voor het arrondis- sement Zierikzee.
1878. No. 83. Zaterdag 19 October. 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
EGALISATIE. - PROGRESSIE.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever-II. IjAKENMAIV.
ui.
Na de moeielijkheid om tot de kennis van
het inkomen der belasting-schuldigen te geraken,
komt een andere, n.l. uit te maken wie eigenlijk
de belasting betalen zalhet gezin, dus in naam
het hoofd van elk gezin, of wel elk meerderjarig
persoon voor zich. Voor beide beginselen valt het
een en ander te zeggen, en er is ook tegen beiden
het een en ander aan te voeren. Voor den
fiscus geeft 'het een zeker gemak iu de admi
nistratie als de aanslag per gezin gedaan wordt
en eenvoudigheid is altoos veel waard op 't
gebied van belasting-heffing en betaling. Het
is echter de vraag of het gezin wezenlijk wel
zulk een collectieve eenheid vormt ais dan
wordt verondersteld. Staat een gezin van b.v.
vijf volwassen zonen, die met hun vader een
gezamenlijk inkomen hebben van f 40 's weeks,
gelijk met eengezin van twee personen, waarvan
't hoofd, de man, een inkomen van f 2000 's jaars
heeft Neen, zonder twijfel. De fiscus zon
't aldra ondervinden, als hij die beide gezinnen
gelijk classificeerde, 't Zou ook in 't geval
van het veronderstelde gezin in de practijk
uitloopen op een onevenredig grooten druk
voor het hoofd des g'ezins. Toch heeft de aan
slag per gezin ook uit een oogpunt van ge
moedelijkheid en met het oog op 't familieleven
wel iets aanbevelenswaardigs. Het komt ons
echter voor, dat de nadeelen er aan verbonden
met betrekking tot de productiviteit der belasting
grooter zijn dan die voordeelen. De ervaring
leert dat er volwassen personen zijn, die zeer
wel kunnen bijdragen tot de openbare lasten, doch
achter onvermogende of minvermogende ouders
schuilende de geheele belasting op 't inkomen
ontduiken. Een opgave der inkomsten van
een gezin zal ook minder te vertrouwen zijn
naarmate zij uit meer afzonderlijke factoren
moet worden samengesteld. Den aanslag per
soneel te maken voor al de meerdeijarige
personen komt ons voor zuiverder en voor den
fiscus vöordeeliger te zijn. Vooral wanneer
progressie wordt aangenomen, is het veel billijker
b.v. vier factoren elk van f 500 's jaars niet
samen te voegen tot een bedrag van f 2000
dan dit wel te doen, waardoor elks f 500
hooger zou belast worden dan bij afzonderlijken
aanslag het geval zou zijn. De personeele
aanslag zal ook minder gelegenheid geven om
er door te slippen. Hoogst zelden zal een
meerderjarig persoon zich op de vraag naar het
bedrag van zijn inkomen er kunnen afmaken
met de verklaring, zoo wat luidende dat hij
van den wind leeft, terwijl dit hem als onder
deel van een gezin wel kan gelukken.
Bij éen personeelen aanslag dient echter het
in een vórig stukje door ons aangeprezen be
ginsel vastgehouden te worden dat ook de kleine
inkomens moeten getroffen worden. Waar, gelijk
oorspronkelijk 't doel der inkomsten-belasting
is, n.l. te voorzien in een buitengewone of
tijdelijke behoefte, deze belasting dus maar een
betrekkelijk klein deel der gezamenlijke lasten
uitmaakt, daar kan de talrijke lagere klasse
Wél buiten rekening gëlhtën worden. Wanneer
echter door het verknoeien van het belasting
stelsel, de directe inkomsten-belasting een aan
zienlijk deel van den gezamenlijken last gaat
bedragen, daar gaat het niet aan een zeer groot
deel der burgers van allen last te ontslaan.
Ons zijn de redeneeringen wel bekend, die
daar tegen worden aangevoerd,, maar deze snijden
o. i. geen hout. Dat komt alles neêr op zekere
vrees van de gouvernementen voor het onge
noegen van den grooten hoop en op zekere
bezwaren van lastige invorderingen, veel ver
volging enz. enz. Dit gaat niet op. Waar de
burgerrechten gelijk zijn en de kleinen vaak
meer pretenties maken dan de grooten, daar
motet ook ieder betalen in de algemeene lasten.
Naar vermogen, dat spreekt van zelf, maar toch
betalen. Door dit beginsel los te laten ziet
men soms de meest dwaze vertooningen, vooral
in kleine gemeenten, waar b.v. de gemeente
lasten nagenoeg geheel gedragen worden door
vijf of zes personen, in welke omstandigheid
de groote karigheid van de besturen zulker
gemeenten een zeer gereede verklaring vindt.
Het is o. i. een groote font de zoogenoemde
arbeidende klasse zoo goed als geheel van
lasten vrij te stellen. Ware het zoo gemakkelijk
om op andere wijze het geld te vinden, dan
zon 't een ander geval zijn; maar onder het
ingekrompen getal der zoogenoemde „belast
baren" komen er zoovelen voor, die betrekkelijk
meer zorgen en een kommerlijker bestaan hebben,
dan de talrijke arbeidende klasse, dat hen te
belasten en de arbeiders te ontheffen een groote
onbillijkheid is. Feitelijk betalen zij een be
lasting op hun zoogenoemd fatsoen en niet op
hun inkomen. In een staat waar allen gelijk
zijn, gaat dit niet aan.
