MlMlZJïISffifaïIMIW.
voor lel arrondis-
semenl Zlerikzce.
1878. No. 99. Woensdag 18 December. 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
AFGHANISTAN en de AFGHANEN.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post I,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 11. EAKENMAN.
Binnenland,
Zierikzee, 17 Dec. Het feit der uittreding van den
heer van Houten uit de liberale partij staat als zoodanig
nog wel alleen, doch reeds doen zich verschijnselen voor,
die voor het geheele partij-verband der liberalen hoogst
bedenkelijk moeten geacht worden. Voor eenige dagen
hebben sommige anti-liberale bladen met kwalijk ver
holen vreugd gewezen op kenteekencn eener aanstaande
scheuring in de liberale partij. Met name de Tijd
heeft dit punt aangeroerd.
Thans vinden we echter ook in 't Vaderland een
artikel, dat veel te denken geeft. Wij hebben 't Vader-
land altoos gehouden voor iets meer geavanceerd dan
b.v. de N. Rolt. Courant, ofschoon niet zoo geavan
ceerd als de heer van Houten. Daar wij echter geen
eigenlijke linkerzijde in onze Kamers hebben, zou men
het Vaderland nog het meest als tot een veronder
stelde linkerzijde naderende kunnen beschouwen. Dit
blijkt ook uit, bedoeld artikel, doch het komt daarop
.minder aan, nis wel op den hoofdinhoud der klacht
of uiting van ontevredenheid, die in dat artikel is
opgesloten. Wat heeft deze liberale Regeering beloofd
en doen verwachtenwat heeft zij gegeven, en wat
hebben we van haar in de toekomst te wachten?
Ziedaar ongeveer wat het Vaderland vraagten om 'fc
antwoord op die vragen te zoeken gaat het Vaderland na
wat alzoo door het kabinet Kappeijue is tot stand
gebracht in vergelijking met den berg van werk, die
voor den boeg was en met de overvloedig gebleken
onuitputtelijke goedwilligheid der Kamer. Na eenige
complimenten aan het nog altoos wassend parlementair
talent van den heer Kappeijue te hebben afgestoken,
komt het Vad. ter zake en meent dan te bevinden,
dat het kabinet, dat met zulke groote verplichtingen
is opgetreden en zulke groote verwachtingen heeft
doen koesteren, toch wel bekeken niet veel meer is
dan een kabinet om niets anders te doen dan de
loopende zaken gaande te houden, een kabinet van
zaakjes, een onschadelijk maar ook vrij improductief
liberaal kabinet dus, dat zich om velerlei redenen
evengoed conservatief kon noemen als 't nog libe
raal heet.
Was er al geen grondwets-herziening te vergen,
daar was toch veel, waarop met grond gewacht werd
kieswets-herzieuing, herziening van de wet op 't mid
delbaar onderwijs, uitvoering der wet op 't lager
onderwijs, terhandneming der politiek tegen het toe
nemend clericalisme en zooveel meer als zoo menigeen
al van het liberale kabinet met een man als Kappeijue
aan 't hoofd kan verwacht hebben.
Niets dan zaakjes komen er uit de handen; men
schiet snel op, maar niet met de groote hervormingen,
die met den dag dringender noodig worden.
Verder merkt het Vad. op, dat het niet de heer
van Iiouteu alléén is, die //voor het hoofd is ge-
stooten"ook andere leden zijn gevoelig getroffen
door de weinige gezindheid der Regeering om aan
kenbaar gemaakte wenschen te gemoet te komen.
(Wij dachten hierbij aan 't lot der statistiek, enz.)
Een en ander kan op den duur ernstige gevolgen
hebben, meent het Vad. Nog is er wel geen scheuring
in de liberale partij, maar 'tis niet tegen te spreken,
dat de innige samenhang toch al gemist wordt. Hierbij
wordt ten slotte de wensch gevoegd, dat er een andere
leider der liberale partij zal optreden, daar blijkbaar
de dubbele verhouding van den heer Kappeijue als
prebier en tevens hoofd der liberale partij op den
duur onhoudbaar is.
