voor het arrondis- settfflt Hg. No. 84. Woaasdag 13 Augustua 82ste jaargang NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD KÈtENACHTIGE DAGEN. eh: 7I Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRjJDAG avond uitgezonderd op FEESTDAGE^ 1 PrijRier drie maanden 1,Franco per post/ 1,— ^|&Afzon derlij k e nonimers 5 cent, met Bijblad 10 cent. pot 'JIJS DER A D V E RIE N TIE M Per gewone. regel 1.0 cent. Hu we. ij ka-, Geb(hi«^e en Dooibericbten van 16 'egels 60 cent.. Dienstaanbieding!, i an 15 regels, mits .jontantbetaald. Il)e stalkeo. de redactie betreffende, elieve men uiterlijk een «lag v«or lie uitgave in te zenden ®an den uitgever H. UKtHHAHi. gaarne iu April of Mei eea zacbt buitje zi: neerdalen om 't gras to doen opschieten, d: iOver e östging aan zee zijn vaak schoone weien en tuinen op te friafchen en de jong ïiederer «zongen. De zee heeft ons volk bladeren te groenen; of mi ik er tegen hei n weg tot rijkdom aangewezen en ze is, als de regenvorst, wanneer pjn tijd is gekomen 'er nidan 't land, het, tooneel onzer groote ons t'.fucjai' e geweest. De zee vormt ie brug. knd of fecieft* t. 65% 78% 100% UH'li» Hih 15% WW i I-MA 51 if ons verbindt met het schoons land, dat i in 't.-Oosten slingert om den evenaar, in kort; jzonder de zea zou Nederland gewis zijn Wat het is, 't zou zelfs geen Neder - zijn. och iupi't ook die ligging hare eigenaardige •ighedii. Wanneer we de schatten gouds laten (lie 't oir kost om 't hoofd boven te en,' tiïjjfc ei nog een berg verdrietelijkheid in dffi vorm van vocht. Vocht in allerlei Mite. 'en van alle windstreken op ons toe- tnèude.De zee zendt ons onophoudelijk overtollig deel en de hooge landen sturen, vjj diarva. niet en zij wel krijgen, naar Sff'h I sï'ii 88«t I 44Ö111 5''-!, 57 bedeelt met wat wa ku eenmaal hebbei moeten, maar laat hij dan ook zijn tijd ai wachten en ons 't weinige irooie weêr gunnei dat er over kan schi'-bm: v«4 is't toeli ai niet; Waar ik tegen o kom of teren op zou komen indien 't hielp, is dit, uat ve onze heerlijk! zomerzon missen, dat we op dagen, waarin warmte ons behoorde te vjrkwikken, de ede nijdige regenbui na de södeve hooreu ne r- storten, regenbuien, die *1 onze zomerp.!,i wegspoelen, die onze ten'.., isiellings-terrein; r in modderpoelen omtooveriü, die de treineii ontvolken en onze uitsprjningr lokalen ledig doen staan, die onze feiten oplossen en de, zendingsfeesten, z-elft niet chtzien; regen-buien, die ons gemelijk en ocjteizierig maken en alle conservatie nat doer; beginne; en nat eindigen, wanneer we althais nog ltn>\ hebben tussohen al dio nattighei1 in conservatie te zoeken, In het eenige seinen, waarin ,e op andere jaren de lucht vrifcn toegang in onze woningen kunnen verleer; n tot 't opdrogen van de massa's vocht, die er in de drie anosre zijn binnengetrokken, moeen we nu ramen en dorren hermetisch sluiten,opdat wo geen vc- koudheid en rumathiek i.uden opdoen. C< avonden, die ons in een giukkiger zomer zeke; niet binnenskamers zouden inden, omdat 'i dan buiten zoo heerlijk pleegt te sjn, steken we thans vroeg de Lmp op, sluiten e ramen en blinden, ortt/e terug, zoodat we ten slotte alles moeten eigen. - Vandaar dat we maar zeer enkele in 't Waar