Door de Nederlandsche Maatschappij voor Tuin
bouw en Plantkunde, onder bescherming van Z. M.
den Koning, is de navolgende prijsvraag uitgeschreven
Eene duidelijke beschrijving en beoordeeling, liefst
toegelicht door eigen onderzoekingen van de verede-
lingswijzen (enten, oculeeren en dergelijke) voor planten
van verschillenden aard, met vermelding van de daar
voor gebruikelijke Noord- en Zuid-Nederlandsche,
ïïoogduitsche, Fransche en Engelsche kunsttermen.
Daarbij behoort de aanwijzing van de familiën, ge
slachten, voornaamste soorten en verscheidenheden,
waarop zij worden toegepast met het oog op entrijs
en wildstamvan den tijd, wanneer de bewerkingen
moeten geschieden en van verdere daarop betrekking
hebbende bij zon dei-heden.
De beschrijving dient door afbeeldingen (oorspron
kelijke of goede kopieën) toegelicht te zijn.
Voor een, naar het oordeel eener hiervoor te be
noemen Commissie voldoend antwoord, looft de Maat
schappij uit haar Gouden Medaille en Twee Honderd
Gulden.
De antwooi'den moeten worden ingezonden in de
Nederlandsche taalze mogen niet eigenhandig door
de mededingers geschreven zijn.
Het schrift moet duidelijk en gemakkelijk lees
baar zijn.
Zij moeten ingezonden zijn bij den Algemeenen
Secretaris-Penningmeester, H. C. Zwart te Amsterdam,
vóór of op den lsten Januari 1881, en vergezeld
gaan van een verzegeld briefje, voorzien met hetzelfde
motto, dat op de antwoorden voorkomt en den naam,
het beroep en de woonplaats van den inzender bevattend.
In de jaarlijksehe Algemeene Vergadering in 1881
zal het briefje, hetwelk het bekroonde antwoord ver
gezelt, geopend worden en zullen de overige, bij de
onbekroond geblevene behoorend, ongeopend vernietigd
worden. Terwijl het bekroonde en de onbekroonde
antwoorden later ter beschikking der inzenders blijven,
verbindt zich de schrijver van het bekroonde, dan,
wanneer dit uitgegeven mocht worden, hiervan 25
exemplaren kosteloos aan de Maatschappij af te staan.
De heer J. J. van Brederode zegt in de H. Ct.,
dat bij het raadplegen der oude oorkonden ten behoeve
van de Geschiedenis en beschrijving van Haarlem,
in 't bijzonder van de beschrijving der Bavo-kerk,
merkwaardige aanteekeningen zijn gevonden, betrekking
hebbende op den persoon van Lourens Janszoon, die
in lijnrechte tegenspraak zijn met de beweringen, door
dr. A. van der Linde in zijn geschriften blootgelegd.
Ter plaatse waar zulks behoort, zal men gebruik
maken van deze aanteekeningen de kronieken der 15e
eeuw (geen onderstellingen of beweringen) mogen als
dan haar getuigenis der waarheid in de schaal leggen,
tot handhaving van de eer en de eerlijkheid van het
getuigenis van zoovelen, die nu worden verguisd door
dr. A. van der Linde.
De heer Oscar Carré is voornemens te Amsterdam
een vast cirque te bouwen op een door hem aangekocht
terrein gelegen aan den Binnen-Amstel.
Uit Deventer meldt men, dat aldaar sedert drie
jaren een flinke kricket-club bestaat samengesteld uit
leerlingen van gymnasium en H. B. school, en opgericht
door een Engelschen jongen; een dergelijke club moet
te Zeist bestaan.
trent hun afkomst. Zij beweren n.l. afkomstig te
zijn van de Israëlieten en wel van Koning Saul. Zij
zelf noemen zich ook geen Afghanen; de meesteu
kennen dat woord niet. Zij noemen zich Patschtaneh
of ook wel Bin-i-Israël, d.i. kinderen Israels. Wanneer
zij soms door den vreemdeling wegens hun type voor
Joden gehouden worden, rekenen zij zich dit meer
als een eer toe, dan dat zij er een scheldnaam in
zouden zien.
Een andere groote merkwaardigheid van die land
streken is, dat zij zoo dicht bezaaid zijn met de
bouwvallen en overblijfselen van vroegere steden en
grootsche monumenten. Geen streek is zoo overrijk
aan steenen bewijzen van een hooge beschaving en
rijken bloei, waarin de oude bewoners des lands
moeten verkeerd hebben, doch waarvan de geschiedenis
grootendeels is verloren gegaan, althans nog in 't (luister
ligt. Nauwkeurige onderzoekingen zullen daar echter
nog wel veel aan 't licht brengen. In de meeste
dalen treft men die sporen van overoude tijden vau
grootheid en bloei aan. Hier zijn het de cyclopische
muurwerken van torens en kasteelen, ginds de over
blijfselen van kostbare waterleidingen, daar kolossale
standbeelden meer dan honderd voet hoog en de Egyp
tische sphinxen en de reuzen van Salzette naar de
kroon stekende. Elders weder bewondert men rots
tempels, indrukwekkend als die van Elefante en Ellora,
of grafgesteenten niet minder grootsch en trotsch als
de pyramiden van Ghize. Tusschen al die ruïnen
van een grootsch verleden huizen de eenvoudige geiten
hoeders in hun vilten tenten; langs den voet der
Dinsdag heeft Z. Exc. de Minister van Justitie,
mr. II. J. Smidt, zich in persoon naar 't stadhuis
vati 's Gravenhage begeven om daar namens Z. M.
den Koning diens voorgenomen huwelijk te doen aan-
teekeneu. De door de wet gevorderde afkondigingen
zullen derhalve plaats hebben op beide eerstvolgende
Zondagen.