Het Departement Zierikzee der Maatschappij tot
Bevordering van Nijverheid had den 16en dezer zijn
derde wintervergadering. Daarin werden benoemingen
gedaan lot voorziening in vacatures in het Bestuur
en in de vaste Com missiën.*'- Verder verzocht en ver
kreeg hot Bestuur machtiging om eenige tegemoet
koming te belooven aan werklieden, welke eenig
voorwerp zouden vervaardigen, dat waardig gekeurd
werd om naar de Nijverheids-tentoonstelling te Arnhem
te worden opgezonden. Ook werd eene Oommissie
benoemd, bestaande uit de heeren S. G. Nauta van
der Grijp, Dr. Gratama en W. Koole, om advies uit
te brengen, betreffende de vraag of in deze streek niet
met uitzicht op goed succes eene boterfabriek kon
worden opgericht, en of hiertoe niet eene der stil
staande meestoven zou kunnen worden benuttigd.
Eindelijk vergastte Mr. A. Heemskerk de aan
wezigen op eene boeiende en zaakrijke beschrijving
van den socialen toestand der kolonie Suriname,
doorweven met tal van beschouwingen over de oor
zaken van den meestal ongunstigen toestand in een
gewest dak zoo rijk is aan hulpbronnen. De bijzonder
heid, dat het voorgedragene in hoofdzaak de vrucht
was van eigen onderzoek op een reis door den spreker
voor 3 jaren door West-Indië gedaan, gaf aan zijne
rede eene actualiteit, die de belangstelling verhoogde.
Naar aanleiding van het onlangs voorgevallene te
Terheide, waar een schip met man en muis verging
en de schipbreukelingen niet gered werden, omdat
er aan den wal geen geschikte menschen te vinden
waren om de reddingsboot te bemannen, heeft de
Zuid-Hollandsche reddings-maalschappij zich tot den
Minister van Waterstaat en Openbare Werken gewend
met verzoek om Monster en Terheide langs telegra-
fischen weg in verbinding te stellen met den Hoek
van Holland. In verband hiermede heeft de inspecteur
van liet loodswezen zich bereid verklaard om, als zijn
hulp ingeroepen wordt, met loodsen per as naar de
genoemde gemeenten le komen om hulp te verleenen,
door het in zee brengen en bemannen der reddings
boot. Op dit verzoek is door den Minister in zoover
gunstig beschikt, dat de Regeering den draad en de
palen zou geven, mits de maatschappij zorgde voor de
toestellen, batterijen en bediening, 't welk een uitgaaf
van ongeveer f 350 zou vorderen. Waar 't zulk een
gewichtig belang geldt als 't redden van menschen-
levens, die bij gemis van geschikt bevaren volk voor
de reddingsboot nagenoeg zeker verloren gaan, is
deze groote zuinigheid niet van krenterigheid vrij te
pleiten. De Nieuwe Waterweg kost reeds zooveel
millioenen, dat er waarlijk die 350 nog wel bij kon.
Ook de Kamer van Koophandel te Rotterdam heeft zich
tot de Regeering gewend, en wel tot den Commissaris
des Konings in Zuid-Holland, teneinde aan te toonen,
dat geldelijke ondersteuning van Rijkswege noodzakelijk
is, alsook samenwerking van de marine overal waar
zij in de gelegenheid is personeel beschikbaar te stellen
om desgevorderd de manschappen van de maatschappij
tot redding van schipbreukelingen en die van dren
kelingen aan te vullen.
Naar men verneemt worden door de gemeente
besturen van Scherpenisse, Stavenisse, St. Annaland
en St. Maartensdijk pogingen aangewend om in de
laatstgenoemde gemeenten een telegraafkantoor te
vestigen.
Wij herinneren belanghebbenden dat, ingevolge
kon. besl. d.d. 27 Juli j.l. Staaisbl101), met 1
Januari de tonvormige maten zijn afgeschaft, behalve
voor aard- en boomvruchten, zoodat met dat tijdstip
het meten van steenkolen, turf, kalk, cement en der
gelijke waren, uitsluitend behoort te geschieden in
cilindrische maten.