Men ziet dat ook in sommige staten wel in,
b.v. in Pruisen, waar een Klassensteuer geheven
wordt, en in Frankrijk, waar de Contribution
personnelle bestaat.
Is 't alzoo van belang te achten, dat de
thans grootendeels door de zeef der belast
baarheid gaande lagere klassen ook iets bij
dragen, 't zij een uniform-tax, of een met twee of
drie klassen, van niet minder gewicht is het
dat onder de middelklassen zooveel mogelijk
scherp wordt toegezien wie aangeslagen wordt
en of de eigen aangifte niet vaak bespottelijk
dwaze cijfers tot grondslag geeft. Als een inkom
sten-belasting eenmaal is ingevoerd komen de on
juistheden na eenige jaren gedurig meer aan
het licht. Men mag veilig aannemen dat bij
de eerste samenstelling van een kohier slechts
een zeer klein aantal cijfers ongeveer juist zijn,
verreweg de meeste aangiften zijn te laag,
alleen de vaste traktementen zijn na te gaan,
waardoor de macht der regeeriug om de cijfers
te herzien en des noods te verhoogen, alleen
voor deze laatste iets en voor de meerderheid
niets of weinig beteekent. Al dadelijk beginnen
dus eenigen te veel te betalen en vele anderen
te weinig. Moet later de percentage verlaagd
worden, waarop b.v. in Engeland het streven
voortdurend gericht is, dan wordt deze onbil
lijkheid van lieverlede verminderd; maar waar
zooals hij ons de hoofdelijke belasting
als hoofdbelasting dienst doet en bij eventneele
behoefte aan middelen eenvoudig wordt verhoogd,
gelijk de zetters het brood opslaan, daar neemt
de onbillijkheid toe. Zoo is 't geval mogelijk
dat iemands inkomen in een zeker tijdsverloop
met b.v. 50 perc. toeneemt, 't geen maar zelden
voorkomt, terwijl zijn aanslag in de hoofdelijke
belasting met 400 perc. wordt verhoogd in
datzelfde tijdvak.
Nauwkeurig en scherp onderzoek door de
commissiën die met de vaststelling der eohieren
belast zijn, is noodig. Daardoor wordt het
lidmaatschap van zulk een commissie, d. i. van
den Gemeenteraad, wel eens een splinterig iets
doeh men moet er wat voor over hebben als
men wezenlijk naar egalisatie streven wil.
Ondertusschen is de kritiek der aangiften
hoogst moeielijk, omdat men zoo licht verzeilt
naar de grondslagen van een verterings- of een
weelde-belasting, die bedriegelijk zijn en de
grondslag voor een inkomsten -belasting
niet mogen zijn.
Het beste en o. i. krachtigste middel tot cor
rectie der lijsten, is het jaarlijks openbaar maken
daarvan op officiëele wijze in de lokale bladen.
Dan kan men 't eenigermate aan de cijfers
overlaten om te spreken. Wij meenen dat zulks
o. a. te Goes en te Vlissingen geschiedt. De
burger is allicht geneigd te meenen dat zijn
huurman of kennis naar verhouding minder
betaalt dan hijals de lijst publiek is gemaakt,
dan weet men dadelijk hoe 't er meê staat en
dat zal een krachtige controle zijn op zeer veel
aangiften.
Eindelijk komen de hoogstaangeslagenen aan
de orde. We hebben reeds te kennen gegeven
dat wij een progressie in de percentage niet
alleen niet onbillijk achten, maar dat deze
logisch uit het geheele beginsel eener inkomsten
belasting, ja van elke hoofdelijke belasting volgt.
De draagkracht komt reeds bij den eersten
opzet eener inkomsten-belasting in aanmerking
de draagkracht neemt Diet in enkelvoudige
verhouding toe, maar gelijk de verzwakking
in verdubbelde zoo niet vierkante reden
toeneemt bij verarming, zoo neemt de draag
kracht in de hoogere klassen in telkens
grooter verhouding toe. In de eerste plaats
dienen das ook de hooge inkomens met
niet minder scherpte te worden nagespeurd dan
de gemiddelde. De bestaande organisaties dei-
hoofdelijke belasting laten dit geenszins altoos
toe. Ook hier slipt zeer veel door de zeef en
dit is voor den fiscus een telkens grooter na
deel, naarmate de ontsnapte tot de al onbe
reikbaarder hoogten van inkomsten klimt. Het
leidt tot groot onrecht dat het mogelyk is van
zeer groote inkomens een aanmerkerkelijk deel
onbelast te honden. En immers dit geschiedt wel.
Slot volgt.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 18 October 18 7 8.
Betreffende het in ons vorig noramer besproken
nieuw blad Zelandiavernemen we thans uit een
andere krant dat het te IJzendijke zal worden uit
gegeven.