De heer J. F. G. Meijer deelt aan het D. v. Z. H.
onderstaande genealogische tafel mede, waaruit blijkt,
dat onze aanstaande Koningin, evenzeer als Z. M.
Koning Willem III, afstamt van onzen Prins Willem IV.
Willem IV, Prins van OranjeErfstadhouder enz.
(sterft 1751). Huwt Prinses Anna van Groot-Brittanië
(sterft 1759).
Prinses Carolina van
Oranje. Huwt
Carel Christiaan, Vorst
van Nassau Weilburg,
(sterft 1788).
Frederik Wilhelm, ge
boren te 's Gravenhage
en gedoopt in de Groote
Kerk 1768, huwt
Louise von Sayn-
Hachenburg.
Wilhelm George Au
gust Hendrik Belgicus,
geb. 1792.
Prinses Helena Wil-
helmina Henriette Pau
line Marianne, huwt
Vorst George Victor
van Waldeck-Pyrmont.
Prinses Adelheid Em
ma Wilhelmina Theresia
van Waldeck-Pyrmont,
geb. 2 Aug. 1858.
HH. MM. de Koning en de Koningin zullen bij
hun intocht in de hoofdstad vergezeld zijn van de
volgende leden der vorstelijke familie, ook gedurende
's Konings verblijf te Amsterdam zijne gasten ziju
zullen, t. w. Prins Frederik, Prins Hendrik, HDs.
gemalin Prinses Marie, Prins en Prinses Von Wied,
allen met gevolg.
De Groothertog en Groothertogin vau Saxen Weimar
zijn verhinderd de feesten bij te wonen.
Ook de Prins van Oranje en Prins Alexander zijn
verhinderd.
Het geschenk, door de gemeente Amsterdam Z. M.
den Koning ter gelegenheid van zijn aanstaand huwelijk
aan te bieden, zal bestaan uit een zilveren tafel
middenstuk.
Aan de Noordbrabanter wordt uit 's Hage geschreven,
dat Z. M. de Koning voornemens is, in den zomer
van het volgende jaar met zijn gemalin al de hoofd
plaatsen onzer provinciën te bezoeken.
De N. R. Ct. bericht, dat het garnizoen te Amster
dam met 1 Mei a.s. belangrijk en blijvend zal worden
versterkt.
standbeelden, die Jt werk van geslachten moeten ge
weest zijn, zwerft de nomadische naneef van de gestorven
heerschers en beheerschten, die eens leven en bezieling
aan dat alles gaven wat daar nu in puin ligt.
Merkwaardig is de oude heirbaan of koningsweg,
die 85 mijlen lang is, over Herat, Kandahar, Ghasna
en Kaboel van Perzië naar Indië leidt, goed onder
houden en van afstand tot afstand van stations en drink
plaatsen voorzien is. Deze weg is volkomen bruikbaar
voor een legermaar de wegen door andere streken
van het land laten veel te wenschen over wegens
gebrek aan watermen moet dit soms dagen lang met
zich voeren.
Onder de oude bouwwerken boven bedoeld, munten
uit door hun zonderling maaksel, de topes of
s t u p a sdie men op vele plekken in 't N.O. en
langs den Indus vindt. Deze topes bestaan uit een
grondvlak met een daar loodrecht op staand gebouw,
dat naar boven hoepelvormig afgerond is of in een
kegel uitloopt en waaromheen veelal een krans van
bogen op pilasters steunende gezien wordt. Men
ziet er trappen en nissen aan, die steeds aan de
oostzijde zijn aangebracht. Sommige dezer gevaarten
hebben een omvang van 144 voet, andere van 108.
Nabij deze topes ziet men steeds schoon uitgehouwen
holen in de rotswanden, alsmede grafheuvelen en
heldere bronnen, of waterkommen waarin kunstige
waterleidingen uitmonden. De oorsprong dezer bouw
werken is onbekend. Doch men vindt ook merk
waardige ruïnen uit den hisfcorischen tijd. Hiertoe
behoort o. a. de ruïne van het ra o s a 11 aeen prach
Op last van Z. M. den Koning zal de naam van
het schroefstoomschip le klasse //de Ruijter", in aan
bouw op 's Rijkswerf te Amsterdam, op den dag,
dat het huwelijk van den Koning wordt voltrokken, wor
den veranderd in //Koningin Emma der Nederlanden/A
De emeritus-predikant ds. J. Prins te Amsterdam,
die zijn 97e jaar is ingetreden, moet ernstig onge
steld zijn.