Naar men verneemt, zal Z. M. de Koning Donderdag,
19 dezer, van het Loo in de residentie terugkeeren.
Ofschoon de oorlog, dien de Engelsclien op dit
oogenblik tegen Shir-Emir voeren, niet zoo rechtstreeks
van Europeesch behing is, zal het onzen lezers toch niet
ongevallig zijn, iets naders aangaande de Afghanen
en hun land te vernemen. Daarom volgen hier
eenige bijzonderheden omtrent land en volk, waarbij
we evenwel de opmerking voegen, dat nog veel met
betrekking tot die streken geheel of zoo goed als
geheel onbekend is, al is het ook zeker, dat zij in de
liooge oudheid reeds en later meermalen het tooneel
waren, waarop betrekkelijk zeer beschaafde volken
hebben gebloeid en zijn ten onder gegaan.
Afghanistan, het »land der Afghanen" of Afghans,
ook Kaboelistan ('t land van den Kaboel), Kandahar
(misschien 't Ghandara uit den tijd van Alexander
den Gr.), en Oost-Perzië genaamd, en in de oudheid als
Drangiana en Ariana bekend, beslaat ongeveer '12000
vierkante geografische mijlen, deels woeste bergen en
I hoogvlakten, deels schoone dalen, gelegen tusschen
290 en 36° N.B. en 79o en 90° O.L. Het grenst
ten Noorden aan Turkestan, ten Oosten aan Peshawer,
het land der Sikhs en een deel van Sindh, ten Zuiden
aan Beloedschistan en ten Westen aan Perzië. De
helling van 't land is grootendeels westwaarts met
enkele zuidelijk hellende streken afgewisseld. De Hindo-
Khoe, een voortzetting van 't Himmalaj a-gebergte, be
grenst het land ten Noordoosten en 't Soliman-gebergte
scheidt het Oostwaarts van 't bed van den Indus. In
het Noorden des lands ligt het gebergte, dat de
waterscheiding vormt tusschen het gebied van den
Indus en dat van den Oxus, die in het Aralmeer uit
loopt. Aan den Oostkant is het land alleen langs
eenige deels zeer enge en steile bergpassen te be
reiken, van welke sommige nog niet eens bekend zijn aan
de vreemdelingen. De Ivheiber-pas verleent toegang-
uit den Pendshab naar het hart van 't land, de
Bolan-pas is de voornaamdste gemeenschaps-weg met
Sindh en den beneden-In dus. Deze bergpassen zijn
van ouds bekend, reeds aan de Griekenzij waren
trouwens altoos de toegangen naar Indië en de handels
weg daarheen liep eeuwen lang door die streken,
terwijl de groote steden Kaboel, Ghasnak, Kandahar
en Herat als zooveel stations op dien weg waren aan
te merken. Tegenwoordig loopt de handelsweg naar
Indië zoo men weet over zee, maar toch hebben o. a.
de genoemde plaatsen nog niet al hun belang voor
den handel tusschen het Oosten en het Westen verloren.
Het land heeft weinig rivieren. De Kaboel is de
voornaamste, zij loopt uit in den Indusde Hilmend
en de Farra-roed loopen in het in de zuidelijke woestijnen
gelegen meer van Zareli, terwijl nog enkele kleine
rivieren zich hier en daar in het zand der woestijn
verliezen. In het Noordwesten wordt het land be
sproeid door den Oxus of Zwarte Daria. Ondertusschen
zijn er vele heerlijke wel besproeide dalen.
Het klimaat van het land is zeer verschillend, zoo
wegens de groote uitgestrektheid 't land is grooter
dan Spanje als vooral wegens het verschil in hoogte
(altitude). In de oasen en warme dalen van het
Zuiden vindt men palmen, suikerriet en katoen, doch
de hoogvlakten van Kaboel en Ghasnah (2700 Meter)
hebben een zeer ruw klimaat. Strenge winters met
vreeselijke sneeuwstormen zijn daar regel en ook des
zomers is het weder er zeer afwisselend. De gemid
delde temperatuur des zomers is 9° C.doch 't ver
schil der uitersten is zeer groot; des zomers is't heet