tellen, waarop 't 24 uren lang blijft eD 'flaTtöa. wolkeiooze hemel een müf is, tceb bemint de Nederlander zijn grond snlou dien niet voor nog zooveel willen ruilen mat een andere plek des aardbodems. Deze tirade, die men dikwijls bij ultra-vader- larrlers aantreft, is we! wat sterk. Ik geloof da; die bewering onzinnig is, omdat 't, al be- slo'êtt we bij meerderheid van stemmen heen te trekken, büiken zon, dat 't onmogelijk is. Ken Volk kan zoo maar niet 't land zijner 58!lt| vaderen verlaten en elders een goed heenkomen ^'''■zoeken, We rijn met zooveel banden aan dit i3"::i|erf van overschoenen verbonden, dat we 't wel - moeten bewonen, hoe jaloerscb we ook zijn op tijdpassering in Augustus De maand, dio 9 een vastelands-klimaat en in onze vaderlands- gewoonlijk veel ie kort duet om alles te ge- J 40 liefde .zit dus volstrekt niet zooveel verdienste genieten wat we ons de vorige maanden «flals wo'we) willen doen voorkomen, aangezien voorgesteld hebben te zuilen re.'eten. De maand, we, om ons goed te houden, niet beter kunnen j waarin de natuur zich het rijb vertoont, trotsch g^'J doen da- ons schikken in de omstandigheden I op hare heerlijkheid! In idiiooifc volprezen 8' en 't lanf loven. maand worden we thans ri-r jid kletsnat zoo Er bfco ort nochtans groote nSö'ed toe, omdat j spoedig we een voet buiten jton 'en worden in desetdagen met een oprecht hart te doen, er meer paraplu's, demi-sai. .-inregenmantels nu de zomer oijna verstreken is en we maar versleten clan in een ec. ouderwetschen zooveel zomer gehad hebben, dat we eventjes November! hebben kunnen zien, dat 't toch wel mooi weer j Die niet tegen een nat pa.,opziet en water zijp, wanneer de regen maar beliefde op dichte schoenen heeft, laat h 't wagen een bonden. Dcch die schijnt er zooveel ver- wandeling te doen. Tien t®e# een, dat hij H»pen juist hier neêr te vallen, droeviger terug komt dan hij was bij 't heen- Jptlg ™eKl' aan een nieuwe editie van jjgaan. De natuur draagt baai bruidskleed nog, een nat ztmerclee! de baud is gaan leggen. maar 't is doorweekt van jaiineftranen. De tb- ken geen onaangenamer dagen dan regen- grond is een saaie brijmoeras; »o ge uw voet achtigeen mei alio mach! moetik mijnhumeui van der, straatweg afzet, weit het water bij bouwang ..jaden of t ,rdt abnormaal, zoo iederen stap onder de voeten ut, iedere tred spoedig W t s morgens een lucht met wolken een plas In de weiden looit het vee tot zie ot e regonstroomeo hoor neerkletteren. S over de hoven 'a het water en 1;.', hooi, reeds p,e ereer een wnderigên aag, ja een kleinen jin Juni gemaaid, ligt verrot ovr '1 land uil- storm boven der regen. De wind hardt ons, i gespr de regen die nu reeds een paar maanden duurt. Ik zie dolgraag het lieve, blauwe hemelruim eu snak naar een he< rlijke, zoele zomerlucht. Ik bemin de zon, het licht, het leven, niet de aschgrauwe tinten, het. doodscho waas van den regendag. Ik heb eea afschuw vau V.