmaar zulke fouten zouden voor het vervolg in de plaatsen waar kiezersfabrieken zijn, telkens kunnen gemaakt worden. Als dan de Kamer en de Begeering en de Hechter en allen daarbij zoo maar voor het fait accompli ge plaatst werden, zag het er mooi uit. Het Utr. Dagbl. geeft de mededeeling, dat als de door dat blad ontvangen inlichtingen juist zijn, de zaak wei spoedig zal uitgemaakt zijn. Er moet na mei. bij eeu onderzoek op last van den Min. van Binnen!. Zaken zijn gebleken, dat Burgem. en Wethouders van Karmelen in 1879 in het geheel geen lijst van kiezers hebben opgemaakt, noch .eeDig._beslu.it tof, verlaging van den aanslag op f 24 hebben genomen. Ten gevolge van verschillende omstandigheden, zon de nieuw benoemde secretaris een lijst hebben opgemaakt naar zijn begrip van de kieswet, zonder eeuigc.mede- werkiug van Burgera. en Wethouders. Door eeu geacht lezer is ons de opmerking gemaakt dat wij, dat stukje over de Amsterdamsche schutters in ons vorig uomtner opnemende, daaraan wel een enkele opmerkiug tot lof van onze stedelijke schutterij hadden kunnen verbinden. Gaarne erkennen we dat dii had kunnen geschieden: maar ieder hier ter stede en zelfs velen daar buiten zijn te goed overtuigd van de allergunstigste tegenstelling, die onze schutterij m alle opzichten maakt met de Amsterdamsche aan genomen dat deze laatste inderdaad zoo is, als uit dat stukje schijnt te blijken om nog een bepaald pluimpje in dit blad n'oodig te achten. De Zierikzeuche schutterij toont, en deed dit reeds jaren lang, da: een schuttercorps met ijverige, flinke officieren, een uitstekende zorgvolle en altoos wakkere //moeder-''', een net en geoefend kader en goedwillige burgers wei degelijk een corps kan zijn, dat men met pleizier ziet en niet een voorwerp van bespotting. We durven en willen ook geen kwaad spreken van de Amsterdamsche officiereu; we kennen ze niet en we vertrouwen dat er behalve de ongeschikte ook wel goede onder zullen wezen. Ztsker is 't echter, dat wij hier geen zulke wanwillige, lorrige schutters kennen als er te Amsterdam schijnen te zijn in menigte. Trouwens we vertrouwen dat als er eens een enkele Piet, onverschillige of onwillige voorkwam, al waren 't er zelfs twee of drie, de kommandant met de zijnen die klanten wel zouden weten klein te krijgen en te zetten waar ze behooren, terwijl het corps 't ais een eer zou beschouwen van die onteerende bestand- deelen gezuiverd te worden. Daarom alle lof ra» de Zierikzeesche schutterij! Men zal deze niet met de Amsterdamsche over één kam scheren. Het Paleis van Justitie deelt mede, dat A. T de Jough zich tegen het veroordeelend vonnis va- gerechtshof te Amsterdam, in cassatie heeft voorzien. De slagers te Assen en ook enkele slagers te 's Hage hebben het ïuudvleesch tien cents per Kilogram miader gesteld.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1879 | | pagina 2