De heeren Elsbach Jones te Parijs zijn bereid,
aan alle Nederlanders, die loten -mochten hebben in
z/de nationale loterij", op te geven, welke prijzen
eventueel op hun loten mochten vallen. Het is vol
doende, hun de nummers op te geven, om onmiddellijk
nadat zij zullen getrokken zijn, daarvan mededeeling
te ontvangen. Men adresseere de brieven aan Elsbach
Jones te Parijs.
Blijkens een bij het Departement van Koloniën
ontvangen telegram van den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch Indië, heeft het hoofd der V Moekim
(Toekoe Aris) bedoeld in het bericht in de St-Ct.
van 7 dezer zich te Kotta-Radja aan het Neder
landsch gezag onderworpen.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Door Z. M. is benoemd tot notaris binnen het a rr.
Middelburg, ter standplaats de gemeente Goes, 1. J.
Paardekooper, candidaat-notaris aldaar.
Z. M. heeft met ingang van 1 Januari 1879 be
noemd tot burgemeester van Colijnsplaat, Cortgene
en Cats mr. L. A. Bijbau, met toekenning van eervol
ontslag als adj.-commies bij het dep. van Binnen-
landsche Zaken.
De Staats-Courant bevat het programma van het
ceremonieel, hetwelk zal worden in acht genomen bij
de aankomst van Hun Majesteiten den Koning en de
Koningin der Nederlanden, binnen het Koningrijk, in
de hoofdstad Amsterdam en in de Koninklijke resi
dentie 's Gravenhage.
De Commissaris des Konings in Zeeland, heeft op
de voordracht van den Hoofdingenieur in het 11de
district van den Waterstaat besloten, dat, te beginnen
met middernacht tusschen 16 en 17 December 1878
het vervoer van vrachten op de wegen in onderhoud
bij het rijk wordt beperkt in dier voege als bepaald
is bij het besluit van 27 December 1869, Provinciaal
blad No. 130, gewijzigd bij dat van 18 Februari 1876,
Provinciaal blad No. 23, alsmede bij dat van 1 Februari
1871, Provinciaal blad No. 26.
De Commissaris des Konings in Zeeland maakt
bekend, dat de sluiting der jacht op klein wild, ook
met schietgeweer, met uitzondering van die op hout
snippen, in de provincie op Dinsdag 31 December
1878 met zons-ondergang is bepaald en dat het
tijdstip der jacht op houtsnippen en waterwild nader
zal worden vastgesteld.
Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz.
Ooder Nieuwerkerk is Dinsdag-morgen vroeg een
jongen door 't ijs gezakt en zou verdronken zijn hadde
de vrachtrijder S. van hier, die juist voorbij kwam,
hem niet gered.
tige in 901 gebouwden graftempel van Husein Mirza,
den beschaafdsten vorst van Midden-Azië. Deze bouw
vallen liggen in het schoone dal van den Herirüd.
Het belangwekkendste voor de oudheidkundigen is
evenwel het dal van Bamyan, dat den weg uitmaakt
van Kaboel naar Turkestan. Het zeer vruchtbare dal
ligt 8241 voet hoog en is een klein kwartier gaans
breed. Men ziet daar o. a. drie kolossale ruwe uit de
vaste rots in nissen uitgehouwen beelden. Het grootste
dezer beelden, een mannelijke figuur, is 160 voet hoog
en heet Sang-Salde kleinere houdt men voor vrouwen
beelden. De nissen, waarin deze kolossen staan, zijn
rijk beschilderd; de beelden zelf zijn erg beschadigd,
onder anderen door kanonkogels, bij gelegenheid van
een daar geleverden veldslag. Over een lengte vau
anderhalve mijl vindt men in dit dal een doorloopende
reeks van uithollingen in den rotswand. Van binnen
zijn deze uithollingen smaakvol versierd met arabesken,
fresco-schilderwerk en beeldwerk. Deze kunstwerken
vormen een gezamenlijke lengte van 10 Eng. mijlen.
Het hol achter het groote beeld is ruim genoeg
om een geheel regiment soldaten in te bergen. Men
meent dit alles in verband te moeten brengen met
den Boedha-dienst. Op de hoogten in dit dal en
in den omtrek verheffen zich vele slanke goed gebouwde
torens. Overal vindt men puinhoopen van grafsteden,
moskeeën enz. Men meent, dat daar de beroemde
door Dschengis-Khan verwante stad Ghulghuleh
gestaan heeft en dat hier ook weleer de stad Alexandrië
ad Caucasum moet gelegen hebben.
Wordt vervolgd
Willem V, Erfstadhou
der, sterft 1806. Prinses
Frederica Sophia Wilhel
mina van Pruisen (sterft
1820).
Willem I, Koning der
Nederlanden (st. 1843).
Willem II, Koning der
Nederlanden (st. 1849).
Willem III, Koning der
Nederlanden.