-,. kamer-atmosfeer in dezen tijd van 't jaar. Wé hehöoren thans niet aan on/.e woning maar aan natuur toe, uie anders zoo lief en vroolijk is, ttoch thans aldoor kniest en bitterlijk weent. Brri waar 'k zie, overal regen! Over 't gansche land hangt één zware, grauwe, onheil spellende wolk! Heiaas, dat 't zoo in meer dan één opzicht is. We zouden er overheen stappen, ofschoon *t reeds zeer erg is, wanneer de somberheid van 't weer. die alleen de natuur ongenietbaar voor ons maakt, zich tot 't weêr bepaalde, maar dubbel erg is 't dat die onheil spellende, dor.keraakende wolk niet minder waar hangt over ons politiek leven. Zoo ellendig -is men zich gevoelt door op een dag als deze, is zitten hunkeren naar een zonnestraal, die ■vc! vele malen dreigt door te breken, doch telkenmale door een regenbui de loef wordt afgestoken, zoo zwaarmoedig wordt men bij 't zoeken naar eenig onvervalscht licht in de duistere zaak, die we rninisteriëele crisis noemen. Er bestaat in deze dagen een treffende over eenkomst tusschen de grauwe woiken, die ons 't licht onderscheppen en ons den zomer ver gallen en die verschillende donkere wolken aan den staatkundigen hei iel ja, 't zou de vraag kunnen zijn of deze onpleizierige regenachtige dagen ook in verband staan met den ellendiger, ii.i: r 8 |7 NB. R. Illars rtikeler. HectoV Q ionen men ito Erwten dito 18-iiJ ■J'.'.* 8 kon f I 7 ...aiv dar, hij dewijl we angstig worden oor de zwarte wol- j toestand, waarin onze politiek zich bevindt, ken, die over ons hoentreklin, en beginnen in Dat die toestand betrekkelijk ongunstiger is ernst aan tijdpasseering te deken. Begrijpt eens, voor ons politiek zedelijk leven dan de weers gesteldheid voor de gemoederen en den grond, is zeker. Voor dezen zomer toeh krijgen we ontwijfelbaar schadeloosstelling on moeien we ook in den a.s. winter nog de gevolgen er van gevoelen in onze beurs, in den zomer van 't jaar 1880 is dat leed hoogst waarschijnlijk ge leden. Doch wie zegt ons hoe lang de malaise zal voortwerken, die over onze staatsinstellingen gekomen is en hoeveel jaren er noodig zijn om èn ministerie èn kamer èc partijen te' rehabi- üteerea iu de achting' van den burger? Droevige zomer, die van 't jaar 1879. Droevig, omdat we noch in de natuur, noch in de staat kunde de ware oorzji en kennen van den. benarden toestand, dóórdat, we er niets aan veranderen kunnen en tot stil berusten gedwongen worden; droevig vooral, dewijl we ongerust en zeer bezorgd de toekomst tegemoet gaan! V. -V.- '/jerili# - üe wind hardt ons, 'espreuk De vogeltjes staren eikaiüer verbijsterd doet bet Moe* -netter stroomen; een harde vorst kleurt 1 ons de wangen, maar de per 5 I 5 I de onophoudelijke regen, hah! die markt ons zeurig en jaitelig, verdikt bioed, *oX.' r tal- Vrt/Yrf Vir.y%„rr/,D -1 UUtlv arme dieren raken de kets kwijt, zoo ais wij en dan hebben vij altijd onze 't niet voort wil benevelt ons fl'enWe en vernauwt enten horizon, Niet ermcgeii an, goed. almanakken nop Die ui bij dat,alles goed gemust kan blijven, mij wet. Ik kaï 't helaas niet Ik heb een K0 'e ïieW ik on-1 hekel aan den reren, laat staan aan een bui, Binnenland. ZTERIKZEE, 12 Augustus 187 9. De Commissie van Oppertoezicht en Beheer over do Kweekschool voor Zeevaart te Heiden ?al op Maandag 25 dezer 's morgens 10 uur in genoemde inrichting een keuring doeu plaats hebben van jongens, welke bij 's Rijks Zeemacht in dienst wenschen te treden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1879 | | pagina 1